Veel Duitse toerristen gaan in Kenia op sex-safari
Willem, de rallen
en de vrouwtjes...
Een merkwaardig
dagje aan
de Zaan
SSQSi
ZATERDAG 17 MEI 1975
PAGINA 23
Ondanks pogingen om van de
reputatie als het land van de
seks-safari af te komen beschouwt
men Kenia nog steeds als het meest
plezierige land voor seksuele relaties
tussen mensen van verschillende
huidskleur. Duizenden van de naar
schatting half miljoen toeristen die
ieder jaar Kenia bezoeken -vooral
Duitsers- komen meer voor de
meisjes dan voor het wild.
Door
John Borrell
Net als het beroemde wild van
Kenia trekken de meisjes van plaats
naar plaats. In het hoogseizoen, van
december tot april, komen ze zelfs
uit Somalia en Tanzania naar de
grote toeristenhotels, die liggen
langs de zandige kusten van Kenia.
Ondanks belemmeringen door de
politie en de meeste hoteldirecteuren
doen de meisjes goede zaken,
dankzij de Duitsers en Zwitsers, die
ongeveer 60 procent van de clientele
uitmaken van de meeste hotels aan
de kust. Deze toeristen vinden, dat
de zon en de zandige stranden,
gecombineerd met wat seks, een
ideale vakantie verschaffen.
Tot voor kort bood een van de grote
hotelketens alle drie aan: zand, zon
en seks, in haar voor Europa
bestemde brochures over Kenia's
groeiende reputatie als het Bangkok
van Afrika.'
Eind vorig jaar begon men hier
maatregelen tegen te nemen. Het
bedrijf is thans verdreven uit de
bars en slaapkamers van de
strandhotels, maar de prostitutie als
zodanig is hierdoor toch nauwelijks
verminderd.
"Het werd te erg", aldus Frank
Pfaller., directeur van het Blue
Marlin-hotel in het district Malindi
op ongeveer honderd kilometer van
Mombasa. "Soms konden onze gasten
geen kruk aan de bar vinden, omdat
er te veel meisjes zaten. Er kwamen
steeds klachten van toeristen op
middelbare leeftijd".
Nu hebben wij een pasjessysteem,
waardoor slechts ongeveer een
dozijn meisjes van betere klasse tot
het hotel wordt toegelaten. De rest
moet in het dorp aan klanten zien
te komen. Andere hoteliers hebben
hetzelfde gedaan. Aan de Watamoe-
baai, die enkele jaren de reputatie
had het sekscentrum te zijn van de
Keniase kust, laat men thans enkel
een aantal meisjes uit die streek toe
in het Watamu Beach- Hotel.
"We moesten er een eind aan maken
omdat het te veel moeilijkheden gaf",
aldus directeur Dirk Meyer. "Als nu
een van onze gasten een van de
meisjes uit deze streek mee aan
tafel wil vragen dan moet hij mij
hiervoor eerst permissie vragen".
Als gevolg van deze maatregelen
van de hoteliers die hierin worden
gesteund door de regering van
Kenia, wordt de prostitutie aan de
kust thans minder openlijk bedre
ven, maar men hoeft niet ver te
lopen om ermee in aanraking te
komen. Om de meeste hotels liggen
nachtclubs met suggestieve namen
als "Black and White". Voor de prijs
van een biertje, enkele sigaretten en
een bedrag tussen de 50 en 200
Keniase shillings (18 tot 60 gulden)
kan je een meisje voor 's nachts
bemachtigen.
Voor wat meer geld kan Je
misschien hetzelfde meisje charteren
voor een week of veertien dagen.
Onder het rieten dak van de Habari
("Welkom")- nachtclub in Malindi
vertelde Fawzia, een zeer aantrekke
lijk Somalisch meisje, dat Duitsers
de beste klanten zijn en dat velen
hunner liever een meisje hebben
voor een of twee weken dan alleen
voor een nacht.
"Ik heb eens vijfduizend shilling
(ongeveer 1800 gulden) gekregen
voor veertien dagen met een Duitser
van middelbare leeftijd uit Frank
fort", zei zij. We brachten de meeste
tijd samen door met zwemmen of
zonnebaden. Toen hij naar Duits
land terugging stuurde hij mij wat
dure kleren en juwelen.
Zij vertelde, dat zij ook soms een
enkele nacht met iemand door
bracht en daarvoor ongeveer 100
shilling (36 gulden) ontving. Dit is
een vorstelijk bedrag in een land
met een gemiddeld maandloon van
300 shilling.
Dertig kilometer naar het zuiden in
de Black and White nachtclub,
dansten ongeveer een dozijn Duit
sers en Zwitsers de seksueel
uitdagende "bump" met zwarte meis
jes, terwijl andere paartjes erom
heen zaten en wat dronken.
Dieter Kruse, die op zijn ene knie
een glas bier had en op zijn andere
een meisje met een Afro- kapsel
vertelde, dat dit zijn tweede
vakantie was aan de kust van Kenia
en dat hij er vooral kwam voor de
meisjes. •-
"Ik ben ook in Hamburg uit geweest
maar de meisjes daar zijn niet te
vergelijken met die in Kenia" zei hij.
"Duitse prostituee's denken, dat ze je
een gunst bewijzen, ook al betaal Je
hen natuurlijk, maar de meisjes
hier zijn veel vriendelijker en
behandelen je meer als een vriendje
dan als betalende klant".
En hoe dan ook, voor de peijs van
een hele nacht met een van deze
meisjes zou je in Hamburg nauwe
lijks een biertje kunnen krijgen",
zei hij.
De meeste Duitsers in de Black and
White nachtclub vonden dat die
nieuwe beperkingen in de hotels erg
onrechtvaardig zijn, zowel voor de
gasten als voor de meisjes uit die
streek. "Het lijkt wel apartheid',zei
Dieter. "Als ik een blank meisje uit
Europa zou meenemen, zou ik haar
op mijn kamer kunnen houden zo
lang als ik dat wenste, ook al zou
zij een prostituee zijn".
Maar er zijn veel manieren om de
beperkingen te ontlopen zoals
talrijke toeristen al hebben ontdekt.
Een paar shillings aan steekpennin
gen voor de Askari's (portiers), wier
taak het is de prostituee's buiten de
deur te houden, zullen in het
algemeen succes boeken en het is
trouwens betrekkelijk makkelijk om
de meeste hotels van het strand af
binnen te lopen. Veel Jongere
toeristen vinden het juist ©en van
de aantrekkelijke dingen van een
seks-safari om een soort leven als
de inheemsen te gaan leiden. In het
dorp Watamoe, gelegen onder
wuivende palmen, zijn er meestal
enkele Europese toeristen die er met
inheemse meisjes samenleven. De
meeste van die toeristen zijn naar
Kenia gekomen op een vakantiereis
waarin hun hotelaccommodatie is
inbegrepen. Zij moeten daarom
extra betalen om zich tijdelijk in
het dorp te vestigen. Maar de
meesten vinden dat best het geld
waard.
„Je kunt een verblijf in het dorp
huren voor ongeveer 20 shilling
(ruim zes gulden) per dag en dat is
veel prettiger dan te logeren in een
luxe hotel samen met honderd
andere Duitsers", aldus Gerd Necker-
mann over zijn glas bier in de
Oejamaa-bar in het dorp Watamoe.
Naast hem zat zijn Somalisch
vriendinnetje, Fatoema, die vertelde
dat zij voor het toeristenseizoen
naar Watamoe was gekomen. De
rest van het Jaar woonde zij te
Nairobi.
Net als veel andere prositituee's
sprak Fatoema beter Duits dan
Engels. "Haast alle mannen, die
hier naar toe komen, spreken Duits.
Zo steek je allicht wat van de taal
op, zei zij.
Terwijl de meisjes goed verdienen
aan de mannelijke toeristen zijn de
jongens aan het strand, die meest
in de hotels logeren, ook in tel en
een aantal „Frauen" en „Frauleins'
zijn zo onder de indruk gekomen
van hun zwarte minnaars dat zij
voor hen huisjes hebben gekocht of
een of ander winkeltje.
Een Zwitserse van middelbare
leeftijd heeft zelfs haar minnaar
mee naar Zwitserland genomen.
Soortgelijke verhalen zijn legio.
Waar of niet, ze werken als een
magneet voor een land waar de
werkloosheid toeneemt en de lonen
meestal verre van hoog zijn. Het
valt moeilijk te zeggen hoe groot
het percentage toeristen is voor wie
de seks de voornaamste attractie
van Kenia is. Reisleiders en hotel
directeuren schabten het cijfer op
ongeveer 10 procent.
De meesten van hen geven toe dat,
ondanks de refcente beperkingen, de
Europese belangstelling voor seks
tussen mensen van verschillend ras
eerder toeneemt dan afneemt. „De
mensen kunnen het eenvoudig niet
laten", zo merkte een hotelier zuur
op.
Door
Daan Ovetfhoff
moet je toch minstens vier dagen in
de week mee bezet zijn. Twaalf
duizend gulden heb ik erin
gestoken aan arbeidsloon en zo,
maar geen kip. Als ik ermee in'
Duitsland kom ren je van tent naar
tent, dan ziet Nederland me niet
meer terug. Hier zijn ze te nuchter.
Hier denken ze: die gozer is gek, die
moet opgesloten worden".
Assistente
Dat willen we voor dit uitzonderlijk
talent voorkomen. Daarom stelt de
fotograaf voor een paar aardige
plaatjes te maken, waarop een
pittige assistente echter niet mag
ontbreken. Weer pech. Eerst die van
negenendertig, toen een meisje dat
beschadigd onder haar brommer
vandaan is gekropen en nu Jannie,
maar die werkt op een bank in
Amsterdam en kan niet zomaar weg.
„Een heel lief meisje", zegt Willem
als hij het via de telefoon toch even
probeert, „vrij, geen verkering. Als
ik drie maanden op toernee ga moet
ik geen geleuter hebben, zo van: ik
moet naar Jopie toe. Maar als
Jannie niet kan vind ik hier in de
buurt wei iemand. Assistentes zat".
Jannie kan inderdaad niet. Willem
duikt in gedachten in zijn rijk
arsenaal aan vrouwelijk schoon en
vraagt dan aan de fotograaf: „kan
Je het niet met mijn moeder doen?"
Paultje verbreekt een pijnlijk
wordende stilte en belt ene Sylvia.
„Een scharreltje", vertrouwt hij ons
met een knipoog toe als Willem
opgelucht is afgereisd om deze hem
onbekende pseudo-assistente op te
pikken. Vlug belt Paultje nog een
keer met Sylvia. „Mijn baas is een
beetje een vrij type", waarschuwt hij
haar, „ga maar op de achterbank
zitten".
Sylvia is nog maar zestien, maar ze
is een kranige uit Krommenie. Als
ze de melkfabriek heeft laten weten
dat ze die middag niet kan komen,
omdat ze nog een rokje moet
naaien, jagen wij met de koning, de
plaatsvervangend koningin, de lakei
en zes ratten door het binnenste
van Zaandam naar het huis van
Willem.
Het magisch centrum is een kamer
op de eerste etage. De dubbele
bodems en kunstbloemen liggen er
Wülem, Sylvia van de melk
fabriek en de ratten...
voor het oprapen. Willem zwaait
vervaarlijk met de armen en heeft,
oh wonder, opeens een toverstok in
zijn hand. Een druppeltje olie zou
niet misplaatst zijn, de stok is
uitschuifbaar en dat kan je horen.
Als hij het ding tussen- de vingers
wil laten ronddraaien, waarvoor
enige vaardigheid is vereist, valt de
stok al snel op de grond.
„Kom liefje", gaat Willem, nu tegen
Sylvia, opgewekt verder, „kleed je
eens uit en trek dit aan" en hij
houdt haar met keurend oog een
glittervestje en minirokje voor.
Sylvia bloost geen moment onder de
verkleedpartij, maar wij hebben het
hoofd dan ook discreet afgewend.
Dat had van Willem niet gehoeven.
Wij moeten ons pas omdraaien als
hij zijn trucs prepareert. „Anders
zie je alles", zegt hij.
Dat doen we toch wel. Ook Willem
zit nu in schubbig artiestenpak en
als beiden zijn geschminkt lijkt alles
net echt. Willem loopt nu ook met
showpasjes ongenaakbaar te zijn,
Sylvia kirt naar behoren, maar de
meeste goocheltoeren met de ratten
zijn overduidelijk. Logisch, want wij
zitten er bovenop en dat is het
miljoenenpubliek van de toekomst
niet gegeven.
Voor buitenfoto's rijden we nog even
naar een restaurant aan de Zaanse
Schans. Willem heeft de smaak nu
helemaal te pakken. Hij vergast ons
op een serie slechte imitaties en
Sylvia, die hij inmiddels op schoot
heeft genomen, laat zich enige
handtastelijkheden welgevallen. Op
de achterbank kijkt Paultje wat
mistroostig naar de ratten, die hem
ook niet kunnen helpen.
„Weet je wat het nare van televisie
is?", verkondigt Willem aan de
belangstellende horecaexploitant „je
geeft in een keer Je hele act weg.
We zijn ermee bezig, maar dan doe
ik toch hooguit een nummertje en
dan een interviewtje". Een hard vak,
artiest zijn.
ZAANSTAD Een bezoek aan rattenkoning Willem Koster is inderdaad verbijsterend. Hij is
de enige man ter wereld, die dit ongedierte even gemakkelijk laat verdwijnen als verschijnen en
dat moet je toch maar durven met deze onderaardse knagers, boodschappers van verderf en
ellende. Toch staan wij nog niet eens zozeer verstomd om dit „wereldnummer", zoals deze ar
tiest zijn goochelact regelmatig pleegt aan te prijzen. Koning Koster blijkt namelijk tijdens
een merkwaardig dagje aan de boorden van de Zaan niet alleen met ratten, maar ook met we
reldser verschijningen te kunnen stoeien. Hij lijkt er vooralsnog meer succes mee te hebben
dan met zijn beroepsmatige kunsten, maar daarvoor zijn we eigenlijk niet gekomen. Op een be
schaafd uur in de morgen melden wij ons in een van de uithoeken van wat tegenwoordig Zaan
stad heet. Willem Koster heeft ons telefonisch laten weten dat zich daar zijn organisatiebureau
Variaté bevindt. Die naam heeft hij helemaal zelf bedacht: variatie op variété, dat geeft va-
riaté. Aardig niet.
Êen klungelig briefje op de huisdeur
zegt ons dat wij het bureau links
om de hoek moeten zoeken. Daar
houdt zich tussen veel rommel met
moeite een houten keet staande. De
fctograaf trekt, trouw aan krotop
ruiming, een vermolmde plank opzij
en roept zonder hoop: „is daar
iemand?".
Ja hoor, de rattenkoning. Even
denken wij dat Willem, om het
vertrouwen van zijn rioolgangers te
winnen, voor een even morssige
behuizing heeft gekozen, maar dat is
niet helemaal eerlijk. Hardboard
heeft een gedeelte van het
fietsenhok omgetoverd in een
piepklein kantoortje: het organisa
tiebureau Variaté.
Foto's van onduidelijke vuurvreters,
zakkenrollers en zangeresjes aan de
muur. Heuse ordners, een telefoon
en zelfs een intercom. die een
verbinding met fraaie secretaresses
en machtige bedrijfsruimten sugge
reert. Dat wordt echter een
teleurstelling, want het lijntje reikt
niet verder dan Willem's moeder in
het huis luttele meters verderop.
Toch m - n wij de werkzaamheden
van Willem niet onderschatten,
want in het hokje duikt ene Paul
op, die Willem voorstelt als zijn
manusje-van-alles. Hij kan dan ook
tikken met twee vingers, koffie
zetten, bier aandragen en verder
alle handelingen verrichten, die
W:ll°m nodig acht ter on^^^touning
van zijn imago. Paul getuigt van
e< omerkelijke slaaftterwijl
hii Villem toch in leeftijd, 22 om
21. overtreft.
Dan zijn er natuurlijk de .'ten,
tien in getal, mannetjes. Met hun
witte vacht lijken zij op groter
gegroeide muizen, die veel bij Japie
hebben gegeten. Een improvisorische
deksel op een glazen bak weerhoudt
hen van snaakse uitstapjes, maar
zoals ze daar in hét zaagsel liggen
te dromen kunnen wij onmogelijk
een kwaadaardige indruk van ze
krijgen.
W i'llempie
„Zeg maar Willempie", begint Koster
vlot en hij trakteert ons pardoes op
sticker, ballpoint en foto met
handtekening. „Kijk eens aan, nog
nauwelijks binnen en dat heb Je al",
klinkt het kermisachtig. Willem is
artiest, daar is geen twijfel aan.
Vrij chaotisch neemt hij met ons
het vak door. Met artiestenbloed
geboren, meent Willem, hoewel
niemand uit de imposante familie
ooit een stap op het toneel heeft
gezet. Als kind circusje spelen met
latten en oude dekens ergens onder
een poort in Haarlem. Thuis de
leukste zijn op verjaardagen en
andere feestelijkheden.
Clown Akkie later, bekend op
minstens de helft van alle
kleuterscholen in de Zaanstreek. En
sinds begin dit jaar het organisatie
bureau Variaté. Gemeenten attent
maken op de komst van reizende
circussen, vuilcontainers klaarzetten
feestavonden voor bedrijven verzor-
een, platen producen en bemiddelen
voor een lange rij volslagen
onbekende artiesten. Of de bliksem
carrière van het zangeresje Jeanette
Tinneveld bilwwrbeeld moet ons
ontschoten zijn.
Tot twee keer toe onderbreekt de
telefoon de lange monoloog van
Willem. „Jo, je moet niet zo gauw
in de put zitten", laat Koster bij een
van die gelegenheden weten, „bouw
Je nummer stukje voor stukje weer
op, maar denk aan je hart. Echt, ik
vergeet Je niet. Misschien zet ik je
wel in de show in september' naar
Amerika".
„Amerika?", stamelen wij danig
onder de indruk. „Ach, dat had je
niet mogen horen", zegt Willem, „nou
ja, vooruit maar. Twee maanden
nachtclubwerk daar, maar het is
nog niet zeker hoor. Ja, dat
vrouwtje, negenendertig is ze en een
zwak hart. Ze wilde mijn assistente
worden, maar dat zit er met ons
leeftijdsverschil niet in. Nou kan ze
ook wat standjes maken op een
tafel, maar het moet wel kalm aan
van de dokter".
Dat zit niet mee, maar Willem is
gelukkig nog rattenkoning en met
dat ijzersterke nummer, veronder
stellen wij, krijgt hij de wereld wel
plat. Of niet soms? „Het lukt nog
niet erg", moet Willem toegeven, „de
gedachte is goed. Deze jongen wil
uniek zijn. Dan kan Je onder een
olifant gaan liggen, 'op een fietsje
klimmen of Jezelf in brand steken,
maar dat wordt allemaal al gedaan.
Zo kwam ik op goochelen met
ratten".
Waterratten
Via een kennis bij een laboratorium
verzekert Willem zich van tien
waterratten en ene Borah en Sandy
uit Belgie, die ook enige tijd dit
nerveuze ongediertje in plaats van
donzige konijnen uit hun hoge Hoed
hebben getoverd, stoppen Willem
bereidwillig hun attributen en de
titel rattenkoning toe.
De meeste goocheltoeren met de ratten zijn overduidelijk.
Verder dan enkele try-outs voor de
familie en een niet door iedereen
bejubelde premiere voor een bejaar
dentehuis in het Zaanse is koning
Ko~w echter nog niet gekomen. „Ik
had er een hele show omheen", zegt
Willem, „maar op de ochtend van
de premiere ben ik ingestort. Het
gordijn en de vloer wilden niet. Met
koffie hebben ze me bijgebracht en
's avonds ben ik toch het toneel
opgegaan met tien ratten op mijn
lijf. Die oudjes waren als de dood,
Ze konden geen kik meer geven. Dat
had de directeur van het tehuis ook
door. Ze hadden wel een hartinfarct
kunnen krijgen, zei hij. Ik mag er
nooit meer heen".
Daar zit Willem met zijn ratten.
Vierhonderdvijftig gulden voor een
optreden met bandrecorder, acht
honderd voor levende muziek en bal
na. Niemand hapt. „Onbegrijpelijk",
klaagt Willem, „geen geld voor een
wereldnummer. Iets unieks, daar