Waarom
Welzijns
bron
geheim
moest
blijven
Vlieg
vissen
goed
koper
dan je
denkt
1 vis
I sport
Mr. Roel in 't Veld was in de
periode 1970-1974 in de Leidse ge
meenteraad fractievoorzitter van
het PAK (PvdA. D'66 en aanvan
kelijk ook PSP) en als zodanig
ook oppositieleider. Als raadslid
werd hij benoemd tot commissa
ris bij de Leidse Duinwater Maat
schappij,
aandelen
den zijn v
n N.V.
>r 99 procent in han-
i de gemeente Leiden.
In 't Veld - hoofd van de af
deling planning, informatiesyste
men en allocaties bij de univer
siteit - mag worden beschouwd
als de politicus, die het plan om
in het geheim de bouw van een
zwembad te bouwen, heeft be
dacht. Daartoe werd een derde
rechtspersoon in het leve ngeroe-
pen, de Stichting Welzijnsbron,
die tot taak kreeg om het plan
verder uit te werken. Het zwem
bad zou gefinancierd moeten wor
den uit de reserves van de Leidse
Duinwater Maatschappij. In 't
Veld zet in bijgaand verhaal uit
een, waarom naar zijn mening
de Stichting lVelzijnsbron in het
geheim moest opereren.
De redactie van deze krant heeft
mij gevraagd nog eens wat ge
detailleerder in te gaan op de plan
teen voor een overdekt zwembad in
Leiden^ te financieren uit het ver
mogen' van de Leidse Duinwater
Maatschappij.
ia ei Daar ga ik op in, hoewei ik geen
voor-gemeentebestuurder meer ben en
yageidus alleen maar als gewoon burger
it ibelang heb bij een goede en ver-
Leeuantwoorde besluitvorming door het
gemeentebestuur over het gemaakte
irijeiplan. Met vele anderen ban ik
aro' j echter wèl medeverantwoordelijk
an ivoor wat het vorige gemeente-
Z|bestuur Raad en College van B.
elcaven W., bijgestaan door ambtenaren
wijn'aan voorbereidende aktiviteiten
an dheeft ondernomen. Die verantwoor-
ondelijkheid drukt mij zwaar omdat
flinlik het projekt legaal, belangrijk en
rechtvaardig vind.
ineri
fris
ij Door
1 rar. R. J. in 't Veld
en o De uiteindelijke beslissing over
het wei of niet doorgaan van het
zoal1 projekt zal enerzijds op politieke
1 jaa afweging van de waarde
tweede overdekt zwembad tegen
over mogelijke andere bestemmin
gen en anderzijds op financiële
overwegingen moeten worden ge-
wmm nomen. Gesteld tenminste dat het
gemeentebestuur in de gelegenheid
zal worden gesteld in vrijheid zelf
te beslissen.
Over de persoonlijke aspecten heb
ik het hier niet, ten eerste omdat
op dit stuk naar mijn vaste over
tuiging het College van B. en W. en
commissarissen van de L.D.M. vol
strekt correct hebben gehandeld,
ten tweede omdat de persoonlijke
il dii elementen reeds ernstig zijn over-
allei belicht en ten derde omdat het
College van B. en W. heeft toege
zegd op dit punt alle inlichtingen
ziei zeer spoedig te verstrekken.
;kkei
?vpr Situatie in 1971 -12
oten
stad De financiële situatie van Leiden
vee was uitermate bedroevend. Aan-
nie vragen om een aanvullende bij-
vee drage vanwege de regering in het
ir a begrotingstekort lagen reeds lang
irvfop tafel, omdat duidelijk was dat
het Nederlandse stelsel ter finan
ciering van de gemeentelijke uit-
gaven volstrekt te korts choot voor
^,a een stad, waarin het gemiddelde
n inkomensniveau van de bevolking
WM( tot de laagste in dit land behoort,
voor een stad die een van de groot
ste oude binnensteden in dit land
heeft, voor een stad tenslotte die
dure centrumvoorzieningen moet
„da' financieren zonder dat daarvoor
i dü extra-middelen toevloeien.
:tie.' Het gemeentebestuur, op dit punt
zeer eenstemmig, schreef financiële
adressen aan de regering, probeerde
met alle mogelijke middelen de
ll tl el
Roel in 't Veld volstrekt legale operatie
nood te lenigen, bezuinigde waar
dat kon.
De aanvullende bijdragen die
werden verstrekt, bedroegen f 4 tot
f \}fz miljoen, een derde van het be
grotingstekort. Later volgde een
waardevaste aanvullende uitkering
in de orde van grootte van f 3 mil
joen, maar dat wist in 1972 nog
niemand.
Huidige situatie
De omvang van de huidige aan
vullende uitkering stelt het ge-
gemeentebestuur in staat de zaak
drijvende te houden door de totale
gemeentelijke reserves in vier jaar
op te souperen. Na 1977 gaapt op
nieuw de afgrond.
Als Je kijkt naar de voorzienin
gen die Leiden te bieden heeft, aan
zijn burgers valt Je één ding op:
uit de rijke geschiedenis zijn schit
terende dingen overgebleven, een
universiteit, veel grote musea,
prachtige oude kerken, fraaie
grachten en een onafzienbare reeks
monumenten.
Sommige van die dingen kosten
de gemeente veel geld, maar eén
ding staat voorop: voorlopig ziin
die voorzieningen niet geschikt om
de zwakke economische positie en
het relatief lage opleidingsniveau,
oorzaken van een laag inkomens
niveau, uit de wereld te helpen.
Dab beseffende, heeft het ge
meentebestuur al Jaren miljoenen
extra aan het onderwijs besteed
boven datgene wat van het rijk
werd ontvangen, heeft het ge
meentebestuur geprobeerd Jeugd-i
en opbouwwerk krachtig te onder-'
steunen.
Recreatieve vooraieningen zijn
zeker niet overdadig aanwezig. Tot
op heden kent Leiden als overdekt
zwembad alleen het oude kerk
gebouw aan de Haarlemmerstraat.
De mensen die daar werken doen
hard hun best om er het beste van
te maken maar het was en is dui
delijk dat het zo niet veel langer
meer kan.
Heel recent is duidelijk gewor
den dat De Zijl er zal komen. In
'71-'72 was daar nog geen uitzicht
Positie van LDM
De drinkwatervoorziening van
Leiden wordt verzorgd door een
bedrijf in de vorm van een naam
loze vennootschap waarvan de aan
delen op één na in handen zijn
van de gemeente.
De Jaarstukken van de N.V. wor
den vastgesteld door de vergade
ring van aandeelhouders, na ac
countantscontrole. Afschrift van
de jaarstukken wordt aan de pro
vincie gezonden.
Reeds vanaf 1962 zijn besprekin
gen gaande geweest over regionali
satie van het bedrijf, d.w.z. om zo
wel de eigendom van het bedrijf te
spreiden over méér gemeenten als
om mogelijkerwijze het draagvlak
van produktie en distributie te ver
breden.
De provincie en het gemeente
bestuur steunden dit streven. Bij
behoud van de N.V.-vorm zou het
mogelijk zijn aandelen van de N.V.
te geven aan in de toekomst deel
nemende gemeenten.
Nu had de L.D.M. in de loop der
tijden een eigen vermogen opge
bouwd. dat wil zeggen dat de
waarde van eigendommen en vor
deringen de omvang van de schul
den overtrof.
Dat eigen vermogen diende uit
de N.V. te verdwijnen indien men
aandelen aan andere gemeenten
wilde schenken, aandelen die een
recht zouden geven op een deel van
de toekomstige winsten. Het eigen
vermogen bestaat niet uit geld.
maar uit kapitaalgoederen met een
zekere waarde.
De manier om dit te bereiken
was, zoveel geld extra te lenen als
overeenkwam met de omvang van
het eigen vermogen, en het extra-
geleende geld ten goede te laten
komen aan de „oude" aandeelhou
ders.
Ook van het voornemen hiertoe
waren provincie en gemeente reeds
lang op de hoogte en deze stamden
er mee in. Het gevolg hiervan voor
de L.D.M. zou zijn dat een stijging
van de tarieven nodig zou zijn om
de rente over het extra geleende te
betalen, tenminste voorzover men
de winstuitkering op hetzelfde ni
veau wil houden.
Dit was echter niet onoverkome
lijk omdat de L.D.M.-tarieven tot
de zeer lage in den lande behoor-
Hoe vermogensoverdraclit
De enige vraag die overbleef
was: hoe moet de L.D.M. dat ver
mogen f8 f 10 miljoen, nu aan
de gemeente overdagen. De beslis
sing daaromtrent lag in handen
van aandeelhouders, oftewel B.
en W.
In '71 rijpte het volgende idee:
als de L.D.M. geld aan de gemeente
overdraagt, wordt dat een open re
serve van de gemeente. Hogere
overheden zouden eventueel die
reserve in mindering kunnen bren
gen op de extra-bijdrage of -uit
kering. Het zou niet hoeven maar
het aou kunnen. Zolang de L.D.M.
over het geld beschikte, zou alleen
het gemeentebestuur als aandeel
houder iets met het gebruik te ma
ken hebben.
In februari '72 praatte de ge
meenteraad voor het eerst over de
gedachte om het L.D.M.-vermogen
om te zetten in een voorziening ten
behoeve van de Leidse bevolking en
in die vorm aan de gemeente over
te dragen.
B. en W. stelden een ambtelijke
werkgroep in die zich over het idee
boog, overlegden met commissaris
sen van de L.D.M. en bepaalden in
januari 1973 de gewenste voorzie
ning als „een of meer zwembaden".
In april '73 stemden B. en W. in
met de oprichting van <de Wel
zijnsbron. een particuliere stichting,
die feitelijk de voorbereiding ter
hand zou nemen: toen de stichting
er was stelden aandeelhouders
f 100.000.- voor het eerste Jaar ter
beschikking.
In de loop van 1974 kwamen zowel
een schetsontwerp als een exploitatie
opzet gereed. In maart '74 werden
zowel de gemeenteraad als de Leidse
pers ever de uitgang ingelicht. In
augustus '74 zegden B. en W. toe
vertrouwelijk kontakt met de pro
vincie op te nemen.
Het nieuwe college van B. en W.
keek zorgelijk aan tegen de vermoe
delijke exploitatie-kosten per jaar.
De geschiedenis van de laatste
maand kent de lezer.
Bezwaar
Velen hebben nu bezwaar tegen
de geheimhouding van het plan in
de eerste voorbereidingsfase. Zij ver
oordelen die op grond van het feit
dat openbaarheid van bestuur een
eerste vereiste is. Voor mij stond na
een bewuste afweging voorop dat
het hier een volstrekt legale operatie
betrof, dat alle ter zake bevoegde
organen op formeel juiste wijze heb
ben beslist en dat in het licht van
de financiële nood een ontwijken
van mogelijk ingrepen van hoger
hand moreel verantwoord was.
Niemand in het gemeentebestuur,
raad of college, heeft tot september
1974 het voornemen of de geheim
houding bestreden. Allen die beslis
singen moesten nemen, steunden het
initiatief.
De publiciteit van de laatste weken
heeft wel eens de indruk gevestigd
alsof er reeds miljoenen zijn be
steed. De werkelijkheid is dat er on
geveer honderdduizend gulden is uit
gegeven: aan architectkostenaan de
honorering van de stichtingssecreta-
ris, die gedurende één jaar een
dienstverband met de stichting had
en een diversen. Van dat geld ligt er
een uitvoerbaar plan op tafel, waar
over veel overleg is gevoerd.
Exploitatiekosten
Resten de exploitatiekosten, voor
lopig voor het huidige college van
B. en W. een niet neembare hinder -
Zou het werkelijk onmogelijk zijn
in Leiden duizend gezinnen te vin
den die voor een aantal Jaren een
gezinsabonnement willen hebben
waardoor de exploitatie veilig wordt
Maar zoals gezegd, politieke afwe
ging en financiële motieven zullen
richtinggevend zijn in de eindbeslis-
Als u deze woorden leest ben
ik op vakantie. Om u de komen
de weken toch aan uw weke
lijkse visrubriek te helpen, vindt
u op deze plaats een artikel van
collega-schrijver Kees Ketting.
Een man wiens kennis van het
vliegvissen bijzonder groot ge
noemd mag worden. En juist op
dat terrein ben ik en dat er
ken ik volmondig niet erg
thuis. Daarom is het dacht ik
een goede oplossing hem aan het
woord te laten over dit facet van
de sportvisserij, dat steeds meer
in de belangstelling komt.
Het vliegvissen is over de
gehele wereld in opmars. Dat is
geen loze kreet, waarde lezer maar
een feit. De redenen van deze
steeds groter wordende populari
teit zijn velerlei. Het aantal sport
vissers neemt voortdurend toe, of
tewel: vissen raakt meer en meer
„ln". Er wordt vaker op reis ge
gaan, vooral naar het buitenland
(waaruit wij het vliegvissen ge
ïmporteerd hebben), en de
meeste sportvissers raken, als in
dat buitenland eenmaal een vlieg-
visser aan het werk hebben ge
zien, in de ban ervan.
Ook in dat buitenland zelf
wordt er steeds vaker met de
vlieg gevist. Dat komt onder an
dere omdat het vliegvissen (vroe
ger vaak een sport voor lieden
met uitpuilende portefeuilles)
goedkoper is geworden. Het on
derhouden en bewaken van een
beek met wilde forellen is name
lijk moeilijk en kostbaar. Maar
sinds men ertoe overging forellen
uit te zetten in allerlei stuwme
ren, kan men daar tegen een be
scheiden vergoeding vissen met
de vlieg.
Bovendien geldt op bepaalde
wateren een verbod tot het vissen
op forellen met natuurlijk aas of
met kunstaas, of is het vissen
met spinners slechts toegestaan
in de slechtste plekken van de
beek; de goede watergedeeltes zijn
dan gereserveerd voor u raadt
het al de vliegvisser.
In Nederland begon het vlieg
vissen zo'n tien of vijftien jaar
geleden aan haar opmars, en die
opmars is nog lang niet ten ein
de. Ons land met zyn vele polder
sloten en vaarten leent zich bij
zonder goed voor het vissen met
de vlieg. Al Is het water ook zwaar
begroeid, al staat het bij wijze
van spreken stijf van de planten,
dan nóg kan men er met de vlieg
terecht. En juist in de kleine, on
ooglijke watertjes waar men zel
den of nooit ziet vissen, daar
leeft naar mijn smaak de mooiste
inheemse vis: de ruisvoorn, rode
rijter of rietvoorn. Hij wordt tot
wel een kilo zwaar, maar een ex
emplaar van een pond of ander
half pond (en die zijn helemaal
niet zeldzaam) kan al voor span
ning en sensatie zorgen.
Stelt u zich een zomerse polder
voor, met sappig hoog gras, wui
vend riet, buitelende weidevo
gels en kleine slootjes, die zo be
groeid zijn met flap, planten en
waterlelies, dat er slechts hier en
daar open plekken zijn. En juist in
dit watertype, waar men op geen
enkele manier zo goed kan vis
sen als met de vlieg, leeft de gro
te, zware, schuwe ruisvoorn. Om
hem te kunnen vangen moet
men ver van hem vandaan blij
ven. Dat kan met een vliegen-
hengel heel gemakkelijk.
Bovendien moet men uiterst
nauwkeurig werpen: men moet
dan blijf ik nog ietwat aan de
lage kant. Dit alles gaat ook op
voor een goed snoekbaars- of
karperuitrusting. Voor eenzelfde
bedrag kan men zich ook een goe
de vliegenuitrusting aanschaffen!
Er zijn meer sprookjes over het
vliegvissen in omloop. Men gelooft
bijvoorbeeld dat het erg moeilijk
is, en dan denkt men vooral aan
het werpen. Men denkt vaak dat
vliegvissen alleen beoefend kan
worden in het buitenland. En ten
slotte hoor je ook wel eens zeg
gen: „Het lijkt me best aardig,
maar om nu bijna honderdvijf
tig of tweehonderd gulden neer
te tellen voor een uitrusting, die
ik alleen maar zomers kan ge
bruiken, dat is me toch een bee
tje te Joker".
De enige speciaalzaak voor al uw
HENGEL
SPORTARTIKELEN
DE SPORT
HAARLEMMERSTR. 11. tel. 34020
Boelee's
hengelsportartikelen
HOGE RIJNDIJK 10. LEIDEN
TELEFOON 21393
Alles voor de vissport.
Maden i
in staat zijn het aas precies in
dat ene piepkleine open plekje te
deponeren. Dat valt met een vlot-
hengel niet mee. Met een vlie-
genhengel is het echter doodeen
voudig: men laat de vlieg tij
dens het werpen elke keer dalen
tot vlak boven de plek die men
wenst te bevissen. Men ziet dus
vantevoren waar de vlieg gaat
landen.
Hierboven tipte ik al aan, dat
het vliegvissen eertijds beschouwd
werd als een sport voor zeer rijke
lieden. Die tijd is gelukkig voor
bij. Dat vliegvissen „duur" zou
zijn is een hardnekkig baker
praatje. Vliegvissen is net zo
duur als het vissen met een spin-
hengel, met een karperstok, of
met een behoorlijke vaste hen
gel.
Uiteraard praten we hier niet
over rommel. Bij warenhuizen,
kan men zich voor een uiterst
schappelijke prijs van enkele
tientjes een stokje aanschaffen,
dat eruit ziet als een werphen
gel, mitsgaders een spinmolen. Be
zit men zo'n „uitrusting", dan
moet men niet denken dat men
nu geschikt materiaal bezit voor
de kunstaasvisserij. Men kocht
een stijf stukje massief glas,
voorzien van koperen ringetjes,
en men verwierf zich een werp-
molen met tandwielen van plas
tic zacht plastic.
Een behoorlijke splnuitrusting,
eentje waarmee men moeiteloos
en Jarenlang kan werpen en vis
sen, komt toch al gauw op hon
derdvijftig gulden minstens, en
De feiten nu. Eerst maar die
over het werpen. Inderdaad
wordt het werpen van een kunst
vlieg beschouwd als een heksen
toer. De reden daarvan is my
onbekend. Hoewel, misschien wil
den de vroegere vliegvissers hier
mee een soort „superioriteit" be
wijzen. Vliegvissen kon niet ieder
een: vliegvissen was voorbehou
den aan een soort elite. Dit is
niets anders dan een grove mis
vatting. Ik heb tientallen vissers
meegenomen de polder in. Ik gaf
hen een half uurtje werponder-
richt, waarna ze al een lijntje
konden werpen. En de meesten
smaakten dan ook nog het ge
noegen een vis te vangen. Die
eerste morgen al.
Over het werpen zijn veel boe
ken geschreven, en artikelen, die
meestal uitpuilen van de tech
nische tekeningen compleet met
gradenbogen en al. Nu is het zo,
dat men werpen niet uit een boek
je kan leren. Dat gaat ook op
voor autorijden, biljarten, zeilen,
vliegen enz. Theorie kan echter
nooit kwaad. Werpen krijgt men
het beste onder de knie, door te
bestuderen waarop het aankomt.
Gewapend met de theoretische
kennis trekt men vervolgens naar
een plantsoentje of naar de wa
terkant, in gezelschap van een
vismaat of de hengelsportwinke
lier. In dc meeste gevallen krijgt
men namelijk gratis enkele werp-
lessen als men een vliegenhen-
gel aanschaft. En dan weet men
ook meteen of de winkelier u niet
alleen een vliegenhengel kan le
veren, maar ook of hij ermee kan
omgaan. Blijkt dat de winkelier
slechts uit is op een simpele ver
koop. en kan (of wil) hij u niet
onderrichten in het werpen, ga
't Is geen visserslatyn. maar voor
al uw hengelsportartikelen kunt
u beter terecht by:
Fa. Verhoog
dan onmiddellijk op zoek naar
een andere winkelier maar dat
begreep u al.
Is men eenmaal in staat de vlie-
genlijn in de lucht te zetten, kan
men eenmaal tien meter lijn wer
pen, dan kan er al een vis wor
den gevangen. En, zoals gezegd,
dit werpbeginselen leert men in
een half uurtje. De rest komt met
de Jaren, de rest komt met de
praktijk.
Kan men slechts met de vlieg
vissen op forellen? Oftewel: heeft
de aanschaf van een vliegenhen
gel alleen nu als men over de
grens trekt om daar in stromend
water te vissen? Nee. Toch zijn er
veel vissers of vissers-in-de-dop
die deze mening hebben. Een
voorbeeld. Ik stond eind februari
met de vlieg te vissen in een
poldersloot bij Utrecht. Uit mijn
ooghoeken zag ik een paar Jon
gens naderen, zo in de leeftijd
van zestien of zeventien jaar.
„Wat doet u meneer?" „Ik vis
met een vlieg," antwoorde
ik enigszins nors, want als ik aan
het vissen ben, word ik netzomin
graag gestoord als u. „O", klonk
het. En vervolgens aarzelend. .Zit
ten hier dan forellen?" „Forel
len? Bij mijn weten niet", zei ik
lachend. Op dat moment liep de
vlieg vast in wat vuil, en ik haal
de de vlieg binnen om het flap
te verwyderen. Dus dat is nou
een kunstvlieg?" vroeg de langste
van de twee verbaasd. „En bij
ten ze daarin?" Dat Is wel de
bedoeling", antwoorde ik. „Maar
zit er dan verder niks op?" Ik
keek de Jongen verbaasd aan.
„Hoe bedoel je?" „Nou doet u
op die haak geen maai of een
stukkie deeg?"
Ik legde hem uit dat een vlieg
geacht wordt iets eetbaars na te
bootsen en dat de vis genoeg heeft
aan dat haakje en die paar frit-
seltjes vogelveer eromheen. Ze
luisterden geïnteresseerd. „En
waarop", vroeg de ander, „waarop
vist u eigenlijk?" „Op rode rij -
ters". „Wat zijn dat", wilde de
kleinste weten. Voordat ik kon
antwoorden legde de grootste zijn
maat uit: „Van die hele dikke
voorns met die vuurrode vinnen,
man! Is het niet zo?" „Wat kon
ik anders doen dan „ja" knik
ken?
Toch zijn er meer vissen, dan
alleen de rode rijter, die men met
de vlieg kan vangen. Daar is de
blank voorn, die men meestal bij
toeval buitmaakt, men zou het
een bijvangst kunnen noemen. Op
de twee andere voornsoorten, na
melijk op de kopvoorn (die meest
al „meun" wordt genoemd) en
op de winde, gaat men wél spe
ciaal, en men gebruikt dan spe
ciale vliegen. Dan kan men nog
met de vlieg vissen op baars eri
op snoek. Dit gebeurt met hele
grote vliegen, die men 'strecimers'
noemt. En de vangst van zelfs
een poldersnoekje van amper 60
centimeter aan een vliegenhen
gel is al een sensatie van de bo
venste plank.
De specialisten gebruiken ten
slotte de vliegenhengel ook nog
voor allerlei experimenten met
zeevissen. Concluderend: er is in
Elan echte visboten
Lloyds certificaat, vanaf f 1.390,-
Yamaha - outboards
2 tot 55 pk, 2 Jaar garantie.
BOOTCENTRUM B.V.
Nederland allerhande vis met de
vlieg te vangen en dan praat ik
nog niet eens over andere vis
soorten, die zich soms aan het
vliegje vergrijpen, zoals de kar
per, de brasem en de zeelt. Maar
dat zyn toevalstreffers. Aardige
toevalstreffers, dat wel.
(wordt vervolgd)
de labije
WATERSPORT
Off: dealer van:
INTER KAJUITKRUISERS -MERCURY
PIONIER VISBOTEN OUTBOARDS
TERHI vis-volg-zeilboten TERHI
YACHTING FRANCE KAJUITZEILERS B B.-MOTOREN