Circus „Krone" geen romantiek maar modern miljoenenbedrijf „Publiek wil'n explosie zien" Carl Sembach EXTRA Krefeld/Leiden - De spreekstal- meester, die man met zijn jacquet en hoge hoed en de schetterende fanfare aan het begin van de voor stelling zijn voor mij altijd de sym bolen van het circus geweest. Ze zijn verdwenen. De sjeike heer heeft plaatsgemaakt voor een vrouw - bij Krone Erika Kunert - die als een geroutineerde tv- presentatrice heel koeltjes de nummers aankondigt. Van de be toverende man die zij „Hoch geehrtes Publikum" zo gloedvol wist aan te spreken is alleen de hoge hoed gebleven. Dat deed me verdriet. Toen ik daarover sprak met Carl Sembach, echtgenoot van Frieda Sembach-Krone en za kelijk leider van het circus, lachte hij even. „Toch is het circus in al die jaren niet verandert', verze kert hij. „We hebben ons alleen aangepast aan de moderne tijd. 't Jonge publiek moet zich bij ons amuseren. De nummers zijn ook korter geworden. Het publiek wil een „explosie" zien." Die korte nummers wil ik wel aan. Tijdens de voorstelling die royaal twee uur duurde heb ik niet een keer op mijn horloge gekeken of het nu wel voorbij was. Het einde kwam heel énel en onver wacht. Bij die nieuwe artistieke opvat ting hoort ook moderne muziek. Geen oude circusfanfares maar moderne tophits. Goedgekozen overigens maar er had voor mij best een oude Tritsch Tratsch Polka tussen door mogen lo pen. Een nieuw element in het cir cusprogramma is het corps de bal let, een showballet, samengesteld uit danseressen afkomstig uit Duitsland, Engeland, Polen en Tsjecho-Slowakije onder leiding van Ulla Maier-Theilen. Samen met de vermakelijke lilliputter Klein Helmut (een van de hoofd rolspelers in de populaire tv- produktie „Salto Mortale") vult hij de onvermijdelijke pauzetjes die vallen bij het ombouwen van de piste. De tv-serie werd trouwens geheel in circus Krone opgenomen en heeft volgens Carl Sembach de populariteit van het circus, (hij spreekt alleen voor Duitsland), doen toenemn. Gelukkig werd ik voor het gemis van de spreekstalmeester schade loos gesteld door een grote ver scheidenheid aan dierennum- mers. Nooit had ik gedacht nog- eens een nijlpaard door de piste zijn rondje te zien wandelen. Pop paa deed het onder leiding van Alexander Bohnstedt. Poppaa is trouwens de „ster" van Krone, want wie heeft er een eigen wagen met zwembassin ter beschikking? Juist Poppaa, ze gaat met zwem bad en al zo op de trein. En wat dacht u van een olifant op de fiets, een giraffe die uit de hand eet en, de techniek is ook niet aan het cir cus voorbij gegaan, een in neve len gehuld ballet van Arabische hengsten. Wie dieren wil bewon deren moet beslist bij Krone zyn, want naast dat spektakel in de pis te, is ook in de pauze gelegenheid de Krone-Zoo te bewonderen. Het adembenemende trapezen- werk zullen de circusbezoekers dit keer moeten missen. Carl Sem bach: „Er zijn op het ogenblik maar drie toptrapeze-nummers te krijgen. We waren met één bijna rond, toen het Amerikaanse circus Ringling hun nummer prolon geerde. Een nummer dat minder van' kwaliteit is wilden we beslist niet, dan maar geen trapeze heb ben we gezegd." In plaats daarvan heeft Krone een Franse draadloper. Roger Re- gor, gecontracteerd. Die met een velocipéde, zonder vangnet op 14 meter hoogte over een staaldraad rijdt. Roger Regor stamt helemaal niet uit een circusfamihe. Hij is de eer ste Regor die zich in dit vak stort. „Toen ik acht jaar was maakte ik voor het eerst kennis met het cir cus en het heeft me nooit meer los gelaten. Aan dit nummer heb ik enkele jaren gewerkt. Van mijn op treden is dat met de vélocipéde het gevaarlijkst. Je hebt nergens hou vast, je kunt je als je valt nergens meer aan vastgrijpen." De oude fiets, die Roger Regor twee keer per dag berijdt is een door zijn broer gemaakte me talen kopie van een exemplaar uit het museum, er zijn geen techni sche foefjes mee uitgehaald. De acrobaten die in het circus te zien zijn komen voor het grootste deel uit de Oosteuropese lan den. Carl Sembach: „Het is niet gemakkelijk goede artiesten aan te trekken. Vooral niet omdat we een nummer maar een tot drie jaar in het programma houden. Acroba- tengroepen vinden is in West- Europa moeilijk. Het komt bijna met meer voor dat vader, moeder en de kinderen in een nummer staan. In Oost-Europa zijn grote circusscholen waar mesen met aanleg of ze nu uit een circusfami he komen of niet worden opgeleid, de Oosteuropese circussen kun nen dan ook putten uit een veel groter arsenaai. Bovendien heb ben ze veel tijd om nieuwe specta culaire nummers in te studeren." Op de vraag hoe je nu aan goede artiesten komt is het antwoord van Sembach heel eenvoudig „Oh, je hoort meteen of ergens een goed nummer zit. Je stapt in de auto en rijdt er naartoe. En dan maar ho pen dat je de eerste bent." Frieda Sembach-Krone en haar olifanten KRE FE LD/LEIDEN Circus, een woord dat zijn magische klank nog niet heeft verloren.Een vulkaan van actie waarvan de bezoekers alleen maar de schitterende, glitterende uitbarsting van de voorstelling zien. Maar achter die waas van romantiek, die altijd nog over het circusleven hangt, ligt de keiharde noodzaak van geld verdienen.Want om een bedrijf met 800 werk nemers, 400 mensen en evenzoveel dieren draaiend te houden is een mo derne strakke bedrijfsleiding nodig. Een circusdirectrice is dan ook niet alleen de vrouw die het mooiste nummer uit het programma brengt en groots wordt aangekondigd, zij heeft ook de verantwoording voor de artis tieke en zakelijke leiding van het bedrijf. Die vrouw is Frieda Sembach- Krone ten voeten uit. Bij de premiere van de „Krone-Parade 75' in Leidens zusterstad Krefeld zien we haar eerst als de artieste die in een schitterende japon, speciaal ontworpen bij Vicer in Parijs, haar olifanten nummer presenteert, later in een gedistingeerd donkerblauw mantelpak, is ze duidelijk de zakenvrouw die haar public relations behartigt. Het Belgische clowns-trio Les Chabrt. Toto Chabri, de leider van dit trio vindt dat de mensen zichzelf in een clownsnummer moeten herkennen, ledereen doet weieens iets vreemds of raakt verzeild in een pijnlijke of komische situatie. Zo'n situatie moet je nemen voor je nummer. Het moeilijke voor ons is dat je in veel talen je grapjes moet kunnen makenen bij de mimiek moet je er voor zorgen datje j goed zichtbaar bent ook voor de mensen achter in de tent. deel van de kinderen een schoolwagen ingericht. Iedere ochtend staan daar de artiesten-in-spé klaar om hun portie boekenwijsheid voor die dag binnen te halen. Buitenlandse artiesten kinderen moeten in hun eigen leerprogramma voorzien maar met de komst van de au diovisuele middelen fis dat een stuk ge makkelijker geworden. Wie verwacht dat het circusdorp. er staan maar liefst 335 wagens, 's morgens om negen uur nog in volle rust is heeft het mis. Het „dorpsleven" is dan al in volle gang. De eerste kopjes koffie zijn dan al geserveerd in de grote restauratie- tent die eigendom is van een oud jongleur, de paarden hebben hun dage lijkse wasbeurt gehad, de roofdieren worden gevoerd en de schooljeugd ver dringt zich al stoeiend om de schoolwa gen. Bij de caravans van de artiesten wappert de was Ook in de grote achtmastige tent. die ƒ1.000.000,- heeft gekost en die aan 5600 mensen plaats kan bieden, heerst volop bedrijvigheid. Christel traint daar met haar assistenten de paarden. In drie uur Na een wandeling door de „Krone-Zoo" die er nog altijd bij is valt het vooral op dat het geheel zo'n goed georganiseerde indruk maakt. En dan hoor je ereigenüjk niet meer van op dat het hele spul in drie uur reisvaardig gemaakt kon wor- Het Circus Krone, dat voor het eerst sinds 12 jaar weer een tournee door Ne derland maakt zal op 1, 2 en 3 augustus ook Leiden aan doen. Het slaat dan de tenten op bij de Groenoordhal. De Poolse dompteuse Kristina Terlikowska in de kooi. Kris tina is "van huis uit" geen die- rentemster, zij begon haar cir- cuscarriere als trapezewerk stertot ze naar beneden storte en zwaar werd gewond. Haar parttier overleefde dit ongeluk niet. Sinds acht jaar houdt ze zich nu met roofdieren bezig Ze heeft volgens de circuskenners een heel speciale manier om met dieren om te gaan. Zij gaat zelfstegen alle roofdierentem mers principes in, zelfs hun kooi binnen om met ze te spelen. Een gevaarlijke onderneming om dat als stelregel geldt dat de die ren in hun kooi de baas zijn en •zij in de piste. Frieda Sembach-Krone nam de leiding van het circus na de dood van haar vader Carl Krone in 1943 over. „Circus Krone", vertelt ze „is eigenlijk ontstaan uit een reizende dierentuin. Mijn vader trok met dit beestenspul door Duitsland. Mijn moeder had indertijd een geweldig nummer met 24 roofdieren en rondom dat nummer is eigenlijk het circus Krone gebouwd." Uit die reizende dierentuin is nu een circus gegroeid met 400 dieren en 400 mensen. Per dag kost dat circus ƒ21.000,-. Per jaar moet het circus, dat heel via spoorrails wordt vervoerd ƒ800.000 betalen aan transportkosten, 3.200.000 aan salarissen en gages en ƒ1.200.000 belastingen en sociale voor zieningen. Een paar cijfers die aantonen dat de romantiek van het circus alleen maar geld t voor de bezoekers niet voor de mensen die er in werken.Voor de mensen die in het bedrijf, dat nog altijd een geheel opzichzelf staand wereldje is, is het in de zeven maanden dat het circus op tournee is stevig werken want tijd voor sterrenukken is er niet. Iedere ar tiest zorgt voor zyn eigen spullen. Maar niemand van die mensen die we spraken tijdens ons bezoek aan Krefeld peinst er over om het circus te verlaten. De Voor- burgse Yvonne IJzerman, die twintig jaar als dompteuze optrad, is nu cheffin van de kassa-afdeling. „Ik zou niet bij het circus weg willen. Ik ben blij dat ik in deze functie er bij betrokken kan blij ven." „Circus is een ziekte", zegt Frieda Sembach-Krone, het gebeurt maar heel zelden dat de kinderen van circusarties ten een geheel ander beroep kiezen". Het circus wordt dan ook met de paple pel ingegeven. Frieda Sembach-Krone: „Als we zien dat kinderen belangstelling hebben voor een bepaald onderdeel van het circus worden ze al gauw op be scheiden wijze ingezet. Kinderen die bijvoorbeeld interesse tonen in dieren helpen mijn dochter bij de verzorging van de honderd paarden die Krone heeft. Frieda Sembach-Krone is, dat hoor je duidelijk, trots op haar dochter Christel, die de circustraditie van de familie voortzet." Toen ze zes jaar was kreeg ze haar eerste rijlessen. Op haar negende voerde ze al een perfecte hogeschool- dressuur uit". Maar je hoeft geen directeursdochter te zijn om in een van de mooiste circus nummers te staan. Frieda Sembach- Krone: „Het circus is in West-Europa vaak nog een familietraditie, maar als je talent hebt kom je er als buitenstaander ook wel in. Een van de Krone-rijders (het hogeschoolnummer van Christel red.) is de zoon van onze elektricien. Zijn vader wilde graag dat hij het vak van zijn vader zou kiezen, maar al heel jong besliste hij dat het paarden zouden worden." Individueel Welke kant de circuskinderen ook op gaan. al in hun eerste levensjaren krijgen ze ballet- en danslessen, want zo rede neert men een perfecte lichaamsbeheer- sing is bij ieder nummer vereist. Dat geldt voor de trapezewerker maar ook voor de clown. Naast deze basisopleiding is de verdere ontwikkeling erg individueel. Zo wordt het dochtertje van Toto Chabri, de leider van het Belgische clownstrio, door haar vader getraind. Omdat het circusbestaan een rondtrekkende aangelegenheid is, heeft Krone voor het Duitssprekende De Franse draadloper Roger Regor die met zijn velocipede over een potlooddikke staaldraad rijdt Door Henriëtte v.d. Hoeven

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1975 | | pagina 12