"Ik maak nesten,
geen huizen"
"WONEN IS LIEFDE EN DAAROM
MOETEN WE VAN HET VERTICALE
NAAR HET HORIZONTALE VLAK"
Architect Piet Blom:
ZATERDAG 5 JULI 1975
Door
H. J. Olbekkink
Wonen is liefde en daarom moe
ten we van het verticale vlak naar
het horizontale vlak
Het is een uitgangspunt vam ar
chitect Piet Blom (41) dat op on
doorzichtig vakjargon lijkt, maar in
wezen een simpel beeld vormt: het
hoog oprijzende flatgebouw dient
gekanteld te worden zodat een „leef-
dak" ontstaat waarop en waaronder
de voor wonen benodigde functies
kunnen worden aangebracht. Dat
leefdak dient op „palen" te staan
omdat Blom vindt dat op de grond
zelf niet gebouwd dient te worden
die is bestemd voor sociale doel
einden, voor de gemeenschao en niet
voor de enkeling die beslag 'egt op
een te groot stuk bodem van dit
overvolle land.
In Helmond heeft Blom de kans
gekregen zijr ideeën letterlilk van de
grond te krijgen: voor deze door af
braak geschonden stad heef* hij in
het centrum een woningènwoud ont
worpen huizen in de vorm van op
hun kant gezette kubussen die steu
nen op gewelven met een de ""meen-
schap dienende functie, gecentreerd
rond een ontmoetingscentrum van
ongemene schoonheid
Aanvankelijk zou Blom alleen dat
ontmoetingscentrum bouwen, het
soort prestige-object waar geen zich
zelf respecterende stad nog buiten
lijkt te kunnen.
De in de beslotenheid van
de Amsterdamse Jordaan geboren ar
chitect (zijn vader had er een groen
tezaak, als jongen had Blom een
aardappelwllk) is té sociaal gevoelig
om alleen maar een mooi gebouw
te willen neerzetten waar het publiek
zich aan kan vergapen maar door
orempelvrees gekweld geen gebruik
van zal maken.
Nesten
Piet Blom woont in een bejaarde
gereformeerde kerk in Monnicken-
aam; een forse, gegroefde man met
af bezieling van een profeet er de
filosofie van een bevlogen bouwer die
eigenlijk een hekel heeft aai' het
woord architect. Dmaat architecten
zo vaak opstapelaars zijn, grossiers
in steeds eendere betonblokken waar
in mensen worden opgeborgen alsof
ze op maat eesneden zijn, alsof hun
geen enkele individualiteit -yegund
wordt. Blom (in 1962 winnaar van
ue Prix de Rome) heeft naar. ge
maakt met jouwwerken als de men
sa van de TH in Twente en de Kas-
bah-woningen in Hengelo. In Hel
mond zal, als het hele plan gereali
seerd! is, een ongewoon maar aan ma
quettes en foto's te oordelen schitte
rende woon- en gemeenschapseenheid
ontstaan.
Over Helmond en zijn ideeën over
bouwen en wonen kan Piet Blom vrij
wel onstuitbaar praten. Daarom geen
tussenkomst in zijn verhaal.
„Bij de Opzet van zo'n plan als
in Helmond moet je er om denken
dat zo'n stadcentrum 's avonds om
talf zes uitgestorven is, dat is zelfs
ii Amsterdam bijna het geval. Je
mist dan de kinderen die in alle
hardheid en drukte van de stad hun
tekeningetjes op straat maken. Daar-
cm heb ik die opdracht aanvaard op
voorwaarde dat ik er ook een woon
functie aan kon geven en het niet
alleen bij dat theater zou blijven dat
tegenwoordig een soort ambtelijke
mode is.
„Mijn definitie daarbij is dat Je
zo'n centrum erg sponsachtig moet
maken zodat het een functie voor
24 uur per dag heeft. Vandaar dat
k dat woningenwoud heb ontworpen
dat met dat ontmoetingscentrum
óók zo'n woord, ik noem het Speel
huis een totale eenheid vormt en
Helmond een heel hevig stadsdeel
moet geven. Het zijn trouwens eigen
lijk geen huizen, het zijn nesten
waar je, laten we maar zeggen, ge
woon geen antieke kast in zou kun
nen zetten. Als je in zo'n huis wilt
wonen moet je ook geen dingen wil
len bezitten, je hebt er bijna niks in
nodig en dat is natuurlijk wel bij
zonder.
Massaliteit
„Nou ben ik met zo'n uitgangspunt
aan alle kanten kwetsbaar, want ik
heb altijd gezegd: wonen is gewoon
en nu wordt het in Helmond iets
bijzonders. Maar dat komt ook,
wonen is zo langzamerhand onsma
kelijk geworden door de massaliteit
van de uitvoering en het normen
stelsel dat alles gelijk wil maken.
Daarom begin je het nu fijn te
vinden als de mensen in een boot of
een kerkje of een boom of °en auto
wonen, dat wordt iets dankbaars als
afzet tegen die verschrikkelijke mas
saliteit.
„Ik ben ook kwetsbaar omdat ik
met de ruimte blijf spelen, terwijl
dat bijna onfatsoenlijk is omdat die
ruimte zo loodzwaar is geworden door
de sociaal-economische eisen waar
door je aan dat spelen bijna niet
meer toekomt.
Mijn frustratie is dan ook dat je
weet in Helmond met een gemeente
te maken te hebben die één keer iets
bijzonders kan doen omdat ze geld
van de regering hebben gekregen en
in die ene keer moet het meteen
ook raak zijn. Los daarvan vind ik
het toch wel een overwinning dat ik
de cityvorming heb kunnen ombui
gen naar een woonfunctie, dat is te
genwoordig gewoon uniek in Neder
land.
„Ik vind wonen overigens eigenlijk
alleen leuk als 't en passant gebeurd
als het een onderdeel van een com
muniteit is en het openbare leven
er bij betrokken wordt zodat je woont
op de grens van het isolement en
het contact. Je moet het niet kunnen
herkennen als een afzonderlijke
woonfunctie, dat uiterlijk van „een
huis" moet worden vertroebeld, zo
dat alles ongemerkt in elkaar over
gaat. Maar wat doen we? We tasten
stenen op aan de rand van de stad
en doén er verder niks mee.
Pijn
„Als ik in zo'n Bijlmermeer ben
doet dat me pijn. Ik ga er wél vaak
t r graag naar toe omdat het het eer
lijke gezicht van onze tijd is maar
dan een tijd die ik verafschuw Ik
zet me natuurlijk maximaal af te
gen de Bijlmer, omdat h,et een voor
beeld is van de anti-conceptiemaat
schappij alles blijft in het con
doom zitten. Het is, bij wijze van
spreken, een maatschappij waarin Je
we Je bek vol brood en worst hebt
zitten maar geen viool meer kunt spe
len. Daarom probeer ik vanuit de
geldende regels, waar je nooit hele
maal omheen komt, alternatieven
aan te brengen.
„De meeste architecten houden zich
over de hele linie in door de invloed
van deze anti-conceptiemaatschappij,
maar in Helmond, het is een soort
luxe ,heb ik geen enkel excuus om
me in te houden, daar moet ik in
één keer met de billen bloot. Nou
loop je de kans dat ze zeggen: de
architect zit weer in zijn ivoren to
ren, maar daar heb ik deze keer dan
mooi schijt aan.
„Wat ik eigenlijk zou willen is
dat de mensen hun eigen huis gingen
bouwen. Het bouwvak zou dan de
structuren moeten geven, een ruim
telijk casco aanbieden waardoor in
dividualiseringsprocessen op gang ge
bracht kunnen worden, waar de men
sen zelf verder aan kunnen bouwen.
Want het gebouw zoals het nu wordt
neergezet is een vorm van macht, zo
lang, breed en hoog als het is. Maar
als je zelf ging bouwen dan zou Je
dat doen waar de meeste zon is, waar
de meeste stilte heerst en dat zou
dan op de grens van lucht en begane
grond moeten zijn. Ik weet wel dat
je altijd met ordening te maken zult
hebben omdat we in een mudvol land
wonen maar toch moet er meer ruim
te voor het individu komen.
„Want de mensen spelen wél alle
maal binnenhuisarchitect je in hun
eigen woning, maar er zijn belang
rijker dingen. Je kunt bijvoorbeeld
een kamer Op Je huis zetten of een
bouwseltje er achter, iets iat hele
maal van Jezelf is. Maar wat doen
de mensen? Ze schaffen dingen aan,
dingen die ze denken nodig te heb
ben om te kunnen wonen. Dat vind
ik gevaarlijk, want wat heb je nou
helemaal nódig om te wonen? Heel
erg weinig, en zeker geen dingen
waar Je je zo nodig aan moet hechten.
Je moet zó weer weg kunnen.
„Wonen, daar kun Je van alles
bij halen. Neem Monninckendam.
Daar wonen veel mensen die bij de
NDSM werken. Nou, dan zou Je ze
toch in hun eigen omgeving in licen
tie onderdelen kunnen laten maken?
Ik bedoel, niets is zo belangrijk dan
dat het werk weer naar huis gehaald
wordt, we moeten terug naar het
ambachtelijke. Op het ogenblik is
het zo dat bijna de hele Nederland
se bevolking op de verkeerde plaat
sen woont en steeds naar het werk
moet trekken inplaats van anders-
Dat is Jammer genoeg een situatie
die door een architect niet meer te
corrigeren is.
Werken
„Het begint trouwens al bij de kin
deren. Wat we dié aandoen. We pro
beren ze maar tot hun twintigste op
school te houden waar se allerlei
onnutte zaken leren. Mijn soon gaat
naar de ambachtschool, al zou hij
best gymnasium kunnen doen, maar
wat móet hij daar? Hij wil het trou
wens niet
Ik vind, kinderen moet je dingen
leren die ze nodig hebben, ze moeten
weten hoe ze voedsel kunnen verbou
wen, hoe ze hun eigen huis kunnen
bouwen, hoe hun lichaam in elkaar
steekt. Daarom vind ik ook dat kin
deren zo snel mogelijk moeten gaan
werken. Dat willen ze ook, want ze
zien geen onderscheid tussen soel en
ae ernst van de maatschappij
„Die maatschappij moet - trouwens
gedecentraliseerd worden, er moet
een grotere betrokkenheid voor de
mensen komen, ze moeten veel meer
self-supporting zij a Ik verbouw mijn
eigen groenten, niet omdat ik bang
oen voor vergif, want dat is onzin,
maar ik vind het arm als je het
niet doet. En daar vandaan kom je
op de huidige werkloosheid die ik
een schande vind. gewoon niet nodig
Je zou toch kunnen zeggen: geef
een aantal mensen die dat willen
een stuk land in een polder Die
mensen zeggen: ik zie af /an mijn
pensioen, van mijn AOW, laai mij
maar aan m'n lot over ik bouw m'n
eigen huis wel van troep «n afval,
ik teel mijn eigen voedsel, ik doe
alles zélf. Nou, die mensen zouden
hun handen vol hebben met werken
en wat is dan nog werkloosheid? Die
werkloosheid is trouwens alleen maar
een gevolg van onze consumptie
maatschappij.
Blijer
„En die consumptiemaatschappij is
x>k een frustratie voor een archi
tect: met bouwen kun Je geen maat
schappelijke veranderingen aanbren
gen omdat Je ais bouwer altijd ach
ter de macht aanloopt, omdat je al
tijd met het grootkapitaal te maken
eb.
Daarom zou een architect ook ei
genlijk overbodig moeten zijn, omdat
Ie die orde niet kunt doorbreken.
Nou moet ik zeggen dat w« in Ne
derland nóg goed zitten als je het
lijvoorbeeld vergelijkt met Frankrijk
vaar ze nota bene een "evolutie heb
ben gehad.
Wat dat betreft mogen we best een
oeetje olljer met ons land zijn Al-
een zouden we in deze verambte-
lijkte orde meer uimu noeten la
ten aan mensen met initiatieven".