Universiteit is nog lang niet uitgebouwd Van Dam: "Puinruimen van vorig college" mïzu toppunt Oud-wethouder Kret"Ik moet kennelijk als kop van jut dienen" Mr. Koppelaars over de groei' keukens VRIJDAG 14 MAART 1975 Door Ruud Paauw LEIDEN De wethouders Van Dam en Tesselaar (beiden PvdA) zijn van oordeel dat door toedoen van het vorige college van B en W de gemeente Leiden voor onge veer anderhalf miljoen gulden aan investeringsruimte heeft verspeeld. Het tweetal wijt dit met name aan het "doordrammen van de Wethouder Van Dam toenmalige wethouder Kret. waar door Leiden een aantal hoge sub sidies is misgelopen". Overigens achten Vam Dam en Tesselaar het zeer wel mogelijk dat het bedrag nog hoger zal uitvallen. "Min of meer door toeval zijn we achter een aantal zaken gekomen. Wat er nog onder weg is, weten we niet". Van Dam noemt het werk waar mee hij nu bezig is "puinruimen". "Dat hadden we ook wel verwacht, maar niet op deze schaal". Van Dam en Tesselaar zeggen dit, nadat was uitgelekt dat de ge meentelijke accountantsdienst de wijze waarop het vorige college een deel van de kosten (115.000 gulden) voor het vorig jaar geor ganiseerde "Spel zonder grenzen" verantwoordde, als een "verschrij ving" heeft aangemerkt. Die zaak komt aan de orde in de dinsdag te houden vergadering van de Commis sie Interne Organisatie en Beheer. Een deel van die vergadering is als besloten geagendeerd, maar bij na vraag bij de wethouders Van Dam en Tesselaar bleek dat laatste op een vergissing te berusten. Om verwarring en mogelijk verkeerde berichtgeving tegen te gaan, ble ken zij tenslotte bereid opening van zaken te geven en ook nader in te gaan op vragen, die onlangs i>n de raad (Beijem) zijn gesteld. Drie kwesties De anderhalf miljoen „gemiste investeringsruimte" is volgens Van Dam en Tesselaar onder te bren gen in een drietal kwesties. "Allereerst Spel zonder grenzen. Daarvoor was op de begroting een bedrag uitgetrokken van 30.000 gul den. Wethouder Kret was bij be sluit van B en W tot coördinator van de werkzaamheden aangesteld. Dat bedrag van 30.000 gulden was niet toereikend. De verdere kosten rond molen De Valk aan bestra ting etc. wilde men inpassen in de wegenreconstructieplannen die voor dit gebied bestaan. Een voorschot nemen dus op een nog te krijgen krediet, wat op zichzelf niet onge woon is. De dienst gemeentewerken zou wethouder Kret er bij herha ling op hebben gewezen dat inpas sing van die werkzaamheden niet ging, omdat het één niets met het ander te maken had. Daar be staan geen stukken van, dat is kennelijk steeds mondeling gedaan. De gemeentelijke accountantsdienst heeft nu geconstateerd dat het hier inderdaad om een verschrijving gaat. Het betekent dat Leiden nog dekking moet gaan zoeken voor 115.000 gulden". Van Dam voegt er dit aan toe: "Burgemeester Vis vindt de kwalificatie "verschrij ving" overigens onjuist. Hij zegt dat het college er steeds van is uit gegaan dat de werkzaamheden in gepast konden worden. Er is volgens hem nooit gerap porteerd dat dit niet mogelijk was. Was dat wel gebeurd, dan zouden B. en W. volgens hem zeker een an der besluit hebben genomen". De tweede steen des aanstoots voor de PvdA-wethouders is het "mislopen van subsidies voor werk zaamheden aan walmuren en riole ringen bij de Stille Rijn, Oude Vest en Rapenburg". Hiermee was vol- Oud-wethouder Kret gens hen, een subsidiebedrag van 600.000 gulden gemoeid. "Uit de stukken blijkt dat er van de kant van het ministerie bereidheid be stond om te subsidiëren, mits de gemeente overleg zou plegen met de betrokken rijksdiensten. Er be stonden bij die diensten nogal wat bezwaren tegen de manier waar op de zaak bij de Stille Rijn zou worden aangepakt. Die werken blij ken te zijn uitgevoerd zonder dat dat overleg is gevoerd. In het dos sier kan men lezen dat het een be stuurlijke keuze is geweest, m.a.w. het college heeft geweten wat het deed. Het ministerie weigert nu die subsidie te verstrekken". Het derde punt betreft de z.g. uitneming van de gronden voor de noord-zuid verbinding in Leiden. "Met het noordelijk gedeelte (Pe likaanstraat) ging alles goed, maar voor het zuidelijk gedeelte (Oran jeboomstraat, St. Jorissteeg) heeft de gemeente verzuimd subsidies aan te vragen. Die waren moge lijk geweest tot een bedrag van 780.000 gulden". Al deze posten vielen destijds onder de portefeuille van CDA-wet- houder Kret, die thans burgemees ter van Sassenheim is. Bekladden De kritiek van de PvdA-wethou- ders is hem voorgelegd. Hij heeft er het volgende weerwoord op: "Kret moet kennelijk als kop van jut dienen. Men probeert vier pro- duktieve jaren te bekladden om de armoede van vandaag te bedekken. De aantijgingen berusten op onvol ledige kennis van zaken en zijn daardoor in hun strekking en be doeling onjuist. Men schroomt zelfs niet een zaak er bij te halen die nog van voor mijn tijd als wethou der dateert. Het noordelijk deel van de noord-zuid verbinding, waarmee het zo goed is gegaan zoals de he ren zeggen, is onder mijn hoede tot stand gekomen. Het zuidelijk deel was al voor mijn tijd beslecht on der mijn voorganger, de PvdA-er Piena. Ik heb dat deel eind sep tember 1970 alleen in de raad ge bracht, ik was toen vier weken wethouder. De voorbereidingen wa ren volledig onder Piena getrof fen". (Blijft alleen de vraag waar om pas nu de gemiste subsidie kans ter tafel komt, red.). Oud-wethouder Kret: "Wat Spel zonder grenzen betreft, ik was daarvoor inderdaad coördinator van de werkzaamheden. Maar al op 2 juli ben ik benoemd tot burge meester van Sassenheim. Het eve nement vond vele weken later plaats. Ik had geen bemoeienis meer met de werkzaamheden in die laatste tijd. B. en W. wilden zich in het jaar van 400 jaar Lei- dens ontzet "Spel zonder grenzen" niet laten ontgaan. Als het niet uit het ene potje kon dan had het uit het andere gemoeten. Ik kan mij niet herinneren dat de Dienst Ge meentewerken mij ooit heeft ge zegd dat inpassing in de wegenre constructieplannen niet mogelijk Over het derde punt, de 600.000 gulden subsidie voor de werkzaam heden aan Stille Rijn, Oude Vest en Rapenburg, zegt de heer Kret: "Het herstel van de walmuren met name langs de Stille Rijn is een ingewikkelde zaak geweest. Pas in een zeer laat stadium kwamen wij er achter dat er een langdurig en principieel gevecht aan de gang was tussen de Rijksdienst voor Mo numentenzorg en de Dienst Ge meentewerken. Monumentenzorg, wilde restauratie van de walmuren en dat betekende van onder de wa terspiegel opmetselen. Gemeente werken wilde werken met beton om duurzamere walkanten te krijgen. Het was een geschil in de techni sche sfeer. Het ging om draag kracht (voor verkeer) of geen draagkracht. Ik voel er weinig voor dieper in details te treden. Er is aan gedaan wat mogelijk was. Men moet er het dossier maar op na slaan". Wethouder Tesselaar Zeer binnenkort sluiten het rijk, de gemeente Leiden en de Leidse universiteit een niet onbelangrijke overeenkomst. Op het terrein tussen Rijksweg 44 (Den HaagAmsterdam), Wassenaar se weg, het bestaande academisch ziekenhuis en de Plesmanlaan beter be ter bekend als de Leeuwenhoek zal de gemeente Leiden een lap grond van ongeveer 60 hectare overdragen aan het rijk voor een bedrag van ongeveer 43 miljoen gulden. Er komt een universitaire bebouwing in dat gebied. En een nieuw academisch ziekenhuis. Met de transactie wordt een stukje oud zeer uit de wereld geholpen dat ongetwijfeld lange tijd^de relatie tussen universiteit en stad zo die er was danig vertroebeld heeft. Maar waarin vorig jaar juni een soort keerpunt '74 werd aangedragen toen het rijk met het voorstel op de proppen kwam om de onderhandelingen over de grondverkoop uit het dop te halen en ze op een andere basis voort te zetten. Mr. W. G. Koppelaars, lid van het college van bestuur van de Leidse universiteit: „De enige die toen dat keerpunt kon aandra gen was de rijksoverheid zelf. Het zat namelijk helemaal vast op de prijs. De onderhandelingen werden eerst overgelaten aan de uni versiteit. En die moest wel redeneren vanuit het verleden. Maar de gemeente zei: de prijs van vandaag, die willen we ervoor hebben. Het rijk heeft toen het verleden losgelaten en is met de gemeente gaan onderhandelen". Sinds juni '74 is er van alles en nog wat gebeurd alvorens de par tijen tot elkaar kwamen. Allerlei voorwaarden en eisen werden over en weer uitgewisseld. En soms zelfs viel er een zekere vijandigheid te bespeuren in de overigens zakelijk bedoelde verstandhouding. Zo liet wethouder Cees Waal zich een keer ontvallen dat hij niet zo'n groot vertrouwen had in de betrouwbaarheid van de universiteit als gesprekspartner. Waarop mr. Koppelaars een aantal beweringen van de wethouder zakelijk weerlegde. En hij zegt nu: „Ik heb me er eigenlijk niet zo druk over gemaakt. Ik heb vroeger meer van dit soort dingen gedaan. Toen ik nog bij het Bouwcentrum werkte in Rotterdam. Dus ik weet wat zaken doen is". LEIDEN De transactie in de Leeuwenhoek illustreert slechts voor een deel wat de Leidse universiteit in ruimtelijk opzicht eigenlijk voor de stad Leiden betekent. Want de uni versiteit legt als vanouds al flink beslag op de Leidse grond. "Als je een universiteit in een stad hebt. En als je ervan uitgaat dat Je deze universiteit en deze stad beziet als een totaliteit. En Je bedenkt dan dat de universiteit in deze stad een zeer groot bedrijf is. Dan is het een conditio sine qua non, dat Je daar voor grond en gebouwen in de stad Door Wim Wirtz Mr. Koppelaars, die in het college van bestuur de welgevulde portefeuil le van ruimtelijk beleid =- "cd* hebt." En nog 32... De Leidse universiteit heeft in het verlengde van de Leeuwen hoek ten westen van Rijksweg 44 (Den Haag-Amsterdam) nog een terrein op het oog van on geveer 32 hectare. Dit gebied is de helft zo groot als het nog te verwerven terrein in de Leeu wenhoek. Het westelijk van de rijksweg gelegen terrein, dat in noordelijke richting loopt tot 'aan het zg. Duifhuislaantje, ligt op het grondgebied van de gemeente Oegstgeest, die het overigens niet in eigendom heeft. De bedoeling zou zijn op dit ter rein in de verre toekomst de nieuwe Hortus Botanicus aan te leggen en de subfaculteit der biologie er onderdak te ver schaften. Dat de universiteit inderdaad een forse greep heeft op hot gebouwen bestand in Leiden is genoegzaam be kend. Het Rapenburg is er een goed voorbeeld van. Maar ook de omlig gende straatjes en steegjes in de Pie- ters- en Academie wijk ademen een sfeer van universitaire activiteit. Daarenboven is de ruimtelijke ex pansie van de Alma Mater ook lang zamerhand zichtbaar aan het worden op wat intern wordt aangeduid met "het buitenterrein", de forse lap grand tussen Rijksweg 44, de Wasse- naarseweg en de Plesmanlaan. Twee-eenheid Het ruimtelijk beleid van de uni versiteit is geënt op een stedebouw- kundige opzet waarin wordt uitge gaan van een soort twee-eenheid: de alpha- en gamima-studierichtingen plus centrale diensten in de binnen stad, de bèta's op het buitenterrein. Koppelaars: 'Het belangrijkste is wei dat we de binding met de stad Lei den willen handhaven. Daarom wil len we ook duidelijk een deel van de universiteit in de binnenstad houden, maar wel zoveel mogelijk in het wes ten, omdat het noodzakelijk is goede verbindingen te hebben met het bui- teniterrein." 'De belangrijkste overweging om die verbindingen tussen binnenstad en buitenterrein te leggen is dat de Mr. Koppelaars hij de plattegrond van Leiden. meeste 6tudenten in de binnenstad wonen. Verder is er ook een belang rijke beweging van docenten over en weer. Wat ook weer samenhangt met het interdisciplinaire contact van be paalde studierichtingen. En met het feit dat bijvoorbeeld de universiteits bibliotheek in de binnenstad zit." "Dat de bèta's op het buitenterrein zijn gesitueerd, kamt doordat deze studierichtingen de meest specifiek© gebouwen vragen. Dus nieuwbouw. En dan richt je de overige gebouwen dius in voor de alpha's en gamma's. Die houd Je dan in de binnenstad. Dat is trouwens ook vanuit de be staande bebouwing geredeneerd cor rect. Ik vind het in ieder geval een goede grondslag." Op deze grondslag zijn de contou ren van het universitair ruimtelijk beleid zich voor vooral de laatste paar jaar steeds scherper gaan af tekenen. Wat vorig Jaar oktober nog eens werd onderstreept door een no ta, getiteld "Hoofdlijnen van het ADVERTENTIE m Assendetftstraat2 Oegstgeest tel50392 VERGEET U NIET DE MAAT VAN UW KEUKEN MEE TE NEMEN! huisvestingsbeleid van de Leidse uni versiteit tot 1985". la deze nota wer den al eerder, maar dan fragmenta risch uitgesproken bedoelingen langs een overzichtelijk net van gespannen hoofdlijnen gespannen om aan de le zer uiteindelijk duidelijk te maken dat de universiteit voorlopig nog niet is uitgebouwd. „Indikking" Het buiten-, overweterings- af Leeuwenhoekterrein raakt inmiddlela al aardig gevuld. Er staat nu het gi gantische en tamelijk luxe complex van <te Gorlaeuslaborafcoria. er is het Huygens laboratorium en er zijn de twee pre-klinische torens waaraan binnen afzienbare tijd nog een derde zal worden toegevoegd. Het Huygens lab en de twee torens, waarin voor namelijk de celbiologtisdhe weten schap onderdak vindt, konden maar op het nippertje worden gebouwd. Toen in 1971 de bouwstop werd afge kondigd, stonden deze projecten nog in de steigers en moesten ze in alle bouwstilte worden afgemaakt. Kop pelaars: 'We zijn toen overgegaan tot een herverdeling van ruimten. Sterrenkunde kwam in het Huygens lab en farmacie in het chemiecom- plex (Gorlaeus)in de twee pre-kü- niache toren© hebben we toen veel meer ondergebracht dan eigenlijk mogelijk was. Er was sprake van een echte indikking." Sinds de bouwstop onderging het ruimtelijk beleid van de universiteit een lichte wijziging. Er kwam een zekere bedachtzaamheid over oe plannenmakers, waarvoor in het ver leden niet zoveel plaats was inge ruimd. Dat illustreert bijvoorbeeld het beruchte Witte Stagelplam, waar mee de universiteit zich de woeae van menig Leidenaar op de hals haalde. Koppelaars: "En dat vind ik dan een belangrijke ontwikkeling. Dat we toen dat oude plan verlaten hebben. Er wordt nu duidelijk inge speeld op de omgeving, door een kleinschalige bebouwing. Nu willen we minder gaan bouwen, terwijl we meer studenten kunnen opvangen. Er is dus een duidelijke rendements verbetering. En daar zie Je ook uit dat Je ten opzichte van de Jaren zes tig een duidelijk flexibiliteit hebt ge kregen Dat Je nu meer dingen doet waar Je vat op hebt. En dat moet ook. Want de toekomst is onzexer. En dat kan dan maar tot één con clusie leiden: ga van de werkelijkheid uit en bouw wat je nodig hebt." Werkgroep woorcügd. En waarin men zich al uit voerig heeft gebogen over de plannen om op het Witte Singefl^terrein een complex van hooguit zeven bouwla gen neer te zetten en dit samen met tweederde van het Doelenterrein te bestemmen voor de faculteit der let teren, godgeleerdheid, de centrale in terfaculteit en de universiteitsbiblio theek. De werkgroep heeft de plan nen inmiddels aanvaard en dit ken baar gemaakt aan staatssecretaris Klein, terwijl staatssecretaris Schae- fer er bij stond en er naar keek En wat gaat er nu verder gebeu ren? Koppelaars: 'Tn beginsel moet er een beslissing zijn genomen en moet er overeenstemming zijn bereikt met de gemeente Leiden. Maar ik heb er wel fiducie in dat we 't nog voor het eeuwfeest weten. Alleen het ministerie vam Financiën zit nog tegen het Doelenterreln aan te hikken. Maar Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening staat er heel erg achter. Dat weet ik zeker. En dan kan het voor 1982 gereed zijn. Dat kan, dat ia rëeeL" Eigendom /huur Als de complexen van Witte Singel en Doelenterrein gereed zijn, trekt de universiteitsbibliotheek uit het volstrekt ongeschikte pond aan het Rapenburg, dat volgens mr. Koppe laars dan weer eventueel geschikt zou kunnen worden gemaakt voor het bureau van de universiteit, nu gehuisvest in een huurpand aam het Stationsplein. Ongeveer hetzelfde speelt trouwens ook op het terrein van het Academisch Ziekenhuis, waar de gebouwen, als de nieuwbouw ls opgeleverd, voor een belangrijk deel bestemd zulen worden om socia le wetenschappen, nu eveneens in een huurpand aan het Stationsplein, te huisvesten. Psychologie trekt dan in het voormalige St. Elisabeth Zieken huis aan de Hooigracht waar zij de ruimte moet delen met de faculteit der letteren die nu in totaal 9000 vierkante meter vloeropervlak tekort heeft en daar in ieder geval 1200 vierkante meter krijgt toegewezen. In 1976, zo hebben nijvere reke naars vastgesteld, beschikt de uni versiteit over 184.357 vierkante meter netto vloeroppervlak, waarvan 156.257 in eigendom en 28.100 in huur. Daar zit de Latijnse school (nog?) niet bij. En ook niet die leegstaande kantoor panden in Leiden, waarvan overigens nog nergens uit is gebleken dat de universiteit daar belangstelling voor zou hebben. De Leidse universiteit telt nu zon dertienduizend studenten. En dat laat ook in ruimtelijk opzicht z'n spo ren na. Wat gaat er straks gebeuren? Koppelaars: "Dat is een heel ander punt natuurlijk. Of de universiteit nog verder zou moeten groeien. In Münster hebben ze een universiteit met 25.000 studenten. En naar ik ge hoord heb schijnt dat uitstekend te functioneren. Maar of er in die groei een grote wetmatigheid zit, weet lk niet. Wat ik wel weet is, dat de uni versiteit over een paar jaar nog een heel eimd kan groeien." ADVERTENTIE De Gorlaeus-laboratoria staan al in de Leeuwenhoek. In de binnenstad, daar waar de bestaande universitaire bebouwing een onopvallende eenheid moet wor den, heeft de universiteit grote plan nen, die zich voornamelijk ophouden rond het Witte Singelgebied en het Doelenterrein. Er is een werkgroep, waarin ministeries, de gemeente Lei den en de universiteit zijn vertegen- in uw woonplezier

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1975 | | pagina 3