jls "opzettelijkheidsmanie" eindelijk aan het luwen? \ferlagjng Spaarrente Veiligheid in luchtruim goed, maar het kan beter 5 6 ONDERDAG 26 JUNI 1975 He in zijn dagelijkse Kronkels in 13T'Het Parool" heef Simon Carmig- ult|Kelt dezer dagen de gek gestoken bijmet de leuzen van "deze grote eertijd". Zijn nogal gepeperd stukje 2-*'Geniet!" begint met de opmerking dat "sommige mensen zo zorgelijk "Tropen te doen over deze tyd". En entcat begrijpt hij niet. "Kijk om u Tiajieen. Anna gold Jaren lang in onze kennissenkring als een puntgaaf voorbeeld van een trut. Als ze op vi- site zat had ze een conversatie waar je schoenen bij open knalden. "Kijk, als ik nou een cake bak, hè, o.adan zal ik nooit zo royaal mszijn met de bloem als de meeste an- 3ngdere vrouwen. Die dóen maar. Dat CaJcost geld, hoor. En het is helemaal Maniet nodig om een echt lekkere ca- L,eike te bakken. Kijk, je moet de 'bloem éérst..En dan kwam wat -er éérst met de bloem moest. Mijn arme vrouw, die nooit cake bakt om- dat we niet van cake houden, zag ik nsibij zo'n verhaal langzaam wegeb- vaiben. En ik dacht alleen wat ver is moeide acteurs tegen het eind van Jhun carrière denken: "Het wordt al- ule.tijd elf uur". en Maar dat was vroeger. Nu heeft ^5]Anna geroken aan de uitdaging van jei'.deze grote tijd. Ze zegt: "Kijk, als nk nou een cake bak. hè, dan denk lipiik aan de derde wereld, dus ik zal 111 nooit zo royaal zijn met de bloem als de meeste andere vrouwen, die eeBgedachteloos leven. Die dóen maar. upDat kost grondstoffen. En dat is in onideze ongelijke wereld helemaal niet er'nodig. Kijk, als je eerlijk delen wilt dan moet Je de bloem éérst.En aan komt weer wat je éérst met de bloem moet. Anna is nog steeds een trut. maar een gemotiveerde trut. 3En dat is een geweldige vooruit- 11 el gang, die zich overal om je heen vol strekt. 1 Kees is een ander voorbeeld. Vroe- :tuger zeiden we: "Ach, veel kwaad zit v.er niet bij, maar hij is lui geboren |n'en er gaat niks in hem om. Sprekend zijn vader. Die zat vroeger wel in n"de revolutiebouw, maar haalde al leen kannen Jenever voor de met- ilnselaars. Alles wat Kees aanpakt is let tot mislukken gedoemd en da9rom gepakt hij nooit wat aan. Een niets nut". Tegenwoordig is Kees nog dsteeds dezelfde. Maar hij lijdt er en niet meer onder. Want hij zegt: Ie" Je dacht toch niet dat ik mijn ar beidskracht zou verspillen aan déze - maatschappij? Dat ik mee zou wer ken aan een samenleving waarin de produktiemiddelen geheel verkeerd jS. zijn verdeeld? Dan kennen Jullie ft" Kees niet". En dan knikken we eer- >e-biedig. Want we durven niet te zeg- 'a-gen: "Kees, je bent nog steeds een lel nietsnut, maar je bent nu een ge- bl motiveerde nietsnut en dat scheelt een slok op een borrel". Rozen en leliën 52 En neem nou ome Dirk. Als ik >t- hem vroeger op straat zag naderen, J-x veinsde ik verzonken aandacht voor elke etalage in mijn naaste omge ving, al stonden er kunst-ledematen in uitgestald. Want ome Dirk was zo'n beruchte ouwehoer dat hij een goed bezet wijkcafé in vier minuten leeg kon conserveren op de kaste lein na, die er al gauw een extra tremor bij kreeg. Maar zelfs op ome Dirk zijn de zegeningen van deze tijd royaal neergedaald. Geen ver gadering van het wijkcomité, of hij zit op de eerste rij. "Voorzitter!" En dan loopt hij weer af als een wek ker. Voor een volle zaal. Niemand zegt: "Hou nou eindelijk Je verve lende smoel eens een keer". Want hij ressorteert onder de in spraak van onderen op. Ouwehoe ren doet hij nog steeds maar nu tegen de enorme rondhorizon der maatschappelijke structuren. Hij be leeft een gouden tijd. Net als Kees en net als Anna. Ze zijn uit het onkruid opgebloeid tot rozen en leliën. Waarom doet u dan zo zor gelijk over deze tijd? Terwijl uw domme zoontjes niet dom meer is maar "leeft in een eigen wereld met een anders geaard perspectief". Terwijl uw zuster geen hoer meer is, maar "een volledig levende vrouw met een gedifferentieerde erotische verspreide opmerkzaamheid". Wat hebt u dan te mopperen? De voor uitgang heeft gezegevierd. Geniet er van, met volle teugen. Ik doe het dag in dag uit". der de eerste groep te gemakkelijk over aan de jeugdbonden van de Ge reformeerde Bond en aan bewegin gen als Youth for Christ. En, zo vroeg de scriba van de synode, dr. Van den Heuvel, aan de Jeugdraad, wat zijn de theologische redenen, waarom de maatschappijkritische Jon geren voor u interessanter zijn dan die van de "heilszekerheid?" En prof. Berkhof voegde eraan toe, dat er naast die twee stromingen nog een derde in opkomst is: de maatschap pijvernieuwing heeft haar tijd on der de jeugd alweer gehad en het ni hilisme neemt zienderogen toe. Eén vraag Het antwoord van de Jeugdraad luidde: "Wij kiezen voor de actie groepen, ook al zou het waar zijn dat zij zich onder de nieuwe generatie jongeren uit de markt prijzen". Waarna mr. Heldring schrijft: "Het is mij hier niet te doen om partij te opgroeien tot de oogst. En in de oogsttijd zal ik tot de maaiers zeg gen: Haalt eerst het onkruid bijeen en bindt het in bossen om het te ver branden. maar brengt het koren bij een in mijn schuur". Woedende wieders Helaas, het ritselt in deze tijd nog altijd van wat ik vroeger eens, in een artikel in een kerkelijk blad, naar aanleiding van deze gelijkenis uit Mattheüs, de "woedende wieders" heb genoemd. Die herken ik ook in het standpunt van de Jeugdraad. Wat moet het heerlijk zijn "de hoofd zonden van deze tijd" zo nauwkeu rig te kunnen omschrijven en na tuurlijk te kunnen localiseren. Die houding lijkt mij kenmerkend voor wat ik de "opzettelijkheidsmanie" on zer dagen zou willen noemen. En het doet me ook denken aan iemand uit kerkelijke kring, die - het is alweer een paar jaar geleden - de mening Door C. J. Rotteveel Eenzijdige keus Dat was dan Kronkel, die in zijn geheel eigen stijl, een loopje neemt met het drenzen onzer dagen. Vol gens hem begint dat zelfs in te bur geren in het spraakgebruik van An na. Kees en ome Dirk. Maar als dat in brede volkslagen ingang begint te vinden, ligt de conclusie voor de hand: dan krijgt de spits er genoeg van. Dat klopt, zoals blijkt uit een artikel van mr. J.L. Heldring in zijn rubriek "Dezer dagen" in NRC/Han- delsblad. Dit serieuze stuk, onder de titel "Gij maakt u druk om vele dingen", benadert de "leuzen" van zelfsprekend op een totaal andere wijze. De schrijver staat namelijk stil bij de houding van de Hervorm de Jeugdraad (HJR). Die raad had, in een beleidsnota, onder de jeugd twee tendensen op gemerkt: enerzijds een hunkering naar persoonlijke heilszekerheid, an derzijds een verlangen naar veran dering en vernieuwing van de we reld. Volgens een verslag had de jeugdraad er in e king met de synode vai Herv. Kerk "geen doekjes om ge wonden dat zijn beleid zich richt op de tweede groep"; vandaar de toe spitsing op de drie hoofdzonden van deze tijd: racisme, uitbuiting en ge weld. "Deze eenzijdige keus vond het ene synodelid na het andere bedenke lijk", aldus mr. Heldring, "want daarmee liet de HJR het werk on- 1 "Trouw* n bespre- de Ned. kiezen tussen synode en HJR, maar alleen om het verschijnsel te signa leren van een nieuwe generatie, die minder maatschappijkritisch is dan de vorige en deels weer zoekt naar persoonlijke heilszekerheid, deels de weg van het nihilisme opgaat. Toch kan ik het niet nalaten één vraag te stellen, die mij telkens op de lippen brandt wanneer ik Christus zo ge makkelijk gemobiliseerd zie in de strijd tegen racisme, uitbuiting en geweld (niet alle geweld overigens), kortom tegen alle structuren". "Die vraag (aldus Heldring) is: dat is allemaal wel heel mooi, maar hoe klopt dat met de Christus die, terwijl Maria aan zijn voeten zat en naar zijn woorden luisterde, tegen de bedrijvige Martha zei: "Martha, Martha, gij maakt u bezorgd cn druk om vele dingen, maar weinige zijn nodig of slechts één, want Ma ria heeft het goede deel uitgekozen, dat van haar niet zal worden wegge nomen"? Hier koos Christus, naar het scheen, anders dan de HJR, voor de luisterende gelovige en niet voor degeen die zich bezorgd en druk maakte om vele dingen". Tot zover het artikel van mr. Held ring. Ik laat in het midden of zijn verwijzing naar het verhaal van Ma ria en Martha (Lucas 10:38) goed gekozen is en of hij niet beter had kunnen verwijzen naai- Mattheüs 13:24. Daar willen de slaven van de eigenaar van een akker het on kruid wieden, dat een vijand 's nachts midden tussen het koren had gezaaid. Op de vraag van de slaven: wilt gij dat wij het onkruid wieden, luidt het antwoord: "Neen, want bij het bijeenhalen van het on kruid zoudt gij tevens het koren kun nen uittrekken. Laat beide samen uitsprak, dat "de kerk profetischer moet spreken". Dat stond met gro te letters boven een interview in een van de landelijke dagbladen. Toen ik dat las, overviel me een grote verbazing. Er zijn er blijk baar, die hun denkbeelden profetisch wanen en het zelfs mogelijk achten nóg profetischer te spreken dan ge wóón profetisch. Het zal wel aan mü liggen, maar ik begrijp dat niet. Ik ben namelijk op dit punt nog al tijd niet verder dan het oudtesta mentische verhaal (2 Kronieken 18 33) over de boogschutter, die ko ning Achab tussen de pantserstuk ken trof, hoewel die zich als gewoon soldaat vermomd in de strijd had begeven. Nog altijd, 28 eeuwen na datum, leeft dit verhaal voort over die schutter, die "in zijn eenvoudig heid" (in de nieuwe vertaling: zon der een bepaald doel) een pijl af schoot. de koning raakte en daarmee de strijd besliste. De naam van die schutter is on bekend en dat is zinvol. Want zo gaat het in het menselijk leven: men "schiet", d.w.z. spreekt en han delt, veelal zonder te weten of woord en daad doel zullen treffen. Mis schien is het raak, misschien is het een misser. Voor wie gelooft dat iets van zijn woorden en daden doel zal treffen, is het leven zinvol. Maar an deren spreken en doen "opzettelijk", met de nauwelijks verborgen ambitie "profetisch" te zijn. Ze doen me den ken aan een pomphouder, die achter een pasgevulde auto gaat aanhollen om te controleren of zijn benzine wel het gewenste reseultaat oplevert. Het zal de lezer duidelijk zijn, dat ik de opvatting van de HJR niet kan delen. Die opvatting gaat trou wens, naar mijn mening, lijnrecht in tegen het eveneens progressieve geroep over "mondigheid". De mo derne mens is mondig. Mij dunkt dat die mondige mens zelf wel kan bepalen wat de consequenties zijn. Maar het paternalisme viert nog al tijd hoogty, al deed het me uiter aard genoegen te vernemen, dat een groot deel van de jeugd naar iets anders verlangt. Géén "opzette lijkheid", maar pijlen, die "in een voudigheid" worden afgeschoten. Plichtsbetrachting In dit verband herinner ik mij een recent gesprek met een vrouwe lijke collega, die nooit - in het ver leden niet en nu. in het jaar van dé vrouw, al evenmin - gepleit heeft voor de gelijkheid der geslachten. Zij deed jarenlang de plichten, die zij in haar beroep op haar weg vond,, zó goed dat alle bestaande bezwaren als vanzelf kwamen te vervallen het aantal vrouwen op die redactie nu van vijf tot twintig procent is gestegen. Geen opzettelijke demon stratie voor gelijke rechten, nee, ge woon doen wat de hand vindt om te doen en dat met alle macht. Geen borden met schreeuwende leuzen, maar plichtsbetrachting zonder meer. Dat is wel een verschrikkelijk ou derwets woord, maar geldt op dit ogenblik nog even sterk als in het verleden. Het enige wat men, naast die velen duuurt dat "te iang, plichtsbetrachting, te doen heeft is weten, inplaats van zich n Dr. A. H. van den Heuvel afwachten wat die eenvoudige maar gen bij het geheim van het leven, moeilijke houding oplevert. Voor Geduld, en geloof in onzichtbare n wil krachten, zyn de ware slagzinnen te leg- van de oude èn van de nieuwe tijd. ADVERTENTIE Met ingang van i juli 1975 wordt de rentevergoeding op onze spaarvormen verlaagc' De nieuwe rentevergoeding wordt: Direkt opvraagbare tegoeden A 1/0y op spaarrekening en-boekje T" /4/0 (was41/2%) 61/0/ op Bonus-Spaarrekening en A/O -boekje (was 7%); retourrente 1% over ieder opgenomen bedrag Tegoeden met opzegtermijn op spaarrekeningen en spaar boekjes met een opzegtermijn van 3 maanden (was 5%) op spaarrekeningen met een opzegtermijn van 6 maanden (was 51/4%) op spaarrekeningen met een opzegtermijn van 12 maanden (was 51/2%) op spaarrekeningen met een opzegtermijn van 24 maanden (was 61/2%) \m 45/0 '4/0 VasteTermijnSpaarrekeningen Op de volgende Vaste Termijn Spaar rekeningen wordt de rentevergoeding: 61/0/ op spaarrekeningen met een vaste 74 70 termijn van 2 jaar (was 61/2%) 7 0/ op spaarrekeningen met een vaste 70 termijn van 3 jaar (ongewijzigd) 71/ 0/ op spaarrekeningen met een vaste /2 70 termijn van 4 jaar (was 8%) 8 0/ op spaarrekeningen met een vaste /O termijn van 5 jaar (was 8'/2%) Op reeds gestorte bedragen op lopende Vaste Termijn Spaarrekeningen wordt gedurende de looptijd geen rentewijziging doorgevoerd. Spaarpapier aan toonder Spaarwinstbiljetten met vaste looptijd Premie Spaar Biljetten met variabele looptijd 6 0/ op Spaarwinstbiljetten met een 70 spaartermijnvan 2 jaar (was 6V2%) 8 0/ op Spaarwinstbiljetten met een 70 spaartermijn van 6 jaar (was 81/2%) (Percentages berekend op basis van rente op rente.) 6%0~l/l/o (was61/4-8%) Afhankelijk van de gekozen spaartermijn (2,3,4 of 5 jaar) ontvangt u een rente, die loopt van 6% na 2 jaar tot 71/a°/o na 5 jaar. (Percentages afgerond en berekend op basis van rente op rente.) Den Haag „Onze dienst, die verantwoordelijk is voor de veilig heid in het luchtruim boven ons land, heeft bij de vliegers een goede naam. Ook internationaal doen we aardig mee, dat is plezierig voor een klein land. Maar natuurlijk moeten we steeds voor ogen houden dat het altijd nog beter kan". Die uitspraak is van de heer A. A. de Roode, directeur van de luchtbeveiligings- dienst van de Rijks Luchtvaart Dienst, die eind deze maand met Door Wibo Burgers pensioen gaat. Na een loopbaan, die hij in 1929 startte als leerling-radio- telegrafisch/observator op 't vroege re Rotterdamse vliegveld Waalha ven. Aan de basis begonnen dus, zoals dat tegenwoordig heet, en opgeklommen naar een topfunctie met als belangrijk pluspunt dat hij „overal bij" is geweest op zijn terrein. Met enthousiasme vertelt hij over de beginjaren van zyn carrière toen de luchtvaart nog in opbouw was. Het was allemaal nog erg primitief in die jaren. Vanaf het vliegveld Waalhaven, waar het bureau luchtvaart (de voorloper van de Rijksluchtvaartdienst) toen was gevestigd, werden radiografisch ver bindingen onderhouden met andere vliegvelden. Er was een eenvoudige berichtendienst en radiotelefonisch was er contact met de vliegers. Geen radar, geen uitgebalanceerde landingssystemen, aanvankelijk ook nog geen landingsbakens. De heer De Roode: „Blindvliegen, dat was er eigenlijk nog niet bij. De piloot deed het allemaal nog zelf in die dagen. Als het even kon moest de man toch wel grondzicht hebben om te landen. We hielpen hem met peilingen. En verder vertelden we hem of we het motorgeluid van zijn vliegtuig al hoorden en uit welke richting dat kwam". Grasveld Toch werden er in die tijd onder vaak heel wat slechtere omstandig heden landingen uitgevoerd dan tegenwoordig. De Roode: „Er waren toen geen betonnen start- en landingsbanen. Die ouwe Fokkers kwamen naar beneden op een enorm grasveld, de snelheid was natuurlijk naar hedendaagse begrip pen laag. En als ze eens wat scheef over het gras schoven, ach, er was ruimte genoeg. Bovendien kon de vileger zijn kist altijd nog weer optrekken". Na enkele Jaren op Waalhaven te zijn geweest kwam hij op Schiphol terecht. Daar maakte hij de verdere vooroorlogse ontwikkeling van de luchtverkeersleiding in ons land mee. Enkele jaren voor de oorlog kwamen de eerste bindende slecht weervoorschriften. De verkeerslei ding werd een verplichte zaak. De Roode behoorde tot de eerste algemene verkeersleiders op Schip hol. De Tweede Wereldoorlog maakte aan dit alles een abrupt einde. Na verloop van enige tijd kwam De Roode terecht bij een bureau dat de inbouw van gasgeneratoren in binnenvaartschepen moest verzor gen. Maar veel meer tijd besteedde hij in de oorlogsjaren aan de opbouw van geheime radioverbindin gen met Londen. Aanvankelijk ging het alleen om het doorgeven van weerberichten, later om allerlei informaties die voor de geallieerden van belang waren. In de laatste oorlogsjaren draaide het geheime netwerk met zenders in het gehele land op volle toeren. Hij zelf was de centrale man voor de verbindingen. Illegaal werk van formaat met grimmige kanten: twaalf mensen met wie De Roode in die jaren werkte zijn omgekomen, onder wie vijf collega's van de RLD. Paleis HU zelf werd een keer gearresteerd. Hoewel hij bezwarend materiaal bij zich had lukte het hem vrij te komen na een middag praten. In 1944 'versleet' hy 26 adressen in Den Haag. Steeds weer moest hij van verblijfplaats wisselen om de peilwagens van de Duitsers te ontlopen. Een van die verblijfplaat sen: het paleis Noordeinde. toen in gebruik bij de bezetters. Met hulp van anderen zond hij gedurende een maand zijn berichten naar Londen vanaf de zolder van het paleis. „Kijk, dat was een veilige plaats", zegt hij nu lachend, „daar zouden ze je niet zoeken". Voor zijn illegale werk kreeg hij na de oorlog de Bronzen Leeuw. „En hoge Engelse en Amerikaanse onderscheidingen" vult de heer J. S. Smit (49), nu zijn plaatsvervanger, per 1 Juli zijn opvolger bij de dienst, aan. Na de oorlog: opnieuw bouwen aan de dienst luchtverkeersbeveiliging. In de jaren van de oorlog was men bij de ontwikkelingen in het buitenland achterop geraakt. „De radar bij voorbeeld, daar wisten we praktisch niets van". In de Jaren die volgden had hij, eerst als inspecteur en later als hoofdinspecteur, veel internationale contacten om tot een zo groot mogelijke standaardisatie in de luchtverkeersbeveiliging te komen. In 1958 werd hij plaatsver vangend directeur, negen Jaar later directeur. Nu hU zyn loopbaan beëindigt (op 24 Juni is de afscheidsreceptie op het ministerie van verkeer en waterstaat) hoeft hij geen zorgen te hebben over de toekomst van zijn dienst. Niet alleen heeft hij een groot vertrouwen in zijn opvolger, ook is de verkeersleiding op Schiphol nog maar enkele maanden geleden uitgerust met zeer modern* apparatuur, die in de komend» jaren nog wordt uitgebouwd. Hij overweegt zijn ervaringen van bijna een halve eeuw, goeddeels vervat in een eigen documentaire, na 1 juli eens te rangschikken om te kijken wat hij ermee kan doen. „Het was vaak fascinerend", zegt hij ten slotte, „al zijn er altijd vrij veel spanningen geweest, daar moet je bij de verkeersleiding wel tegen kunnen". Scheidende directeur A. A. de Roode van de Luchtbeveiligings- dienst: "Bij de verkeersleiding moet je wel tegen spanningen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1975 | | pagina 17