Meer dan 80 geflipte
apen in een rusthuis
Dure suiker hei
doodvonnis
voor
ZATERDAG 19 APRIL 1975
PAGINA 15
De stichting Aap zit met aap wil hebben, al is het hij de verzorging be-
een groot geldgebrek. niet in de eigen huiska- taalt. Verdere inlichtin-
mer, kan zich als toe- gen over het adoptie-
Men heeft daarom on- ziend voogd aanmelden plan aan het adres van
langs een adoptieplan bij de stichting en een de stichting, Oude Kar-
ontworpen. Wie toch een aap uitkiezen, voor wie selaan 26 in Amstelveen.
van de vcohtigheid In de lucht.
Daarom moet je ze begin augustus
al een paar keer suiker verstrekken Door
nm de periode tussen de linde en de
heide te overbruggen'. H. J. Oolbekkiink
Hoe zit het nou met het uit glucose,
fructose, saccharose en water*
bestaande produkt dat we onder de
roepnaam honing uit een potje
lenelen? Geen nood, want de honing
die u in de winkel koopt is maar
voor een uiterst gering gedeelte van
vaserlandse afkomst. Voor de
import blijft Willem Hoofdman (91)
zorgen. Hij is de nog immer actieve
directeur van de grootste honing-
handel van dit land (zes filialen, 150
depothouders). Duizenden kilo's zet
hi.i per jaar om en hij haalt die
honing uit, onder meer, Polen, <Je
Oekraine, Frankrijk en Australië.
Hoofdman beweegt zich na een val
wat moeilijk, maar de ogen kijken
vief, de stem klinkt vol en de lach
wil best loskomen. Hij heeft zelf een
veeljarige ervaring als imker achter
de rug, en al zal hij niet alle 20.000
bijensoorten die de wereld kent uit
elkaar kunnen houden, hij weet
waar hij over praat als het om deze
spreekwoordelijk nijvere beestjes
gaat.
„In 1912, ik had toen een
vleeswarenfabriek in Rotterdam, heb
ik in Rodenrijs een tuin gehuurd
waar ik uit liefhebberij bijen ben
gaan houden. De honing die ik daar
van overhield ging ik aan buren en
kennissen verkopen en daar is mijn
honinghandel uit ontstaan".
Bijenhouden blijkt een begrotelijke
liefhebberij te zijn omdat Je,
vanwege de uiteenlopende bodemge
steldheid van dit land, met kast en
korf op reis moet teneinde de
verschillende bloeiperiodes van de
c aartoe in aanmerking komende
bloemen te volgen.
-Dat begint in het voorjaar als de
volken naar de koolzaadvelden
gebracht worden en dan gaan ze
daarna door naar de zomerdracht,
dat wil zeggen de klaver en de
linde, bijvoorbeeld, en dan komt de
heide aan de beurt, dus dan moet je
sowieso al naar Gelderland of
Brabant of Limburg. Nou gaat die
heide zo rond 8 augustus bloeien,
dus dan moeten de bijenvolken er
staan. Maar zelfs als de heide bloeit
wil het nog niet zeggen dat-le
"honingt' dan hangt helemaal af
Daar heb je het al de suiker.
Omdat die zoetstof zo veel duurder
is geworden gaat de bijenwereld er
van uit dat er van de 70 a 80.000
volken in ons land er 40 a 50.000
zullen worden opgeheven. Deze
aanstaande overledenen kunnen dan
uiteraard niet meer hun noeste
bestuivingswerk aan fruit, augurken,
koolzaad en landbouwzaden verrich
ten. En dat gaat dan die schade van
tien miljoen gulden opleveren.
Omdat die bijen te duur in de kost
worden.
Hoofdman: „Kijk, in oktober gaan
de bijen van de heide af, dan wordt
de honing uit de raten geslingerd en
daarna 'moeten de bijen met suiker
gevoed worden. Dat kost je 's winters
per volk van 40.000 tot 60.000 bijen
zo'n acht kilo. Dat wordt dus knap
duur, en de risico's zijn voor de
imker toch al groot. Met het weer
van nu sneuvelen er bijvoorbeeld
heel wat bijen door de kou. Want
de bij doet zijn behoefte niet in de
kast of de korf, dat hoopt zich op
tot het in Januari eens een mooie
dag is en dan vliegen ze uit. Maar
als het heel januari nou lelijk weer
is, gaan ze er niet uit, dan worden
ze ziek en gaan dood".
Toen de oorlog uitbrak had Willem
Hoofdman nog acht bijenvolken. In
die ook door andere tekorten
geteisterde periode hield suiker
ongeveer op te bestaan en
Hoofdman moest op een na al zijn
volken opofferen. Dat ene hield hij
in leven met wat hij de andere
onthield. Hij praat niet sentimenteel
over zijn bijen alsof het knuffeldier
tjes zouden zijn, maar zijn binding
met de Vliesvleugeligen err het
produkt dat ze afzetten klinkt
onmiskenbaar in zijn woorden door.
„Ik heb geen idee hoeveel kilo ik
per jaar verkoop, maar hét zijn er
vele duizenden. Zo'n twintig soorten
kun je bij me krijgen ik heb
appelbloesemhoning, zeeasterhoning,
heidehoning, lindehoning, klaverho-
ning, boekweithoning, acaciahoning,
rozemarijnhoning, dennehoning,
veldbloemenhoning en tijmhoning.
Ja, je kan wel zeggen dat als er in
Nederland honing gekocht wordt die
van mij komt".
Er hangt een wat mystiek waas
rond de honing. Die werd reeds in
de oudheid als versnapering gezien
en uit menige vijandelijke schedel is
destijds de mede, een lichte
honingwijn, gedronken. Geneeskun
dige krachten worden er ook wel
aan toegeschreven, en Hoofdman wil
daar wel in geloven, al zal hij
iemand die hem komt vragen welke
honing hij het beste kan eten ter
bestrijding van een beenbreuk naar
de dokter verwijzen. „Ik gebruik zelf
ongeveer drie potjes per week. Hec
gaat 's morgens al in de müssli voor
het ontbijt en ook in mijn thee en
koffie, want honing is veel beter
ran suiker. Suiker ontrooft het
lichaam kalkstoffen die horiing er
juist in brengt Honing wordt
algemeen ook beschouwd als een
laxeermiddel, maar daar is niks van
aan. Integendeel, het wordt met
succes tegen dysenterie gebruikt. En
ik ben er_ook vast van overtuigd dat
honing de levensduur verlengt.
Neem mij nou. Ik kan natuurlijk
niet bewijzen dat het aan de honing
ligt dat ik zo oud ben geworden,
maar toch".
Het geleerde volkje blijkt nog lang
niet uitgestudeerd te zijn op het
verschijnsel honing. Vroeger nam
men tenminste aan dat er in het
goedje geen vitaminen zaten, maar
inmiddels is aangetoond dat het er,
zij het in minieme doses, wel
twintig verschillende zijn. Raatho
ning moet trouwens ook goed tegen
allerlei verschrikkelijks wezen.
Hoofdman doet het verhaal van een
meisje met ongeneeslijke darmstoor-
Willem Hoofdman
nissen en -bloedingen. Hij adviseer
de haar raathoning te nuttigen,
zodat de (onverteerbare maar
onschadelijke) was van de raten een
schild voor de wond kon vormen. Ze
heeft geen centje pijn meer gehad.
Door voornoemd mystiek waas wordt
Hoofdman inderdaad vaak aange
kaart over met de geneeslunst
samenhangende problemen. Sommi
ge mensen schijnen zelfs te geloven
dat honing een probate zalf voor
open wonden is, maar daar valt niet
op te bouwen. Gewoon eten lijkt
voorlopig het beste,al is het maar
op basis van het baat-het-niet-dan-
schaadt-het-niet-principe. Maar
mensen die Hoofdman hun proble
men per brief voorleggen krijgen
prompt antwoord.
„Ik leg in die beantwoording mijn
hele ziel, ik heb de mensen a<tijd
willen helpen."
Met de bijen blijft het maar sukkelen. Eerst
was het de spuitbus waarmee de agrariër zijn
gewassen bestoof die zonder aanzien des per-
soons ook dat vriendelijke zoembeestje het
leven ontnam.
Vervolgens werden we opgezadeld met een
zo zachte winter dat vele bijtjeó de korf voor
tijdig verlieten en de verkleumingsdood stier
ven. En nu dreigt de verhoogde suikprprijs de
bijenstand te gaan decimeren.
Het begint op een complot tegen het ge
slacht Apis oftewel Angeldragende Vliesvleu
gelen te lijken.
De imkers konden tot voor kort suiker de
noodzakelijke bijvoeding van de bij kopen
voor 90 cent per kilo, dankzij een denaturatie-
premie van de EG. Nu de schaarste heeft
toegeslagen op de wereldsuikermarkt, is deze
premie afgeschaft en de imkers moeten, net
als de huisvrouw, tussen de f 1,50 en f 1,70
gaan betalen. Gevreesd wordt dat dit voor
vele bijenhouders aanleiding zal zijn hun hob
by op te doeken omdat de uitgaven de in
komsten stevig gaan overtreffen. En dat kan
een schadepostje van omtrent tien miljoen
gulden voor de Nederlandse land- en tuin
bouw betekenen. Bedankt, EG.
Door
Aad Wagenaar
Wat de mensen allemaal niet in
huis halen: jachtluipaarden, vossen,
apen, fretten, neusberen, pythons,
kinkajoe's, schildpadden, agoeti's,
stootvogels, krokodillen
Huisdieren, jawel ook in
Nederland.
Een apegek land eigenlijk: geschat
wordt dat alleen in Amsterdam al
zo'n 7000 apen door de huiskamers
slingeren. De menselijke huisgenoten
lachen om de streken van het dier;
kijk nou toch, hij kan uit een kopje
drinken als een mens. En zie, de
guit zet de bril van pa op z'n kop.
De mens raakt vertederd als de aap
z»jn lange armen om hem heen
klemt, knuffelt en kirt.
Leuk hoor, zo'n aap in huis. Het
geeft leVen, meer dan door zo'n suffe
poes.
Totdat op een dag aapjes humeur
- omslaat. Hij wordt een boosaardig
dier, bijt en krabt, vernielt. Of
ook mogelijk hij kruipt in een
stil hoekje, weigert voedsel en doet
de bek niet meer open. Het aapje is
dan zenuwziek: het kon niet
uitblijven. Want een aap is geen
huisdier.
In Amstelveen is een, wat je zou
kunnen noemen: kliniek voor
overspannen, gefrustreerde en ge
stoorde apen. Hij wordt geleid door
het echtpaar Okko en Riga Reussin.
Okko (46) is directeur van de
stichting AAP (Apen Adoptie en
Protectie).
In het huis van Reussin in de Oude
Karselaan en nog een oud pand,
verderop in de laan, werkt de
AAP-direCtie aan het herstel van
meer dan tachtig geflipte apen. Ze
zijn alle afkomstig uit huiskamers
van mensen, die niet wisten waar ze
aan begonnen, toen ze de aap in
huis haalden.
„Een aap is een groepsdier", zegt
Okko Reussin, „als huisdier krepeert
hij, versuft in zijn isolement, raakt
gestoord, wordt gekweld".
Vandaar: „Wij vinden dat alle apen
uit de handen van de particulieren
moeten. De apen moeten terug in de
gr^?r> gebracht worden. Als daar
nog tijd voor is tenminste.
Okko Reussin werkte tot 1970 op het
bioio^vsch laboratorium van de Vrije
Universiteit in Amsterdam. Hij was
daar belast met de verzorging van
roofvogels. Door zijn regelmatig
contact met Artis, kreeg hij toen
ook te maken met het „huisapen"-
probleem.
„Je hebt daar in Artis het begrip
„de dames achter de loketjes". Zij
zijn het, die iedere dag te maken
krijgen met mensen, die geen raad
meer weten met hun dieren en die
aan het loket willen afgeven. Ik
hoorde toen dat er het hele Jaar
door kisten met apen op de
geen raad, raakt verstoord en gut
zeggen de mensen: wat een vals
kreng opeens!" En dan krijgt Okko
Reussin het kreng in huis. Als wij
met hem spreken, staat in de
voorkamer een kooi met een
prachtige Gibbon, een dag eerder
hier afgeleverd. Reussin schat dat
de aap bij aankoop 3 tot 4000
gulden heeft gekost.
Cuna, zoals de Gibbon heet, is
gebracht door een dame, die
voornemens was naar een tropisch
land te emigreren en het dier daar
in zijn oorspronkelijke omgeving te
brengen. De reis gaat echter niet
door en Okko Reussin mag Cuna nu
verder opvoeden, tot hij geschikt is
voor opname in een dierentuin.
„Ik heb hier echter geen soortgenoot
van hem en kan hem dus niet tot
groepsdier maken", zegt Reussin,
„maar gelukkig blijkt hij gein te
hebben in onze chimpansee Lady.
Voorlopig hoeft hij niet eenzaam te
zijn —het zijn allebei nog jonge
dieren".
De telefoon gaat. Het is Reussins
assistente, die een week vakantie
heeft. „We hebben een Gibbon" roept
Okko opgetogen in de hoorn. „En
gisteravond zijn er drie Java-apen
haast ontsnapt. Ik heb het
verdovingspistool moeten gebruiken,
maar alles is goed afgelopen".
Het was een hele toestand in het
apenhuis, legt Reussin ons even
later uit: „Het proces van groeps
vorming gaat met vallen en opstaan.
Daarom mogen we juist heden niet
meer naar het verblijf. „Je
binnenkomen en het fotograferen
zou een golf van agressie teweeg
brengen bij alle apen. Ze vinden nu
alleen goed dat mijn vrouw bij de
kooien komt. Want dat is een wijfje
en die kan geen bedreiging vormen.
In de apenwereld telt een wijfje
totaal niet; ze kan alleen maar
jongen".
Een mannetje wordt anders beje
gend: Okko Reussin .trekt de
broekspijpen omhoog en laat benen
zien met een landkaart van
littekens. „Ze hebben me op nn
borst en rug ook te grazen gehad.
Je voelt je wel raar als je wel eens
wilt gaan zwemmen. De mensen
denken den dat je vers van het
front komt als ze je blote lijf zien".
Maar ondanks dat, de apen blijven
welkom in Amstelveen. „Hij moet
die huiskamer uit", zegt Reussin.
„Hij is niet geboren voor die
ongezonde knuffelzucht, die men
met dierenliefde verwart".
Okko en Riga Reussin met
een "gestoorde" patiënt. Als de
apen boos zijn mag alleen Riga de
kooi betreden, want een vrouw
telt niet in de apenwereld. Ze kan
alleen maar jongen en dus nooit
een bedreiging vormen
toonbank kwamen".
„Maar", gaat Okko Reussin verder,
„in Artis wisten ze met die apen ook
geen raad. want je kunt zo'n
eenling die de aap uit de huiskamer
toch is, niet bij andere apen zetten,
zomaar. Hij wordt niet door de
groep geaccepteerd, de anderen
verscheuren hem. Het duurt een tot
vier jaar voordat je apen naar
elkaar toegebogen krijgt".
Wat te doen dus met die verstoten
apen: naar een normaal dierenasiel,
euthanasie?
„Ik heb mijn werk er aan gegeven",
zegt Okko Reussin, „en ben
begonnen apen in huis te nemen,
met het doel ze in groepen tot
herstel te brengen. Voremen ze
eenmaal een groep, dan is hun
toekomst minder problematisch.
Want een hechte gorep wil een
dierentuin wel plaatsen. Maar het
duurt een tijd voor je zover bent".
In 1972 kwam de stichting AAP er.
Ook in Bilthoven werd een
apentehuis ingericht, Amstelveen en
Bilthoven hebben hetplan te
fusioneren.
Het gemeentebestuur van Amstel
veen heeft waardering voor het
werk van inwoner Reussin; binnen
kort wordt hem tegen een zeer
geringe huur een boerderij met een
grote kas toegewezen om AAP meer
armslag te geven. In de nieuwe
behuizing kunnen Okko en Riga
Reussin meer apen opnemen dan in
het wat krakkemikkerige onderko
men van nu. Meer apen, meer
soorten: meer mogelijkheden tot
groepsvorming.
„Het nieuwe Besluit op de
Uitheemse Dieren heeft het godzij
dank verder onmogelijk gerriaakt
dat je in de dierenwinkel een aapje
kunt kopen", zegt Okko Reussin. „De
verleiding is hu tenminste weggeno
men: zo'n grappig en aanhankelijk
knuffeltje mee naar huis te nemen.
De mensen wisten niet wat ze
deden. Ze wisten niet hoe dat aapje
van ze gevangen was. Met netten en
zo, werd ze in de winkel verteld.
Nou, het was anders: die apen
werden afgeschoten, dat wil zeggen
de vaders en de moeders. En daarna
gingen de Jagers op de lijken af om
de baby-aapjes van de moederborst
te rukken".
„Zo'n jong aapje, binnengebracht in
de huiskamer, weet geen eens dat
het een aap is. En hij wordt dan
nog menselijk opgevoed ook, maar
als hij dan een Jaar of vier is,
wordt hij geslachtsrijp, weet zich