VAAK EEN GEZELLIG DAGJE UIT M 'Aandeelhouders voelen zich vaak directeur' ZATERDAG 24 MEI 1975 PAGINA 15 Hi--* Menig aandeelhouder loopt de drukte dezer dagen misschien wel lichtelijk over het hoofd. Want het seizoen is aangebroken, het seizoen van de jaarlijkse algemene vergaderingen van aan deelhouders. En dat betekent dat de ware aandeelhouder, het kersverse jaarverslag onder de arm geklemd er weer veelvuldig op uit moet. Want zo'n belangrijke bijeenkomst van 'zijn' onderneming mag hij niet missen. Hij geeft dan ook maar al te graag gehoor aan de wettelijk verplichte oproep voor de aandeelhoudersver gadering, die deze en komende weken in groten getale in de financiële rubrieken van de dag- en weekbladen verschijnen. Ach, en het kunnen toch ook weer bar gezellige dagen zijn. Je ziet nog eens wat, je hoort nog eens wat. Gratis kopje koffie. Prima borreltje, ook al voor niets. En als het meezit, krijg je na afloop nog een leuk presentje mee. Nee, wat dat betreft geen wanklank. Dus op naar de aandeelhoudersvergadering. Keuze te over. Allereerst stond de Friesch-Groningsche Hypotheekbank op ons programma, op grond van een uiterst willekeurige keus. De FGH had een bepaald sjiek zaaltje afgehuurd in het Amstel Hotel in de hoofdstad. Achter de groengedekte tafel de hoogste man van het bedrijf, gesecondeerd door een zestal commissaris sen en een viertal adviseurs. Voorts een 70-tal aandeelhouders en zowaar ook vier aandeelhoudsters. Op de tafeltjes voor ons een keur aan verfrissingen en rookwaar. Door Jan Kees Kokke Zo maar een willekeurig gekozen foto van een aan deelhoudersvergadering. Het is die van de Koninklijke Ne derlandse Petroleum Maat schappij in het Haagse Con gresgebouw. De voorzitter van de Raad van Commissa rissen, Jhr. mr. J. H. Loudon, bij het uitspreken van zijn openingstoespraak. Mr. J. de Wilde, voorzitter van de raad van bestuur is zijn officiële functie, rolt een sjekkie en opent de vergadering. In financieel jargon worden de cijfermatige opstellingen in het jaarverslag besproken. De Wilde: „Ik zie een heleboel aandeelhouders, die echt vergroeid zijn met de Friesch-Groningsche. Echt vergroeid. Want je hebt allerlei aandeelhouders. Je hebt inlepers en uitlopers. Wij zijn een binnen vetter Wij zijn een groeiaandeel". Dan krijgen de aandeelhouders een kans voor hun zegje. Aandeel houder Somerzwart jasje en dito vest, gestreepte broek is helemaal uit Assen gekomen en laat zich op de voorste rij gezeten dan ook niets ontgaan. In goed Hollandse stijl leest hij van een papiertje een lange theologische beschouwing voor. De aandeelhouders en de bestuurders kijken vrijblijvend, maar nog net beleefd naar het plafond. En ten slotte moeten ook de jaar stukken goedgekeurd worden. „Gaarne", geeft een aandeelhouder op de voorste rij beleefd glimla chend te kennen. Een wat jeugdige aandeelhouder heeft nog een vraag op z'n gemoed, maar het bestuur houdt zich goed. Maar dan worden de jaarstukken met een bescheiden applausje goedgekeurd. Aandeelhouder Somer uit Assen zit intussen rinkelend de muntjes in zijn beurs te tellen. Steekt nog een gratis sigaartje op en trekt kieskeu rig een flesje Spa uit de koeler. In tussen schrijden gerokte obers met irme bladen alcoholica binnen, de voortreffelijke service van het Am- stelhotel eigen. Voorzitter van de commissarissen mr. Ph. C. M. van Campen wordt zonder problemen herbenoemd en blijkt ook nog commissaris van een zestal andere ondernemingen. Com missaris Caron heeft er daarentegen niet minder dan tien. En zo schrijdt de ochtend voort. Gezellig Ook bij Wessanen, waar een 70-tal aandeelhouders in de Nassauzaal Van het Amsterdamse Hiltonhotel worden ontvangen, heerst een gezel lige stemming. Oude bekenden groetten elkaar recht hartelijk. Aan deelhouders drentelen langs de be stuurstafel, in de hoop dat een di recteur hen nog herkent van de vo rige bijeenkomst. Koffie en cake vinden gretig aftrek. Ja, wat wil je. V - or een kop koffie moet je anders in het Hilton even een rijksdaalder op tafel leggen. En dan opent com missaris A. Jiskoot de vergadering. De eerste aandeelhouder, die het woord mag voeren is ene meneer De Boer. Hij blijkt de Vereniging Effec tenbescherming te vertegenwoordi gen. Meneer De Boer vraagt aarze lend, al vindt hij het zelf ook wat gedurfd, iets meer informatie over de gang van zaken van het bedrijf. Bestuurder Andrea vindt het inder daad een delicate kwesvie. Steun De volgende. „Mijn naam is Spierings. Velen wis ten dat natuurlijk al" Waaruit blijkt dat we opnieuw met een vaste klant van doen hebben. Korte man. Strijdlustige baard. „Wij moeten proberen het bedrijfsbeleid zo goed mogelijk te beoordelen. Ik vraag mij af of wij als aandeelhouders de on dernemer wel voldoende steun in de rug geven. Wij moeten ons beraden of wij in deze moeilijke tijd, met al die actiegroepen, de ondernemer niet meer moeten helpen" .Commis saris Jiskoot is het helemaal met hem eens dat ze in een moeilijk kli maat leven. „Maar van onze kant moeten we de polarisatie niet aan moedigen" „Wat we nodig hebben is een Post humus Meyjes", roept een aandeel houder gedurfd uit. Naast mij schudt iemand vermoeid zijn hoofd. „Van die man krijg ik de rillingen. Dat is een speculant. Die liet zich omkopen tot commissaris bij de EMS. Maar niet alleen bij de EMS, maar ook bij de geschiedenis van de Volks Aandelen Trust speelde Post humus een heel kwalijke rol". Een aandeelhouder is intussen be gonnen met het hakkelend voorlezen van een lang betoog over de distri butie van de eerste levensbehoeften. De zaal moet er niets van hebben. „Wat heeft dat allemaal met het jaarverslag te maken", roept men verbolgen uit. Snel gaan we daarom over op het goedkeuren van de jaar stukken, hetgeen probleemloos ge schiedt. Grappen schieten intussen over en weer. „Nu schiet ik raak, hoor voorzitter". Als de benoeming van een commissaris aan de orde is, schiet aandeelhouder De Boer ja, die van de Vereniging Effectenbe scherming naar de microfoon om dat voorstel toe te juichen. De Boer beschouwt zich als een soort voor man van de andere aandeelhouders. Aandeelhouder Schuthof staat op: „In de eerste plaats wil ik uiting geven aan het keurig verzorgde jaarverslag. In de tweede plaats wil ik het bestuur dank zeggen voor het mooie pakket dat we destijds thuis gestuurd kregen". Ten slotte meent hij dat het aanvangsuur van tien uur voor de vergadering redelijk vroeg is. Een dame uit Soestdijk meent het bestuur ten slotte niet te mogen onthouden, dat zij op Goede Vrijdag een brood had gekocht. „En op paasdag zaten er al groene puntjes in. Erg akelig hoor. Hoe komt dat?" wil zij weten. Jiskoot: „Vast geen deeg van ons." Dame„Toch is het Happening erg vervelend". Verrassing Verder valt er geen wanklank. En bij de uitgang staat ons zelfs nog een verrassing te wachten. Een blik je echte Hollandse speculaas. In de zaal ernaast staan de glazen sherry al klaar en kunnen we ons nog on gedwongen met de bestuurders in hoogst eigen persoon onderhouden. Een kans die menig aandeelhouder aangrijpt. Op een steenworp van de idyllische vesting Naarden ligt de Chemische fabriek Naarden. Omdat „chemisch" een wat minder prettige klank heeft gekregen werd de naam van het be drijf onlangs omgedoopt in Naarden International. Bij de ingang worden we al opge vangen door een aantal portiers, die ons keurig naar het zaaltje loodsen, waar de aandeelhoudersvergadering wordt gehouden. De belangstelling is niet overweldigend. Een dertigtal heren en twee dames. Voorzitter van de vergadering is commissaris Van den Wall Bake. Gezellig neemt hij bladzijde voor bladzijde het jaarver slag met ons door. „Hier ziet u 'n heel smakelijke fo to van onze smaakstoffen". Vragen tot zover? Ja, een aandeelhouder staat op en maakt het bestuur uit voerig complimenten over de uitvoe ring van het jaarverslag, de leuke foto's, de lay out. „En gelukkig zitten er geen storende taalfouten in". Wall Bake: „De president en ik vonden de letters op de buitenkant niet zo mooi, maar ja, een oude vent als ik", zo verontschuldigt hij zich. En zo kabbelt de vergadering voort. Als de herbenoeming van commissa ris Renooy aan de crde is, mompelt een grijze aandeelhouder op de voorste rij „Voor". Die zaak is dus ook snel geklaard. Rondvraag. Vragen nog? Nee, geen vragen, we zijn allemaal geheel te vreden. Beneden in de t'bliotheek wacht het aperitief. „Jammer, dat u er vorig jaar niet was", schiet ie mand ons aan. „Toen kregen we zo'n interessante rondleiding. Nou, ik kom elk jaar hoor. Zo gezellig. En je ziet altijd bekende gezichten". „Wie is hier lid van de Rotary?" vraagt een aandeelhouder aan een directeur. „Wij witten het bedrijfsleven" „Er moet op de aandeelhoudersver gadering gewoon gediscussieerd kun nen worden over het bedrijfsbeleid. Het is in feite de enige plaats, waar de directie verantwoording over zijn beleid moet afleggen. Maar de mees te aandeelhouders, die identificeren zich met de directie. Die voelen zich zelf nog vaak directeurtje of eige naar. Dus als je het bedrijf aanvalt op zo'n aandeelhoudersvergadering, dan val je die hele zaal met oude zakken aan. Op de meeste aandeelhoudersverga deringen heerst trouwens een walge lijke mentaliteit. Bovendien wordt zo'n vergadering nota bene geleid door de mensen, die zelf verant woording over hun beleid moeten komen afleggen" Dat zegt de heer T. L. Lakeman (27), voorzitter van de vorig jaar opgerichte Stichting voor Sociaal Aandeelhouderschap. De heer Lake man studeert rechten in Utrecht. Voordien was hij van z'n 17de tot z'n 24-ste zelf werkzaam in het bedrijfs leven. De stichting bestaat voorts uit een achttal juristen en econo men en wil het bedrijfsleven kri tisch en desnoods hinderlijk volgen. Met name de ondoorzichtige machtsverhoudingen in het bedrijfs leven zijn een doorn in het oog van de stichting. „Vooral bij slechtlopende bedrijven zal je altijd zien dat er iets fout is met de zeggenschapsverhoudingen", aldus Lakeman. „Daar zie je dan ook vaak dat de banken het volledig voor het zeggen hebben. Die banken beschikken dan over twee machts middelen. Het bankcommissariaat en de mogelijkheid om het krediet op vaak zeer korte termijn in te trek ken. De banken hebben daarom in het bedrijfsleven ontstellend veel te vertellen op een manier, waarop vrijwel niemand enig inzicht heeft". „Het enige machtsmiddel, dat de aandeelhouders hebben", aldus Lake man, „is het recht van enquette, een soort van 19de eeuws klaagrecht. Maar dat recht is een farce en er wordt dan ook nooit gébruik van gemaakt". „Daarom moet dat recht gewijzigd worden. Als dit een wezenlijk recht was, dat zou zo'n aandeelhoudersver- gadering veel interessanter zijm Zo'n vergadering wordt pas vruchtbaar als er partijen tegenover elkaar staan, die beide over behoorlijke wapens beschikken. En ovèr dezelfde informatie". De heer Lakeman ontkent ten stel ligste dat zijn Stichting voor Sociaal Aandeelhouderschap het bedrijfsle ven zwart wil maken. „Wij witten het bedrijfsleven, wij gaan bepaalde wantoestanden te lijf. Nu bijvoor beeld op het gebied van de mede zeggenschap. Het enige wat wij in feite willen is een stuk openbaar heid. En als daardoor allerlei wan toestanden aai) het licht komen, dan is dat de schuld van het be drijfsleven zelf". Lakemans toekomstideaal is een op sporingsapparaat dat grote economi sche delicten, onrechtmatigheden en onregelmatigheden in het bedrijfsle ven aanpakt. „Men zegt wel eens wie een spoorbiels jat, is een dief. Maar wie een spoorwegmaatschappij ;at, is een genie". hoven. Dat is zowaar een hele hap pening. De enorme zaal van de Phi lips Jubileum Hal blijkt maar net groot genoeg om de meer dan 1800 aandeelhouders, die opgekomen zijn, te herbergen. Er zijn er zelfs uit het buitenland gekomen. Voor hen is er een speciale vertaaldienst. Op het enorme podium, achter een batterij van microfoons, 27 naam- plaatjes.De allerhoogste top van een enorm concern, de derde multi national buiten Amerika. Aandeel houders zwaaien uitbundig naar het podium. De voorzitter van de verga dering, ir. P. J. Philips, glimlacht i terug. maar ook nog een minzaam mens". Porties kaas dweept meneer De Boer. Het is dan ook niet niks zulke hoge bestuur ders toe te mogen spreken over de hoofden van die vele duizenden aandeelhouders. Is het dan verwon derlijk dat meneer De Boer er een kleur van heeft gekregen? Nee, dan de dag daarop de aandeel houdersvergadering bij de NV Phi lips Gloeilampenfabrieken in Eind- De vergadering begint e Philips zegt dat hij het plezierig vindt wanneer er veel vragen gesteld zullen worden en dat zij hun best zullen doen alle vragen zo goed mo gelijk te beantwoorden. Het eerste applaus barst los. De president van Philips, jhr. H. A. C. van Riemsdijk leest nu, enigszins moeizaam, zijn rede voor „Onze onderneming on derweg". En ten slotte mogen da aandeelhou ders vragenstellen. „Wie?" verzoekt meneer Philips de zaal. Even lijkt het alsof niemand iets wil weten over dit machtige bedrijf. Maar dan rijst, bijna majestueus de gestalte op van de ons al bekende meneer De Boer. Hij laat zich de microfoon aanreiken en zegt: „Mijn naam- De Boer, maar dat heeft u al opge merkt. Ik vertegenwoordig hier de Vereniging Effectenbescherming". Hij feliciteert meneer Philips recht har telijk met zijn 70ste verjaardag. Ap plaus. „U bent niet alleen een intel ligent. aimabel en opgewekt persoon, Meneer De Boer vertelt ons verder dat van de ondernemer vandaag de dag een flexibiliteit wordt verwacht en een inventiviteit, die haast niet meer is op te brengen. Ook een compliment over de uitvoering van het jaarverslag.mag de bestuurstafel niet worden onthouden. Maar dan ter zake. Het dividend- voorstel, een stokpaardje van me neer De Boer, zo weten we van vori ge vergaderingen. Dan gaat meneer Van Riemsdijk antwoorden. Wat nu? Klopt er iets niet met de ge luidsinstallatie? Bij zo'n bedrijf mag dat toch niet. Telefonisch krijgt me neer Van Riemsdijk instructies. Maar inmiddels redt meneer De Boer, meneer Van Riemsdijk uit z'n benarde positie door snel een nieuwe vraag te bedenken. Meneer Philips toont zich niet onge voelig voor de mooie woorden van meneer De Boer. En weer barst het applaus los. De man wordt op han den gedragen door de zaal. Dan staat iemand op die vragen wil stellen over het beleid van Philips in Rhodesië en Zuid-Afrika. Wat is dat nu? Ook meneer Philips en de andere bestuurders fronsen. „Ja, ik weet wel wat u wilt vragen", zegt meneer Philips wrevelig. „Nee, die vraag moet u maar uitstellen tot de rondvraag". De zaal stemt er ap plaudisserend mee in. Nog méér vragen? Ja, daar is ene meneer Lankkman. „Met twee k's. Twee porties kaas, ja, ha, ha". Maar het liegt er niet om wat volgt. „Het ondernemingsklimaat moet verbe terd worden. De onderneming zorgt voor de welvaart, voor een góed be legde boterham". Zelfs de aandeelhouders uit Duits land stellen vragen. Een beetje lang en vervelend, merken we aan de reacties van de zaal. Meneer Philips vindt het dan ook welletjes en maakt er een eind aan. „Unhoflich, aber notwendig". Dr. Ir. Tromp, vroeger directeur van Philips, nu aftredend commissaris wordt in het zonnetje gezet. Tromp zegt dat hij het volste vertrouwen heeft in het vrije ondernemersini tiatief. Applaus. Maar hij blijkt zich erg te kunnen opwinden over som mige publiciteitsmedia die de euvele moed hebben om te vragen of er soms iets schort aan het beleid bij Philips. Iemand, kennelijk van de centrale ondernemingsraad, merkt bij het voorstel om meneer Bon- gaarts te benoemen tot commissaris op, dat diens verleden geen indruk heeft gemaakt, en evenmin waren de verwachtingen voor de toekomst hoog gespannen. Meneer Philips blijkt afkeurend te staan tegenover een werknemerscommissaris. „Het moet een universeel gezelschap zijn. Ik ben ertegen dat bepaalde com missarissen bepaalde groepen verte genwoordigen". En zo spoedt de vergadering zich voort. Tenslotte de rondvraag. Dan staat de man weer op die namens het Interkerkelijke Vredesberaad Geen politiek Nog voor een duidelijk vertoornde meneer Philips kan antwoorden, schiet een aandeelhouder in de zaal driftig overeind. „Mijn naam is Gratema, van het bestuur van de Vereniging Effectenbescherming. Geen politiek hier". Applaus uit de zaal. "Ik protesteer ertegen dat deze man überhaupt aan het woord komt. Ik verzoek het bestuur niet op deze wagen in te gaan". Meneer Philips heeft zelf ook niet veel zin om op de vermetele vragen in te gaan. Maar hij wil er toch nog dit van zeggen, "ik ben er zelf ge weest. En ze hebben ons gesmeekt te investeren in zuid-Afrika juist voor dé zwarte bevolking." Hij vindt het wel schandelijk dat men twijfelt aan de goede bedoelingen van Phi lips. „Uit kerkelijke motieven nog wel. Daar geven wij in ieder geval geen geld meer aan. Dat is dan per soonlijk bedoeld". De man in de zaal wil nog wat zeg gen, maar meneer Philips ontneemt hem resoluut het woord. De verga dering wordt gesloten en iedereen wordt bedankt voor z'n komst. Dat hebben we op hoge prijs gesteld. Bij de uitgang kregen we allemaal een grammofoonplaat van meneer Phi lips. En dan durft een Jonge snot aap naast ons toch nog te zeggen: „Ik geloof dat het tijd wordt dat de heer Philips van het spreekgestoelte wordt afgevoerd".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1975 | | pagina 15