Frustratie voor en achter het loket SOCIALE DIENST IN LEIDEN 'Als deze maatschappij goed zou ik overbodig zijn mizu L. F. MOLLE PER 1 SEPTEMBER VERTROUWENSMAN VOOR LEIDSE UNIVERSITEIT keukens DONDERDAG 10 APRIL 1975 LEIDEN Een ochtendje doorbrengen in de hal van de Gemeentelijke Sociale Dienst (GSD) aan de Langebrug is een neerslachtig stemmende ervaring. Het ontvangstlokaal heeft iets van de wachtkamer op een derderangs station. Langs de hoge muren staan banken en daarop zitten voor het merendeel recht voor zich uit starende mensen. Er zijn er zo'n 50. Voor het merendeel jongeren. Slechts zeer wei nigen zijn ouder dan 35 jaar. Ze wachten op het afroepen van hun naam en op een daaraanvolgend gesprek in één van de zeven hokjes die voor dat doel zijn geschapen. Klei ne, nogal bedompte hokjes. Op de „spitsuren" zijn er dui delijk te weinig, zoals er meer te weinig is bij dé Sociale Dienst in Leiden (mankracht). starre, bureaucratische houding, met £)ooir nadruk op negatieve aspecten. j D Iedere cliënt is niet in de eerste Kuud raauw plaats een potentiële rechthebbende, maar een potentiële rechtsontdui- De sfeer op déze ochtend is lande- ker". De mentaliteit van de Sociale rig, verveeld. Af en toe wordt er wat Dienst deugt niet, aldus de OAB, en geroepen en overdreven gelachen, daarom zal "noch" uitbreiding van Van agressie is weinig te bespeuren, het ambtenarencorps, noch een be- Maar niet altijd gaat het zo kalm ter gebouw resultaten voor de werk- toe in de plafonds van de spreek- lozen opleveren". De OAB zegt hokjes wemelt het van de brandga- klachten te hebben gekregen over t ten- het resultaat van peukjesschie- op tijd krijgen van uitkeringen door ten van buitenaf; ze belanden op de dat de cheques te laat verzonden plafonds en branden er vervolgens ktJn, over willekeur bij beslissingen, door. Ook moet op gezette tijden de over het niet toekennen op dubieu- politie er bij komen om de orde te te gronden van extra bijstand, over herstellen Die ordeverstoring is vaak het geven van onvolledige en mislei- het gevolg van de niet-toereikende dende informatie, het intimideren accommodatie, dat mag niet onver- van cliënten grove omiauwkeurig- meld blijven heden in betalingen, het extra con- De GSD fungeert in onze samen- troleren van alleenstaande vrouwen lev ng als de laatste redpaal. Daar- met voorbijgaan van hun recht op na volgt er niets meer. Het is te zien privacy etc. en te merken. Misschien niet aan De OAB wil verder dat zolang er allss wel aan veel nog dossiers worden gemaakt deze óver de Sociale Dienst in het al- voor de personen in kwestie onbe- ge neen en de Leidse in het bijzon- Perkt ter inzage zijn. In het Juist uit- der is al veel geschreven. In Leiden gekomen april-nummer van het zelf is het een geliefd gespreksthe- OAB-orgaan "Strijdbare Arbeider- ma. Meestal wordt er op de Wlege- worden enkele van die gevallen in liaanse manier over gepraat: 1. "ze" detail weergegeven, komen met sleeën van auto's hun De OAB meldt verder nog dat zij uitkering halen, de verf van het net in december-*74 contact met de So- be 1 ndigde karwei nog .aan de han- ciale Dienst heeft opgenomen om tot den. een geregeld overleg te komen ten- 2. de Sociale Dienst smijt gewoon einde de klachten op te lossen. "Van met geld. deze opzet is echter niets terecht ge- .-v i. komen, omdat aan de klachten geen UVertreomgen. aandacht wordt geschonken door de Oude bekende volksvertellingen. GSD", aldus de OAB, die de situatie Nu is het buiten kijf: de sociale wet- hier nog slechter vindt dan in Rot ten worden overtreden en ontdoken, terdam, waar onlangs een zwartboek zoals trouwens met alle wetten het over de GSD is verschenen, geval is. Dat het op werkelijk grote Alles bijeen dus een oordeel over schaal gebeurt is ondanks alle de Leidse Sociale Dienst dat lijn- praatjes nog steeds niet bewezen recht staat tegenover het al eerder (en rechtvaardigt zeker nog geen geschetste beeld van de "met geld geldverslindend controle-apparaat; smijtende instelling". De OAB-lezing trouwens wie wil er naar die tijd te- is voorgelegd aan de waarnemend rug?). Maar Ja, "waar de bewijzen GSD-directeur (De Sociale Dienst ontbreken, neemt liet fanatisme het heeft al een Jaar geen directeur woord" is een stelling die helaas nog meer, maar dat is een verhaal apart) onverkort geldt. en zijn rechterhand. Daarnaast is er Sinds kort circuleert er een twee- gesproken met ongeveer 15 sociale de oordeel over de Leidse Sociale werkers. Dienst. Dat is afkomstig van de Or ganisatie Arbeiders Belangen (OAB) Qeen heiligen afdeling Leiden, een on-orthodox ^een neill8en marxistische beweging die in deze "Wij zijn geen heiligen", zegt de stad, volgens eigen opgave, zo'n 200 directie, "wij maken dus fouten. We leden telt. De OAB nu zegt dat zij 'n zitten bovendien met veel te weinig hoop klachten heeft binnengekregen personeel om de steeds groter wor- over de manier waarop de GSD zich dende stroom mensen in een daar tegenover de cliënten opstelt, "een voor niet geschikt gebouw op te vangen. In het eerste kwartaal van 197è zijn er 20 pet. meer aanvragen te verwerken geweest dan in dezelf de periode een jaar geleden. De werkers het totale personeelsbe stand bedraagt 96 mannen en vrou wen verrichten hun taak onder grote druk. Het ziektepercentage on der hen is dan ook hoog: elf procent, wat weer nieuwe problemen met zich mee brehgt. Vloeken, tieren, bedreigingen zijn vaak hun deel, maar de werkers gaan tot het uiter ste voor het welzijn van hun cliën ten. Wat de OAB nu beweert, komt neer op het in twijfel trekken van onze integriteit. Het is een grove be schuldiging die kant noch wal raakt". Wat het te laat versturen van de cheques betreft, zegt de waarnemend directeur: "Een half jaar geleden zijn we op een computer overgescha keld. Dat loopt niet altijd zoals wij willen. Een week of wat geleden ging het op het PTT-kantoor mis met 204 cheques door een technische storing. Maar afgezien daarvan, het is elke keer weer een gevecht met de klok om met die tekortschietende mankracht alles op tijd de deur uit te krijgen. Men denkt kennelijk dat wij een automaat zijn: je stopt het er in en het moet er maar uit komen. Maar zo is het niet. Het hoeft o- verigens niet altijd aan ons te lig gen. Als de cliënt zijn inkomsten briefje niet op tijd inlevert dan komen er ook omeilijkheden. Daar kunnen wij niets aan doen. In de kou laten wij de mensen overigens niet staan. Wie zijn cheque nit op tijd krijgt kan een voorschot krij gen". De directie haalt de schouders op als de OAB "vaste regels - geen wil lekeur" eist. "Je kunt niet alles in vaste regels onderbrengen. Om een voorbeeld te noemen: iemand die na tien jaar by een baas te heb ben gewerkt ruzie krijgt en de be nen neemt, is niet te vergelijken met iemand die vijf keer achtereen werk weigert. Je moet het steeds per geval bekijken". Tegen openlbaarmalkin'g van de cliën ten-dossiers, zoals de OAB wil zal de directeur ziöh blyven verzetten: "Een maatschappelijk werker moet alles in een rapport kunnen zetten. Als dat dan ter inzage komt te lig gen voor de cliënt kunnen daar al lerlei onplezierige taferelen uit voort vloeien. Je loopt dan het risico dat men in rapporten bepaalde zaken gaat verzwijgen. Van die ontwikke ling ben ik een groot tegenstander". Ook de schending van de privacy van de alleenstaande vrouw wyst hij af. "Omdat ons vele geruchten en berichten bereiken, vragen wij wel eens aan de vrouw of zij met ie mand samenwoont. Want als zy met een man een z.g. economische een heid vormt, krijgt ze geen uitkering. Dat vragen is het enige wat er ge beurt. Je kunt dat een inbreuk in de privacy noemen, maar we zijn er toch ook voor om ons van de juiste situatie op de hoogte te stel len en de wet juist toe te passen?" Tot zover de directie. Sociale werkers Het gesprek met de naar schat ting 15 sociale werkers (allen ook tamelijk jong), verloopt wat chao tisch, wat je met zoveel mensen ook mag verwachten. Wat overduideiyk opbloeit by hen is de frustratie over de manier waarop zy hun werk moeten doen. Ze betitelen zichzelf wat bitter als "renpaarden" en "heen-en-weer-dravere". Hoezeer ook overtuigd van eigen tekortkomingen door gebrek aan mankracht, vinden zij de OAB-aanval unfair en on doordacht. Unfair, omdat de OAB maar eenmaal een brief met een paar klachten heeft gezonden en d daarna nooit meer iets van zich heeft laten horen. Ondoordacht, omdat vol gens hen de meeste punten die de OAB aanroert niet de zaken zijn die van essentieel belang zyn. De door de OAB aangevoerde zuinigheid van de GSD om uitkeringen tedoen, wekt ten zeerste hun verbazing. "Dat is niet te rijmen met de me ning van het ministerie dat Leiden als topper nr 1 beschouwt bij het doen van uitkeringen. Als de OAB be weert dat het ons aan bereidwillig heid ontbreekt, zit ze er zwaar naast. We zijn soepel genoeg. Als we steeds de wettelijke voorschriften in acht namen zouden de mensen veel lan ger op hun geld moeten wachten. Dan zou de zaak hier trouwens al lang zijn stuk gelopen". Wat de sociale werkers vooral dwars zit, is dat zy door het te kort aan mankracht voortdurend moeten improviseren. "Uit het handje werken", zoals zy 't noemen. "Wat wij doen is de primai re nood lenigen, een Noodverband aanbrengen, zorgen dat er net niet wordt verzopen. We doen niet veel meer dan geld uitkeren. En nu kun je niet geld wel wat bereiken, maar lang niet alles. Aan een bepaalde immateriële begeleiding, aan hulp verlening, aan enige activiteit op cultureel en onderwijsgebied kom je niet toe. Het huisbezoek raakt ook te veel in het gedrang. Wij zouden meer naar de "cliënt, in zijn omge ving toe moeten in plaats van hem naar ons laten komen. Het komt er eigenlijk op neer dat we op dit mo ment niet meer doen dan zorgen dat de cliënt die vandaag bij ons aan klopt morgen niet meer terugkomt. Je hebt de tijd niet om de taak waar voor je staat waar te maken. En 't is die frustratie die het ziekteper centage zo doet oplopen". Machteloosheid De agressie van de GSD-cliënten is van veel minder invloed op hun werk, zeggen ze. "Die agressie is niet in de eerste plaats tot ons gericht, als je het al agressie m|£ noemen. Het is meer afreageren van machte loosheid. Maar daar leer Je mee le ven. Er doen zich dingen voor, waar we vier jaar geleden ogenblikkelijk de politie bij zouden hebben gehaald, maar die we nu voorbij laten gaan. Je gaat wel absurd reageren op den duur. Als een man hier een ruit in slaat, is het eerste wat we vragen: is- ie weg? Terwijl je eerste vraag na tuurlijk zou moeten zijn: waarom deed die man dat"?. Er komt nog aanzienlijk meer ter tafel: de groep van ongeveer 100 lastige (zeer langdurig werkloze) klanten, die vreselijk veel tijd kos ten en vaak op de meest drukke mo menten op komen dagen, de gewel dige kloof die er zit tussen "wat wij weten en wat wij denken dat de men sen wel zullen weten" en de onvol doende rapportage, waardoor het kan voorkomen dat cliënten de so ciale werkers uitspelen. Na het voorgaande is het zo klaar als een klontje: bij de Sociale Dienst in Leiden heersen de frustraties voor en achter het loket. De enige vraag (ook voor de ge meente) die resteert is: hoe lang gaat de kruik te water voor hij zinkt? Door Wim Wirtz LEIDEN De vertrouwensman, een nieuwe figuur aan de Leidse universiteit, is in de academische wereld uniek. Aan geen enkele in stelling van wetenschappelijk onder wijs in dit land bestaat immers voor het personeel de mogelijkheid zich met een bepaald probleem tot een functionaris te wenden die dit pro bleem aanhoort en het vervolgens probeert wat dichter bij een oplos sing te brengen. Wat dat betreft loopt de Leidse universiteit dan ook wel voorop. Iets anders is of de functie van vertrouwensman eigenlijk niet voor de hand moet liggen in een bedrijf waarvan het personeelsbestand de omvang van een (kleine) dorpsbe volking aardig benadert. Met name aan een universiteit, waar studen ten, technisch-administratief en we tenschappelijk personeel hun weg moeten vinden in een doolhof van organisatiestructuur4-,jes en forse gebouwen, lijken de menselijke vei houdingen al gauw ver te zoeken. En wat is er dan logischer - en vooral menselijker - dan dat je een instantie bedenkt die dat direct of indirect probeert te verbeteren? Aan de Leidse universiteit blijft het voorlopig proberen. Want, zo redeneert de nieuwe vertrouwens man (per 1 september) L.F. Molle, je kunt nu nog niet aangeven dat de vertrouwensman in een be paalde behoefte voorziet. "Wat komt er op Je af, dat is het enige wat je Je op dit moment kan afvragen", zegt Molle. "Het kan best zijn dat je na een jaar moet zeggen: ik heb maar drie gevallen gehad. En wat dan?" Sfeerbepalend De heer Molle was één van de belanstellenden die gehoor gaven aan de oproep die indertijd in het uni versiteitsblad "Acta et Agenda" ver scheen onder het motto: kandidaten gevraagd voor de functie van ver trouwensman. "Ik heb toen van mijn belangstelling doen blijken", zegt Molle, die kan bogen op een indrukwekkende staat van dienst waar het zijn activiteiten betreft in de vakbeweging. Van 1966 tot 1972 was hij voorzitter van de personeels- delegatie van de vijf centrales van overheidspersoneel bij het personeels- overleg van de Leidse universiteit. En nog steeds is hij lid van de ad viesgroep wetenschappelijk onder wijs van de Algemene Bond Van Ambtenaren. 'Ik heb inderdaad een ADVERTENTIE bepaalde gedachte gehad toen ik mij aanmeldde, die eigenlijk is ont staan uit de functies in de vakbewe ging en voornamelijk in de ABVA. Er zit de gedachte achter dat je dagelijks met een groot aantal za ken geconfronteerd wordt waarbij de menselijke verhoudingen - vaak ondanks de goede bedoelingen - er niet tussen kunnen komen. En de menselijke verhoudingen in het werk, dat is gewoon belangrijk omdat het vaak de sfeer bepaalt waarin je moet werken. Ik heb eens een verhaal gehoord van twee men sen die tien jaar aan hetzelfde bu reau tegenover elkaar zaten zonder iets tegen elkaar te zeggien. Nou, dat zijn situaties waarvan je zegt: dit kan gewoon niet". Molle, die sinds 1963 aan de Leid se universiteit verbonden is (eerst fels administrateur en sinds vorig laar als adjunct-beheerder van het directoraat onderwijs van de medi sche faculteit), huldigt ook in de vak beweging de gedachte dat - bedrijf of geen bedrijf - "er voor mij maar één ras is en dat is de mens". Dat speelde mee in de ABVA. Maar ook in de Leidse gemeenteraad, waar van hij van 1962 tot 1969 voor de PvdA deel uitmaakte, en later in de eerste universiteitsraad, waarvan hij lid en tweede voorzitter was. 'Ik deed dat heel duidelijk om mee te werken aan de democratisering. Niet door allerlei acties of zo. Maar gewoon: door te praten aan tafel. Ik had daar fiducie in. Em diat heb inAssendemstraat2 Oegslge^st tel50332 De beste keukens en toch goedkoop waar staan die? Ombudsman Toch distantieert hij zich enigs zins' van de vraag of het niet een wat merkwaardige situatie is dat het technisch-administratief peroneel in zijn dagelijkse bestaan onderhevig is aan een duidelijk hiërarchische structuur, ep bijvoorbeeld in de uni- versitietsraad over het reilen en zei len van de universiteit als geheel mag meebeslissen. "Wat wel zo is, is dat het technisch-administratief personeel van de universiteit in een faculteitsraad of in de universiteits raad niet zo goed uit de voeten kan als het wetenschappelijk personeel. Je kunt als lid van het technisch- administratief personeel niet zo gauw tegen je chef zeggen: ik kan dit en ait niet doen, want ik moet naar een vergadering. Ik heb het gevoel dat dit bij wetenschappelijk perso neel iets gemakkelijker ligt. En c'aarom geloof ik ook dat het tech- administratief personeel minder de gelegenheid heeft om deel te ne- man aan het democratiseringspro ces. Een oorbeeld is de faculteits raad van de medische faculteit waar men drie zetels van het technisch- administratief personeel heeft moe ten opgeven omdat er geen belang stelling voor was'. Molle onderkent in zijn nieuwe functie duidelijke verwijzings- en Mgnaleringsaspecten, maar kan dat allemaal nog niet goed traceren. In i lgeiNene zin vindt hij een vergelij king met de burgerraadsman en e- nigermate met de ombudsman wel gerechtvaardigd. Over zijn mogelijke signalerings functie wat zit er fout waardoor mensen niet goed functioneren, en wat kun je er aan doen? zegt hij'Ik hecht daar wel grote waarde aan. Maar het is er nog niet. Als na een jaar geëvalueerd wordt, dan zou dat eens bekeken moeten worden". De nieuwe vertrouwensman werkt rechtstreeks onder het college van bestuur, dat elke drie maanden de rapportage van de vertrouwens- moet doorspelen naar de uni- versiteitraad, waar het dan af- MolLer die sinds 1948 in Leiden woont, met zijn MULO A diploma verder een administratieve opleiding volgde, als medisch operatie-assis tent by de mariniers 2 jaar in het toenmalige Nederlands-Indië ver- mij is er maar één ras en dat toefde en zichzelf een self-made man in personeelszaken noemt kan verder afgezien van de taakom schrijving, nog weinig van zijn nieu we functie zeggen. "Wat ik wel weet is dit", zegt hij. "Als deze maat schappij goed was, dan zou ik als vertrouwensman over een aantal jaren overbodig zijn". fotohandel G.Mees Rapenburg 18. Leiden, tel. 071-33103 geopend: dinsdag t/m vrijdag 12.30-18.00 uur donderdag tevens. 19.00-21.00 uur zaterdag 9.00-12.30 uur.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1975 | | pagina 3