Vele toeristen dupe van 'overboeking' lë Ellende en paniek op Mallorca ROKKEN NET OVER DE KNIE het heerlijkste toetje, één brok gezondheid 5NDERDAG 31 JULI 1975 Door Aad Wagenaar Paniek op het Balearen-eiland Mallorca, deze week: door het systeem van het zogenaamde „overboeken" is de Spaanse toerisme- industrie aardig op weg geraakt zichzelf op te knopen. Aan de Costa Bra va, maar vooral op Mallorca werd men deze en vorige week geconfronteerd met de narigheid, die het gevolg is als men een hotelkamer dubbel verhuurt. De redenering bij dat dubbel verhuren is: komt de ene gast niet, dan komt de ander wel: vooral vorig* jaar n er zoveel annuleringen voor hotelbedden en appartementen in Spanje, dat de hoteliers zichzelf dit Jaar ook dachten te kunnen toestaan om tot „overboeking" over te gaan. Maar zie, vrijwel geen enkele toerist laat het in het vakantie-seizoen van 1975 afweten. De vliegtuigen met toeristen zitten op eikaars „staart" de luchthaven bij Palma de Mallorca naderen. Eenmaél uitge stapt op het 35 graden warme eiland wacht vele toeristen een zeer onhartelijk welkom: helaas, de kamer die voor hen geboekt was, is al bezet. „Maar we zullen zien wat roar u kunnen doen!" Het zijn vooral Britse en Scandina vische toeristen, die op Mallorca de dupe zijn geworden van het „overboeking"-systeem. Dat ze twee of drie keer moeten verhuizen in de vijftien dagen, dat ze vakantie wilden vieren op het eiland, is geen uitzondering. De touroperators zitten de exploi tanten van hotels en appartementen fiks achter de broek om hun gasten toch het maximum haalbare te bezorgen op het gebied van de accommodatie. Dat betekent na het eerste noodonderkomen (in een geval logies in een oude school in Palma) transfer naar een leeggeko- hotelkamer, drie dagen later gevolgd door een overstap naar een appartement. Zweep Het Spaanse Ministerie van Toeris me is deze week wakker geschud uit de tevreden dommel, die het genoot na zoveel Jaren van toeristische groei. Vrijdagavond werd op Mallor ca de minister van Informatie en Toerisme, Don Leon Herrera y Esteban verwacht. Hij komt per soonlijk orde op zaken stellen; de zweep leggen over de ruggen van die exploitanten die met hun „overboe king" het Spaanse toerisme besmet ten. Het kan zaterdag de dag van de „vallende sterren" worden. In het Spaanse kwalificatiesysteem voor hotels is het hoogst-bereikbare vijf sterren. Een berisping voor ondeugdelijke bedrijfsvoering kan het verlies van een of meer sterren betekenen, een degradatie die ook doorwerkt in de tarieven, die men mag stellen. Het hotel Carrousel in Palma Nova zit op zo'n schopstoel. Dit uiterlijk fraaie gebouw, dat meer dan 500 gasten herbergde Zwitsers, Zweden en Engelsen kreeg deze week te horen dat het zo spoedig mogelijk zijn poorten moet sluiten. Niet alleen had men ook daar zich aan „overboeking" schuldig gemaakt, maar ook bleek nog dat de keuken, eetkamers en bar geen veiligheids certificaat hadden. De gewraakte ruimtes zijn inmiddels verzegeld en voor de hotelgasten is men in de weer om elders onderkomen te vinden, op het toch al tjokvolle eiland. Het wemelt inmiddels op Mallorca van de Engelse journalisten, en twee televisie-teams (BBC en ITV), die de narigheid van hun landgenoten- vakantiegangers persoonlijk komen aanschouwen. Zij weten dat niet alleen Spanje te blameren valt, dit jaar, want in het Engelse geval is het probleem van de „overboeking" reeds op het eigen eiland begonnen. Dakloze Nederlanders zijn op Mallorca niet te vinden. Tevreden Nederlanders zijn echter ook In Mallorca's Costa de la Calma, circa 25 kilometer buiten de hoofdstad Palma, waren wij gisteren getuigen van de stichting van een heus actie-comite. Ongeveer dertig Nederlandse toeristen waren het, uit Den Haag, Hilversum, Rotterdam en Volendam, die met z'n allen een stevige vuist willen maken om, als ze straks weer thuis zijn, hun vakantiegeld terug te krijgen. Kranen Hun klacht: ze hadden in Neder land geboekt voor logies in een hotel, maar ze werden onderge bracht in een stel appartementen, pas gebouwd en onafgewerkt. Het hotel, dat men hun in Nederland had beloofd, was alweer dubbel volgeboekt en wie het laatst kwam, het laatst maalde. „Het enige waar ze hier op Mallorca niks aan hebben kunnen verpesten, is de zonneschijn", zo zei ons een man in het appartement, waar de boze Hollandse toeristen waren samengekomen. Allen hadden een petitie ondertekend, gericht aan het Nederlandse consulaat in Palma. Men was met de gedwongen overstap van het beloofde hotel naar het vlakbij gelegen apparte mentengebouw nog niet eens zo ontevreden geweest, ware het niet dat normaal stromend water kenne lijk niet was inbegrepen in de logiesprijs. De waterkranen in de appartemen ten gaven alleen maar thuis van kort na middernacht tot half negen 's morgens.„Zodat mijn vrouw dus de wekker moet zetten, voor we gaan slapen, om zeker te zijn dat ze om half twee 's nachts de vaatwas kan doen", aldus dezelfde man. „En om mijn groenten te kunneü wassen voor het eten van de andere middag", vulde zijn vrouw aan, „maar daar had ik eigenlijk na een paar dagen al niet veel trek meer in, zodat we dus noodgedwongen buiten de deur zijn gaan eten. En dat heeft een heleboel geld extra gekost". Onder de zich van vakantiegenot beroofd voelende Nederlanders was ook het pas getrouwde echtpaar Jan en Alie Polder uit Volendam. Zij hadden zich op huwelijksreis naar Mallorca begeven, het eiland dat ze twee Jaar eerder, toen nog in gezelschap van wederzijdse ouders, Zwembad „Hierna hoeft het voor mij niet meer", brieste de jonge echtgenoot Polder gisteren. „We hadden geboekt voor het hotel Bouganvüla, maar toen we van het vliegveld hierheen gebracht waren, kwam een zielige hostess vertellen dat er daar voorlopig geen plaats was. Pas na zeven dagen hebben we de kamer gekregen die we besteld hadden. Tot die tijd zaten we in een half afgebouwd appartementje. De tweede dag zat ik even op het terrasje van onze kamer om een beebje te zonnen en toen knalde er vlak naast mijn hoofd een afvoerpijp uit elkaar, vol met roet. Ik was pikzwart gelijk en hoefde de zon daarna niet meer in". Om zichzelf schoon te wassen moest Polder naar een nabijgelegen .zwembad. Immers: overdag geen stromend water in het appartement. „Ze zijn ons komen vertellen dat onze appartementen aangesloten waren op een waterleidingtoren, die nog geen voldoende capaciteit had", vertelde een van de mensen van de protestgroep. „We kregen dé aanbeveling om dan 's nachts maar de badkuip vol te tanken met water, zodat we overdag voorraad hadden. Een leuke tip in deze nood, dat wel, maar dat hadden ze de badkuip ook wel een behoorlijke plug moeten geven. De eerste keer dat ik 's nachts opstond om het bad vol te laten lopen, is ook de laatste geweest. Want 's morgens bleek al dat water weer mooi weggelopen te zijn". (Als wij tijdens die bijeenkomst in het appartement vragen even naar het toilet te mogen, krijgen we een steelpannetje water mee voor de spoeling. Zuinig zijn, wordt ons nageroepen). Een mevrouw met een baby zegt: „Hollanders hebben toch de naam altijd zo proper te zijn. Als Je dan Juist, in dit soort subtropisch land, met ook al die berichten over tyfus die er geweest zou zijn, als je ze dan het water afneemt, voelen ze zich hopeloos. Mijn kind ligt nog in de luiers en om de anderhalf uur ga ik dan maar naar een openbare kraan hier buiten op straat om d'r billen te wassen". De Hollanders, die in Costa de la Calma verblijven, zijn veertien dagen lang, iedere ochtend wezen protesteren bij de vertegenwoordi gers van hun reisorganisatie, Bei-Air. „De hostess wist ook geen raad, we kregen gewoon medelijden met haar, want haar enige antwoord op onze klachten was steeds een huilbui". „Om overdag toch water te hebben, gingen we naar de supermarkt en daar betaalden we haast een gulden voor een liter drinkwater", zegt een van de ondertekenaars van het protest, dat gisteren bij het Nederlandse consulaat belandde. Omo „Zo'n consul kan ons natuurlijk ook niet veel verder helpen, want overmorgen is onze vakantie voorbij. Wij vertrekken met een nacht vlucht, dus kunnen we ons zestien uur daarvoor, voor acht uur 's morgens, als de kraan even loopt, voor het laatst wassen. Maar de consul kan weln zorgen dat ons protest bij de Juiste autoriteiten terecht komt". „Wij doen dit eigenlijk voor de Hollandse toeristen, die. nog na ons komen", zegt een vrouw uit Hilversum. „Onze vakantie is toch al grondig verpest. Wat iemand anders net zei: de zon is het enige dat is beloofd en dat we ook inderdaad gekregen hebben". Huwelijksreiziger Polder uit Volen dam: „We hebben er nog even over gedacht om op een middag met alle gedupeerde Nederlanders naar het zwembad van Bouganvilla te gaan, hier beneden, en een pak Omo in het water uit te strooien en dan met z'n allen demonstratief in bad te gaan". „Maar we hebben er van afgezien Hollanders schijnen toch al zo'n slechte naam te hebben in het buitenland. Maar een slechtere naam dan een Spaanse reisorganisa tor i s voor mij dit jaar niét denkbaar". Zijn jonge bruid zegt: „Maar al moet de onderste steen boven komen: ons vakantiegeld zullen we terug krijgen, als we straks weer thuis zijn. En dan wil ik een nieuwe huwelijksreis maken". „Als je jong bent, heb je makkelijk praten", vult dan een man uit Den Protestbijeenkomst van Ne derlandse vakantiegangers op Mallorca. In plaats van met een bruine kop terug met een zenuw uitslag naar Nederland. Spanje wordt bedankt. in plaats van een bruine kop, ga ik met een zenuwultslag naar Holland terug. Spanje wordt bedankt". Misschien dat aan minister Don Leon Herrera y Esteban ook de klacht uit het Nederlandse kamp in Costa de la Calma ter ore komt. En dan zal er weer een ster vallen. verving door zwart fluwelen pakjes waarvan de mouwinzetten «n manchetten waren afgebiesd met zwarte passementen. Voor 's avonds mikte Yves Saint Laurent op zwart fluwelen schouderbandjurken. Gi- venchy verraste zijn klanten met per fect gemaakte pantaloncombinaties. De pijpen van Givenchy's broeken waren iets wijder dan die van Yves Saint Laurent. Maar de tot iers over de heup vallende sluike Jasjes van zijn plooirokmantelpakjes hadden weer een slanker silhouet. Parijs Er is nog hoop voor de al lange tijd in moeilijkheden verke rende Europese confectie-industrie want terwijl de Parijse mode-ont werpers het al een poos door een totaal gebrek aan inspiratie lieten afweten, zorgden Yves Saint Lau rent, Givenchy en Laroche gisteren voor een verrassend slot van de Parijse najaars-modemarathon. De drie Parijse couturiers kozen voor een opvallende „come- back" van de broekpakken en bovendien gaven ze unaniem de voorkeur aan kortere, de knie net bedekkende rokken. En vervingen de wijde hemdjurken door combinaties van plooirokken en lange, slank afkledende, tot iets over de heup vallende Jasjes in alle mogelijke herfsttinten. Yves Saint Laurent showde verre weg de beste kleren, die in heel Pa rijs waren te zien. Zijn jurken, pakjes en mantels waren er in vergelijking met het vorig seizoen een stuk jeugdiger en sportiever op geworden. Al hand haafde Yves Saint Laurent zijn bekende nogal „mannelijke look" voor zijn, op klassieke herenkos tuums geïnspireerde, broekpakken. Combinaties van pantalons met nauwe vrij rechte pijpen en stoere dubbelknoops jasjes met zeer brede Dezelfde jasjes van grijs-witte krytstreepjes of lavendel blauw met custardgeel en steenrood geruite Schotse stoffen liet Yves Saint Laurent op rechte rokjes met een overslagplooi dragen. Maar verreweg het meeste applaus kreeg hij voor zijn wijde capuclion- jassen van zwart, wijnrood en varengroen velours-chiffon. Voor overdag liet Yves Saint Laurent zijn mannequins chenille v-hals-Jasjes over zijn nogal dunne plooirokmantelpakjes dragen. Model len die hij voor de namiddag Zonnige krenten en rozijnen in pure bessensap haal h pak 'n DOMO produkt Avondtoilet van Guy Laroche Mammoetwet In Uw kolommen van zaterdag 19 juli j.l. trof ik een uitgebreid vraag gesprek aan met een Haagse wiskun deleraar, de heer .J A. M. van Rooij- en. Hieruit komt deze heer naarvo- ren als een verklaard tegenstander van zowat alles dat in het voortge zet onderwijs door de zgn. Mam moetwet is veranderd. Zowel de in richting als de inhoud van de eind examens deugen niet, de vrije vak kenpakketkeuze is een ramp. Ouders, leerlingen en schooldirekties zetten de leraren onder druk om door mid del van hoge schoolonderzoekcijfers zoveel mogelijk geslaagde kandida ten af te leveren. En de leraren, die immers geen slechte naam willen krijgen en bovendien door te weinig kontrole van bovenaf een té grote verantwoordelijkheid hebben ge kregen, bezwijken maar al te vaak. Gevolg: tientallen kinderen krijgen jaarlijks ten onrechte een diploma. Nu hoor je dergelijke geluiden vaker en het is een hopeloze zaak om met dit soort lieden, die geen andere op lossing weten te bieden dan terugke ren naar het verleden, in discussie te treden. Hopeloos én gevaarlijk, om dat wie ingaat tegen dit soort in we zen reactionaire praat maar al te snel wordt ingedeeld bij de kritieklo ze verdedigers van de Mammoetwet. En daartoe behoor althans ik niet. Laat ik er dit over zeggen: ik geloof niet in de mogelijkheid, noch aan dé wenselijkheid van domweg de klok terugdraaien. Ik verwerp strengere (nog strengere!) selektie, wat de heer van Rooijen "in het belang van de leerling" met zoveel woorden voor staat (het is trouwens opvallend hoe vaak deze lieden 'het belang van de leerlingen' er bijslepen als zij plei ten voor strengere selektie). Boven dien voe ik er niets voor 'n verdere uitholling van de bevoegdheden van de docenten bij de beoordeling van hun leerlingen, die zij beter dan wie ook kennen. Ware dit alles geweest dan zou ik na lezing van betreffend artikel niet gereageerd hebben. Hoog stens wat in mijzelf gemompeld hoe het L.D., na de maandenlange rel rond Paul Marijnis, welke rel waar lijk met alleen de Rembrandt S.G. grote schade heeft toegebracht, nu opeens en zonder enige kanttekening de beeldvorming van het voortgezet onderwijs verder schaadt. En dit maal ten onrechte Maar op één grove verdachtmaking aan zijn collega's wil ik de heer van Rooijen uitdrukkelijk wijzen. En wel wanneer hij spreekt van de kwalijke kanten van het zgn. schoolonderzoek, dat geheel door de school wordt op gesteld en waarvan het cijfer de helft van het eindcijfer uitmaakt. Hiertegen heeft hij bezwaar, omdat immers de docenten zo onder druk staan van leerlingen en ouders, die, enz... Letterlijk zegt hij dan: "Combinaties van een 8 voor het schoolonderzoek en een 3 voor het (landelijk) schriftelijk zijn echt geen uitzondering! Dat betekent met de verplichte afronding naar boven dat de leerling een zes op zijn eindlijst krijgt". Geen uitzondering! Hoe durft hij het ■te zeggen. Ik heb de lijst van onze eindexamenkandidaten van het af gelopen jaar, zo'n 220 leerlingen in getal, er even bijgehaald. Onder de 2500 (vijf en twintig honderd) in aanmerking komende cijfers, dus vergelijkingen van schoolonderzoek en schriftelijk, kwam ik natuurlijk niet één zo'n kombinatie tegen, zelfs niet bij uitzondering. En zo is het uiteraard niet alleen op onze scholengemeenschap: als de heer van Rooijen het aandurft om uit te zoeken (Wellicht samen met Nico Scheepmaker?) hoe dit elders ligt dan wed ik met hem om een nieuwe lerarenagenda en een gros rode potloden dat hij nergens een school vindt waar dit soort kombi- naties, zonder uitzondering te zijn, vóórkomen. Ton Kohlbeck. conrector St. Agnes Scholen gemeenschap, Marelaan 19, Oegstgeest. Buitenom Binnendoor "In de krant van zaterdag Jl. be schrijft de heer Han Mulder in de rubriek Buitenom/Binnendoor zijn teleurstellende ervaring met de Ne derlandse Spoorwegen. Daar ik het niet eens ben met de inhoud van dit stukje, dat het reizen per openbaar vervoer ongunstig af schildert tegenover het reizen met de auto, wil ik hierover drie opmer kingen maken. Ten eerste is er m.i. voor het kundig gebruik van het spoorboekje heus niet zo'n scherpzinnigheid ver eist als de heer Mulder doet voorko men, vooral niet als men de moeite zou nemen de gebruiksaanwijzing er van even door te nemen. Als iemand in staat is zijn rijbewijs te halen en autoverzekeringsformulieren etc. in te vullen, zal het spoorboekje voor die persoon ook geen onoverkomen- lijke problemen opleveren. Ook is het m.i. niet nodig op het station Lammenschans ontbering te lijden omdat daar een wachtkamer aanwezig is. Als laatste wil ik opmerken dat het niet de schuld van de N.S. is dat zijn bezoekster de trein van vijf voor zes nog net haalde, terwijl ze zonder de eigenwijsheid van de heer Mulder met gemak die van 17.25 had kun nen halen, zelfs als ze naar het sta tion was gelopen. Daarom vind ik het jammer dat het stukje geschreven is, omdat mis schien juist die mensen onnodig wor den afgeschrikt, die hun auto eens wilden laten staan om per openbaar vervoer te gaan reizen". SIMON VAN DULLEMEN Gloxiniadal 14 Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1975 | | pagina 13