Wrevel in Engeland over a.s. bezoek van Sjelepin LEZERS SCHRIJVEN Berger: Het liefst zou ik meteen weer Door C. J. Rotteveel TAALGEBRUIK WALLACE DONDERDAG 27 MAART 1975 Volgende maand zal een Sowjet- eussische delegatie, op uitnodiging het Brits verbond van vakver enigingen (TUC), een bezoek aan 0root-Brittannië brengen. Dat be- joek heeft al veel wrevel gewekt, om dat die delegatie onder leiding zal Staan van Alexander Sjelepin, thans fcoofd van de zogenaamde vakvereni gingen in zijn land, maar van 1958 tot 1961 leider van de beruchte ge heime politie, de KGB. In die func- tie heeft hij te maken gehad met de deportatie van tienduizenden Balten <Esten, Letten en Litouwers), Qekrainers en Joden. En wat depor tatie achter het IJzeren Gordijn al te vaak heeft betekend, be seft geen nadere omschrijving. Ook in socialistische kringen (La bour) is fel van leer getrokken tegen de komst van deze figuur, die naar 111e waarschijnlijkheid zijn handen hooit vuil heeft gemaakt, maar als roormalig KGB-chef evenmin in een Westelijke hoofdstad ontvangen be- joort te worden als wijlen de bu- -moordenaar Himmler, gesteld dat die in de gelegenheid zou zijn geweest als hoofd van de nazi-vak ponden een reisje naar Londen te Biaken. ver lijkt het dus reeds met de ffinlandisering" van het Westen ge lomen te zijn, dat de Britse regering Biet meer "neen" durft te zeggen als het Kremlin een figuur met derge lijke antecedenten naar voren schuift. Als verzachtende omstandig heid is aangevoerd, dat Sjelepin on der Chroesjtsjow tot taak had de kGB onder partijcontrole te bren gen. De terreur van de KGB nam Boendertij d wat af, onschuldige slachtoffers in de kampen werden op vrije voeten gesteld, en toen het Schrikbewind weer toenam, verdween Sjelepin van het toneel. Het is niet temin een feit, dat hij, zoals de Condense "Times" op 6 maart J.l. Ichreef, persoonlijk een KGB-agent decoreerde, die in West-Duitsland twee Oekrainers had vermoord. In elk geval is het blonder vreemd, dat vooraanstaande figuren van een land, dat er geen ogenblik over zou denken een voormalige lei der van b.v. de Portugese PIDE te ontvangen, straks Sjelepin hartelijk 4e hand zullen schudden. Nu kan men wel zeggen, dat Londen streeft naar normalisering van de betrek kingen met de Sowjet-Unie, maar zijn natuurlijk grenzen, die in dit geval royaal overschreden zijn. Ook het motief, dat het Westen "uitwis seling van personen en informatie" beoogt, kan moeilijk als reden wor den aangevoerd. Het Kremlin denkt er eenvoudig niet over op dit punt concessies van enige betekenis te doen. Twee maiten Maar waarom dan die uitnodiging van TUC, zal men vragen, waardoor de regering in Londen min of meer gedwongen werd een inreisvisum aan dit heerschap te verlenen? De reden is, dat een TUC-delegatie twee Jaar geleden gastvrij in Moskou was ont vangen en een tegenbezoek niet ach terwege kon blijven. Van tweeën één de leiding van de Britse vakbonden heeft zich ontstellend onnozel gedra gen door niet te voorzien wat de ge volgen konden zijn, óf zij is reeds bijna de Theems ingejaagd werd. Die arbeiders waren namelijk terecht verontwaardigd, omdat Haynau in Hongarije vrouwen had laten afran selen, omdat die in verzet waren ge komen tegen de Oostenrijkse onder drukking van hun land. En Hay- nau's misdaden waren nog wel wat minder dan die van de KGB, de grootste onderdrukkingsorganisatie van de moderne wereld. Zwakke argumenten De Engelse minister van Binnen landse Zaken, Clive Jenkins, heeft het verlenen van een inreisvisum aan Sjelepin trachten te verdedigen in een artikel in de "Times", waarin hjj er o.m. op wees, dat de Sowjet- Unie had geleden van de invasie der nazi's. Waarop iemand in een inge zonden stuk antwoordde, dat ook an- dermate door communisten geïnfil treerd, dat bepaalde elementen op een situatie als zich nu voordoet heb ben aangestuurd. Er wordt dus weer eens duidelijk met twee maten gemeten: als het om de Sowjet-Unie gaat, dient men plotseling "te hopen, dat vrijere con tacten een gunstige invloed zullen hebben", maar als het om andere landen gaat, wordt er met boycot, isolering en financiële steun aan re belse groepen gewerkt. Zelfs het zen den van bijbels naar de Sowjet-Unie wordt hier en daar als "provocatie" aangemerkt; financiële steun aan verdrukten ginds is natuurlijk uit den boze, om van wapenleveranties maar helemaal te zwijgen. Dat soort activiteiten wordt uitsluitend voor andere landen gereserveerd. Sjelepin komt dus, de oud-KGB- er, nu hoofd van de Sowjetrussische vakbonden. En die v orm.m, zoals Julian Amery, lid van het Engelse Lagerhuis, in een ingezonden stuk in de "Times" schreef, een organisatie, die vergeleken kan worden met het toenmalige "Arbeidersfront" van de nazi's. Dit wettigt, aldus Amery, de groeiende vrees dat vele vakbonds leiders in Engeland agenten van Moskou zijn. En een andere inzen der in de "Times" herinnerde aan een gebeurtenis in 1850, toen de Oostenrijkse veldmaarschalk Hay nau tijdens zijn bezoek aan Londen door de arbeiders van een brouwerij dere landen buitenlandse In vallen te verduren hebben gehad, maar daarin geen reden hadden ge vonden een systeem van binnen landse onderdrukking als van de KGB in stand te houden. Die KGB is trouwens niets nieuws, want die terreurorganisatie bestond, zij het onder andere namen, allang voor de oorlog en had toen reeds tientallen miljoenen mensen het leven gekost. Niet minder belangrijk is, dat de vakbonden in de Sowjet-Unie geen vrije organisaties zijn, maar instru menten van de staat. Vakbonden in Oost en West zijn volstrekt onverge lijkbaar. Het getuigt dan ook van een huiveringwekkende naïviteit als de heer Jenkins suggereert, dat die in strumenten van de Sowjetrussische staat het meest geschikt zijn om de belangen van de arbeiedrs te verde digenVoorts schreef de mi nister, dat de Sowjet-Unie in de oor log dan toch maar "aan onze zijde" stond, een halve waarheid, omdat hij gemakshalve vergat, dat de oorlog al twintig maanden aan de gang was toen het Kremlin zich "aan onze zij de" voegde. En dat was niet omdat zij zich "aan onze zijde" wilde scha ren, maar omdat Stalins nazi-bond genoot zich plotseling tegen Moskou keerde. Niet van Jenkins geschreven, alsdus nog even een aar dig ingezonden stuk van J. N. Ap- pleyard in dat blad. Appleyard (uit Leeds) vatte het artikel van Jenkins namelijk in de volgende punten sa men: 1. de wreedheid van de gehei me politie van een land kan gerecht vaardigd zijn door een gebeurtenis In de geschiedenis, zoals in het on derhavige geval door de invasie van de nazi's; 2. de Russen stonden in de oorlog aan onze kant; 3. wij moe ten realistisch zijn en ons niet laten meeslepen door emoties; 4. door de staat opgelegde vakbonden zijn OK; 5. wij moeten zaken met de Sowjet- Unie doen; 6. bezwaar maken tegen spionage is slecht voor de handels betrekkingen; 7. deze motieven doen stilzwijgend alle andere argumenten tenniet. Derhalve, aldus Appleyard uit Leeds, bepleit Jenkins het volgende: 1. vriendschap met Zuid-Afrika (op grond van de argumenten onder 2, 3. 5); 2. een toontje lager zingen te genover Chili (3, 5); 3. goedkeuring van het bewind in Franco-Spanje (1, 3, 5); 4. bijval voor het (nu ver dwenen) kolonelsregime in Grieken land (1, 3, 5); 5. bijval voormalige Portugal van Salazar (2, 3. 5); 6. goedkeuring vai gime in nazi-Duitsland( 3, 4, 5); 7. instemming met de Franse acties in Algerije (1, 2, 3)8. goedkeuring van CIA-activlteiten in Engeland (5, 6). Aangezien het ondenkbaar is, aldus Appleyard, dat minister Jenkins er deze meningen op nahoudt, is het eveneens ondenkbaar dat hij dit ar tikel in de "Times" heeft geschre ven. QED (quod erat demonstran dum, hetgeen te bewijzen was, C. J. R.), hoogachtend J. N. Appleyard. Blijf maar zitten Staatssecretaris Klein heeft in de Kamer een zware nederlaag moeten incasseren naar aanleiding van zijn plannen voor de 'toelating van stu denten. "Hij wendde zich", aldus een hoofdartikel in "Het Parool", "tot de Kamer met drie verlangens inzake de studentenstoppen: verlenging van de tijdelijke wetgeving die de stoppen mogelijk maakt met drie Jaar in plaats van twee; inbouwen van de mogelijkheid om bij de beperkte toe lating van studenten óók rekening te houden met de in de toekomst te verwachten "maatschappelijke be hoefte" aan afgestudeerden in een bepaald vak; loting "zonder aanzien des persoons" tussen allen die een eindexamen (VWO) hebben behaald. Van de Kamer kreeg de heer Klein te horen: de wet mag niet met drie Jaar maar hoogstens met twee Jaar worden verlengd. Het criterium van de "maatschappelijke behoefte"- is tegelijkertijd zo moeilijk weegbaar èn zo ingrijpend (structureel! zeggen we dan) dat het niet tussen neus en lippen in een wet met een zeer beperkte geldigheidsduur mag wor den opgenomen. En wat de loting betreft: de Kamer kan niet inzien dat loting op de door Klein voorge stelde manier zo bijzonder rechtvaar dig zou zijn in tegendeel. Zij ver langde derhalve correctie op het lo tingssysteem in die zin dat eindexa menresultaten daarin een rol beho ren te spelen (gewogen loting). Kortom: de staatssecretaris werd in de Kamer uitgeloot. En wat doet de staatssecretaris? Rustig doorgaan met regeren en datgene uitvoeren wat de Kamer hem opdraagt, ook al is dat, op het punt van de loting, strijdig met zijn rechtsgevoel, en op de andere punten met wat hij goed beleid zou achten". Tot zover "Het Parool". Alexander Sjelepin onwelkome bezoeker 2_' Zetje geven In NRC/Handelsblad schilderde re dacteur J. W. M. van Spaandonk de situatie o.m. als volgt: Dr. G. Klein, hoogleraar in Delft, was een van de voortrekkers van Nieuw Links en de Partij van de Arbeid. In 1968 verweet hij partijgenoot Den Uyl geen visie te hebben. Nu zegt hij van de minis ter-president, dat "hij het best lek ker doet". Toen het kabinet-Den Uyl op komst was, opperde Klein een alternatief plan voor de studiefinan cieringen. Hij werd staatssecretaris, praatte tegen wie het maar horen wilde over Nieuw-Linkse visie en de verandering naar een genivelleerde maatschappij door gesocialiseerd on derwijs. Hij doet dat met een gezicht van "laat dat maar aan mij over, ik zal dat varkentje wel even wassen". Dat irriteert ieder die weet hoe in het hoger onderwijs de problemen huizenhoog liggen opgestapeld, waar de ene bewindsman na de andere zijn nek over breekt. Wie zich als sterke man presen teert die wel even schoon schip zal maken, maakt zich belachelijk. Wie pocht het karwei zo nodig alleen en met blote handen te zullen klaren, irriteert en de omstanders hebben alleen nog maar plezier als hij zich weer eens vertilt en willen hem dan graag nog een zetje geven". Klein, zo vervolgt Van Spaandonk, vertilt zich nogal eens, keer op keer haalt hjj bakzeil en de conflicten in Amsterdam en Delft duren voort, geen enkele reden om aan zijn in beslag, in 1974 w der dan 51 procent. Een voortzetting zal, zij terecht, tot steeds goede bedoelingen te twijfelen. Als ernstiger gevolgen leiden: afwente- bewindsman zal hij er toch iets rekening mee moeten houden dat er politieke tegenstanders zijn, die zijn bedoelingen niet onderschrijven. Voor zijn directe of verre medestan ders zal hij die bedoelingen waar moeten maken en zal hij, als dat bui ten zijn schuld niet lukt, toch geloof waardig moeten blijven." Belastingen In een hoofdartikel in "Het Pa rool" werd dezer dagen iets gezegd over de verlanglijst, die de beide centrale werkgeversorganisaties (Ver bond van Nederlandse Ondernemin gen en Nederlands Christelijk Werk geversverbond) onder de titel "Ge zond fiscaal beleid op tafel hebben gelegd. "Daar zij zich richten tot een regering die de collectieve voorzie- ling, ondermijning van onderne- mings- en arbeidslust, verdere aan tasting van rendementen, afnemen de investeringsgeneigdheid en ver- zwakking van de werkgelegenheid. Daarom moet het beleid inzake be lasting- en premiedruk zo worden omgebogen, dat er meer ruimte komt voor vergroting van het reëel be schikbare inkomen van de particu liere sector. De overheid zal zich er bewust van moeten zijn dat de mogelijkheden en de bereidheid van bevolking en bedrijfsleven om mee te werken aan een steeds verdergaande overheve ling naar de collectieve sector niet onbegrensd zfjn. Het risico van in- vesteringsvlucht en van een toene mende ontduiking van belasting- en premieheffing wordt steeds groter." Na gewezen te hebben op de in ningen hoog in haar vaandel heeft flatie, mede veroorzaakt door de geschreven, zijn vooral hun opmer- stijging der uitgaven kingen hierover van belang", aldus door het volume van de collectieve "Het Parool". "Die voorzieningen", voorzieningen telkens kleiner uitvalt zeggen ze, zijn de laatste 15 jaar dan de bedoeling was, spreekt het fors gestegen: de overheidsuitgaven blad tenslotte de hoop uit, dat f 11 miljard in 1960 tot f 53,5 miljard in 1974, de uitkeringen so ciale verzekeringen van f 3 miljard tot f 33,5 miljard. Namen deze bei- in de lang verbeide regeringsnota het inkomensbeleid iets terug te vinden zal zijn van "een gezond besef van de grenzen van de be de posten te zamen in 1960 nog 36 lasting, waarop door de werkgevers procent van het nationale inkomen verbonden is gewezen." Door Reny Dijkman Den Haag Driemaal in zijn leven heeft het oud-DS'70 kamerlid Jan Berger een beslissing genomen met verstrekkende gevolgen. Driemaal heeft dat een andere wending aan zijn leven gegeven. De eerste beslissing was zijn overstap van de PvdA, waar hij jarenlang in het hoofdbestuur van had gezeten en tweemaal voor in de Tweede Kamer, naar DS'70. De tweede beslissing vloeide eruit voort. Hij bedankte voor een herbenoeming als burgervader van de stad Groningen. Op 22 februari '71 deelde hij in de doodstille en stampvolle raadzaal mee dat hij niet voor een volgende periode als burgemeester in aanmerking wilde komen. „Als een burgemeester zijn partij verlaat, dan stelt hij een daad die consequenties heeft voor zijn ambt". Het was Bergers eigen visie. Van de toenmalige minister van Binnen landse Zaken, Beernink, had hij mogen blijven zitten. Ook de commissaris van de Koningin in Groningen Toxopeus had daar geen moeite mee. Jan Berger zelf wel. Vond het niet zuiver en brak zijn loopbaan af voor de derde plaats op de kandidatenlijs van de net schuchter gestarte nieuwe politieke partij DS'70. Zieltogend Die partij is nu derde beslissing tezamen met De Kamerleden Keuning uit te treden. zieltogend. Nu de an Jan Berger om de beide En toch is Jan Berger het tegenovergestelde van een dwarslig ger. De Kamerleden uit verschillen de partijen zijn juist over zijn vertrek geschokt. Berger stond met praktisch iedereen op goede voet, werd beschouwd als een vrij denkend mens met een groot gevoel voor humor en politieke verhoudin gen. Kortom een handvol goede eigenschappen, die men zelden in een mens terug vindt. 's Avonds de laatste avond voor het paasreces loopt hij nog een keer door de wandelgangen en door de zaal. Pas per 1 april zal hij Kamerlid af zijn. Zijn collega's schieten hem aan. Weinigen nemen afscheid. Het is meer van: „Jan, we zien Je toch nog wel". Jan Berger: „Het liefst zou ik morgen al ergens anders beginnen. Dan heb je iets om je in te werpen. Dan ben Je bezig". Berger kampt met een morele kater. Politiek is een grillig bestaan en zelden een zekere toekomst. Haird Binnen DS'70 heeft een harde strijd gewoed. In de besloten partijraad, waar de dunne houten wanden de beslotenheid tot een lachertje maakten, is geroepen: „Laat die rechtse honden maar opdonderen"... Het socialistentrauma: „Wie niet voor mij is, is tegen mij", zegevierde met een kleine meerderheid. Dan volgen publikaties, stromen artikelen over de linker- en rechtervleugel van een partij die geen bindend lijf daartussen blijkt te bezitten. Dat bindende lijf, die vergarende factor, de relativist, Jan Berger heeft het opgegeven. r jan Berger, per 1 april zal hij kamerlid af zijn. Opnemen van brieven ln deze rubriek behoeft niet te betekenen dat de redactie het met de Inhoud eens ls. De redactie behoudt zich daarenboven het recht voor om bijdragen te jvelgeren dan wel ln te korten. In de krant van vrijdag beweert de heer Theo Kroon, dat "De fi guurlijke betekenis van het woord "Jezuïtisch", nl. dubbelhartig, door trapt, nu eindelijk eens uit Van Da- Ie (dient) te worden geschrapt". Waarschijnlijk bedoelt hij, dat het te wensen zou zijn als die beteke nis uit de woordenboeken kon w< den geschrapt. Zoals zijn woorden nu staan, kunnen ze bij uw lezers misverstand wekken. De schrijver van een woordenboek heeft namelijk niet de bevoegdheid, zomaar bete kenissen weg te laten. Hij "dient" zich aan het taalgebruik te onder werpen. Gebruikelijke woorden en uitdrukkingen en hun betekenissen moeten worden opgenomen, al zijn ze of lijken ze kwetsend voor bevol kingsgroepen: Jezuïetenstreek, Jo- denfooi, meniste leugen, keukenmei- denpoot, kruidenierspolitiek, kaas kop, Leidse bek. Schoolwoordenboe- ken onderwerpen zich aan welvoeg- lij kheidsvoorechiriJ ten, maar daar heeft de grote Van Dale "geen boodschap aan". Alleen wat taal kundig afkeurenswaardig is kan worden weggelaten of van een waarschuwing voorzien: een spel fout als "oh", een barbarisme als "middels" of "recentelijk". Deze dingen, die ieder taalkundige weet, zijn enkele jaren geleden door een rechterlijk vonnis onder de algeme ne aandacht gebracht. Maar mis schien herinneren sommigen ze zich niet mee.r Prof. dr. C. A. ZAALBERG Mariënpoelstraat 61, Leiden. x Eigen schuld Eigenlijk is het gerechtigheid wat er zich in Vietnam, Cambodja en Portugal voltrekt. De elementen die wij, als rechtlijnige Holanders, ge ïnspireerd door de VARA en de PvdA, gesteund hebben met onze ga ven, zfjn nu in de gelegenheid hun ware gezicht te laten zien. Alsof we het nooit zullen leren zijn we weer meegelopen met het zogenaamde in tellect met de gebalde vuist, voor stellende de "werkers van onze na tie". Hoezeer moeten de actievoerders en organisators van "houdt Portugal vrfj" en "leefbaar Vietnam" wroe ging hebben over hun schuld aan de vele doden die vallen in genoemde gebieden. We moesten zo nodig uni versitaire uitwisselingsprogramma's stimuleren en geld storten Schuldig zijn ze, doordat ze actie voerden zonder te weten Dit zou een cynisch excuus voor ze kunnen zijn. Het is Jammer dat Amerika uit deze ontwikkeling de propagandisti sche munt slaat zoals de socialisten of communisten dit zouden doen maar waarschijnlijk hebben die im perialistische kapitalisten weer geen tijd om de mensheid naar de onder gang te helpen. H. ADRIANI, Spiegheldreef 4, Leiderdorp. Mishandeling Er worden Jaarlijks ruim 10 mil joen varkens geboren, waarvan de helft beertjes, manlijk. Vrijwel alle worden gecastreerd. Een bijzonder onaangenaam en onsmakelijk werk voor de boer. Waarom moet dat? In het verleden meende men dat het vlees van een stier en een beer niet te eten was. Stieren moesten worden gecastreerd tot os, een beer tot borg. Gelukkig weet men nu beter. Stieren- vlees is zelf duurder, bevat geen vet. Ook een beer brengt thans op de markt een hogere prijs op dan een zeug. En toch is de boer gedwongen om zijn varkens te castreren, waarom? Onze georganiseerde landbouw weet dat het niet meer nodig is. Daatbij hebben proeven uitgewezen dat de varkens slechter groeien. Gevoeliger zijn voor ziekten, long- en leverkwa len, meer vet aanzetten. Een bereke ning door ir. Kroese, varkensconsu lent in Brabant, kwam tot een scha depost van 80 miljoen gulden voor onze varkenshouders. Die 80 miljoen inkomen derven wij omdat een paar top-ambtenaren, dierenartsen bij volksgezondheid en milieuhygiëne doof zijn voor redelijke argumenten. Als feodale baronnen kijken ze mijlenver naar beneden waar de boerenkoelies werkzaam zijn. Verplichten hen onnodig de dieren walgelijk te mishandelen. Wat kun nen wij daar als boeren aan doen? Niets!!! Een ambtenaar ontslaan is onmogelijk. Wel geniet hij een waar devast topsalaris, een waardevast top-pensioen. Wie moet dat betalen? Een varkensboer werkt al een jaar met verliesDaar kan nog wel 80 miljoen bovenop Laten we daarom in het vervolg attent wezen en de "geoogste" balle tjes versturen, netjes verpakt. Adres: Directeur voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne te Zeist. Doe er een vriendelijk briefje bij. Wie weet, komt er verandering, behoeven we onze dieren niet meer te mishandelen. Besparen ons zelf een rotwerk èn 80 miljoen Wie is er nu de dierenbeul, de man achter het bureau of de maai in de schuier? HENK GRAASKAMP, Boer in Vorden, Uit het artikel van Anton Pfeiffer in Uw blad van zaterdag JL blijkt niet alleen overduidelijk de hard- grondige afkeer die deze heer heeft van George Wallace, de gouverneur van Alabama, maar eveneens dat de schrijver zélf wel de laatste per soon is die het past om iemand van politiek onbenul of gebrek aan ken nis van historische feiten te betich ten! Indien Wallace inderdaad zo als A. P. beweert de onjuiste me ning is toegedaan dat Zweden in de laatste wereldoorlog door de Duit sers bezet en door de Amerikanen bevrijd werd en dat Joego-Slavië nog steeds lid van het Warschaupact zou zijn, behoeven deze typisch Amerikaanse misvattingen voor ons hoogstens aanleiding te zijn voor hilariteit maar niet voor ver ontwaardiging; Europa zit voor ve le Amerikanen nu eenmaal onbe grijpelijk ingewikkeld in elkaar. De eveneens volkomen er naast zijnde mening van de heer A. P., die aanleiding is voor mfjn reactie, is echter onnoemelijk veel ernstiger, daar hier de goede naam in het ge ding is van iemand die zich tegen on juiste aantijgingen niet meer verde digen kan omdat hij na een politiek schijnproces ter dood veroordeeld en terecht gesteld is! Ik doel hier op A P.'s bewering dat Mihailowitsj de meest beruchte landverrader zou zijn die Joego-Sla vië heeft gekend en dat door diens perfiditeit duizenden JoegoslfLven aan de Duitsers overgeleverd en de dood ingedreven zouden zijn. Indien u de moeite genomen zou hebben de beweringen van A. P. te verifiëren dan zou U in elke Neder landse encyclopedie hebben kunnen lezen dat A. P. hier de plank vol komen misslaat! Zie bijv. Stan daardencyclopedie, deel 7, blz. 442: Al spoedig kwam er in Joego-Slavië echter een krachtige verzetsbewe ging op; deze bestond uit twee groe peringen, een onder generaal Mihaj- lovitsj die in overeenstemming met de regering in Londen het oude Joe go-Slavië wilde herstellen, en een onder de communist Jozip Broz Tito, die naar een federatief en socialis tisch Joego-Slavië streefde. Na de bevrijding kreeg Tito de overhand. Enz. Visumencyclopedie, deel 4, blz. 98 en 99: In het moeilijk toeganke lijke binnenland drongen de Duit sers haast niet door, hier kon zich het verzet organiseren, eerst (in Servië) onder Mihajlovic (de tsjet niks of cetniks) weldra daarnaast onder leiding van de communistische partij: Josip Broz, alias Tito.. De communistische Partizanen waren meer over heel Joego-Slavië ver spreid en een groter gevaar voor de Duitsers dan de cetniks; de geal lieerden besloten dan ook niet Mi hajlovic maar Tito te gaan steu nen Bij de verkiezingen van november 1945 werd 85% der stemmen op het "Volksfront" uitge bracht. Daarop werd de monarchie afgeschaft. Mihajlovic werd gefusil leerd. Ik hoop dat dit voldoende is (blijk baar had Wallace het in dit geval niet zo erg mis...). Waar AJ>. "Mi hailowitsj" schrijft bedoelt hij naar ik aanneem Ante Pavelic, de leider der Kroatische Oestasji's. De enige is dat ze dezelfde uitgang hebben, (net als Pietersen en Jansen...)! Ik vind het bijzonder naar datU een en ander klakkeloos in uw blad hebt opgenomen. Het is toch nog niet zover dat het LD het officiële orgaan is van de Joegoslavische communistische partij H. W. JOUSTRA Buitenruststraat 5 Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1975 | | pagina 11