MILIEUHEFFING IN
RIJNLAND OF NIET
Pander: 75
jaar foto's
ZILVEREN SIERADEN
Juwelier v.d. Water
Discussie tussen hoogheemraadschap
en Milieu Aktiecentrum Nederland:
Uitbreiding
Groenoordhal
Haarlemmerstraat 181
Een schoonheid van een
collectie
Altijd voordelig
LEIDEN PV De Reisduif hield
'n wedvlucht vanaf Soignies. In con
cours waren 402 duiven. Uitslag: 1.
W. Kop, 2, 8 W. v. d. Nieuwendijk,
3. P. Mooten, 4. J. v. Oosten, 5. A.
Singeling, 6. K. Lefebre, 7. W. Tol
boom, 9. W. v. d. Kooy, 10. A.
Pracht.
LEIDEN Naar verwachting zal
het college van B. en W. volgende
week een beslissing nemen over een
uitbreidingsplan voor de Groen
oordhal. Wethouder Van Aken ver
telde in de fractie-vergadering van
de PvdA, dat over deze zaak "in amb
telijk verband overeenstemming" is.
Er is een uitbreidingsplan gereed,
evenals de financiële dekking daar
voor. Uitbreiding van de hal is nood
zakelijk in verband met de groei
van de veemarkt.
LEIDEN —Aan de Leidse univer
siteit zijn geslaagd voor het docto
raal examen natuurkunde L. W. J.
den Ouden (Leiden), voor het docto
raal farmacie Y. G. v.d. Meer (Lei
den), voor het doctoraal geologie A.
P. S. Reymer (Leiden), voor het
doctoraal scheikunde H. B. Krop
(Sassenheim).
ZATERDAG 10 MEI 1975
LEIDEN Alle gezinnen en bedrijven, die
binnen het gebied van het hoogheemraad
schap van Rijnland wonen of gevestigd zijn,
krijgen de komende maanden een stortdngs-
kaart in de bus. Het daarop voorkomende
bedrag moet worden overgemaakt aan het
hoogheemraadschap. Het gaat hier om de
verontreinigingsheffing op basis van de Wet
Verontreiniging Oppervlaktewater. De zoge
naamde milieuheffing is bedoeld om de maat
regelen, die de waterschappen treffen om het
oppervlaktewater zo zuiver mogelijk te hou
den, te bekostigen.
Tegen deze heffing wordt ernstig bezwaar
gemaakt door het Mflieuactie Centrum Ne
derland (MAN). Een landelijke organisatie
met plaatselijke afdelingen, die zich verzet
tegen de uitgangspunten van de wet en die in
diverse plaatsen in ons land, met name in het
oosten acties heeft gevoerd. De belasting
plichtige gezinnen worden daarbij opgeroepen
om niet te betalen.
Het MAN is van plan nu ook in het gebied
van Rijnland een actie te gaan voeren tegen
de milieuheffing. Reden om zowel vertegen
woordigers van het hoogheemraadschap Rijn
land als van het MAN te vragen eens om de
tafel te gaan zitten om de argumenten voor
en tegen de heffing eens tegenover elkaar te
zetten. Het gesprek kwam er. Voor het MAN
waren aanwezig de landelijke voorzitter Remy
Poppe en Cor Vergeer van de Leidse afdeling.
Voor Rijnland zaten aan de tafel ir. H. de
Groot, ingenieur-directeur van de technische
dienst en mr. B. Plomb, secretaris-rentmees
ter van het hoogheemraadschap. Alvorens
een bondige samenvatting van de discussie te
geven, nog even iets ter verduidelijking voor
de lezers. Tijdens het gesprek werd herhaal
delijk de term "inwonersequivalent afgekort
i.e.) gebruikt. Het gaat hier om een eenheid,
dïe de gemiddelde hoeveelheid afvalstoffen
aangeeft, die een inwoner per etmaal in het
water afvoert.
Door
Bram van Leeuwen
Aan Rijnland de vraag: *Wat zijn
de argumenten geweest om de mi
lieuheffing ook in Rijnland in te voe
ren?"
Secretaris Plomp: „De heffing wa
terverontreiniging vindt haar basis
ir 1970 toen de in 1968 door de Ka
mer goedgekeurde Wet Verontreini
ging Oppervlaktewater van kracht
werd. De wet heeft twee soorten in
strumenten. In de eerste plaats het
stelsel van lozingsverbod en eventue
le ontheffing daarvan door middel
van een vergunning, waaraan voor
waarden worden verbonden. We noe
men dat de fysieke regulering. In de
tweede plaats het stelsel van heffin
gen voor de financiering van zuive
ringsinstallaties of andere maatre
gelen, waarmee collectief de vervui
ling bestreden kan worden. En het
grondprincipe van deze heffing is de
mate waarin iedereen het oppervlak
tewater vervuilt. Populair gezegd:
de vervuiler betaalt. Het gaat hier om
een rijksregeling.
Lagere publiek rechtelijke licha
men zijn met de uitvoering van de
wet dus ook met de inning van deze
heffing belast. In het gebied van
Rijnland, dat belangrijke delen van
Noord- en Zuid-Holland omvat, ge
beurt dat door het hoogheemraad
schap. Over het algemeen is de hef
fing steeds afgestemd op het Rijks-
uitvoeringsbesluit dat de heffing op
de lozingen op Rijkswater regelt.
Daarin staat dat als woonruimte
wordt aangemerkt een huis of be
drijfsruimte, die minder dan 20 i.e.
loost. In de toekomst zal dat 10 i.e.
worden en de regeling van Rijnland
loopt daar al op vooruit. Hoofdbewo
ners van woningen moeten een be
drag betalen, dat is gebaseerd op 3^i
i.e. en alle andere categorieën (be
drijven, instellingen etc.) krijgen een
aanslag volgens een coëfficientieta-
bel of naar meting van de vervui-
lingswaarde. De hoeveelheid gepro
duceerd afval, dat in het oppervlak
tewater terecht komt is bepalend
voor het bedrag dat uiteindelijk be
taald moet worden. Voor 1975 staat
op de begroting van Rijnland voor
kwaliteitsbeheer een bedrag van 25
miljoen gulden.
In totaal wordt er binnen ons ge
bied circa 1.25 miljoen i.e. afvalwa
ter geproduceerd, namelijk plm
850.000 i.e. door de huishoudens en
plm. 375.000 door de bedrijven en de
industrie. Uit de opbrengst worden
onder meer bekostigd de bouw en
exploitatie van waterzuiveringsin
stallaties, de bemonstering van het
water en de controle op de lozingen.
De Groot: „We zijn al sinds 1968
bezig met een actief kwaliteitsbe
heer. Op grond van de onderzoekin
gen die we afgelopen jaren hebben
verricht en de ervaringen die zijn op
gedaan zijn we gekomen tot die ver-
houdingscijfers. Zeventig procent
van het afval blijkt afkomstig van
de huishoudens en dertig procent van
de bedrijven en industrieën. We kun
nen in dit opzicht met nauwkeurige
cijfers werken, want we hebben alle
industrieën, die in ons gebied afval
water lozen gebonden aan bepaalde
normen, die zijn vastgelegd in een
vergunning.
Bovendien is er een voortdurende
controle op wat er door de bedrijven
geloosd wordt. Totaal zijn er 20 man
met de bemonstering belast. Binnen
Rijnland hebben we met onze instal
laties op dit ogenblik een zuiverings
capaciteit van 834.000 le. Tweeder
de van alle geproduceerde afvalwa
ter wordt dus gezuiverd. En er be
staat een ambitieus programma om
de zaak zo snel mogelijk uit te bou
wen". Vraag aan de vertegenwoor
digers van MAN: Vanwaar de acties
tegen deze milieuheffing?
Remy Poppe: "Het MAN voert ac
tie tegen onderdelen \ran de Wet Ver
ontreiniging Oppervlaktewater. Het
regelt namelijk alleen de zuurstofbin
dende stoffen. Chemische afvalstof
fen, zware metalen of andere vergif
ten blijven buiten schot.
Voor alle duidelijkheid: we voeren
geen actie tegen de uitvoerders van
deze wet, dus tegen Rijnland, maar
we vinden dat de wet moet worden
ingetrokken. De argumenten, die de
regering voor de wet gebruikt heeft
zijn namelijk onjuist. Onze kritiek
richt zich vooral op het feit, dat er
geen onderscheid wordt gemaakt tus
sen twee soorten biologische veront
reiniging, die er bestaan; die van
het gezin en die van de bedrijven.
De hoeveelheid van de eerste groep
ligt vast. Die van de tweede groep
zou gemakkelijk verminderd kunnen
worden door maatregelen als interne
zuivéring en het ontwikkelen van
apparatuur die de afvalstoffen omzet
in weer bruikbaar materiaal, bijvoor
beeld eiwitten.
Het MAN gaat ervan uit, dat de
ontlasting van de mens geen vervui
ling van het om^rvlaktewater ver
oorzaakt. Het rijk is er van uitge
gaan, dat het totale oppervlaktewa
ter belast kan worden met vijf mil
joen i.e. Door het zelfreinigend ver
mogen zijn er dan geen nadelige
gevolgen merkbaar. Volgens ons is
dat cijfer uit de lucht gegrepen en
ligt het in werkelijkheid veel hoger,
maar zelfs als het juist zou zijn,
kloppen de berekeningen niet. Vlak
na de Tweede Wereldoorlog waren
er 9 miljoen mensen die1- op open
water loosden. Toch was het open
water veel schoner dan nu. In Rot
terdam waren er zelfs gemeentelijke
zwembaden die direct aan de rivier
lagen.
Als we er vanuit gaan dat Ne
derland nu 14 miljoen inwoners heeft
en er 5 miljoen zonder merkbare ge
volgen hun afval in het oppervlak
tewater kunnen lozen, (de norm van
de wet) dan resteren er nog J mil
joen. Op het ogenblik wordt in de
waterzuiveringsinstallaties in ons
land vaar 7 mill. i.e. gezuiverd. Blijft
Een van de waterzuiveringsinstallaties in het gebied van Rijnland: de installatie van Heineken in Zoeterwoude.
over de vervuiling van 2 miljoen in
woners, waara.an nog niets wordt
gedaan. Het is natuurlijk onmoge
lijk dat door het biologische afval
van 2 miljoen mensen het water nu
veel vuiler is dan vlak na de Tweede
Wereldoorlog toen 9 miljoen mensen
op het water loosden. De conclusie
ligt voor de hand: het is de industrie
die ons water verpest. Temeer om
dat het zelfreinigend vermogen van
het water niet alleen aangetast wordt
door biologische verontreiniging, maar
ook door zuren, chemicaliën e.d. En
die stoffen zitten niet in de ontlas
ting van de mens. Bovendien is be
cijferd, dat het biologisch afval van
de gezinnen de laatste 25 jaar niet
is toegenomen. Wij vinden dat de
bevolking het recht heeft om het
zelfreinigend vermogen van het wa
ter te mogen benutten.
Op bepaalde punten is de biologi
sche verontreiniging door de mens
de afgelopen jaren zelfs afgenomen.
Neem bijvoorbeeld eens de wasmachi
ne: die veroorzaakt minder biologi
sche verontreiniging dan vroeger de
groene zeep.
De industrie loost echter dermate
grote hoeveelheden kalk, dat er in
de wasmiddelen grote hoeveelheden
fosfaten verwerkt moeten worden om
het water te ontharden. Duidelijk
is dat het principe dat de vervuiler
betaalt niet wordt toegepast. Boven
dien kan de industrie elk bedrag dat
aan milieuheffing wordt betaald
doorberekenen in de prijzen van de
artikelen. De gewone man wordt dus
dubbel belast, eerst met de milieu
heffing en dan nog eens via een
doorberekening in de prijzen".
De Groot: "Ik vind het onjuist,
dat heel Nederland over één kam
wordt geschoren. Het MAN smeert
de vervuiling over heel Nederland
uit. Maar je moet de situatie ter
plaatse bekijken, want die kan heel
verschillend zijn. Door de grote con
centratie van mensen in het westen
van het land is het gewoon onmoge
lijk om alle huishoudelijke afvalwater
maar in het oppervlaktewater te lo
zen. Ik zou wel eens willen zien wat
er gebeurde als we dat zouden doen".
Remy Poppe: "We moeten de zaak
regionaal bekijken, zegt u. Maar we
hebben te maken met een landelijke
wet, waarin landelijke richtlijnen
staan. U moet toch ook een bepaald
gedeelte van de heffing afstaan aan
het rijk?"
De Groot: "Op dit ogenblik beta
len we het rijk alleen voor hetgeen
we bij Gouda in de Hollandse IJssel
lozen. Maar als de waterzuiverings
installatie daar klaar is, betalen we
alleen nog maar voor het restefflu-
ent (het vuil dat in het water ach
terblijft na de zuivering - red.)
Remy Poppe: "Het punt waarom
het gaat is dat de bedrijven gemak
kelijk hun afvalwater zelf kunnen
zuiveren. Maar je kunt moeilijk ach
ter elke woning een zuiverinstalla-
tie gaan neerzetten".
De Groot: 'Dat doen wij indirect
door waterzuiveringsinstallaties te
bouwen. We krijgen in Rijnland
850.000 i.e. van de huishoudens. Maar
ook al zouden we maar de helft in
het oppervlaktewater laten lopen,
dan zou je hier in verband met de
faecale bacteriën nergens meer kun-
Remy Poppe: „Men wordt tegen
woordig verplicht geconcentreerd
te gaan wonen. Want de industrie
heeft nog altijd een vrije vestigings
mogelijkheid. Ze kunnen fabrieken
neerzetten waar ze dat willen. Vol
gens het MAN moet men juist uit
gaan van de bevolking.
De Groot: "Het is echt een bittere
noodzaak om ook het afvalwater van
de huishoudens te zuiveren. En dat
kost nu eenmaal geld".
Poppe: "Hoe is het dan te verkla
ren, dat we vlak na de oorlog in
de omgeving van Rotterdam konden
zwemmen, terwijl er grote bevol
kingsconcentraties langs de Rijn la
gen en het afval daarvan nauwelijks
of niet gezuiverd werd?"
De Groot: "Denkt u nu toch be
slist niet, dat het water vroeger al
lemaal zo schoon was. Kijk maar
eens naar de Leidse, Haarlemse en
Goudse grachten. Die konden vroe
ger verschrikkelijk stinken. Daar is
de laatste jaren veel verbeterd. Vroe
ger stierven er ook mensen aan ty
fus. En beslist niet omdat het water
zo schoon was".
Plomp: "Bovendien accepteerde
men vroeger veel meer. In de veen
koloniën ging men ervan uit dat het
water stonk tijdens de campagne. Nu
neemt men dat niet meer. Men is
vooral op milieugebied veel kritischer
geworden dan vroeger. Beseft u niet
dat u met uw actie om de verontrei
nigingsheffing te weigeren de men
sen op kosten jaagt? Want er zal
toch betaald moeten worden".
Remy Poppe: „Wij jagen de men
sen niet op kosten. Dat doet de wet.
We weten dondersgoed, dat het hier
om een stuk burgerlijke ongehoor
zaamheid gaat. En dat weten de
mensen die de milieuheffing weige
ren te betalen ook. Maar ze zyn be
reid die financiële consequenties te
nemen in de strijd voor een beter
milieu. Nu worden de lasten oneven
redig afgewend".
De Groot: "We zijn met z'n allen
vervuilers".
Remy Poppe: "Dat zou juist zijn
als we met z'n allen ook de verant
woordelijkheid voor alles zouden
kunnen dragen. Maar we hebben
niets te zeggen over bedrijfsvestigin
gen en wat en hoe er geproduceerd
wordt. U zult toch moeten erkennen
dat er machtsverhoudingen bestaan
in ons land".
De Groot: "De Wet Verontreini
ging Oppervlaktewater is langs de
mocratische weg tot stand gekomen.
Beide kamers hebben zich daarvoor
vrijwel unaniem uitgesproken".
Remy Poppe: „Een wet is pas de
mocratisch als hij door een ruime
meerderheid van de bevolking als
democratisch wordt ervaren".
Plomp: "En wie zegt dat dat niet
het geval is? In die gebieden waar
de milieuheffing al is ingevoerd,
hebben de meeste mensen het nut
van de heffing ingezien, want ze
hebben hun aanslag betaald.
Remy Poppe: "Door onze acties
hebben al een half miljoen mensen
geweigerd om de heffing te beta
len".
Plomp: "Uw actie betekent een
belemmering van het functioneren
van de waterschappen. En ik moet u
toch echt in overweging geven om
de actie stop te zetten".
Remy Poppe: "Dat zullen we niet
doen voordat de wet is ingetrokken.
Het is een wet die de gevolgen be
strijdt in plaats van de oorzaken
aan te pakken. Dat is een uiterst
kostbare zaak. In Nederland is de
bouw gepland van zuiveringsinstal
laties voor een bedrag van 30 mil
jard. Het gevaar van overcapaciteit
bestaat en dat moet de burger beta
len. Wij eisen herstelbetalingen van
de industrie".
De Groot: "Ik rit hier als vertegen
woordiger van Rijnland en bij ons
is er zeker geen sprake van over
capaciteit. En we zullen er in de
toekomst voor waken cat het ook
niet gebeurt".
Vergeer: "In Zeeland betaalt men
f 80.- aan de milieuheffing en in
Rijnland betaalt men straks f 62,50.
De mensen in Zuid-Holland poepen
toch niet anders dan in Zeeland?"
De Groot: "Ik heb u al gezegd
dat er regionaal grote verschillen
bestaan. Ik ken de situatie in Zee
land niet» te beoordelen of een
bedrag van 80 gulden gerechtvaardigd
is. Dat is ook mijn taak niet. De
heffing in Rijnland is in elk geval
gebaseerd op de uitgaven, die we
doen op het punt van het kwaliteits
beheer. Die cijfers liggen vast en
zijn controleerbaar. Het MAN moet
de zaak ook eens regionaal bekijken.'
Remy Poppe: "De uitvoering van
de wet is landelijk geregeld en we
kunnen met onze actie geen rekening
houden met regionale omstandighe
den. Bovendien krijgen we overal te
horen dat we ergens anders moeten
zijn voor onze actie. Nog een heel
simpel voorbeeldje waaruit blijkt dat
de opzet niet deugt: de industrie mag
zelf opgeven hoeveel afvalwater ge
loosd wordt, de huishoudens worden
aangeslagen".
De Groot: "Wat u daar zegt is
beslist niet waar. Er wordt door Rijn
land doorlopend steekproefgewijs ge
controleerd. En die controle wordt
niet vooraf aangekondigd. We stap
pen onverwacht bij een bedrijf bin
nen en nemen monsters. Bovendien
wordt er door het Hoogheemraad
schap een boekhoudkundige controle
uitgeoefend".
Remy Poppe: "Maar die controle
is op bepaalde plaatsen in ons land
beslist een lachtertje. In Rijnmond,
waar de grootste industrieën zitten
zijn voor dit werk acht mensen in
geschakeld. En daar zijn dan ook
nog 65-plussers onder".
De Groot: „Maar u denkt toch
niet dat wij hier zitten om de in
dustrie de hand boven het hoofd te
houden. Persoonlijk ben ik een groot
voorvechter voor een schoon milieu.
En als Rijnland doen we er alles
aan om een goede waterkwaliteit tot
stand te brengen. Bijvoorbeeld door
in vergunningen aan bedrijven bepaal
de lozingen te verbieden. Heineken
is een goed voorbeeld van het feit.
dat wij geen extra belasting van ons
oppervlaktewater meer toestaan".
Vergeer: "Kunt u ons gegevens
verschaffen waaruit blijkt dat de
verhouding 70 procent (huishoudens)
en 30 procent (industrie) voor de
milieuheffing juist is?"
De Groot: „Die kunt u van ons
krijgen".
Tijdens de afronding van het ge
sprek verschaft secretaris-rentmees
ter Plomp de volgende cijfers: lo
zing commerciële bedrijven: 250.000
i.e. nutsbedrijven, scholen, winkels,
bejaardentehuizen, horeca, woonwa
genkampen 138.000 i.e. Totaal 388.000
i.e. Woningen en bedrijven met min
der dan 20 i.e. - 847.000. Totaal ge
neraal 1.235.000 Verhouding 30 - 70.
Door
Paul Wólfswi'nkei
handel erbij, maar dat was niet be
langrijk. Ik wil iets klaarmaken, iets
zelf doen, hè?'
Wanneer persfotograaf Holvast bin
nenkomt, wordt er vrolijk gelachen.
"Nee, kom, we bijten elkaar niet.
We zijn toch collega's? Ik heb trou
wens ook nooit persfoto's willen ma
ken. Dat is zo'n zenuwenbaan.
We zijn toch de hele dag al in
touw. En als je dan vaak 's nachts
je bed uit moet voor een foto, nee
hoor, niets voor mij. Vroeger heb ik
wel eens een foto bij jullie gebracht,
Ik dacht dat die misschien wel in de
krant kwam. Maar toen kreeg ik te -
horen dat als er een foto was van de
eigen fotograaf, dat die foto dan
voorrang had. Hij heeft er ook nooit
ingestaan.
Momenteel heb ik nog twee man
personeel, die godzijdank ook in de
donkere kamer willen werken. Daar
mag je vreselijk blij mee zijn. Mijn
ene zoon heeft in Wassenaar een fo
tozaak, maar die komt binnenkort
naar Leiden toe. Ja, ik ben bijna 69
en dan mag Je wel eens wat rustiger
aan doen. Meneer kan niet blijven
werken. Mijn vrouw zegt ook wel
eens dat ik bedonderd ben. Maar ja,
je hebt altijd gewerkt, hè? Op zon
dag waren we open van .10 tot 8 uur
's avonds. Dan waren de mensen op
hun mooist gekleed. En dan konden
er foto's worden gemaakt.
Weet je, ik wil zo dolgraag die 75
jaar volmaken. En dan stop ik ermee
Het is zo'n mooi vak. Ik heb het
met plezier gedaan. En kijk nou
eens, als je een pasfoto wil hebben,
kun je ze zo meenemen. Dat had ik
nooit kunnen denken, vroeger. A la
minute. Mooi hoor.
Ik vind het een mooi vak, omdat
je als fotograaf meteen in één keer
iets moet doen. Wanneer je een por
tretschilder iets laat doen, dan gaat
die eerst eens rustig met je praten,
om te kijken, wat voor soort iemand
je bent. Dat kunnen wij niet. Daar
om dus. En ik kan niet tegen gele
genheidsgezichten. De mensen moe
ten gezellig kijken.
Weet je wat ik hoop? Dat de jon
gelui van tegenwoordig niet allemaal
gaan samenwonen. Dan valt er wei
nig meer te verdienen aan reporta
ges.
Samen met Kok in Hilversum zijn
wij de oudste zaak in Nederland,
waarvan de naam nog nooit is ver
anderd. Dat heb ik laten navragen.
Ik hoop maar dat mijn zoon de
honderd jaar volmaakt".
LEIDEN Binnenkort (1 augus
tus) is het precies vijfenzeventig
jaar geleden dat de ictozaak Pander
in de Breestraat werd gesticht.
Om helemaal exact te zijn: in 1900
begon vader Pander op de Hoge-
woerd en twee jaar later verhuisde
hij naar de Breestraat.
Zijn zoon, nu 68, daarover: "Dat
was een gesloten huis. Fotograferen
was toen een schande nietwaar?
Daar staat toch iets van in de bij
bel? De mensen kwamen heel
schuchter hier, keken dan goed links
en rechts of ze gezien werden en
drukten dan op de bel. Vermakelijk
eigenlijk. Maar toen wat 't 'n heel
kundig vak, hoor. Je moest alles zelf
doen.
Vader heeft het als eerste, geloof
ik, hier in Leiden aangedurfd om een
etalage te maken. En nu nog, ik
vind die etalage mijn reclame. Ik ad
verteer ook erg weinig. Als de men
sen hier de straat in komen, kijken
ze meteen naar mijn etalage".
Als jongen van vijf stond ik al
in de donkere kamer. Ik scharrelde
overal rond.
Met mijn 18de kwam ik van de
MULO en heb toen eerst thuis wat
gewerkt. Maar vader zei dat ik naar
het buitenland moest. Daar is niets
van gekomen, omdat de eerste we
reldoorlog uitbrak. Toen ben ik naar
Den Haag gegaan. Ik zie het nog:
met het petje in de hand. Vader ver
telde dat daar een fotograaf was,
die een bediende zocht. Ik diende me
dus aan en vroeg of het waar was.
Het klopte. Toen vroeg die man of
mijn vader soms zelf een zaak had.
Toen ik "ja" zei, vertelde hij dat
hij dacht dat ik de zaak kwam afkij
ken. Ik werd weer naar huis ge
stuurd met de mededeling dat ik
mocht komen, maar dan moest va
der me wel honderd gulden meege
ven, anders ging het niet door. Dat is
natuurlijk geen tweede reis naar
Den Haag geworden, dat snap je
wel.
Ik ben toen bij Bach in Rotterdam
gekomen. Daar verdiende je niets.
Maar na een maand kreeg ik mijn
reisgeld voor de trein uitbetaald.
Na de diensttijd ben ik hier gaan
werken. In 127 ben ik begonnen. En
iin 1933 heb ik de zaak overgenomen.
En het is altijd zuiver en alleen fo
tografie geweest, soms een beetje