Hans Kraay:
'Ik ben nu
eenmaal de
gebeten hond'
ZATERDAG 10 MEI 1975
■33091
PAGINA 13
Het Ahoy' sportpaleis in Rotterdam, een kiij, stenen com
plex vol echijnimgangenwaarvan de deuren niet willen wij
ken. Hetgeen resulteert in een wanhopig heen en weer ren
nen om op tijd te zijn. Tevergeefs: onze held staat al op de
baan in deze zoveelste mini-voetbalshow, krijgt een oorver
dovend fluitconcert wanneer zijn naam genoemd wordt. En
ook verder, telkens wanneer technisch-directeur Hans
Kraay van Ajax het leer maar dreigt te beroeren, braakt het
hooggeëerd publiek zijn afkeer overvloedig uit. Later in de
klinische kantine, waar het eten nog matiger is dan de prijs
laag, staart hij wat somber in zijn vettig opglimmende bord.
Links en rechts collega-managers/trainers. „Dag Hans, hoe
gaat het, allies goed?" Maar alles is niet goed. Niet nu zijn
Ajax de laatste twee competitiewedstrijden voor spek en
bonen meedoet en lijdzaam moet toezien hoe PSV en
Feyenoord elkaar de vette kluif van de landstitel betwis
ten. Maar hij weet ook wel dat de vraagstellers dat ook we
ten en zorgvuldig een vleugje leedvermaak koesteren, want
het is nu eenmaal niet anders in deze van afgunst aan el
kaar geklonterde voetbalmaatschappij.
telefoontjes thuis zijn vervelend,
waren we ergens op bezoek en
onze zoon van negen op. Er
een man aan de lijn geweest en die
Vanavond steek ik jullie huis in
n
Hans Kraay wat wrang: „Je hoorde
het. in Rotterdam lusten ze me niet
meer, en in Amsterdam eigenlijk
ook niet. Ik ben de gebeten hond".
Zijn vrouw, blond, blauwe ogen, een
lieftallig wezentje, luistert zwijgend
toe. Knikt wanneer de fanmail fen
de telefoontjes ter sprake komen.
Door
Piim Stoel
Kraay: „Ik heb er tot op heden zon
8000 gehad. Brieven dan". Grijnzen^:
„Dat wijst toch op een zekere mate
van populariteit. Tijdens de slag
met Piet Keizer kwamen de meeste.
En later ook weer met Haan. De
inhoud?" Een tikje uit de hoogte:
„Ik heb iemand die ze openmaakt.
Ik lees ze zelf niet meer. Alleen die
met goed nieuws. Maar die zijn
schaars".
Hij slurpt afwezig wat van zijn
koffie. Zij„Die telefoontjes thuis
zijn vervelend. Laatst waren we
ergens op bezoek en toen belt onze
zoon van negen op. Er was een man
aan de lijn geweest en die zei:
Vanavond kom ik jullie huis in
brand steken. Zo'n kind schrikt dan
toch geweldig.
Of er belt iemand en die zegt:
mevrouw uw man kan de pest
krijgen, hij moet opdonderen bij
Ajax. Dan zeg ik altijd: ik zal het
hem overbrengen meneer". Verlegen
lachend: „Wat moet ik anders
School
Kraay zelf, plotseling een tikje
geïrriteerd: „Dat van doe brieven en
die telefoontjes begrijp ik nog wel.
Ik ben nu eenmaal de pispaal. De
mensen reageren zich via mij af.
Maar wat ik ergens niet kan hebben
is dat gedoe op school met de
kinderen. Als we verloren hebben
dan is het op maandag altijd zo
van: je vader weer verforen, hè.
Logisch met zo'n opstelling. Maar als
we gewonnen hebben zegt zo'n
onderwijzer niets".
Hij blijkt na een aanvankelijk
stroef begin, waarin hij de schijn
van de keiharde, allestrotserende en
niets vrezende manager lang tracht
te op te houden, toch vol dromen,
herinneringen en gedachten.
Zegt: „In Deventer, bij Go Ahead
Eagles was het nog erger. Daar in
het oosten haten ze alles wat uit
het westen komt. Daar schopten de
jongens doodleuk op school de fiets
van mijn zoontje in elkaar als we
verloren hadden. Dan zelden ze:
laat je vader maar een nieuwe
kopen, die heeft toch geld zat, want
die woont in zo'n groot huis".
Spottend: „Ze moesten eens geweten
hebben wat voor hypotheek erop
zat".
Sporen
Stilte. Het witte schijnsel van de
lampen benadrukt onbarmhartig de
sporen die een jaar Ajax op zijn
gelaat hebben nagelaten.
Kraay: „Ik moet toegeven, zo'n
avond als vanavond is voor mii toch
ontspanning Een beetje zoals het
vroeger was, toen ik zelf nog
speelde. Een beetje verantwoorde
lijkheid, maar niet teveel. Niet alles
op je schouders dragen. Daar word
Je soms wel eens moe van. Ik weet
het, ik ben de grote boeman. Ik heb
Keizer eruit gewerkt, Haan laten
gaan, Varga verkocht.
Nu wordt er weer gezegd dat ik
Suurbier, Rep en Blankenburg wil
lozen. Op zich waanzin. Voor
Suurbier, Rep en Blankenburg is
plaats bij Ajax. Als ze tenminste als
profs willen leven en het nodige
rendement opbrengen. Maar als ze
dat niet op Kunnen brengen, tja,
dan heb ik weinig aan ze".
Schamper
Toch liet bondscoach Knobel Wim
Suurbier opdraven in oranje tegen
Belgie vorige week? Kraay, scham
per: „Moet hij weten. Hij heeft hier
op de tribune gezeten btf Ajax
PSV. Daar had hij kunnen zien
dat hij niet Suurbier maar Krijgh
moest hebben. Die speelde een
wereldpartij. Maar dat dorst hij
niet.
Net zo min als hij het aandurfde
om bij Ajax Keizer te laten vallen.
Later, ja later toen hij weg was
heeft hij weieens gezegd dat hij dat
had moeten doen. Maar hij liet het
wel aan mij over".
Hans Kraay, uitverkoren om na
twee jaar wanbèheer van Kovacs en
een paar maanden van Knobel, de
abrupt onderbroken harde Michels-
lijn weer te herstellen.
George Knobel had diezelfde plan
nen gekoesterd, maar liep stuk op
zijn eigen Brabantse mentaliteit.
Pleege bewust zelfmoord toen mi
het niet meer aankon. Toen hij het
gewraakte interview „Ajax gaat ten
onder aan drank en vrouwen"
weggaf.
Sneed de appel open om de rotte
plek te verwijderen, maar kerfde
daarbij expres in zijn eigen duim.
Opvolger Hans Kraay heeft geen
kamikaze-neigingen.
Weigert diepgaande details te
verstrekken over het Ajax waarin
hij terechtkwam. Ging energiek de
zuigkracht van het moeras waar de
Amsterdamse formatie in terechtge
komen was te lijf.
Had maar één grote angst! Dat zjjn
nieuwe vedettes Dus ba ba, Geels,
Schrijvers, Brokamp onder ae
invloedssfeer van de oude garde zou
komen.
Kon telkens wanneer hem het
argument bereikte dat onder Kovacs
net zo losjes geleefd werd en toch
tweemaal de Europa Cup werd
gehaald, opmerken dat toen èn
Oruüff èn Neeskens hun uitzonder
lijke talenten nog inbrachten.
Kraay: „Als ik vanavond hier bij de
wereldkampioen tandem achterop-
spring dan winnen we misschien
nog wel. Maar doe ik het met
iemand van mijn eigen niveau, dan
wordt het niets". Haastig: „Ik weet
het, het is een hard gelag om te
moeten horen dat de successen toch
voor een groot deel aan twee
prominenten te danken zijn geweest.
Maar het is nu eenmaal zo en niet
anders. Kijk naar België—Neder
land. Voor het eerst doen Cruajf en
Neeskens niet mee en gelijk verliest
Oranje weer eens van een uiterst
matig team".
'Zuigen'
Hij wil na lang aandringen wel
kwijt dat hij aan den lijve
ondervond wat het Amsterdams
„zuigen" inhoudt.
Kraay: „Die eerste week in het
trainingskamp met Ajax, ik zal het
nooit vergeten, 's Nachts lag ik
wakker in bed, kon niet slapen. En
dan dacht ik weieens, wat ben ik in
gosnaam oegonnen. Je begint
enthousiast en dan komt de
tegenwerking.
Zo'n Piet Keizer. Elke dag als de bus
op het punt stond te vertrekken zei
hij, meneer Kraay ik moet nog even
naar de wc. Daar kan Je niets aan
doen, je moet hem laten gaan. En
de anderen maar grijnzen, want
Piet was de leider".
Hij wordt plotseling fel. „Inspraak
bij voetballers, ik ben er niet tegen.
Maar ze moeten niet de dienst uit
gaan maken. Onder Knobel was het
zo dat Keizer bepaalde wanneer er
gewisseld werd en wie er in moest.
En soms dan zei hij op zondag:
trainer ik ga een paar dagen met
vakantie. Goed Piet, ben Je
donderdagmiddag dan wel terug
voor de training. Ja trainer. Dat is
natuurlijk voor mij onbestaanbaar.
Ik bepaal, niet de spelers. Ik draag
de verantwoordelijkheid"-
Spijt?
Heeft Hans Kraay spijt van
bepaalde zaken uit het laatste Jaar?
Kraay een tikje onwillig: „Als ik nu
zeg dat ik nergens spijt van heb
dan zeggen jouw lezers natuurlijk
wat een arrogante vlerk. Maar toch
is het in wezen zo. Ik heb gedaan
wat ik moest doen. Tenminste ik
zag het zo en ik zie het nog zo.
Keizer was niet meer te handhaven.
Haan ook niet".
Hij zwijgt even. Denkt diep na.
Hervat: „Als Haan de dag na die
bewuste wedstrijd Ajax—Feyenoord
naar me toe was gekomen en hij
had gezegd meneer Kraay, ik heb
me niet als een full-prof gedragen,
dan liad ik gezegd, zand erover.
Alles vergeten en vergeven".
Hij- windt zich nu geweldig op.
„Maar dat deed hij niet. Hij hield
staande dat ik hem op Van
Hanegem had gezet om hem af te
laten gaan".
Triomfantelijk: „Ik heb de taktische
bespreking van die wedstrijd op de
beeldband staan. Ik zeg Haan op
een gegeven moment, Arde, ik zet
jou op de Kromme, want die heb je
in het verleden altijd kundig
aangepakt. Je had hem moeten zien
glunderen. Hij vond het prachtig.
En dan later arts ze verliezen, dan
maar zo gaan liegen. Dat is om
kotsmisselijk van te worden. Dat
zijn geen profs.
Er zijn in Nederland haast geen
profs meer. Weet Je waar de echte
profs zijn. In Engeland. Als je Billy
Bremner ziet scoren en Je ziet
hoeveel intense vreugde hij daaraan
beleeft, dan denk Je, daar zie ik een
prof aan het werk".
Vertederd
Vertederd: „Johnny Dushbaba is er
zo een. Natuurlijk wil hij geld
verdienen, maar daarnaast wil hij
schitteren voor een zo groot
mogelijk publiek. Een uitstervend
ras. Een lot uit de loterij".
Hij heeft zo zijn ideeen voor de
malaise in het Nederlandse voetbal.
Striemt: „Nou wordt PSV kampioen.
Daar heb je dan Je nivellering. Een
nivellering naar beneden. Want wat
voor een ploeg is het helemaal,
kleurloos, met zo'n middelmatig
bestuur. Een grauwe, vlakke ploeg".
Hij blikt bitter terug naar oranje's
zegetocht door West-Duitsland, toen
de creme-de-la-creme van het
Nederlandse voetbal in Hiltrun
bewierookt werd, toen artsen en
advocaten gelukkig glimlachend het
trainingskamp uitkwamen, omdat ze
even met Onuijff had-den mogen
praten, een handtekening van Van
Hanegem hadden gekregen.
Kraay: „Over het paard getild zijn
we daar. Toen Nederland in de
finale kwam was het gebeurd met
het Nederlandse voetbal. Nog nooit
is er de laatste jaren zo slecht
gespeeld als juist dit seizoen hier.
Waarom? Omdat de prominenten
van het wereldkampioenschap het
voetbal beheersen. Omdat ze toen ze
terugkwamen teveel aanbeden wa
ren. Successen zijn schitterend.
Maar de realiteit Is dat die
successen snel vervagen. War
rest is het gevecht om aan de top te
blijven. Dat kunnen alleen full-
profs. Full-profs die ernaar leven.
En het is natuurlijk belachelijk dat
mijn spelers verboden moest worden
indertijd om na elf uur 's avonds in
de stad te komen in cafe's, op
straffe van hoge boetes. Dart: moeten
ze zelf opbrengen.'' Waanzin is het
eigenlijk, zo'n verbod, want wart; ze
thuis dioen weet je nieit."
Hij zucht diep. „Denk erom, drank
is de pest voor topspelers. Rolink
zegt altijd, niet als ze twintig zijn.
Dan kunnen ze heel wat verstouwen,
maar als ze tegen de dertig gaan
lopen ligt dat anders. Daii is alcohol
fataal, dan ontstaan er sneller
blessures en ze genezen veel
langzamer".
Tegenslagen
Blessures. Hij had er veel dit Jaar.
Kampte met enorme tegenslagen.
Wil daar het falen van Ajax
overigens niet helemaal aan ophan
gen. Weet dat zijn aankoopbeleid
ernstig bekritiseerd wordt.
Hekelt: „Vijf man trok ik aan. Een
heeft inderdaad niet helemaal
voldaan. Brokamp. Okay. Brokamp
was misschien een flop. Een al wat
oudere voetballer die voor verschrik
kelijk veel geld is aangekocht. Het
is er nog niet helemaal uitgekomen,
maar weet wel dat Feyenoord een
jaar eerder nog dik een miljoen
voor diezelfde Brokamp had willen
geven. En nou is Geels ook niet
goed, volgens de zogenaamde
insiders.
Dan vraag ik me af, wie had ze er
dan moeten inschoppen dit seizoen
bij Ajax. Mulder, of Rep misschien?"
Johnny Rep. Hij kreeg tijdens de
WK een schitterend contract van
drie jaar voorgelegd van Hans
Kraay. Kraay berustend: „Ja, dat is
mijn werk geweest". Een tikje
wanhopig: „Maar wat moest ik.
Coster zei dat Anderlecht acht ton
voor Johnny wilde geven. Dat kon
bluf zijn. Maar ook waar. Je wist
het niet.
En Neeskens was net naar
Barcelona verkocht. Ik kon super
vedette Johnny Rep, want dat was
hij toen, niet laten gaan. Dat had
de aanhang nooit gepikt. Ja en dit
laatste seizoen is het weer veel
minder gegaan met Johnny. Waar
om? Ik weet het niet. Hij kan het,
dat is boven elke twijfel verheven.
Als je hem op de training bezig ziet
dan houd Je je adem in. Dan zie Je
dat hij alles kan met een bal. Maar
in een wedstrijd, zodra hij de eerste
schop tegen z'n enkel heeft gehad is
het mis".
Geld
Hij piekert vaak over de toekomst
van het Nederlandse voetbal. Kraay:
„Hoe je het ook wendt of keert, er
moet minder aan geld worden
gedacht".
Ernstig: „Wat ik mee heb gemaakt.
Met Haan bijvoorbeeld. En ook met
andere spelers. Ik heb stapels
brieven liggen. Nu Cruijff en
Neeskens zijn verkocht wil ik meer
geld hebben omdat door het vertrek
van die spelers een zekere mate van
inkomstenderving is opgetreden. Nou
vraag ik Je toch.
En een tijdje later, toen er serieus
sprake van was dat Cruijff toch snel
zou terugkeren, kwam er van
dezelfde speler weer een brief. Je
raadt het al. Opnieuw geld erbij'om
zijn positie af te bakenen, nu er een
dure ster terug zou komen".
Een tikje vertwijfeld: „Ook Ajax
moet weer geld in nieuwe spelers
gaan investeren. Er moet wat
gebeuren.
Plan
Mijn - plan ligt bij het
bestuur. Maar ik kom altijd
achterop. Omdat hier een belasting
man aan het hoofd staat.
Elke speler begint momenteel een
handgeld van een ton of meer te
vragen. Schoon zoals ze dat noemen.
Dus zwart. Maar ik kan niet zwart
betalen. Dus moet ik altijd twee
keer zoveel meebrengen. En de
spelers zeggen, joh, je moet die en
die kopen. Oblak bijvoorbeeld. Die
Joegoslaaf. Net of ik even een telex
kan sturen en hij de volgende dag
dan franco thuis wordt bezorgd.
En dan het gedonder als er een
nieuwe komt. Want dan moet er een
uit. En dan is Leiden weer ln last.
Heit *ün geen profs.
Ze willen bijvoorbeeld een betere
medische begeleiding. Dan moeten
er koppen vallen. En dat vinden ze
dan ook weer zielig. Ik niet. Als iets
echt moet, dan zullen er ook koppen
vallen. Waar gehakt wondt vallen
spaanders. Zo is het nu eenmaal".
Hij gelooft nog in Ajax. Kraay:
„Dat heb ik gedaan en dat zal ik
blijven doen. Tenminste zolang de
meerderheid van de spelers mijn
beleid aanvaardt. Als het zo zou zijn
dat ze dat niet meer doen, dan zou
ik naar het bestuur stappen en
zeggen mijne heren ik trek me
terug.
Aan de andere kant kan ik niet
anders zeggen dan dat het
Ajaxbestuur me volledig dekt. Van
Praag belt me elke dag op. Het is
een soort vader-zoon-verhouding,
dat geef ik toe, maar ik heb er geen
hekel aan".
Openhartig
Tot wanneer heeft hij dit seizoen in
een kampioenschap van zijn forma
tie geloofd. Kraay, openhartig: „Tot
aan dat gelijke spel tegen De
Graafschap. En nog een beetje vóór
de wedstrijd tegen PSV".
Hij slaat kreunend de handen voor
de ogen. „Mijn god,-vijf dagen lang
hebben we naar die wedstrijd
toegeleefd. Vijf dagen praten,
overtuigen, alles doen wat in je
mogelijkheden ligt. En dan zit je op
de bank en dan zie je hoe Rep en
Geels hun mannetjes gewoon laten
gaan en je de mist ingaat. Dat is
hard, omdat er niets is wat je kan
doen. Daarbij die blunders van Stuy.
Verschrikkelijk. Je hebt me er niet
over gehoord na afloop. Omdat ik
van Stuy geen wereldprestatie
mocht verwachten nadat hij een
jaar op de bank had gezeten. Maar
toch. Schrijvers had die eerste twee
gehouden, dat weet ik zeker".
Moedeloos
Plotseling heftig: „Ik ben een
slechte verliezer, vroeger al en nu
nog. Maar wel in de dug-out. Niet
later met alle Journalisten er
omheen. Ik kan wel eens kriegelig
worden als me voor de vijfde keer
door dezelfde persoon wordt ge
vraagd of ik nu aan het einde van
m'n carriere bij Ajax ben, maar voor
de rest kan ik me uitstekend
houden.
Ik weet dat ik zelfs ergernis opwek
door niet in de bestuurskamer bij
Ajax te gaan zitten kniezen met een
lang gezicht na een verloren partij.
Maar juist iedereen opgewekt
tewoord sta. Zo ben ik nu eenmaal.
Ik heb de teleurstelling gehad, moet
ermee leven, moet verder ook".
Plotseling dan toch een tikje
moedeloos: „Er is eigenlijk maar
een ding wat me echt dwarszit. Als
de ploeg als geheel zich maar twee
maanden eerder aan me had
overgegeven, als maar twee maan
den eerder de twijfel aan mijn
gezag, de oppositie ook was gedoofd,
dan hadden we het nog gered. Als
Je me iets wil verwijten dan is het
misschien dat ik daar e en tikje te
laat pas in geslaagd ben."
Waarna hij afreist, een tik ie
hinkend omdat zijn heupgewricht in
zijn voetbalcarrière onherstelbaar is
beschadigd en waardoor hij in
plaats van zijn vak als fysiothera
peut uit te oefenen technisch-direc
teur van Ajax werd.
Kraay op de valreep: „Ik mocht
niet meer staan van de dokter en
dat is lastig als fysiother- -ut.
Maar als het nodig mocht zijn, als
de toekomst niet verloopt zoals ik ze
in mijn gedachten heb, dan neem ik
mijn praktijk toch weer op. Dan doe
ik het wel zittend. Want ik laat me
door geen mens klein krijgen..."