"Ik heb
een
rottijd gehad"
essola
Terreur in Spanje in naam van Christus
LEZERS SCHRIJVEN
Minister Van
Agt:
SOCIALE
DIENSTEN
het heerlijkste toetje,
één brok gezondheid
DONDERDAG 5 JUNI 1975
Een geiheime broederschap van
extreem-rechtse Spanjaarden, die
zich de „Guerrillastrijders van
Christus Koning" noemen, voert zijn
eigen privé-oorlog tegen de bewo
ners van Baskenland. Maar wat de
Spaanse kranten niet kunnen
melden, omdat censuur op de pers
deel uitmaakt van de noodtoestand
in de provincies Vizcaya en
Guipuzcoa, is dat deze guerrilleros
geleid worden door politieagenten in
hun vrije tijd en door leden van de
Fascistische Jeugd.
In de afgelopen twee maanden zijn
vijf politiemannen, leden van de
geheime politie en van de para-mili
taire Guardia Civil, vermoord door
commando's van de Baskische
afscheidingsbeweging ETA. Op hun
beurt werden zes Basken door de
politie gedood. De dood van een
jonge Baskische student in de stad
Ondouna, die met 'n paar vrienden
het verboden Baskische volkslied
rong, maar over wie geen enkele
aanwijzing bestond dat hij een
terrorist was, wordt toegeschreven
aan de groeiende nervositeit die zich
van de politie heeft meester
gemaakt.
Basken
Zoals het Eskader des Doods, dat
uit politieagenten bestaat, in Brazi
lië summiere executies uitvoert
onder politieke tegenstanders van
het regime, zo zaaien de Guerrilleros
van Christus Koning in Spanje
terreur onder de aanhangers van de
separatisten. Ze hebben zelfs acties
over de grens in Frankrijk
uitgevoerd. Daar wonen namelijk
veel Basken, die tijdens de
burgeroorlog tegen Franco vochten.
De laatste tijd hebben deze
ballingen gezelschap gekregen van
meer dan honderd jonge Basken, die
gevlucht zijn voor arrestatie en
mogelijke martelingen.
Er zijn al verscheidene aanslagen
gepleegd op deze vluchtelingen. Voor
een flat van twee Basken in Biarritz
werd tien kilo springstof gevonden
en onschadelijk gemaakt. In het
naburige Hendaye werd brand
gesticht in een flatgebouw, waarin
verscheidene politieke ballingen
Maar het opzienbarendste incident
was dat van een balling in Hendaye,
die in de drie mannen, die voor zijn
huis de wacht hielden, Spaanse
politieagenten in burger herkende.
Een van hen had de Bask drie jaar
geleden gearresteerd. Er brak een
handgemeen uit, dat door tussen
komst van de Fransen beëindigd
werd, waarna de drie politiemannen
weer naar de Spaanse grens werden
gebracht.
Een twintigjarige guerrillastrijder
van de ETA, die net uit Bilbao naar
Frankrijk was ontsnapt, identifi
ceerde drie leden van de geheime
politie in San Sebastian als leden
van de Guerrillastrijders van
Christus Koning. „Ze voeren hun
acties uit buiten diensttijd", legde hij
uit, „opdat men geen verband met
de politie kan leggen. Ik heb gezien
dat deze mannen een winkel, die
Baskische curiositeiten verkocht, in
elkaar sloegen en in brand staken.
Hun chefs weten precies wat ze
uitvoeren, maar doen een oogje
dicht. Ze laten deze prive-oorlog toe".
Op Spaans grondgebied, waar de
Guerrilleros van Christus Koning
vrij spel hebben, zijn zeker vijftig
aanslagen gepleegd. Winkels en
woonhuizen vormen het doelwit. Een
advocaat werd in zijn huis in elkaar
geslagen. Toen zijn vrouw en de
buren hem te hulp kwamen, werd er
met machinegeweren op hen gescho
ten.
Gr-oet
Bij de begrafenis van omgekomen
politieagenten in Bilbao brengen de
rechtsen de fascistische groet.
In Madrid werd een
requiem-mis gehouden voor „34
patriotten, die door marxistische
terroristen werden vermoord"
waarmee de ETA wordt bedoeld. Bij
die gelegenheid marcheerden enkele
honderden rechtsen naar hét
hoofdkwartier van de veiligheidspo
litie met de leus „Dood aan de
Baskische nationalisten". Zij eisten
het aftreden van premier Arias
Navarro, wiens optreden volgens
rechts „te slap" is jegens de
tegenstanders van het regime.
De anti-Baskische terreuracties op
Frans grondgebied, die een duidelij
ke inbreuk op de Franse soevereini
teit vormen, hebben de regering in
Parijs voor een dilemma geplaatst.
Terecht beweert Spanje namelijk
dat veel acties van de ETA gepland
worden in en uitgevoerd worden
vanuit Frankrijk. De Franse rege
ring kan zich daarom niet al te
duidelijk tegen een van beide
partijen keren, hoewel men traditio
neel sympathiek staat tegenover de
Basken.
Een jonge Bask vertelde, hoe hij-en
zijn medestrijders 's nachts via een
weinig gebruikte bergpas Spanje
binnendrongen om bomaanslagen op
winkels in een nabijgelegen stad te
plegen. De groep werd geleid door
iemand, die goed bekend is in het
grensgebied* Op Spaans grondngebied
werd de groep opgevangen door
collega's, die wisten waar de Spaanse
politie wegversperringen had opge
richt.
Controleposten zijn op alle grenswe-
gen een normaal verschijnsel. De
Guardia Civil patrouilleert intensief.
De ramen van hun auto's zijn
versterkt met kippegaas, de inzitten
den dragen helmen en maskers. Er
is tot dusver weinig gedemonstreerd
op straat, slechts bij vlagen. Massale
arrestaties eerder deze maand
hebben de publieke uitingen van
afkeer tegen Franco's regime sterk
de kop ingedrukt.
Onderzoek
Advocaten en geestelijken beweren
dat verdachten, die op grond van de
vorige maand ingestelde wet op de
noodtoestand worden opgebracht,
slecht worden behandeld. De rege
ring -ontkent dit, maar heeft een
onderzoek gelast naar de zaak van
de priester Eustasió Erquicia. Hij
werd levensgevaarlijk gewond in een
ziekenhuis opgenomen, na zes dagen
door.de politie te zijn vastgehouden.
Vele advocaten die sympathiek
staan tegenover de Baskische zaak.
zijn uit Baskenland naar Madrid
uitgeweken, in afwachting van de
opheffing van de noodtoestand. -Hun;
familieleden leven in angst. Ze
durven de deur niet open te doenj
De vrouw van een van her*
ontkende zelfs door de telefoon haai*
man te kennen.
Een vriend lichtte latër toe: „Het is*
veiliger voor hen in Madrid. Opt
grond van de noodtoestand zouden1
ze voor van alles opgepakt kunnen
worden ep onbeperkt in verzekerde,
bewaring gehouden worden. Hier-
blijven zou hen tot een schitterend
doelwit maken voor die cowboys, dief
terreur zaaien in de naam van God",
door Peter Deeley
Observer - dienst
Op derde Pinksterdag, 20 mei, zegt
minister Van Agt van Justitie het
vertrouwen op in zijn staatssecreta
ris Glastra van Loon (D'66). De
aanleiding vormden twee interviews
waarin de staatssecretaris het
gevangeniswezenbeleid had gehekeld.
Van Loon deed met name een
aanval op secretaris-generaal Mul
der van Justitie.
DEN HAAG - „Van mijn terugkeer
af uit Roemenië heb ik een rotfciojd
gehad. Ik wist niets, noch dat deze
interviews zouden worden gegeven
noch de inhoud. De zaterdag voor
Pinksteren na mijn aankomst heb ik
ze gelezen..." Mr. Dries van Agt,
minister van Justitie, haalt zich
voor de tweede maal in zijn
vierjarig ministerschap de woede
van een deel van de bevolking op
het lijf. Publiekelijk is er iets terug
van, de sfeer van de controverse
over „de drie van Breda".
Door
Reny Dijkman
Bij de kranten komen's avonds na de
televisie-uitzending met Glastra van
Loon zeer agressieve telefoontjes
gericht tegen Van Agt binnen. Van
Agt maakt een fout: hij zwijgt te
lang. Als de beslissing is gevallen,
na vijf maal twaalf uur overleg en
na ruim tien dagen eigen strijd gaat
hij doodmoe naar huis. Vroeg in de
middag. Om te slapen, 's Avonds
komt de persconferentie van D'66
uitvoerig op de televisie. De
afgetreden staatssecretaris verklaart
de ontwikkelingen van de laatste
dagen en wordt de underdog. De
man waar de publieke sympatie
naar uitgaat. Zelfs D'66 kan zich
veroorloven om te zeggen: „Staats
rechtelijk heeft Van Agt gelijk,
maar we begrijpen niet hoe het
mogelijk is om anno 1975 een
staatssecretaris te ontslaan door het
vertrouwen op te zeggen. We
begrijpen niet dat Van Agt niet
meer met Van Loon heeft willen
praten."
Interviews
Het ging Van Agt niet zozeer om
het eerste interview, waarin Glastra
van Loon het hele departementale
beleid rond het gevangeniswezen
hekelde... „Het tweede interview, dat
ik op diezelfde zaterdag las, ontnam
me de laa-tste mogelijkheid om het
verhaal in Vrij Nederland te
beschouwen als een ongelukkig
incident. Ik las het. Ik was
geschokt, verbijsterd. Ik ben daar in
het Pinksterweekend enkele dagen
en nachten mee bezig geweest. Op
de Tweede Pinksterdag kwam ik tot
de conslusieDit kan niet.
Ik moest het kappen! ik moest bij
de staatssecretaris die moeilijke
boodschap gaan brengen: het
vertrouwen is stuk. Ik vond het een
afschuwelijke taak om hiermee aan
te komen, 'ik was met de heer Van
Loon persoonlijk op goede voet."
Maar voor de minister van Justitie
was de aanval op het beleid van
hem en zijn hoge ambtenaren,
waarvan secretaris-generaal Mulder
met naam werd genoemd niet
acceptabel.
Mulder
„Het is een hardnekkige legende dat
ik onder de plak van Mulder zou
zitten. We hebben het samen
gevonden. Toen ik hier kwam in de
zomer van '71 hebben we even aan
elkaar moeten wennen. Het was
moeilijk voor deze secretaris-gene
raal om --deze minister te krijgen,
omdat hij bij de formatie zelf in
het beeld was geweest als mogelijke
minister van Justitie. Dat kan niet
anders dan een teleurstelling voor
hem zijn geweest- En in die situatie
van een invoelbare teleurstelling
krijgt Mulder een minister, die op
zijn departement uit de rang van de
administrateurs komt. Ik was voor
mijn vertrek naar de Nijmeegse
universiteit nog geen raadadviseur.
Bovendien was er een aanmerkelijk
leeftijdsverschil. Mijn benoeming als
minister was evenals mijn aanstel
ling tot hoogleraar een kredietbe
noeming. Wie kan zich dan
verbazen dat de secretaris-generaal
even diep moet ademhalen als er
zo'n minister aantreedt?
„Vlak na de aanvaarding van het
ambt, is er tussen Mulder en mij
even een kortsluiting geweest. Dat
ging over de volkstellingweigeraars.
In een interview in 1971 had ik
gezegd dat bij massale weigering het
Openbaar Mipisterie waarschijnlijk
niet tot vervolging zou overgaan. Ik
kwam op het departement met de
gedachte: laten we het maar laten
lopen Het Openbaar Ministerie
heeft betere dingen te doen. Op dat
laatste punt kreeg ik verschil van
mening met Mulder. Hij zei: „Als
die wet niet deugt, moet die wet
Worden gewijzigd. Het is de
staatsrechtelijke plicht van het O.M.
om haar uit te voeren. Dat „laat
maar lopen" is voor mij onaanvaard
baar".
Daar had Mulder gelijk in. Dat heb
ik hem de volgende dag ook gezegd.
Dat is het keerpunt tussen ons
geweest. Nu zijn er ook nog
meningsverschillen. Bijvoorbeeld
over het drugbeleid. Mulder voelt er
niets voor de zgn. soft drugs uit de
sfeer van het strafrecht te halen, ik
denk er anders over. Dat is een
verschil van inzicht in een
belangrijke zaak. Maar de secreta
ris-generaal heeft de andersluidende
opvatting van zijn minister helpen
uitvoeren in volkomen loyaliteit."
Geïrriteerd zegt Van Agt: „Van deze
man is een karikatuur gemaakt in
de pers. Mulder wordt vaak
afgeschilderd als een conservatief,
een reactionair. Maar de voortgaan
de humanisering van de strafrecht
pleging heeft zich mede dankzij
hem voltrokken. Nederland telt
minder gedetineerden dan welk volk
ook in Europa."
Dries van Agt is een verlegen mens.
Hij hield en houdt er niet van om
geëmotioneerd voor heta voetlicht te
treden. Het liefst werkt hij in de
beslotenheid van zijn kamer.
Krankzinnig lange dagen maakt hij
daar tot ver na het middernachte
lijk uur. Regelmatig moet men de
KVP-minister en vice-premier erop
wijzen dat hij ook naar buiten toe
zijn contacten moet onderhouden.
De aanvraag voor een interview
blijft rustig een half jaar liggen.
Van Agt: „Er is zo ontzettend veel
te doen en ik ambieer geen politieke
carrière".
Er leeft een angst bij hem dat hij
geëmotioneerd overkomt. Hij verde
digt het met: „Ik ben een solist." Hij
houdt bijna traumatische herinne
ringen aan dat eerste jaar
ministerschap; de behandeling van
de „drie van Breda", foutieve
aanhalingen of verkeerde interpre
taties in de mediawereld. Is dan
niet rancuneus, maar trekt zich
terug. Van Agt ziet zelf ook wel in
dat dit fout is, maar de drempel
naar buiten is voor hem heel hoog
geworden. Hij wil niet meer praten
over zijn visie op de behandeling
Op dit momenttijdens de pers
conferentie van de Scheveningse
gijzelingsajjaire, was alles nog
koek en ei tussen Justitie-minis-
ter Van Agt middenen zijn
staatssecretaris Glastra van Loon
(links).
van de initiatief wetsontwerpen
omtrent abortus. „Daar heb ik al te
veel over gezegd. Ik wil de zaak niet
op de spits drijven."
Vertrouwen
Zegt over het feit dat hij geen
contact tijdens het conflict met zijn
afgetreden staatssecretaris Jan Gla
stra van Loon meer heeft willen
hebben: „Het is een elementaire
ongeschreven regel van het staats
recht dat een staatssecretaris
vertrekt als zijn minister het
vertrouwen in hem opzegt. In- dit
geval was de breuk in het
vertrouwen zo diep dat het niet
anders dan met lapmiddelen te
overbruggen zou zijn geweest. Ik
kon niet geloven nog twee Jaar zo
verder te kunnen gaan. Als mens
mag ik hem graag."
Glastra is niet van plan om zo
maar op te stappen. Hij wordt in
dit standpunt gesteund door zijn
eigen fractie, de PvdA en de PPR.
Bemiddelingspogingen van Den Uyl
na diens terugkomst uit Suriname
op vrijdag 23 mei, falen. Van Agt
wenst geen gesprek met zijn
staatssecretaris voordat deze diens
voorwaarden had geaccepteerd. De
eisen van Van Agt tfaren: het
publiekelijk intrekken van de
interviews en het wegnemen van het
strafrechtpakket uit de portefeuille
van Van Loon. Woensdagmorgen om
half drie dient D'66-fractieleider
Terlouw het ontslagverzoek van Van
Loon in. De dagenlange onderhan
delingen en vooral die van de
laatste nacht werden gevoerd om
het beleid van Van Loon te redden.
Ziekteverzuim
kan omlaag
Met grote belangstelling in het
Leidsch Dagblad het interessante ar
tikel over ziekteverzuim gelezen.
Wanneer Dr. Doeleman (medisch
adviseur van het Gemeenschappelijk
Adm. Kantoor Amsterdam) gelijk
heeft mag het toenemend verzuim
een beangstigende ontwikkeling wor
den genoemd. Een steeds kleiner wor
dend aantal werkers zal voor een
groeiend aantal mensen die „ziek"
zijn de lasten moeten dragen.
In 1974 kostte het „ziek" zijn de
gemeenschap 8 miljard aan uitkerin
gen, telt men hierbij op het produk-
tieverlies veroorzaakt dooi4 verzuim
de werkuren etc. dan komt men aan
een astronomisch, bedrag.
Het moet duidelijk zijn dat Ne
derland zich dit verlies niet kan per
mitteren en hoe dan ook ziektever
zuim tot het noodzakelijke minimum
zal moeten redresseren.
De ongetwijfeld zeer deskundige
Dr. Doeleman noemt een reeks voor
waarden die een gunstig effect zou
den moeten sorteren; aan deze
„werk en leefklimaat" bevorderende
maatregelen wordt thans vrijwel
overal aandacht besteed met als ge
volgstijgend verzuim!
Is er dan geen alternatief?
Naar mijn overtuiging zeker maar
slechts dan wanneer wü, los van
politieke overtuiging, het over enkele
principes eens kunnen worden en
hierna konsekwent durven zijn.
Deze principes of, zo u wilt, trieste
waarheden zijn:
A. Er wórdt op grote schaal mis
bruik gemaakt.
B. Wanneer bij tevelen zelf-dici-
pline en/of medeverantwoordelijk
heidsgevoel ontbreekt moet in aller
belang worden gereageerd.
C. Het merendeel van de mensen is
materialistisch d.w.z. denkt primair
aan zichzelf en handelt overeenkom
stig.
D. Het zich door ziekteverzuim ont
trekken aan problemen is even on
controleerbaar als besmettelijk.
Nogmaalsook naar mijn me
ning behoort een werkelijk zieke
thuis te blijven en heeft hij of zij
recht op liefdevolle zorg; waar het
om gaat is een indammen resp. re
duceren van een beangstigend mis
bruik.
Het kernpunt van een n.m.m. nog
nergens geprobeerde aanpak is:
BELOON AANWEZIGHEID
Opmerking: De statistieken tonen
aan dat het gemiddeld verzuim de
10 procent heeft overschreden. Dit
betekent dat op de plm. 250 echte
werkdagen per jaar plm. 25 dagen, dit
zijn 5 volle werkweken, verloren
gaan.
Stel nu dat op een constante aan
wezigheid een premie van bijv. 5 da
gen per jaar extra vrij wordt ge
steld dan is. een duidelijke en on
miskenbare aansporing om „present"
te zijn gerealiseerd.
Wanneer het huidige kolossale ver
zuim door een extra belonen van aan
wezigheid met bijv. 1/4 zou dalen tot
zo'n 7V> procent dan zijn wij op de
goede weg naar een normaal (on
vermijdelijk) verzuim. Natuurlijk
geldt wel dat elke dag ziekteverzuim
in mindering moet worden gebracht
op de premie die op constante aan
wezigheid is gesteld.
Ik vrees dat dit laatste voor velen
toch moeilijk verteerbaar zal zijn;
wenst men echter werkelijk een ein
de aan de huidige catestrofale ont
wikkeling te maken dan is een kon-
sekwente, stevige aanpak onvermij
delijk.
Mag ik een poging doen om mijn
visie verder te verduidelijken?
Is het niet waarschijnlijk dat ve
len die momenteel maar al te vaak
verzuimen zich snel de konsekwen-
tie zullen realiseren wanneer een
(vrijwel) altijd aanwezig zijn extra
gewaardeerd wordt?
Is het niet minder waarschijn
lijk dat de bonafide werkers die ook
wel eens ziek ztfn het als niet leuk
maar wel redelijk zullen ervaren dat
zij door ziekte extra vrije dagen ver
liezen?
Is het niet zeker dat de ge
lukkig nog velen die ondanks (per
soonlijke) moeilijkheden of zich niet
helemaal lekker voelen tóch naar
hun werk gaan de extra dagen gaar
ne zullen accepteren?
Het is vanzelfsprekend dat salaris
sen, vakanties en sociale voorzienin
gen onder geen beding mogen wor
den aangetast.
Zij die mij boos of verdrietig een
gebrek aan sociaal gevoel of erger
zouden willen verwijten, zou ik wil
len raden het artikel in het LD nog
eens goed te lezen en zich te realise
ren dat werken gezond en willen nog
steeds kunnen is.
Dat „willen" extra belonen zal hen
die tot dusverre maar al te vaak de
weg van de minste weerstand heb-
bare prikkel verschaffen hun plicht te
doen.
I. Dekker
Gansstraat 17,
Leiderdorp
De sociale diensten, met name die
la de grote ea middelgrote gemeen
ten, verkeren in een niet al te be
nijdenswaardige situatie. Achterstan
den, excessief ziekteverzuim lijken
symptomatisch te zijn voor een ge-
brekking functioneren van deze dien
ten. Niet alleen de werker dreigt
hiervan de dupe te worden, doch
ook de cliënt die zich in een vaak
kwetsbare situatie aanmeldt bij de
sociale dienst.
De verschenen zwartboeken zijn een
teken aan de wand en proberen de
oorzaken van het slechte functione
ren van de diensten aan te geven.
Het zwartboek over de sociale dienst
te Rotterdam bijv., vermeldt als oor
zaken onder meer: onderschatting
van de werksoort, te sterke hiërar
chie, vervreemding bij de beleids
voerders, kwalitatieve en kwantita
tieve onderbezetting. Opvallend is het
gebrek aan een eensluidende visie op
de dienstverlening vanuit de sociale
dienst. Dit is vermoedelijk één van
de redenen waarom de positie van de
sociale dienst erg onduidelijk is. Aan
verbetering van de situatie is tot op
heden weinig gedaan.
De verantwoordelijke politieke be
stuurders hebben zich in het alge
meen nooit veel aan de situatie bij
de sociale diensten gelegen laten lig
gen. Waarschijnlijk houdt dit verband
met de onderwaardering van het
werk, dat sociale diensten verrichten
en het feit dat de sociale dienst een
overheidsinstelling is. Bovendien ont
breekt er een gezaghebbende instan
tie, die, zoals CRM ten- aanzien van
de particuliere instellingen, bepaalde
ontwikkelingen kan bevorderen.
Het wordt tijd dat de veldwerkers
bij de sociale diensten, de mensen
die deel uitmaken van de afdeling
buitendienst, zich verenigen om de
situatie te veranderen. Dit terwille
van de cliënt en hun eigen functione
ren in het beroep. Met name deze
werkers kunnen Lvjil hun beroeps-
eisen aangesproken worden op hun
verantwoordelijkheid om stappen hier
toe te ondernemen. Veranderingen
hebben de meeste kans van slagen
als de betrokkenen zich verenigen,
omdat van een gezamenlijk optre
den de meeste kracht uitgaat.
Het is hierom, dat wij het initia
tief willen nemen teneinde te bezien
wat voor mogelijkheden er zijn voor
het ontwikkelen van gezamenlijke ac
tiviteiten, gericht op verbetering van
de situatie bij de sociale diensten.
De kans op slagen zal toenemen
naarmate meer werkers van een ge
zamenlijk optreden overtuigd zijn.
Een grote moeilijkheid is de veld
werkers van de diverse sociale diens
ten bijeen te brengen, gelet hierbij
op belemmerende factoren als af
stand, studie en enotionele belasting
bij de diverse mensen. Terwille van
de cliënt en de werker zelf, dient
evenwel doorbreking van de huidige
frustrerende situatie hoge prioriteit
te hebben. Bij het opzetten en het
uitvoeren van activiteiten door de
veldwerkers zal niettemin zoveel mo
gelijk met de belemmerende facto-,
ren rekening gehouden moeten wor
den. Het gezamenlijk optreden, waar
bij lijfelijke aanwezigheid wordt ver
wacht, dient daarom een incidenteel
karakter te hebben. De betrokken
heid op de activiteiten zelf kan zo
veel mogelijk via schriftelijke infor
matie gerealiseerd worden.
Gezien het gestelde doel is "het van
belang dat de activiteiten een direct
en spontaan karakter hebben. Om dit
te realiseren lijkt het nodig, de acti
viteiten niet via v gevestigde organi
saties te laten verlopen, zo dit al
mogelijk zou zijn.
Reacties graag naar onderstaand
adres.
Drees Kroes,
J. Bellamystraat 21,
Hengelo (Ov.)
ADVERTENTIE
Zonnige krenten en rozijnen in pure bessensap
Malhpak