Strijd tegen pokken bijna gestreden
maar niet voltooid
LUISTEREN NAAR TROMBOSE
Nog slechts geisoleerde haarden in EthiopiëBangla Desh en India
EINSTEIN
KREEG
WEER
GELIJK
Drie van de vijf
continenten door
internationale
samenwerking nu
bevrijd van een
eeuwenoude gesel
NIET IN DE
PUNTJES
LSD VOOR
STERVENDE
KANKER
PATIËNTEN
ZATERDAG 19 APRIL 1975
Pokken, een van de kwaadaardigste en meest verspreide ziekten die de mensheid sinds men
senheugenis heeft gegeseld staat op het purnt te warden uitgeroeid. In 1967, toen een reus
achtige campagne om de pokken te lijf te gaan onder aanvoering van de Wereld Ge
zondheids-Organisatie van start ging, kwam de ziekte in dertig landen volop voor terwijl
in nog meer landen de ziekte regelmatig door besmette personen werd ingevoerd. Nu, in
1975, is de ziekte uit drie van de vijf continenten volledig Verdreven en in de twee
overblijvende continenten, Afrika en Azië, is de ziekte vrijwel geïsoleerd in nog slechts
enkele haarden in Ethiopië Bangla Desj en India. De bestrijding van deze ziekte bestaat
uit twee hoofdmoten, vaccinatie van iedereen, tot in de meest afgelegen gehuchten, en
rigoreuze isolatie van haarden van besmetting totdat onomstotelijk is aangetoond dat
de ziekte is onderdrukt.
Dit alles terwijl nog geen arts ter
wereld weet hoe hij pokken moet ge
nezen. Deze door een virus veroor
zaakte ziekte, die één van elke -drie
tot vier zieken doodt en de overige
drie op afschuwelijke wijze mis
maakt, kan uitsluitend worden be
streden door besmetting te voorko
men. Een geneesmiddel is er niet.
Slechts kan men, en daarop zijn alle
inspanningen van de Wereld Gezond
heids Organisatie gericht geweest, de
mensen immuum maken door hen
met een verzwakt pokkenvaccin in
te enten, waardqor het lichaam zelf
anti-stoffen tegen het pokken-virus
gaat maken. Bij besmetting gaat men
het virus efficiënt te lijf, zo goed, zo
snel en zo effectief dat men abso
luut geen pokken meer kan krij-
gen. Daarnaast was het zaak nog
niet ingeënte mensen tegen besmet
ting te beschermen door de patiënten
te isoleren, na te gaan met wie ze
in contact waren geweest, ook die
mensen te isoleren of, als het nog
kon, bij voorrang in te enten en de
zaak zorgvuldig te bewaken.
Het verhaal van deze gigantische
veldslag tegen de weliswaar minis-
cule maar op hun manier tot de
tanden gewapende viruslegers is, zo
vertelt het blad van de Wereld Ge
zondheids Organisatie, gewonnen door
de gezamenlijke inspanning van zo
wel de rijke als de arme landen, zo
wel het Oosten als het Westen, door
de ontwikkeling van stabiele en be-
Albert Einsteins zwaarte-
krachttheorie Is weer eens be
vestigd en nu met grotere pre-
ciesie dan ooit tevoren, zo heb
ben dr. Edward Pomalont en dr.
Richard Sramek van het Ame
rikaanse nationale observatorium
voor radiosterrekunde onlangs
meegedeeld. Hun metingen blij
ken zo precies dat een andere
theorie, die in 1961 door de Ame
rikaanse natuurkundige Robert
Dicke was opgesteld, en andere
nieuwere theorieën over de
zwaartekracht kunnen worden
afgeschreven, zeggen zi).
Hun werk zal naar verwachting
ook meer inzicht verschaffen in
de ontwikkeling van de onzlcht-
bare „zwarte gaten".
Fomalont en Sremek hebben
twee radiotelescopen gebruikt
van het observatorium in Green
Bank in West Virginia, om aan
te tonen dat de radiogolven van
ver verwijderde hemellichamen
die quasars genoemd worden,
door de zwaartekracht worden
afgebogen wanneer zij de zon
passeren en wel precies in zo
sterke mate als door Einsteins
theorie werd voorspeld.
Een groep Engelse astronomen
heeft Einsteins theorie in 1919
globaal geverifieerd door aan te
tonen dat de aantrekkingskracht
van de zon sterrenlicht had ver
bogen. Hun werk was echter nog
niet precies genoeg. Maar later
werd de theorie wel nauwkeurig
bevestigd, hoewel naar veler oor
deel nog onvoldoende.
Dat is nu wel het geval.
Fomalont zei dat de afbui
ging slechts zeer miniem is.
„Men heeft een zeer goed op
lossend vermogen nodig om het
verschil aan te tonen. Wij heb
ben dat kunnen dóen door twee
telescopen te gebruiken die op
32 km van elkaar af staan".
Drie weken lang hebben de
twee geleerden de veranderingen
gemeten in de radiogolven van
drie zwakke quasars terwijl de
aarde om de zon draaide en de
zon zich dus schijnbaar langs
deze quasars verplaatste. Foma
lont zegt dat het werk nog eens
herhaald zal worden om de pre
cisie van de metingen nog meer
op te voeren. Bovendien is een
geslaagde herhaling van een na
tuurwetenschappelijk experi
ment met dezelfde resultaten
een van de principiële voorwaar
den om de toetsing van een theo
rie geloofwaardig te maken.
trouwbare vaccins, door verbeterde
entmethoden, door het ontwerpen
van een even omvangrijke als goed
lopende organisatie, met helicopters
en met geduld, met hooggespeciali
seerde deskundigen met vrijwilligers
en met geld. Van dat laatste was
eigenlijk het minste nodig. Het blad
van Wereld Gezondheid Organisatie
schat de kosten op totaal 250 miljoen
dollar, wat belachelijk laag wordt
genoemd in het licht van het resul
taat: vrijwel volledige uitroeiing van
een ziekte, waarvan tot voor kort
werd aangenomen dat zij even onver
mijdelijk was als veroudering of als
natuurrampen.
In 1958 stelde de Sowjet Unie alle
lidstaten van de WHO (World Health
Organisation) voor om eendrachtig
samen te gaan werken in de be
strijding van deze ziekte, een voor
stel dat door de algemene vergade
ring van de WHO werd aangenomen.
De voorbereidingen konden van start
gaan en in 1967 kwam het program
ma tot volle 'ontplooiing. De Sowjet
Unie liet het niet bij dit voorstel.
Zo leverde dit land ieder jaar 25
miljoen doses vaccin aan de WHO
en nog eens enorme hoeveelheden
aan de betrokken landen recht
streeks. Ook de Verenigde Staten en
een aantal Europese landen bleven
niet achter en stelden vaccins, des
kundigen en materiaal ter beschik
king. Het Rijks Instituut voor de
Volksgezondheid in Bilthoven deed
een Nederlandse duit in het zakje
door voortdurende kwaliteitscontrole
op de vaccins uit te voeren, een
werk waarbij ook Canada was be
trokken. Een zekere trots over het
behalde resultaat, zich uitend in ter
men als „het bereiken van een his
torische mijlpaal" en „een opval
lend voorbeeld van de constructieve
resultaten die landen kunnen berei
ken als zij samenwerken bij verwe
zenlijking van het doel een betere
gezondheid voor iedereen mogelijk te
maken", maar ook een waarschu
wing bevat een artikel in het genoem
de blad van dr. Halfdan Mahler, di
recteur-generaal van de WHO.
Hij wijst erop dat de paar nog res
terende haarden toch weer epide
mieën kunnen veroorzaken als zij
niet nog gedurende zeker twee jaar
intensief in de gaten worden gehou
den, nadat het laatste geval van pok
ken er is geconstateerd. „Wij moe
ten er van verzekerd zijn, dat geen
enkele verborgen infectiehaard loert
op een kans weer actief te worden",
merkt hij op. „Alleen een derge
lijke waakzaamheid kan ons garan
deren dat tenslotte een volledige o-
verwlnning is behaald op een ziekte
die sinds het ontstaan van de mens
een constante bedreiging is geweest.
De strijd tegen de pokken heeft
een apparaat tot stand doen komen
dat als instrument om vervolgens an
dere ernstige, besmettelijke ziekten te
gaan bestrijden, van grote waarde is.
Vele gezondheidsorganisaties in vele
landen zijn organisatorisch verheu
gend sterk verbeterd. Nationale ad
ministraties aan wie alle gevallen
worden gemeld zijn opgebouwd; er
zijn vele ervaren mensen beschik
baar op alle niveau: artsen, me
disch hulppersoneel, administratieve,
technische en organisatorische des
kundigen'.
De ziekte is wat aard en omvang
betreft de ernstigste uit de geschie
denis, erger dan de pest, dan cholera
of gele koorts. Rond 1900 werd wel
op internationale congressen over ge
zondheidszorg over die drie ziektes
gesproken, maar niet over de pokken.
Oorzaak: de ziekte was zo gewoon,
zo verspreid en zo ongrijpbaar dat
er gewoon geen beginnen aan was
deze te bestrijden.
Toch zijn de eerste beginselen over
de bestrijding van pokken al 180
jaar oud. Men had geconstateerd,
dat wie een pokkenaanval overleefde,
weliswaar voor het leven vermikt was
maar de ziekte niet meer kreeg. Kin
deren werden daarop in contact ge
bracht met mensen die aan een milde
vorm van pokken leden en ook werd
geïnfecteerd materiaal van een pok-
kenpatiënt gebruikt om gezonde
mensen te infecteren. Het bleek te
helpen, zij het'niet in alle gevallen.
De Engelse arts Edward Jenner
Een pokkenpatiëntje in Ethiopië, dat de vreselijke ziekte over-
leefde, maar voor het leven getekend is.
vond tegen het einde van de acht
tiende eeuw dat met koe-pokken be
smetten mensen onvatbaar waren
voor de variant die de mensen ziek
maakte. Hij bevestigde zijn bevin
ding door experimenten met kinde
ren, een methode die hem heden ten
dagen ongetwijfeld zijn artsenbul
zou kosten.
Maar hij had het wel juist
gezien: de kinderen bleven gezond
en zijn methode verspreidde zich snel
over Europa en de Verenigde Sta
ten, zij het niet in zijn eigen ge
boorteland, dat een van de laatste
was dat vacicnatie wettelijk ver
plicht stelde. Het verzet tegen deze
vaccinatie was gebaseerd op religieu
ze gronden (beïnvloeding van de wil
van God), het risico syphilis over te
brengen (een reëel risico) en de kos
ten voor met name arme gezinnen.
Een oorlog was nodig om twijfe
laars nog eens extra te overtuigen
van de mogelijkheden via vaccinatie
pokken te bestrijden. In de Frans-
Duitse oorlog van 1870 waren de
Duitse soldaten wel, de Franse niet
gevaccineerd: 23.400 Franse soldaten
stierven aan de pokken, 278 Duitse.
Stapje voor stapje werden de pok
ken uit Europa en uit de Verenigde
Staten verdreven, hoewel tussen 1930
en 1940 nog rond 1000 gevallen per
week werden gemeld in de Verenigde
Staten. In 1965 kwam de ziekte nog
maar in vijf Zuidamerikaanse staten
voor en in 1973 constateerde een
speciale commissie dat de laatste
haarden in Brazilië waren uitge
roeid. Sinds de lente van 1971 had
men geen enkel geval meer kunnen
constateren. Een ziekte die het vaste
land van Amerika was binnen ge
bracht door een lid van de bemanning
van een van de eerste Spaanse ont-
dlekkinigsreQZigeiis, ongeveer 500 jaar
tevoren, en die ontelbare mensen had
getroffen, Inca's, Indianen zowel als
de „nieuwe" bewoners van Zuid- en
Noord-Amerika, was eindelijk en
hoogstwaarschijnlijk definitief ver
bannen.
In Zuid-Amerika is daarmee het
werk gedaan, maar in de ontoegan
kelijke hooglanden van Ethiopië
en de dichtbevolkte stroomgebieden
van Indus en Ganges in India en
Bangla Desh kammen nog steeds
tienduizenden gezondheidserkes alle
alle dorpen en dorpjes uit op zoek
doen zich grote moeilijkheden voor.
De afstanden zijn onafzienbaar en
het Ethipoische hoogland is vrijwel
uitsluitend per helicopter te berei
ken. Toch is het van het grootste be
lang dat letterlijk iedereen wordt in
geënt.
Het blijkt ook niet mee te vallen
de bewoners van afgelegen plaatsen
direct van het nut van medische
hulp te overtuigen. Mensen die zo
maar met een helikopter uit de he-
ml komen vallen winnen niet direct
het Vertrouwen van een stamhoofd.
Daarvoor is geduld en taktische over
redingskracht nodig van mensen die
land en streek goed kennen en die
daarnaast er tot in het bot van over
tuigd zijn dat alleen als iedereen
wordt bereikt, de ziekte kan worden
uitgeroeid.
In Januari 1967 startte het werk.
Op dat moment moest men de be
schikking kunnen hebben over 250
miljoen doses vaccin van uitnemen
de kwaliteit, op zich al een enorm
organisatorisch probleem. Het bleek
noodzakelijk laboratoria op te zet
ten in de landen zelf, waar pokken
het meest voorkomen. In 1973 was
men zover, dat twee-derde van het
vaccin in die landen werd geprodu
ceerd.
Een enorme vooruitgang was de
overstap van inenten met een spuitje
naar inenting met een zogenaamde
Jet-injector, waarbij het vaccin met
luchdruk in de huid wordt gespoten.
Deze methode bleek sneller: duizend
mensen konden per uur worden in
geënt. Het was ook goedkoper, want
het spaarde vaccin en men was af
van het bewerkelijke sterileren van
naalden.
In de loop van het programma
begon men over te stappen van mas
sale vaccinatie naar allereerst de
inperking van bestaande haarden.
Het aantal landen met pokken slink
van 1967 tot 1973 van 30 tot 5. Het
was duidelijk dat een wereldwijde
uitroeiing van de pokken geen
droom meer was, maar werkelijk
heid kon worden.
Daarop verdubbelde de WHO zijn
inspanningen in het zogenaamde
„target-zero"-programma, waarbij de
nadruk nog meer werd gelegd op
consequente opsporing van de nog
resterende haarden. In Indonesië en
in India werden beloningen gegeven
aan mensen die gevallen van
pokken meldden en via de radio werd
constant op de beloningen gewezen.
In 1974 daalde het aantal meldin
gen in India van 5000 in juli tot 800
eind oktober van dat jaar.
Iedere maand kon er zo weer een
witte speld op de kaart worden aange
bracht, tot er binnen afzienbare tijd
alleen nog maar witte spelden op
deze kaart staan. Maar er moet nog
veel werk worden verzet, voordat de
laatste speld als het ware door het
laatste pokkenvirusdeelte kon wor
den gestoken. Het virus, slechts zicht
baar met de sterkste elektronenmi
croscoop, onvatbaar voor medicijnen
is even klein als taai. Maar de mens
zal waarschijnlijk taaier blijken.
Onze beschouwing over vinger
afdrukken, die wij plaatsten op de
vorige wetenschapspagina (5 april
j.l.) bleek niet tot in de puntjes
goed te zijn; er stonden desalniet
temin teveel puntjesin. Jaar en
buit van de grote Britse treinroof
waren opengelaten. De auteur wist
het niet tijdens het schrijven en
vergat later deze gegevens in te
vullen. Het spektakelstuk speel
de zich af in 1963 en de buit
bedroeg ruim twintig miljoen.
Onze excuses voor de onzorg
vuldigheid.
Kankerpatiënten, die door de
artsen zijn „afgeschreven", zou
den gemachtigd dienen te wor
den tot het gebruik van het ha-
licogene LSD, waardoor zij de
dood met moed en ook waardig
heid in de ogen kunnen zien. Zo
verklaarde onlangs in het En
gelse Nottingham voorzitter John
Rowan van de Britse Vereniging
voor Humanistische psychologie.
Rowan verwees naar proefne
mingen in de Verenigde Staten
om kankerpariënten, die nog
slechts enkele weker te leven
hadden hun laatste lijden te
verzachten door het gebruik van
LSD.
„De zieken lijden minder in
hun laatste dagen en zijn zo
doende in staat de dood'met
zekerheid en moed onder ogen
te zien. Zelfs wanneer zij eer
der zeggen, dat zij de dood aan
vaarden, is dat over het alge
meen niet juist, zeker niet in de
laatste stadia. Maar door LSD
wordt de overgang naar de dood
voor de meesten een onbetekenen
de fase".
Aan dit probleem zijn uiter
aard meer facetten, dan het ver
gemakkelijken van een nauwe
lijks dragelijke eindfase van een
leven. Afgezien van religieuze as
pecten van een onnatuurliike
geestestesteldheid tijdens het
overlijden kan men zich
afvragen, of dit verlichten van
lijden dan niet tevens voor an
dere ten dode opgeschreven pa
tiënten zou moeten gelden, waar
bij het gebruik van LSD een
verhaasting van de dood kan ver
oorzaken. Ook indirecte eutha
nasie, in dit geval zelfs actief,
is niet zonder meer aanvaardbaar
Statistisch is door artsen, zieken
fondsen en klinieken vastgesteld, dat
ziekten aan hart en bloedvaten voort
durend toenemen in de westerse lan
den. Wat de oorzaak daarvan is, is
niet geheel duidelijk, al wijt men
het verschijnsel op ook weer statis
tische gronden aan „strèss" ofwel
overmatige geestelijke inspanning,
voorts aan overmatig (wat dat dan
ook moge zijn) gebruik van genots
middelen zoals alcohol en tabak, en
tenslotte aan gebrek aan lichaamsbe
weging door autorijden, brommen, de
hele dag achter een bureau zitten
etc.
Behandeling voor dergelijke hart
en vaatziekten is een vroegtijdige
onderkenning van de verschijnselen,
een tijdige diagnose. Wanneer die
diagnose komt op een moment, dat
de patiënt een eerste serieuze klacht
krijgt, is het veelal te laat om te
genmaatregelen te nemen die een
volledige gezondheid kunnen herstel
len.
Door Siemens is onlangs een appa
raat ontwikkeld, dat in vele gevallen
storingen in de bloedsomloop snel en
eenvoudig kan opsporen door middel
van hoogfrequente geluidstrillingen,
de zogenaamde „ultrasonore vaatin-
dicator" Het apparaat is slechts
bruikbaar bij het vroeg diagnostiseren
van dicht aan het oppervlak van het
lichaam en de ledematen liggende
bloedvaten. Perfectionering zou in
combinatie met röntgenologische
beelden van het inwendige van de te
onderzoeken persoon op den duur
ook conwole van dieper liggende
bloedweg^.n mogelijk moeten maken.
Met dit nieuwe apparaat wordt
vastgesteld, of en op welke plaats
zich de snelheid wijzigt waarmee het
bloed door de aderen stroomt. Elke
plotselingen plaatselijke verandering
in die snelheid duidt op een vaat-
vernauwing, een bloedprop of een an
dere schadelijke horde in de bloeds
omloop.
Het opsporen van dergelijke sto
ringen gaat voor de patiënt geheel
probleemloos in zijn werk. Zelfs de
huid wordt niet geïrriteerd. De arts
strijkt met een sigaarvormige stift
(zoals op nevenstaande foto) met een
lichte druk over de arm of een been.
Tn deze aftaster bevindt zich een
miniscule ultrasonore zender/ontvan
ger. Tijdens het onderzoek zendt de
zender voortdurend ultrasonore tril
lingen uit. Deze treffen de bloedva
ten en de doorstromende rode bloed
lichaampjes. De impulsen worden te
ruggekaatst en door de ontvanger ge
registreerd.
Wanneer plotseling een wijziging
in de stroomsnelheid optreedt omdat
het bloed een vernauwing moet pas
seren, dan verandert daardoor ook
de frequentie van de teruggekaatste
geluidsgolven. Dit frequentieverschil
ligt binnen het menselijke gehoorbe-
reik en kan via een luidspreker acous-
tisch worden weergegeven. Hoge fre
quenties duiden op een snelle, en
lage op een (te) langzame doorstro
ming.
Uit dergelijke luidspreker-signalen
kan de arts een eerste snelle (en op
pervlakkige) diagnose stellen.
Dit klankbeeld kan bovendien nog
optisch worden weergegeven op een
soort televisieschermpje, terwijl bo
vendien de gegevens voortdurend kun
nen worden geregistreerd voor later
gebruik. Magneetbanden kunnen
daarvoor worden ingeschakeld.
De nieuwe vaatindicator is met de
weergave- en registratieapparatuur
niet groter en zwaarder dan een
forse transistorradio en weegt nog
geen 3% kilo.
Wetenschap en
technologie
door P. Bok