„Contacten met burgers zijn noodzakelijk" A.O.W. en pensioen Praten over de raad (1) H. A. C. Branderhorst Raadslid Henk Woelders (PvdA): „Ik schiet nog te korf Renteloze leningen Turks hapje voor de scholieren LEIDSE SPAARBANK ZATERDAG 8 MAART 1975 LEIDEIN „Ik vind dat je aan een raadslid hoge eisen mag stellen. En als ik naga of ik zelf aan die eisen voldoe, moet ik tot de conclusie komen, dat het nog niet het geval is. Ik schiet op dit ogenblik als raadslid tekort". Henk Woelders is nieuw in dé Leidse raad en na zes maanden in de PvdA-fractie te hebben meegelopen, komt hij tot deze voor zichzelf zeer kritische beschouwing. Zo kritisch dat hij zelf al overwogen heeft, zijn plaats maar in te ruimen voor een ander. HU heeft er gesprekken over ge voerd met de reet van de fractie. Voorlopig is besloten, dat hU tot ok tober deel zal blijven uitmaken van de fractie. Dan zal het van beide kanten opnieuw bekeken worden. Dan ook verwacht hij inzicht te hebben In de eisen die zUn dagelijks werk aan hem stelt. Dan zal hU waarschijnlijk ook een afgewogen antwoord hebben op de vraag of hU zichzelf een bekwaam raadslid vindt of niet. Henk Woelders heeft zich in de raad doen kennen als iemand, die het naadje van de kous wil weten. Scher pe vragen waarop hij geen halve antwoorden wil hebben. Henk is geen gemakkelUke Jongen, wordt er gezegd. Maar dat wil hij ook niet zUn. Niet voor anderen, maar ook niet voor zichzelf. Want, zegt hU, als je raadslid bent moet Je het ook goed doen. Je zit er per slot van re kening niet voor Je zelf. Het heeft me altUd erg verbaasd, dat ik kan didaat werd gesteld voor het raads lidmaatschap, terwijl ik de Leidse situatie niet kende. Ik had wel ge noeg ambities om het te doen, maar aan de andere kant zag ik er tegen op als een berg. Als ik mijn functie in de raad moet omschrijven zie ik mezelf als een technisch raadslid. Ik ken door mijn studie en mUn werk de taal van de ambtenaren. Ik weet hoe bepaalde nota's worden gemaakt. Die ervaring heb ik opgedaan in een aantal ge meenten waar ik onderzoekingen heb verricht. Op de buitenwereld maak ik waarschijnlijk een rationele indruk, maar wat bü mij ontbreekt is de emotionele betrokkenheid. Op dat punt ben ik tot nu toe mislukt als raadslid. Door Bram van Leeuwen MUn motieven om ondanks het ge brek aan plaatselUke kennis in de raad te gaan zitten is d"t ik zelf uit een arbeidsmilieu kam. Ik heb gemerkt dat Je erg veel moeite moet doen om andere milieus te begrijpen. Je hebt in een fractie mensen nodig die de taal van de arbeiders begrij pen. Op dat punt vind ik Ar ie Verboom er~ sterk. Het is ook de reden waar om ik hem een goede wethouder vind. Het gevaar is alleen dat je van Je eigen milieu vervreemdt doordat je de taal van de tfechnici en de ambtenaren gaat spreken. "oor iemand die in de raad zit is het noodzakelijk dat hij contact heeft met de burgers. En daar heb ik op dit ogenblik geen tijd voor. Mijn huidige werk Woelders is provinciaal liispraakooördlnator en begeleidt de streekcommissies, die het nieuwe streekplan Zuid-Holland- West voorbereiden laat dat niet toe zonder mijn gezinsleven in de waagschaal te stellen. En dat wil ik echt niet. Voordat ik eraan begon dacht ik: op een dag plaats ik een adverten tietje in de krant en daarin zet ik: Ik ben raadslid Henk Woelders en op die en die dag kunt u me daar bereiken met uw problemen. Dat is me toen afgeraden. Het raadslid zijn boeit me enorm, en vooral die kant naar de burger toe lijkt me geweldig interessant. Voor een raads lid als Houtman heb ik een grote bewondering. Wat die in zijn eentje klaar stoomt. Eerste fase Om meer tijd te hebben voor de raad zou ik eigenlijk een andere baan moeten hebben". Maar als hij de zin heeft uitgesproken, komt hij er direct weer op terug. „Ik geloof niet dat ik het zou moeten doen want ook die voorbereiding van het streekplan boeit me geweldig. Wij zijn nu bezig met de eerste fase van de inspraak, waarbij je over en weer moet zorgen dat die inspraak tot zijn recht komt. En mocht dan na vier vijf jaar blijken dat die hele inspraak niet tot zUn recht is ge komen dan heb je er in elk geval voor gezorgd, dat weer een groep mensen vertrouwd is geraakt met de ambtenarenwereld en de besluit vorming. Dat is winst. Zijn werk voor het streekplan ver hindert hem op dit ogenblik de we kelijkse fractievergaderingen van zijn partij bij te wonen. Henk Woel ders ziet dat als een groot nadeel: „Ik zit de ene week bU de streek- commissie Westland en de andere week bij de streekcommissie Leiden. Ar ja (de vrouw van Henk Woelders red.) is dan wel fractie-assisten te, maar ik vind dat je er zelf bij moet zitten. Als er zaken aan de orde komen, waarmee je het niet eens bent, moet er de mogelijkheid zijn om van gedachten te wisse len. Nu slik je de dingen vaak in. Binnen de fractie is het werken erg plezierig. Het is een groep men sen, die op dezelfde golflengte zit en we slikken beslist niet alles voor zoete koek. Bij de voorstellen van BOO (begeleidingscommissie voor de gemeentelijke reorganisatie red) was dat een duidelijk voorbeeld. Jit (collega-raadslid Peters - red) en ik, hebben toen, dacht lk, een goed standpunt ingenomen. Dat is ook wel gebleken uit de ontwikkelingen. De nota Van Dam ademt duidelijk de haalbaarheid. Informatiegat Wat mij soms ook wel eens Irri teert is het „gat" op het punt van de informatie tussen de fractie en de wethouders. Het is logisch, dat een wethouder bij een bepaalde kwestie een straatlengte vóór ligt. Als een raadslid dan iets vraagt wordt er van uit die hoek wel eens gegrinnikt. Maar een wethouder moet niet doen alsof een opmerking geen moer voor stelt. Het feit, dat het raadslid iets vraagt, maakt de zaak belangrijk. De enige man van onze fractie, die vrijwel alles weet is Leo Meijer. Als raadslid zou je ook geregeld de B en W-vergaderingen moeten be- ïoeken. Want het verslag, dat je in de fractie krijgt is maar een slap af treksel. Je krijgt de besluiten te ho ren, maar je mist de discussie waar op dit besluit is gebaseerd. Gelukkig zijn er in de fractie mensen die door hun lange lidmaatschap goed op de hoogte zijn. Jo van der Horst bijvoorbeeld. ZUn oordeel over het college vat Henk Woelders in een soort formule: "Het is een stel aardige jongens met een paar intellectuele uitschie ters, een oude politieke rot in het vak en iemand die in raadselen spreekt. Zoek nu zelf maar verder uit, wie ik er mee bedoel...". Over de WD en het CDA: "De oppositie vind lk erg loyaal. Ik moet er wel eens om lachen. Je merkt dat er standpun ten worden ingenomen ten gerieve van de achterban. Men moet zich nu eenmaal af en toe afzetten te gen de PvdA. De grote fout van Dries- sen is dat hij meer let op wat uit on ze hoek komt dan uit zijn eigen frac tie. Ik vind dat je je vooral 't eerste jaar niet moet laten imponeren door de stellingname van Je politieke te genstander. Je moet Je eigen weg gaan. Ik ben het soms wel eens met Stro- ink, maar dan houd lk mijn mond. door Paul Wolfswinkel Heylenius Annus Catharinus CHaoky') Brandenhorst werd op 29 mei 1916 in een boerderij in Genderen (Brabant) geboren. Toen hU 4 j. was gingen zUn ou ders scheiden en samen met een broer en 2 zusters vertrok hU met zijn moeder naar Laren. Lagere school en gymnasium volgde hij in Hilversum. In 1935 vertrok Hacky ('Ja, zo noemden ze me. Nu nog. Alleen een oude tante noemde me weieens Leen. Ook in mijn studententijd zeiden ze: "Jij bent Hacky. En dus ben ik Hac ky"). naar Amsterdam en ging er rechten studeren aan de VU. In 1941 studeerde hij af. Werkte ver volgens tot 1941 in Deventer voor econom'che zaken. De honger winter bracht hij in Hilversum door en na de bevrijding ging hij weer naar economische zaken, "maar ik kon niet werken in een ambtelijk apparaat. Ik ben toen secretaris geworden van de tuin bouworganisatie van het Land bouwschap, maar ja, dat deed me ook niet zoveel. Ik besloot om ad vocaat te worden in Den Haag. Dat heb ik zo'n zeven jaar ge daan. Maar jongen, ik raakte gewoon overwerkt. Ik deed ont zettend veel. Via via ben ik toen hier adjunct-secretaris van de Kamer van Koophandel gewor den. Dat was in 1956. Ik zeg al- tUd zo: „Ik ben de directeur en mijn voorzitter is de gedelegeerd commissaris. "En het is hier leuk hoor. Leuke Jongelui" ("Met dat laatste woord bedoelt Brander- norst het personeel. Eén van de woorden, die alleen door hem kun nen worden gebruikt. En ook nie- over1sfie daar 1,008 01 verbolgen Branderhorst trouwde in 1943 net een Friezin. Heeft vier doch ters en woont in Oegstgeest. Het is een opmerkelijk vriende- lyk mens met inmrddete bekend geworden maniertjes. Spreekt consequent de mensen met "je" "Jij" aan. Sinds jaar en dag draagt hU geen stropdas maar een butterfly. "Dat wappert nooit in de soep en je kunt het zelfs in het donker omdoen. Het is het principe van de schoenveter. Ik heb er mis schien wel vijftig". De secretaris van de KvK werd op 'n maandag gevolgd. Een dag in de week waarin het REP (Re gionaal Economisch Plan) rap port verscheen. Tijdei» die maan dag zie ik ook mr. Zweerts, de ad junct-secretaris en drs. Van Keu len, eveneens een stafmedewer ker. Om 9.30 uur komt mevrouw De Bock binnen. Zij is de conciërge van het gebouw en woont er ook. Ze komt even horen wat er in de komende week allemaal te doen staat. 'Voor haar heb ik ook een telefoon in de lift laten maken, zodat ze, als er iets gebeurt, on middellijk de buitenwereld kan alarmeren. Stel dat ze blijft han gen, 's avonds laat Dan zou dat pas de volgende morgen worden ontdekt". Met haar bespreekt Brander- horst wie er komen en wat er dan gebruikt gaat worden. Tussen kwart voor tien en tien uur komt mej. Hamann, de sec retaresse, binnen met de post. Al le post. Alle brieven die binnen komen, worden door Brander horst zelf bekeken en doorge stuurd. "Dan weet ik tenminste wat er is binnengekomen en wa t er gaande is". Tien uur: koffie en een gesprek over het avondwerk van Brander horst. "Ik ben gemiddeld een avond per week thuis. En het weekeinde natuurlijk. Zaterdags te gen een uur of vijf drink ik een borreltje en dan komen de doch ters, voor zover ze thuis zijn, ook binnen. Ja, het is wel eens zo dat ze vragen of ze me ook nog eens bij daglicht zien. Het is vaak ver gaderen en praten en praten. Al die troep". Het woord "troep" is evenals "uienpan" en "er zit een brom vlieg in mijn hoofd" des Brander- horsts. Directe medewerkers ge bruiken het net zo te pas en te onpas. Troep kan een zeer zinni ge uitdrukking zijn, hoewel dat uit gesprekken nauwelijks blijkt, voor een leek. Later op de dag als het gehele personeel (sorry: de jongelui) is verzameld, hoor je het geregeld. Tegen half elf komt een jacht bouwer uit Woubrugge om te ver tellen dat hij de bedoeling heeft makelaar te worden bij de ver koop van tweedehands jachten. De vraag naar jachten is erg groot, maar de mensen hebben er vaak geen jota verstand van. Hij is deskundig en zou dus kun nen adviseren. Er volgt een uit gebreid gesprek over allerlei ty pes boten en de zeiltermen vlie- r gen door de kamer heen. Er wordt afgesproken dat de man over een aantal maanden zal worden opge roepen om te verschijnen voor een commissie, die zal uitzoeken of zijn verstand van schepen inder daad groot genoeg is. Het gesprek duurt vrij lang en is wederzijds informatief. Brander horst neemt er speciaal alle moeite voor. Om kwart voor twaalf komen stafleden en een stagiaire het een en ander bespreken over een en- quete. Er worden ook enige "be roepsroddels" uitgewisseld waar bij tersluiks op mij wordt gelet. Ik mag dan wel de hele dag mee sjokken, maar alles zwart op wit zetten is natuurlijk ook niet de be doeling. Tegen twaalf uur gaat de beroemde geheime deur in de boekenkast open (de deur die in de kamer van elke hoogwaardig heidsbekleder te vinden is) en het teakhouten ijskastje komt bloot. Jenever en sherry vinden hun weg. Klokke half een vertrekt Bran derhorst naar een lunch van de Rotary. Zweerts, Van Keulen en ik naar "De Turk", alwaar we in het achterzaaltje biefstuk/brood eten. En praten tot bij half drie. Een gesprek dat wordt bijge woond door iemand van het mid den- en kleinbedrijf, die op een dermate technische manier "mo dellen" zit te verklaren en uit te leggen aan Van Keulen, die er alles van begrijpt, dat het voor Zweerts en mU 'n collega priet praat lijkt te worden. Angelsak sische termen vliegen ons om de oren en wanneer me wordt ge vraagd (met een verontschuldi ging) of ik het begrijp, zeg ik vol mondig nee. Ik ben bang dat het rapport over het REP eveneens in deze terminologie is geschre ven en voor de buitenstaander niet te pruimen. Dat steekt. Om standig wordt verteld dat er met rode balpen is geschrapt en ver duidelijkt. Daarna nog eens met een groene. En de woorden die helemaal niet te vertalen bleken (sic), *ijn opgenomen in een (uit klapbare) lijst, achterin het rap port. Conclusie: wetenschap kent geen simplisme en zal het ook nooit kennen. Na de praatlunch de vraag: "wat doen jullie nou eigenlijk?" Dat wordt moeilijk. Er is eigen lijk één term: belangenbeharti ging van het bedrijfsleven. Toe zicht houden of er wel efficiënt wordt gewerkt. "We hebben een a-politieke functie. We zijn ook geen overheid. Het is bij ons een economische kennis die speelt. In de trant van wat, waar en hoe doen we iets. Je bent als KvK ee deel van het geheel en je moet met maatschappelijke factoren rekening houden. Bij het C en A- debat hebben we geen politiek ad vies gegeven, alleen vanuit het economisch gezichtspunt hebben we wat op papier gezet. Dat doen we." Het nare van het vak vindt hij "het overdragen van je eigen in zichten. Dat gaat vaak moei zaam. En om telkens te moeten zeggen: "en nou moet het gebeu ren" is vervelend en moeilijk. 'Het fijne is dat mensen zich interesseren. Laatst had ik een gesprek met een arbeider, die zei dat hij iets van ons had gelezen, er geen sodemieter van begreep en toen het woordenboek heeft genomen om het uit te zoeken. Nou joh, dan smelt ik helemaal. Dat is geweldig. Mieters. Mensen die ergens moeite voor nemen." Vroeger reed Branderhorst veel paard; tegenwoordig is het zei len. Een eigen huisje, samen met een kennis, op De Kaag. Leest boeken met een filosofische toon ("Ik wil wel op de hoogte blijven van what makes the clock tick), gaat graag naar een concert (Mozart, Bach, maar ook Honne- ger) Vakanties worden doorge bracht in Italië. Hij houdt van cabaret ("Heb ik vroeger ook gedaan. Misschien is het een beetje ijdelheid van me") Wanneer hij brieven krijgt, kijkt hij eerst naar de handtekening ("Dan weet ik zo'n beetje wat voor vent het is"). Is een gour met. "Het werk? Ja, het bevredigt me als ik er iets van mezelf in terugzie. Ik ben niet ambtelijk". Tegen vijf uur is er een bespre king met het personeel. Over het rapport dat diezelfde week gaat verschijnen. "Jullie hebben kei hard gewerkt. Vaak overuren ge maakt. Ik vind het juist dat jul lie dan ook weten waarvoor jul lie hebben gewerkt en wat Jullie hebben gedaan". Volgt een uit leg van een uur. Als het voorbij is en iedereen naar huis, lopen we nog wat rond. Tot 3 maal toe vraagt hij of het naar de zin was. "Heb je een beetje beeld kunnen krUgen? Je dacht dat het anders was hier hè? Ambtenaren zeker? Gek, dat denken ze allemaal. Maar het is niet zo. Wie is de volgende, die je gaat achtervolgen? Oh, nou als-ie maar niets negatiefs over Leiden zegt, want dain krijg-ie met mU te doen. Öan wordt het een uienpan". Rest van de dag 18.15: op weg naar huis, benzine tanken. 19.15: diner. 26—22.15: bespreking in Den Haag. 22.45: thuis en krantjes lezen. 23.30: pyama aan en slapen. LEIDEN 'De belangstelling voor het verwerven van een eigen wo ning neemt zienderogen toe.' Dat constateert het college van B en W in deze week verschenen informa tieve nota. Gebleken is dat het vorig jaar 170 aanvragen van een rente loze lening in behandeling zijn genomen, terwijl het aantal ver strekte gemeente garanties (250) ten opzichte van 1973 bijna is ver drievoudigd. Inmiddels is deze week officieel bekend geworden dat de voorwaarden voor het verkrijgen van een renteloze lening uit het Bezitsvormingsfonds zijn verruimd. De oude regeling stelde als maxi mum verwervingskosten een bedrag van f 45.000 voor de aankoop van een bestaande en f 70.000 voor een nieuwe woning. Met terugwerkende kracht tot 1 januari zijn deze be dragen verhoogd tot f 50.000 respec tievelijk f 80.000. Henk Woelders met zijn dochtertje Blanceflor. Misschien dat ik het over een jaar niet meer doe. Maar dan kan ik ook wel geen raadslid meer zijn. Het be zwaar van rechts is, dat ze denken, dat wij altijd iets op een slinkse manier proberen te bereiken." Wat vindt Henk Woelders van zijn eigen partij? "Je merkt soms erg sterk dat de PvdA in Leiden maar een klein incrowd-groepje is. Dat is een hard oordeel, maar een verzachtende om standigheid is, dat het opgaat voor bijna alle partijen in de meeste ste den. De partij heeft volgens hem een grote knauw gekregen door de situatie van vier jaar geleden. Men heeft zich steeds opnieuw tegen be paalde zaken moeten afzetten. Dat maakt je positie nu niet eenvoudi ger." Geen typist Zoals Henk Woelders het ook niet eenvoudig vindt om raadslid te zijn van een gemeente met 100.000 inwoners als je daarnaast nog een drukke baan hebt. "In Leiden zou je raadsleden moeten hebben met een halftime job. En dan niet als typist bij een uitzendbureau, maar een echte baan. Een jaarlijkse vergoe ding van 10.000 gulden plus een bij drage in de onkosten lijkt me rede lijk. Op dit ogenblik dien ik de de mocratie op twee fronten: het ene front betaalt je goed en het andere slecht. Ja, als je raadslid wilt wor den moet je wel erg idealistisch inge steld zijn." Van het idealisme naar de reali teit in de raad en de commissies: "In de commissie wordt eigenlijk de beste gemeentepolitiek gevoerd, omdat in de raad een fundamentele discussie vaak niet meer mogelijk is. Bezwaarlijk is, dat je in de raad vaak hoort: "Dat had je in de com missie moeten vragen". Als je dan na de commissievergadering een be paalde zaak hebt nagetrokken of informatie hebt vergaard is dat een grote teleurstelling. Van de geïntre- geerde beleidsvoorbereiding komt nog niet veel terecht. Bij de ambte- lijke voorbereiding zou meer aan dacht moeten worden besteed aan 't grote kader waarin het besluit past. Want dat haal je niet uit het lezen van alle stukken. Ik heb voor mij zelf het idee, dat ik nogal nuchter tegen de zaken aankijk: misschien wel een beetje arrogant. Een voordeel vind ik dat ik over de grenzen heen kan kijken. Neem bijvoorbeeld de Stevenshof- jespolder. Als zoiets aan de orde komt weet ik vrij nauwkeurig wat de om liggende gemeenten van plan zijn en hoe de provincie er over denkt. Je bekijkt het eens vanuit een andere hoek". Tijdens de eerste begrotingsbe handeling die Henk Woelders in Lei den meemaakte sprak hij onder meer over het milieu. Nog is hij teleurgesteld, dat er zo weinig re sponse gekomen is. En dan de Raad voor Milieuhygiëne. "Dat is een onding. Het zijn een stelletje zeer enthousiaste mensen bij elkaar, maat t gaat niet om een boom hier of een plantje daar. Het gaat om in grijpende constructies, die op het ministerie van CRM ontwikkeld worden. Er blijven zoveel zaken liggen. Waarschijnlijk gaat dat net zo met het bureau industriebeleid. En dat is voor mij als raadslid niet acceptabel". Henk Woelders is zelf provinciaal ambtenaar. Hoe taxeert hij de "vierde macht"? "Ik heb er in Lei den nooit iets van gemerkt. Als lid van de commissie economische aan gelegenheden heb ik wel eens ge hoopt dat die er zou zijn. Want de ambtelijke ondersteuning die Van Aken krijgt voor zijn portefeuille is zeer gering". Slot-vraag: Wat betekent voor Henk Woelders het woord socialis me? "Het belang van het socialisme ligt voor mij in het collectief denken en handelen. Maar dat mag niet uit monden in het zonder meer verlo ren gaan van het individu. Daarom moet vanuit onze fractie ook het minderheidsstandpunt naar voren gebracht worden. Want per slot van rekening zou het in de toekomst best wel eens het meerderheidsstandpunt kunnen zijn LEIDERDORP Een aantal leer lingen van de openbare lagere Springschansschool aan de Wild- dreef in Leiderdorp hebben gister middag een echt Turks hapje gege ten in het centrum voor buitenland se werknemers aan de ZUldUk. Een groep Turkse gastarbeiders had de kinderen uitgenodigd, om de kinde ren een beter begrip bU te brengen van de Turkse leefwUze en om een hechtere band te kweken tussen de Nederlandse en Turkse kinderen die de Springschansschool bezoeken. Maak het u gemakkelijk: voor alle geldzaken naar één adres, ook voor

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1975 | | pagina 3