MILIEUHEFFING IN RIJNLAND OF NIET Pander: 75 jaar foto's ZILVEREN SIERADEN Juwelier v.d. Water Discussie tussen hoogheemraadschap en Milieu Aktiecentrum Nederland: Uitbreiding Groenoordhal Haarlemmerstraat 181 Een schoonheid van een collectie Altijd voordelig LEIDEN PV De Reisduif hield 'n wedvlucht vanaf Soignies. In con cours waren 402 duiven. Uitslag: 1. W. Kop, 2, 8 W. v. d. Nieuwendijk, 3. P. Mooten, 4. J. v. Oosten, 5. A. Singeling, 6. K. Lefebre, 7. W. Tol boom, 9. W. v. d. Kooy, 10. A. Pracht. LEIDEN Naar verwachting zal het college van B. en W. volgende week een beslissing nemen over een uitbreidingsplan voor de Groen oordhal. Wethouder Van Aken ver telde in de fractie-vergadering van de PvdA, dat over deze zaak "in amb telijk verband overeenstemming" is. Er is een uitbreidingsplan gereed, evenals de financiële dekking daar voor. Uitbreiding van de hal is nood zakelijk in verband met de groei van de veemarkt. LEIDEN —Aan de Leidse univer siteit zijn geslaagd voor het docto raal examen natuurkunde L. W. J. den Ouden (Leiden), voor het docto raal farmacie Y. G. v.d. Meer (Lei den), voor het doctoraal geologie A. P. S. Reymer (Leiden), voor het doctoraal scheikunde H. B. Krop (Sassenheim). ZATERDAG 10 MEI 1975 LEIDEN Alle gezinnen en bedrijven, die binnen het gebied van het hoogheemraad schap van Rijnland wonen of gevestigd zijn, krijgen de komende maanden een stortdngs- kaart in de bus. Het daarop voorkomende bedrag moet worden overgemaakt aan het hoogheemraadschap. Het gaat hier om de verontreinigingsheffing op basis van de Wet Verontreiniging Oppervlaktewater. De zoge naamde milieuheffing is bedoeld om de maat regelen, die de waterschappen treffen om het oppervlaktewater zo zuiver mogelijk te hou den, te bekostigen. Tegen deze heffing wordt ernstig bezwaar gemaakt door het Mflieuactie Centrum Ne derland (MAN). Een landelijke organisatie met plaatselijke afdelingen, die zich verzet tegen de uitgangspunten van de wet en die in diverse plaatsen in ons land, met name in het oosten acties heeft gevoerd. De belasting plichtige gezinnen worden daarbij opgeroepen om niet te betalen. Het MAN is van plan nu ook in het gebied van Rijnland een actie te gaan voeren tegen de milieuheffing. Reden om zowel vertegen woordigers van het hoogheemraadschap Rijn land als van het MAN te vragen eens om de tafel te gaan zitten om de argumenten voor en tegen de heffing eens tegenover elkaar te zetten. Het gesprek kwam er. Voor het MAN waren aanwezig de landelijke voorzitter Remy Poppe en Cor Vergeer van de Leidse afdeling. Voor Rijnland zaten aan de tafel ir. H. de Groot, ingenieur-directeur van de technische dienst en mr. B. Plomb, secretaris-rentmees ter van het hoogheemraadschap. Alvorens een bondige samenvatting van de discussie te geven, nog even iets ter verduidelijking voor de lezers. Tijdens het gesprek werd herhaal delijk de term "inwonersequivalent afgekort i.e.) gebruikt. Het gaat hier om een eenheid, dïe de gemiddelde hoeveelheid afvalstoffen aangeeft, die een inwoner per etmaal in het water afvoert. Door Bram van Leeuwen Aan Rijnland de vraag: *Wat zijn de argumenten geweest om de mi lieuheffing ook in Rijnland in te voe ren?" Secretaris Plomp: „De heffing wa terverontreiniging vindt haar basis ir 1970 toen de in 1968 door de Ka mer goedgekeurde Wet Verontreini ging Oppervlaktewater van kracht werd. De wet heeft twee soorten in strumenten. In de eerste plaats het stelsel van lozingsverbod en eventue le ontheffing daarvan door middel van een vergunning, waaraan voor waarden worden verbonden. We noe men dat de fysieke regulering. In de tweede plaats het stelsel van heffin gen voor de financiering van zuive ringsinstallaties of andere maatre gelen, waarmee collectief de vervui ling bestreden kan worden. En het grondprincipe van deze heffing is de mate waarin iedereen het oppervlak tewater vervuilt. Populair gezegd: de vervuiler betaalt. Het gaat hier om een rijksregeling. Lagere publiek rechtelijke licha men zijn met de uitvoering van de wet dus ook met de inning van deze heffing belast. In het gebied van Rijnland, dat belangrijke delen van Noord- en Zuid-Holland omvat, ge beurt dat door het hoogheemraad schap. Over het algemeen is de hef fing steeds afgestemd op het Rijks- uitvoeringsbesluit dat de heffing op de lozingen op Rijkswater regelt. Daarin staat dat als woonruimte wordt aangemerkt een huis of be drijfsruimte, die minder dan 20 i.e. loost. In de toekomst zal dat 10 i.e. worden en de regeling van Rijnland loopt daar al op vooruit. Hoofdbewo ners van woningen moeten een be drag betalen, dat is gebaseerd op 3^i i.e. en alle andere categorieën (be drijven, instellingen etc.) krijgen een aanslag volgens een coëfficientieta- bel of naar meting van de vervui- lingswaarde. De hoeveelheid gepro duceerd afval, dat in het oppervlak tewater terecht komt is bepalend voor het bedrag dat uiteindelijk be taald moet worden. Voor 1975 staat op de begroting van Rijnland voor kwaliteitsbeheer een bedrag van 25 miljoen gulden. In totaal wordt er binnen ons ge bied circa 1.25 miljoen i.e. afvalwa ter geproduceerd, namelijk plm 850.000 i.e. door de huishoudens en plm. 375.000 door de bedrijven en de industrie. Uit de opbrengst worden onder meer bekostigd de bouw en exploitatie van waterzuiveringsin stallaties, de bemonstering van het water en de controle op de lozingen. De Groot: „We zijn al sinds 1968 bezig met een actief kwaliteitsbe heer. Op grond van de onderzoekin gen die we afgelopen jaren hebben verricht en de ervaringen die zijn op gedaan zijn we gekomen tot die ver- houdingscijfers. Zeventig procent van het afval blijkt afkomstig van de huishoudens en dertig procent van de bedrijven en industrieën. We kun nen in dit opzicht met nauwkeurige cijfers werken, want we hebben alle industrieën, die in ons gebied afval water lozen gebonden aan bepaalde normen, die zijn vastgelegd in een vergunning. Bovendien is er een voortdurende controle op wat er door de bedrijven geloosd wordt. Totaal zijn er 20 man met de bemonstering belast. Binnen Rijnland hebben we met onze instal laties op dit ogenblik een zuiverings capaciteit van 834.000 le. Tweeder de van alle geproduceerde afvalwa ter wordt dus gezuiverd. En er be staat een ambitieus programma om de zaak zo snel mogelijk uit te bou wen". Vraag aan de vertegenwoor digers van MAN: Vanwaar de acties tegen deze milieuheffing? Remy Poppe: "Het MAN voert ac tie tegen onderdelen \ran de Wet Ver ontreiniging Oppervlaktewater. Het regelt namelijk alleen de zuurstofbin dende stoffen. Chemische afvalstof fen, zware metalen of andere vergif ten blijven buiten schot. Voor alle duidelijkheid: we voeren geen actie tegen de uitvoerders van deze wet, dus tegen Rijnland, maar we vinden dat de wet moet worden ingetrokken. De argumenten, die de regering voor de wet gebruikt heeft zijn namelijk onjuist. Onze kritiek richt zich vooral op het feit, dat er geen onderscheid wordt gemaakt tus sen twee soorten biologische veront reiniging, die er bestaan; die van het gezin en die van de bedrijven. De hoeveelheid van de eerste groep ligt vast. Die van de tweede groep zou gemakkelijk verminderd kunnen worden door maatregelen als interne zuivéring en het ontwikkelen van apparatuur die de afvalstoffen omzet in weer bruikbaar materiaal, bijvoor beeld eiwitten. Het MAN gaat ervan uit, dat de ontlasting van de mens geen vervui ling van het om^rvlaktewater ver oorzaakt. Het rijk is er van uitge gaan, dat het totale oppervlaktewa ter belast kan worden met vijf mil joen i.e. Door het zelfreinigend ver mogen zijn er dan geen nadelige gevolgen merkbaar. Volgens ons is dat cijfer uit de lucht gegrepen en ligt het in werkelijkheid veel hoger, maar zelfs als het juist zou zijn, kloppen de berekeningen niet. Vlak na de Tweede Wereldoorlog waren er 9 miljoen mensen die1- op open water loosden. Toch was het open water veel schoner dan nu. In Rot terdam waren er zelfs gemeentelijke zwembaden die direct aan de rivier lagen. Als we er vanuit gaan dat Ne derland nu 14 miljoen inwoners heeft en er 5 miljoen zonder merkbare ge volgen hun afval in het oppervlak tewater kunnen lozen, (de norm van de wet) dan resteren er nog J mil joen. Op het ogenblik wordt in de waterzuiveringsinstallaties in ons land vaar 7 mill. i.e. gezuiverd. Blijft Een van de waterzuiveringsinstallaties in het gebied van Rijnland: de installatie van Heineken in Zoeterwoude. over de vervuiling van 2 miljoen in woners, waara.an nog niets wordt gedaan. Het is natuurlijk onmoge lijk dat door het biologische afval van 2 miljoen mensen het water nu veel vuiler is dan vlak na de Tweede Wereldoorlog toen 9 miljoen mensen op het water loosden. De conclusie ligt voor de hand: het is de industrie die ons water verpest. Temeer om dat het zelfreinigend vermogen van het water niet alleen aangetast wordt door biologische verontreiniging, maar ook door zuren, chemicaliën e.d. En die stoffen zitten niet in de ontlas ting van de mens. Bovendien is be cijferd, dat het biologisch afval van de gezinnen de laatste 25 jaar niet is toegenomen. Wij vinden dat de bevolking het recht heeft om het zelfreinigend vermogen van het wa ter te mogen benutten. Op bepaalde punten is de biologi sche verontreiniging door de mens de afgelopen jaren zelfs afgenomen. Neem bijvoorbeeld eens de wasmachi ne: die veroorzaakt minder biologi sche verontreiniging dan vroeger de groene zeep. De industrie loost echter dermate grote hoeveelheden kalk, dat er in de wasmiddelen grote hoeveelheden fosfaten verwerkt moeten worden om het water te ontharden. Duidelijk is dat het principe dat de vervuiler betaalt niet wordt toegepast. Boven dien kan de industrie elk bedrag dat aan milieuheffing wordt betaald doorberekenen in de prijzen van de artikelen. De gewone man wordt dus dubbel belast, eerst met de milieu heffing en dan nog eens via een doorberekening in de prijzen". De Groot: "Ik vind het onjuist, dat heel Nederland over één kam wordt geschoren. Het MAN smeert de vervuiling over heel Nederland uit. Maar je moet de situatie ter plaatse bekijken, want die kan heel verschillend zijn. Door de grote con centratie van mensen in het westen van het land is het gewoon onmoge lijk om alle huishoudelijke afvalwater maar in het oppervlaktewater te lo zen. Ik zou wel eens willen zien wat er gebeurde als we dat zouden doen". Remy Poppe: "We moeten de zaak regionaal bekijken, zegt u. Maar we hebben te maken met een landelijke wet, waarin landelijke richtlijnen staan. U moet toch ook een bepaald gedeelte van de heffing afstaan aan het rijk?" De Groot: "Op dit ogenblik beta len we het rijk alleen voor hetgeen we bij Gouda in de Hollandse IJssel lozen. Maar als de waterzuiverings installatie daar klaar is, betalen we alleen nog maar voor het restefflu- ent (het vuil dat in het water ach terblijft na de zuivering - red.) Remy Poppe: "Het punt waarom het gaat is dat de bedrijven gemak kelijk hun afvalwater zelf kunnen zuiveren. Maar je kunt moeilijk ach ter elke woning een zuiverinstalla- tie gaan neerzetten". De Groot: 'Dat doen wij indirect door waterzuiveringsinstallaties te bouwen. We krijgen in Rijnland 850.000 i.e. van de huishoudens. Maar ook al zouden we maar de helft in het oppervlaktewater laten lopen, dan zou je hier in verband met de faecale bacteriën nergens meer kun- Remy Poppe: „Men wordt tegen woordig verplicht geconcentreerd te gaan wonen. Want de industrie heeft nog altijd een vrije vestigings mogelijkheid. Ze kunnen fabrieken neerzetten waar ze dat willen. Vol gens het MAN moet men juist uit gaan van de bevolking. De Groot: "Het is echt een bittere noodzaak om ook het afvalwater van de huishoudens te zuiveren. En dat kost nu eenmaal geld". Poppe: "Hoe is het dan te verkla ren, dat we vlak na de oorlog in de omgeving van Rotterdam konden zwemmen, terwijl er grote bevol kingsconcentraties langs de Rijn la gen en het afval daarvan nauwelijks of niet gezuiverd werd?" De Groot: "Denkt u nu toch be slist niet, dat het water vroeger al lemaal zo schoon was. Kijk maar eens naar de Leidse, Haarlemse en Goudse grachten. Die konden vroe ger verschrikkelijk stinken. Daar is de laatste jaren veel verbeterd. Vroe ger stierven er ook mensen aan ty fus. En beslist niet omdat het water zo schoon was". Plomp: "Bovendien accepteerde men vroeger veel meer. In de veen koloniën ging men ervan uit dat het water stonk tijdens de campagne. Nu neemt men dat niet meer. Men is vooral op milieugebied veel kritischer geworden dan vroeger. Beseft u niet dat u met uw actie om de verontrei nigingsheffing te weigeren de men sen op kosten jaagt? Want er zal toch betaald moeten worden". Remy Poppe: „Wij jagen de men sen niet op kosten. Dat doet de wet. We weten dondersgoed, dat het hier om een stuk burgerlijke ongehoor zaamheid gaat. En dat weten de mensen die de milieuheffing weige ren te betalen ook. Maar ze zyn be reid die financiële consequenties te nemen in de strijd voor een beter milieu. Nu worden de lasten oneven redig afgewend". De Groot: "We zijn met z'n allen vervuilers". Remy Poppe: "Dat zou juist zijn als we met z'n allen ook de verant woordelijkheid voor alles zouden kunnen dragen. Maar we hebben niets te zeggen over bedrijfsvestigin gen en wat en hoe er geproduceerd wordt. U zult toch moeten erkennen dat er machtsverhoudingen bestaan in ons land". De Groot: "De Wet Verontreini ging Oppervlaktewater is langs de mocratische weg tot stand gekomen. Beide kamers hebben zich daarvoor vrijwel unaniem uitgesproken". Remy Poppe: „Een wet is pas de mocratisch als hij door een ruime meerderheid van de bevolking als democratisch wordt ervaren". Plomp: "En wie zegt dat dat niet het geval is? In die gebieden waar de milieuheffing al is ingevoerd, hebben de meeste mensen het nut van de heffing ingezien, want ze hebben hun aanslag betaald. Remy Poppe: "Door onze acties hebben al een half miljoen mensen geweigerd om de heffing te beta len". Plomp: "Uw actie betekent een belemmering van het functioneren van de waterschappen. En ik moet u toch echt in overweging geven om de actie stop te zetten". Remy Poppe: "Dat zullen we niet doen voordat de wet is ingetrokken. Het is een wet die de gevolgen be strijdt in plaats van de oorzaken aan te pakken. Dat is een uiterst kostbare zaak. In Nederland is de bouw gepland van zuiveringsinstal laties voor een bedrag van 30 mil jard. Het gevaar van overcapaciteit bestaat en dat moet de burger beta len. Wij eisen herstelbetalingen van de industrie". De Groot: "Ik rit hier als vertegen woordiger van Rijnland en bij ons is er zeker geen sprake van over capaciteit. En we zullen er in de toekomst voor waken cat het ook niet gebeurt". Vergeer: "In Zeeland betaalt men f 80.- aan de milieuheffing en in Rijnland betaalt men straks f 62,50. De mensen in Zuid-Holland poepen toch niet anders dan in Zeeland?" De Groot: "Ik heb u al gezegd dat er regionaal grote verschillen bestaan. Ik ken de situatie in Zee land niet» te beoordelen of een bedrag van 80 gulden gerechtvaardigd is. Dat is ook mijn taak niet. De heffing in Rijnland is in elk geval gebaseerd op de uitgaven, die we doen op het punt van het kwaliteits beheer. Die cijfers liggen vast en zijn controleerbaar. Het MAN moet de zaak ook eens regionaal bekijken.' Remy Poppe: "De uitvoering van de wet is landelijk geregeld en we kunnen met onze actie geen rekening houden met regionale omstandighe den. Bovendien krijgen we overal te horen dat we ergens anders moeten zijn voor onze actie. Nog een heel simpel voorbeeldje waaruit blijkt dat de opzet niet deugt: de industrie mag zelf opgeven hoeveel afvalwater ge loosd wordt, de huishoudens worden aangeslagen". De Groot: "Wat u daar zegt is beslist niet waar. Er wordt door Rijn land doorlopend steekproefgewijs ge controleerd. En die controle wordt niet vooraf aangekondigd. We stap pen onverwacht bij een bedrijf bin nen en nemen monsters. Bovendien wordt er door het Hoogheemraad schap een boekhoudkundige controle uitgeoefend". Remy Poppe: "Maar die controle is op bepaalde plaatsen in ons land beslist een lachtertje. In Rijnmond, waar de grootste industrieën zitten zijn voor dit werk acht mensen in geschakeld. En daar zijn dan ook nog 65-plussers onder". De Groot: „Maar u denkt toch niet dat wij hier zitten om de in dustrie de hand boven het hoofd te houden. Persoonlijk ben ik een groot voorvechter voor een schoon milieu. En als Rijnland doen we er alles aan om een goede waterkwaliteit tot stand te brengen. Bijvoorbeeld door in vergunningen aan bedrijven bepaal de lozingen te verbieden. Heineken is een goed voorbeeld van het feit. dat wij geen extra belasting van ons oppervlaktewater meer toestaan". Vergeer: "Kunt u ons gegevens verschaffen waaruit blijkt dat de verhouding 70 procent (huishoudens) en 30 procent (industrie) voor de milieuheffing juist is?" De Groot: „Die kunt u van ons krijgen". Tijdens de afronding van het ge sprek verschaft secretaris-rentmees ter Plomp de volgende cijfers: lo zing commerciële bedrijven: 250.000 i.e. nutsbedrijven, scholen, winkels, bejaardentehuizen, horeca, woonwa genkampen 138.000 i.e. Totaal 388.000 i.e. Woningen en bedrijven met min der dan 20 i.e. - 847.000. Totaal ge neraal 1.235.000 Verhouding 30 - 70. Door Paul Wólfswi'nkei handel erbij, maar dat was niet be langrijk. Ik wil iets klaarmaken, iets zelf doen, hè?' Wanneer persfotograaf Holvast bin nenkomt, wordt er vrolijk gelachen. "Nee, kom, we bijten elkaar niet. We zijn toch collega's? Ik heb trou wens ook nooit persfoto's willen ma ken. Dat is zo'n zenuwenbaan. We zijn toch de hele dag al in touw. En als je dan vaak 's nachts je bed uit moet voor een foto, nee hoor, niets voor mij. Vroeger heb ik wel eens een foto bij jullie gebracht, Ik dacht dat die misschien wel in de krant kwam. Maar toen kreeg ik te - horen dat als er een foto was van de eigen fotograaf, dat die foto dan voorrang had. Hij heeft er ook nooit ingestaan. Momenteel heb ik nog twee man personeel, die godzijdank ook in de donkere kamer willen werken. Daar mag je vreselijk blij mee zijn. Mijn ene zoon heeft in Wassenaar een fo tozaak, maar die komt binnenkort naar Leiden toe. Ja, ik ben bijna 69 en dan mag Je wel eens wat rustiger aan doen. Meneer kan niet blijven werken. Mijn vrouw zegt ook wel eens dat ik bedonderd ben. Maar ja, je hebt altijd gewerkt, hè? Op zon dag waren we open van .10 tot 8 uur 's avonds. Dan waren de mensen op hun mooist gekleed. En dan konden er foto's worden gemaakt. Weet je, ik wil zo dolgraag die 75 jaar volmaken. En dan stop ik ermee Het is zo'n mooi vak. Ik heb het met plezier gedaan. En kijk nou eens, als je een pasfoto wil hebben, kun je ze zo meenemen. Dat had ik nooit kunnen denken, vroeger. A la minute. Mooi hoor. Ik vind het een mooi vak, omdat je als fotograaf meteen in één keer iets moet doen. Wanneer je een por tretschilder iets laat doen, dan gaat die eerst eens rustig met je praten, om te kijken, wat voor soort iemand je bent. Dat kunnen wij niet. Daar om dus. En ik kan niet tegen gele genheidsgezichten. De mensen moe ten gezellig kijken. Weet je wat ik hoop? Dat de jon gelui van tegenwoordig niet allemaal gaan samenwonen. Dan valt er wei nig meer te verdienen aan reporta ges. Samen met Kok in Hilversum zijn wij de oudste zaak in Nederland, waarvan de naam nog nooit is ver anderd. Dat heb ik laten navragen. Ik hoop maar dat mijn zoon de honderd jaar volmaakt". LEIDEN Binnenkort (1 augus tus) is het precies vijfenzeventig jaar geleden dat de ictozaak Pander in de Breestraat werd gesticht. Om helemaal exact te zijn: in 1900 begon vader Pander op de Hoge- woerd en twee jaar later verhuisde hij naar de Breestraat. Zijn zoon, nu 68, daarover: "Dat was een gesloten huis. Fotograferen was toen een schande nietwaar? Daar staat toch iets van in de bij bel? De mensen kwamen heel schuchter hier, keken dan goed links en rechts of ze gezien werden en drukten dan op de bel. Vermakelijk eigenlijk. Maar toen wat 't 'n heel kundig vak, hoor. Je moest alles zelf doen. Vader heeft het als eerste, geloof ik, hier in Leiden aangedurfd om een etalage te maken. En nu nog, ik vind die etalage mijn reclame. Ik ad verteer ook erg weinig. Als de men sen hier de straat in komen, kijken ze meteen naar mijn etalage". Als jongen van vijf stond ik al in de donkere kamer. Ik scharrelde overal rond. Met mijn 18de kwam ik van de MULO en heb toen eerst thuis wat gewerkt. Maar vader zei dat ik naar het buitenland moest. Daar is niets van gekomen, omdat de eerste we reldoorlog uitbrak. Toen ben ik naar Den Haag gegaan. Ik zie het nog: met het petje in de hand. Vader ver telde dat daar een fotograaf was, die een bediende zocht. Ik diende me dus aan en vroeg of het waar was. Het klopte. Toen vroeg die man of mijn vader soms zelf een zaak had. Toen ik "ja" zei, vertelde hij dat hij dacht dat ik de zaak kwam afkij ken. Ik werd weer naar huis ge stuurd met de mededeling dat ik mocht komen, maar dan moest va der me wel honderd gulden meege ven, anders ging het niet door. Dat is natuurlijk geen tweede reis naar Den Haag geworden, dat snap je wel. Ik ben toen bij Bach in Rotterdam gekomen. Daar verdiende je niets. Maar na een maand kreeg ik mijn reisgeld voor de trein uitbetaald. Na de diensttijd ben ik hier gaan werken. In 127 ben ik begonnen. En iin 1933 heb ik de zaak overgenomen. En het is altijd zuiver en alleen fo tografie geweest, soms een beetje

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1975 | | pagina 3