GABRIELI-KWARTET EXCELLEERT Fairport C: vergane glorie... WENNEN AAN STEVENS Rommel van Zijp Peter Frampton is van constant niveau Jan van der Voort ongehoord in goede zin van het woord Wilde dromen van drummer Courbois VRIJDAG 4 JULI 1975 EXTRA PAGINA 15 Mendelssohn en het maakwerk7 Felix Mendelssohn-Bar tholdy: Pianoconcerten nummer 1 en 2 door Murray Perahia met de Academy of St. Martin-in-the- Fields o.l.v. Neville Marriner CBS 76376 (stereo). Felix Mendelssohn-Bartholdy Strijkkwartet no. 4, opus 44, num mer 2; vier stukken opus 81 door het Gabrieli-kwartet, Decca/Ace of Diamonds SDD 469 (Stereo). Mendelssohn was in zijn tijd een mode-componist en -pianist. Dat betekende veel rondtrekken met eigen stukken en onderweg als het even kon nog nieu we dingen schrijven bovendien. Het verwende publiés sielde een aantal eisen aan die composities: toegankelijkheid, virtuositeit en emotie. Oorspronkelijkheid was een minder gezocht artikel, mits de stukken maar voldeden aan de drie zoëven genoemde eigen schappen. Veel van die stukken zijn verge ten. Ook waarneer ze geschreven waren door componisten van wie nu nog de nodige opusnum mers repertoire hebben gehou den. Joseph Haydn is een typi sche vertegenwoordiger van die categorie; soms sluiten we ogen en oren toegevelijk, omdat we we ten dat hij toch ook zoveel onver getelijks moois heeft geschreven. Mendelssohn is ook zo'n man. Zijn geniale Midzomernachts- diroam, de Lisder ohne Worte met een heel scala van stemmingen van wulps tot verstild en een paar nummers uit zijn kamer muziek maken Mendelssohn tot een heel grote. Veel ander werk is maakwerk en tijdsgebonden. Zo was zijn eerste pianocon cert in g ten tijde van zijn ont staan zeer populair. Daarna raak te het in het vergeetboek. Ook nu wordt het niet vaak uitge voerd. Dr. Arend Kooie schreef er een jaar of twintig (toen men het nimmer hoorde) over: „het stuk vertoonnaast onmiskenbaar zwakke plekken fragmenten van schoonheid. Bovendien is het pianistisch zeer dankbaar geschreven". Dat is zeker waar. De fonkelende vliegende start van het eerste deel (molto allegro con fuoco) is iets waarbij iedere klavierleeuw opgewonden op zijn achterste po ten gaat staan. Het andante is rond en rustiek als een volkslied. Helaas is er ook nogal veel aan verguldsel, waar ook de jonge, vaardige pianist Murray Perahia het stof niet vanaf kan blazen zonder de glansverf te laten blad deren. Het 2de pianoconcert op de keerzijde van de plaat wordt meestal afgedaan als volstrekt onbetekenend. Dat is een tikje oneerlijk. Ook hier treft Mendels sohn soms een moment van he vig beroeren en levendigheid. Die momenten zijn helaas wel zeld zamer dan in het concert no. 1. Orkest en solist vatten heel goed de bonbonnière-achtige bourgeois-sfeer, waarmee ten ij- de van Mendelssohn muziek werd gemaakt. Moments musicaux plachten aan de betere stand te zijn voorbehouden. Een avondje onder gelijk-gestemden en met een virtuoos op het podium be nadrukte de gevestigde orde. Maar in de honderd jaar die aan Men delssohn vooraf gingen, waren de sponsors ingrijpend gewijzigd; adellijke kunstbeschermers werden schaars. Een andere recente plaat met werk van Mendelssohn wordt ver zorgd door het eminente Gabrie li-kwartet. Het interessantst zijn de fragmenten opus 81, sommige niet veel meer dan studies, die soms wel eens tezamen het 7de strijkkwartet worden genoemd ten onrechte, want ze zijn nooit tezamen als eenheid bedoeld en dateren uit verschillende tijden. De componist stierf jong en hem was de tijd niet beschoren om in dit genre een geheel eigen zeggings kracht te ontwikkelen, zoals dat wel kon in zijn pianomuziek. Hij blijft nu dichtbij de klassieke tra dities van vooral Haydn en Mo zart. Traditie, geen naaperij. Bin nen de beperkingen van een jachtig kunstenaarschap dat niet aan volledige rijping toekwam, is dit heel mooie muziek. De eerste twee van de vier stukken van het opus 81 voltooide iof liever schreef hij ln concept neer) min der dan twee maanden voor zijn dood. Het vierde kwartet schreef Mendelssohn op zijn 28ste. Het is een stuk vol romantische onrust, soms zoals m net presto agitato bijna weggaloppercnd van de vormgeboden van Mendessohn's illustere voorgangers. Het Oabne- li-kwartet hoort tot de paar er - sembles van de klasse uitnemend heid; een gelukkig samengaan van concentratie en speelplezier. H.M. Misty Ray Stevens Bar- naby Records. Het is met deze plaat van Ray Stevens wel even wennen, wat Een paar muzikanten uit Steamhammer en Renaissance die nog niet onder dak waren scharrelden een Amerikaanse drummer op die over was, ze ke ken in het woordenboek, vonden bij de „A" Armageddon: o. (Bijb. naam v. h. slagveld voor de laat ste strijd, verg. Openb. 16 vs. 16)" en een nieuwe groep was gebo ren. Met z'n vieren verzinnen ze fantasieloze muziek, die waar schijnlijk bij gebrek aan beter al leen maar heavy is. Op een uiterst breedsprakerige wijze worden de muzikale figu ren, die het karakter hebben van bloedeloze begeleidingsfiguren, eindeloos herhaald, waarbij op niet aflatende wijze op harmo nica, bas, of gitaar ordinaire herrie wordt gemaakt. De zang is beneden elk peil, al is gepro beerd er met technische trucs nog iets van te maken. „Armageddon" is een plaat van likmevestje. Ook de teksten bieden geen soelaas: „Brother ego, running round in circles. Why don't you come on home that's shining on". Het is de bekende ziekte: een hoop poe ha, maar gezegd wordt er niets. Kortom, om hun eigen woorden te gebruiken: „Paths that wan der nowhere. Wasting precious ti me"; dat is: paden die nergens toe leiden, verknoeien van kost bare tijd. T.M. met vele andere platen ook het geval is. Bij het af draaien van de elpee komen de nummers de eerste keren nogal vlak over. Er zit weinig pit in zo dat het etiket „dertien in een do zijn" gauw is opgeplakt. Bij meerdere beluisteringen blijkt bovengenoemde kwalificatie echter niet juist. De nummers gaan steeds beter in het gehoor liggen en stralen een grote ma te van vakmanschap uit. Daar is in de eerste plaats Ray Stevens zelf verantwoordelijk voor want de in Clarksdale (Georgia) gebo ren Amerikaan neemt niet alleen het vocale gedeelte voor zijn re kening maar heeft ook een groot aandeel in de muziek-composi- ties en de orkestrale arrange menten. Bovendien bespeelt hij zelf de nodige instrumenten o.m. piano, orgel, keyboards, drums en trompet. Ray Stevens, die qua uiterlijk en zang enigszins doet denken aan Andy Williams, is overigens geen beginneling meer in het mu ziekvak. In de afgelopen jaren heeft hij al de nodige successen geboekt. Nummers als „Ahab the Arab", „Mr. Businessman", „Har ry the Hairy Ape" en vooral „Everything is Beautyful" zijn daar de bewijzen van. Op de elpee Misty probeert Ste vens een aantal nummers, die in de loop der tijden al door vele artiesten zijn „afgekloven" van een eigen dimensie te voorzien. Dit met wisselend succes. Lied jes als Over the Rainbow en Young Love komen bijzonder goed over terwijl ook een num mer als Sunshine prettig in het gehoor ligt. Daarentegen zijn „In dian Love Call" en de „Cow Cow Boogie" naar mijn mening min der geslaagd. Ray Stevens zit af en toe op de country and western toer en daar moet je natuurlijk wel van houden. Wellicht dat de vermen ging van sfeervolle ballades met country and western-achtige nummers de aanvankelijke ge reserveerdheid t.a.v. deze plaat doet ontstaan. Maar zoals ge zegd, na enkele malen luisteren ga je de elpee steeds meer waar deren. ADVERTENTIE STEEDS DE NIEUWSTE GRAMMOFOONPLATEN HAARLEMMERSTRAAT 279 LEIDEN - TEL 071—24010 Authentieke volksmuziek Remembering Charlie Poole. Old time country music. Universe Productions 1-24. Charlie Poole moet blijkens de hoes van deze plaat in de Jaren twintig-dertig een muzikale groot heid zijn geweest in de staat North Carolina. Hij maakte toen deel uit van de Ramblers, aan vankelijk een trio (banjo, viool en gitaar) dat in de pré-crisis sfeer van de textielindustrie be trekkelijk grote faam verwierf. De entourage in die dagen be stond uit drank, vrouwen en knokpartijen, de muziek uit „fid- ling", ragtime en alles omvat tende „country". „Remembering Charlie Poole" is een produkt van zes tamelijk Jon ge musici, die de muziek van de grote meester nog eens zo oor spronkelijk mogelijk naar boven hebben gehaald. Dat wil zeggen: muziek die de grote meester speel de. Deze muziek bestaat voor het overgrote deel uit „traditionals", stukjes overlevering dus uit lang vervlogen tijden waarvan veelal niet vaststaat wie ze heeft ge schreven. Er zitten veel Ameri kaanse muzieksoorten bij, maar ook uit het Keltische (Ierland, Schotland) is het een en ander gehaald. En dat maakt de plaat tot een bonte verzameling van au thentieke volksmuziek. De bezetting van de voorname lijk Nederlands uitvoerende combo bestaat uit banjo, gitaar, viool, trompet, tenorsax en bas. Daarenboven zijn er dan nog en kele welluidende stemmen, die in geaardheid de (nog bewaard ge bleven) authenticiteit aardig be naderen. Alles bij elkaar is de plaat Vakkundig en muzikaal werk zijn van een tegenwoordig schaar se kwaliteit. Peter Frampton maakt geen sensationele muziek, maar is een van de weinige pop muzikanten die zijn beperkingen kent; op een uitstekende wijze maakt hij gebruik van zijn ca paciteiten, vertilt zich nergens aan, en levert zodoende een el pee van constant niveau. Zijn stijl is typisch Engels en draagt de sporen van de hard rock formaties de Herd en Hum ble Pie. Het rauwe is er in de loop der jaren afgesleten, maar wat rest is het stevige, duidelijke karakter van de muziek. De me lodieuze zang, naar mijn smaak hier en daar net iets te pathe tisch, vormt een prima tegen wicht voor het strakke bas- en drumwerkhet geheel is evenwich tig en direct aansprekend. Deze muziek laat zich onmiddellijk kennen, belooft niet meer dan zij waar kan maken. Veel recht-toe-recht-aan muziek van de laatste tijd blijkt op den duur bloedeloos en vervelend; ik denk dat het Frampton's kwaliteit is dat bij hem de eenvoud ken merk is van het ware. Hij ge bruikt geen overbodige franje, maar levert het benodigde kun dige gitaarwerk. HIJ wordt dege lijk bijgestaan door Andres Bown (bassist, ook afkomstig uit de Herd) en John Simos (drums). Het geheel werd vlekkeloos opge nomen in Ronnie Lane's mobiele studio. Hoewel Fairport Convention in de acht Jaar van haar bestaan veelvuldig van samenstelling is veranderd en haar ups en downs heeft gekend, heb Je bij een nieu we elpee van Fairport toch steeds wel de hoop op iets goeds. Des te teleurstellender als blijkt dat hun nieuwe produkt „Rising for the Moon" niet verder komt dan de middelmaat. De huidige bezetting stamt uit de tijd dat de elpee Rosie werd opge nomen (eind tweeënzeventig) waarbij echter Sandy Denny weer van de partij is na enkele jaren afwezigheid. Ze heeft een belangrijk aandeel: de schreef ze ven van de elf nummers en haar zang bepaalt het geluid, de sfeer van het merendeel der Wat mankeert er aan deze plaat? De teksten zijn goed ver zorgd, de aanzet van bijna alle composities is belovend; toch rest er teleurstelling na het beluiste ren van het geheel. Ik heb het allemaal al eerder gehoord en be ter. De liedjes zijn week en wei nig verrassend. Iedereen doet wat die doen moet, speelt en zingt zoals het gevraagd wordt. Maar daar houdt het ook mee op. Er zit geen leven in de muziek, geen inspiratie; er gaat niets van uit. De manier van opnemen lijkt ook erg laf: de overmatige echo moet de muzikale leegte vullen. het waard om gekocht te wo den. De muziek is ruig, vrolijk melancholisch. De uitvoering voortreffelijk. Bijdragen van: Bert Paauw Han Mulder Wim Wirtz Tom Maas ADVERTENTIE Speciaalzaak voor grammofoonplaten nic. de tombe Lange Pieterskerkchoorsteeg 11 Leiden, telefoon 071 22184 Jan van der VoortOnge hoord, Ariola-Eurodisc. Het is inderdaad ongehoord wat Jan van der Voort op zijn eerste elpee te bieden heeft Maar dan ongehoord in de goede zin des woords. De voormalige bege leider van Herman van Veen 'in de periode van „Rozengeur, Ma neschijn") blijkt veel meer te kunnen dan het fungeren als bassist. Ras-Utrechter Jan van der Voort, via de popmuziek (o.m. Full House en Livin' Blues) en de jazz (Gijs Hendriks Kwartet) in de theaterwereld beland, be schikt over een melodieus, don ker stemgeluid die het uitstekend doet in het genre van de z.g. „luisterliedjes". Kennelijk beseffen de samen stellers van deze plaat dit ook terdege want de keuze van de ligt het deel in de sfeer van de „gevoelige ballade". Daarbij zijn alle teksten in het Nederlands wat een ver dienste is van Boudewijn Spitzen manager van Ramses Shaffy) die voor uitstekende vertalingen van de diverse angelsaksische lied jes zorgde. Minder geslaagd zijn naar mijn mening de (gelukkig) wei nige roek-nummers die ook op deze plaat ten gehore worden ge bracht zoals „Bloed akn de paal" en „Ze hebben geknoeid in m'n lied". Die nummers klinken nog al rauw en schreeuwerig. De bal lades (vooral Marcelle, Glimlach nu 't kan. Hoog op de trap en Iemand Is niets) vergoedden ech ter alles en doen de totaal-Indruk van deze elpee duidelijk naar de positieve kant doorslaan. B.P. Pierre Courbois. Myria Poda Universe Productions HOT - Drummer Pierre Courbois voegt niets nieuws toe aan het rijke areaal van niet te traceren klan ken in de wereld van de expe rimentele muziek Myria Poda is een solo-elpee en dat is voor drummer geen alledaags produkt. Maar het is al eens eerder ge daan. Ik herinner mij een plaat waarop Max Roach met een drie tal overige drummers een knap ritmisch vlechtwerk ten ge hore bracht. En dat is toch min stens vijftien Jaar geleden. Desalniettemin is in elk geval de manier waarop Courbois de plaat volmaakt wel nieuw. H bespeelt zijn batterij namelijk ongeveer mqt alle lichaamsdelen En wellicht gebruikt hij daarbij Tot zijn instrumentarium beho ren naast de traditionele trom mels, bekkens en base-drum (s m. 'n gong, echo-units modulators 90 graden phasers (wat dat dan ook mogen zijn), contact-micro foons, ingebouwde toonverho- gingssystemen en klokken. Een heel scala aan slag- en verster- kings c.q. omvormingsapparaten kortom waarmee hij een coi pleet uitgerust phllharmonisch kest ongetwijfeld een minder waardigheidscomplex zou bezor gen. De inhoudelijke kant van Cour bois' klankenwereld vertoont de kenmerken van nachtmerries, af gewisseld door onduidelijke dag dromen. Het is daarom meer dan bij enig andere aangelegenheid volstrekte gevoelszaak hoe me Myria Poda beoordeelt. De plaat is in elk geval Interessant drummers. Maar of hij elders zal aanslaan, lijkt mij twijfelachtig. W.W.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1975 | | pagina 15