gaat het wat kalmer aan doen J achtont werper Van de Stadt WAAROP DE VROUW MOET LETTEN BIJ AANSCHAF VAN BOOT LICHTE TENT IN OPMARS MAAR OOK DE 'ZWARE' IS NOG NIET UITGEDIEND... De Hiswa de Jaarlijkse in ternationale watersporttentoon stelling in de Amsterdamse RAI is dit Jaar voor het eerst ge scheiden in twee aparte exposi ties: de Hiswa Zeil en kampeer- show van dinsdag 4 tot en met zondag 9 maart en de Hiswa Motor van dinsdag 18 tot en met zondag 23 maart. Op de Hiswa Zeil- en Kam- peershow staan 323 exposanten uit 21 landen met zeilboten, mo torzeilers, kampeer artikelen, roei-, vis-, bij-, vouw- en op blaasboten, motoren en toebe horen, accessoires, be6lag, nau tische apparatuur. Op de Hiswa Motor zyn 237 exposanten uit 18 landen met motorboten, vis-, bij-, roei-, vouw- en opblaasboten, motoren en toebehoren, accessoires, be slag en nautische apparatuur. Vorig Jaar werd de Hiswa be zocht door ruim 200.000 mensen. De Hiswa *75 in "nieuwe stijl" is geopend van 10 tot 17 uur en van 19 tot 22 uur, °P zaterdag en zondag van 10 tot 17 uur. De toegangsprijs bedraagt vijf gul den. Bij de NS zijn gecombi neerde trein-toegangsbewijzen verkrijgbaar. - ZAANDAM Op de Hiswa staan niet minder dan zes-en-twintig ontwerpen van zeil boten van E. G. van de Stadt. Daarvan zijn er zeven, waarmee het Nederlandse publiek voor het eerst kennis maakt, waaronder zelfs twee wereldprimeurs; de Wibo 835, een stalen zeiljacht en de Efsix, een polyester open zeilboot. "Varen moet ontspanning zijn, geen inspanning", riep de sluiswachter vermanend naar beneden toen een scheepje nogal onhandig naar binnen kwam manoeuvreren de echtgenoot tierend aan het roer, zijn vrouw paars van ellende op de voor plecht. Hij sprak een waar woord. De watersport, met name het toervaren, is er voor het plezier van de mens. Het is ver standig deze gedachte als uitgangspunt te nemen bij de aan schaf van een boot. En aangezien de echtgenotes recht hebben op minstens evenveel vaargenot als hun mannen, verdienen ze daarbij ruime inspraak zeker in dit jaar van de vrouw. De HISWA geeft daarom speciaal voor haar enkele praktische tips Ook scheepsbouwers met veel ervaring blijven mannen. Ze besef fen bijvoorbeeld niet hoe lastig iet ls om een aanrecht van roestvrij sraal vrij van vlekken te houden Hoe prachtig zo'n kombuis er tij aflevering ook uit mag zien, legio is het aantal boten waarop het werkoppervlak van de aanrecht op de duur met een materiaal als formica werd bekleed. Een erva ringsfeit om rekening mee te houden. Ander gegeven dat in de praktijk steeds weer naar voren komt: vaak zijn de gootstenen in de kombuis te klein. Er valt geen pan behoorlijk in af te wassen. Lichtpunten zitten dikwijls ook niet op de Juiste plaats. Ze behoren zich boven het aanrecht te bevinden, en niet de vrouw in de nek te schijnen, zodar ze bij het koken of de afwas in haar eigen schaduw staat. Let erop dat de watertank een flinke capaciteit heeft. Het komt de leefbaarheid voor de vrouw aan boord ten goede wanneer ze niet op een scheutje water hoeft te kijken. 100 liter is wel het absolute minimum. Geef de voorkeur aan een voetpomp zodat beide handen vrij zijn voor het huishoudelijke werk en het ochtendtoilet. Veel boten worden verkocht op het aantrekkelijke interieurtje. In de oude zeemansop vatting heette het echter al dat de kombuis het hart van het schip is. Ietwat overdreven misschien, maar het blijft een feit dat men de kajuit en de hutten desnoods wat minder luxueus kan inrichten, terwijl bij de opzet van de boordkeuken niet zuinig gedaan moet worden. Sta- hoogte is voor de vrouw bijna een vereiste, wil ze geen rugklachten krijgen. Voorts is het van veel belang dat de kombuis zo gunstig mogelijk is Van de Stadt is daarmee ongetwij feld de man, die op de Hiswa de meeste ontwerpen heeft staan. Toch is dat nog maar een gering aantal vergeleken met de honderden zeilschepen, die hij tijdens zijn leven heeft ontworpen. Van kano's tot fantastische zeegaande zeiljacht ten, zoasl bijvoorbeeld de legendari sche „Stormvogel". Het preciese aantal weet hij zelf niet eens. gesitueerd, zeker op schepen die bedoeld zijn voor het IJsselmeer of het nog grotere water, want ze zullen nogal eens slingeren en stampen. De beste positie ligt dan in het achterste gedeelte van de boot, tussen de kajuit en de accommodatie op he^ achterschip. Op die hoogte is het bij zeegang rustiger dan in het voorschip. Toch brengen veel scheepsbouwers daar bij voorkeur hun keukens onder omdat de ronding van het schip in de kasten kan worden opgenomen. Een kombuis achterin, links van de ingang naar de kajuit, verdient aanbeveling, al was het alleen maar omdat op die plaats de kookdampen en - geurtjes gemakkelijker kunnen ontsnappen. Er zijn ontwerpers die een, overigens ruime, kookgelegenheid in de kajuit inbouwen om aldus een grotere kajuit te verkrijgen. Het geheel kan dan, wanneer er niet gekookt wordt, door een deksel in dezelfde houtsoort als die van de rest van de betimmering, aan het oog onttrokken worden. Argument: een dergelijke opzet is gezelliger voor de vrouw, als ze aan het koken slaat. Nadeel echter: ook met een goede ventilatiemogelijkheid boven het fornuis - voor iedere kombuis een dwingende eis - zal de kajuit tijdens het bereiden van de maaltijd vol staan met dampen en luchtjes. Daar komt bij dat het, zeker op een varend schip, niet altijd te vermijden is om te morsen. Dit ls minder bezwaarlijk ln een afzonder lijke kombuis met gemakkelijk schoon te maken wanden en vloer dan in de kajuit, waar misschien vaste vloerbedekking ligt. Het is, vooral bij boten die lange tochten moeten maken, wenselijk dat de kombuis een flinke bergruimte voor de levensmiddelen Maar nu stopt Egbert van de Stadt ermee. Hij is 65 jaar en trekt zich zo langzamerhand terug uit zijn ontwerpbureau, waarmee hij een wereldrepuAa-tie opbouwde. Zijn vier partners, die al jarenlang met. hem samenwerken, zetten het bureau voort. Door Jan Kees Kokke „Ik zit nu 42 jaar in het vak en ga het wat kalmer aan doen", zegt Van de Stadt op zijn ontwerpbureau aan de Zaandamse Zuiddijk, vlak aan het water van de Zaan. Steenrijk is hij er niet van geworden, althans financieel niet. „Ach", zegt de uiterst besoheiden ontwerper, „dat is niet zo vreselijk. Rijkdom kan Je toch niet meenemen. Maar ik ben echt wel een tevreden mens. Ik heb een reuze leuk leven gehad. Veel gezien. Toch redelijk succes gehad. En een heleboel dingen verwezenlijkt." Moeilijk begin „Vooral het begin was erg moeilijk" vertelt Van de Stadt. „Maar door schade en schande werd Je wel wijs." Egbert van de Stadt viel midden in de crisis, toen hij in 1932 van de opleiding scheepsbouw van de HTS in Haarlem kwam. Het bleek onmogelijk om aan de slag te komen. Daarom begon hij zelf maar met een werf. Op dezelfde plek, waar hij nu nog zit. Zijn eerste schepen, die hij naar eigen ontwerp bouwde, waren kano's. Later bouwde hij steeds grote zeilboten. Pas na de oorlog ging de zaak commercieel een beetje lopen. Van de Stadt ontwierp bijvoorbeeld in '39 een hechthouten boot in de Valken-klasse voor Bruynzeel. Een revolutionair idee. maar zelfs de grootste optimist gaf het schip een levensduur van nog geen vier Jaar. Van de Stadt kreeg echter gelijk, want nu, na meer dan 35 Jaar varen er nog steeds van deze schepen. Later werd het ontwerpen voor Van de Stadt steeds belangrijker dan het heeft. Deze kan het best onder de vloer zijn ingericht omdat het daar ook relatief koel is. Wie enige weken met de boot op reis gaat, moet zich goeddeels uit de voorraad kunnen verzorgen. Slager, groenteboer en kruidenier zijn niet overal bij de hand, en in de omringende landen (maar vooral in Skandinavie) is de keus van groenten naar Nederlandse begrippen uiterst gering. Er dient dus plaats te zijn voor een ruime voorraad conserven en die kunnen heel goed onder de vloer worden gestuwd. Bovendien: wat is voor een vrouw verrukkelijker dan in de vakantie tegen zichzelf te kunnen zeggen: vandaag blijf ik eens lekker zonnebaden, want ik hoef geen boodschappen te doen? Zon, een van de grote, in Nederland zeer gewaardeerde aantrekkings krachten van de watersport, mits hij wil schijnen. Iedere vrouw wil graag gebronsd van haar vakantie terugkeren. Maar de praktijk wijst uit, dat vrouwen ook graag aan het roer willen staan of zitten. In dit opzicht hebben bijzonder veel schepen - het gaat hier vooral om motorkruisers - het nadeel van een overdekte stuurplaats. Zonnebaden en sturen zijn onverenigbaar. Het heeft alle zin om erop te letten dat een schip buitenbesturing heeft. Een dubbele stuurinrichting buiten en binnen - is natuurlijk helemaal ideaal. Nog een tip. Gestrekt kunnen slapen is essentieel, wil varen ontspanning bouwen. Een paar Jaar geleden deed hij de werf dan ook over aan de broers Dehler, de grootste Jachtbou wers in Duitsland. Aan de Zaan bouwt Dehler nu polyester schepen in serie. Op het ogenblik is dat de „Optima". 3en zeewaardig polyester Jacht. dat Dehler trots het vlaggeschip van zijn vloot noemt. Uiteraard een ontwerp van Van de Stadt. Lopende band Als we door de hal lopen, waar de schepen volgens een lopende band systeem worden gebouwd, dan gaat toch het hart van een oude scheepsbouwer spreken. „Dit is toch niet meer het echte vakwerk van vroeger, he, toen er nog houten schepen werden gebouwd. Maar Ja, het ras van goede Jachtbouwers sterft uit. Het machinale tijdperk verdring het vakmanschap. Echte vakmensen, zoals Je die bij het bouwen van houten schepen nodig hebt, vindt Je trouwens niet eens meer. In Nederland krijg Je het niet eens meer voor elkaar, om een houten schip van enige afmeting te laten bouwen. Tegenwoordig is het allemaal staal en polyester." Toch worden op het bureau van E. G. van de Stadt en Partners nog houten zeiljachten ontworpen. Me de-directeur W. Galjaard (37) tekent op het ogenblik een houten schip van 23 meter voor een Italiaanse opdrachtgever. En dat is iets wat niet elke dag voorkomt. Hij is er ongeveer een Jaar mee bezig. „Commercieel is seriebouw natuur lijk véél aantrekkelijker", zegt Van de Stadt. „Niet alleen voor de werf, maar ook voor de ontwerper. „Het kan niet anders meer. We maken tegenwoordig ook geen aparte auto's meer. De aardigheid voor de ontwerper ls, dat hij steeds wat nieuws bedenkt en dat hij tracht het volgende schip steeds beter te laen worden. Daar at een zekere ontwikkeling in." Amaiteurbouw Het bureau Van de Stadt doet erg zijn best om de amateur-bouw op gang te krijgen. Zij heeft eigenlijk zijn en geen inspanning. Probeer de kooien uit, alvorens tot de aanschaf van een boot te besluiten. Ga erin liggen. Veel schepen blijken dan niet over dit comfort - door sommigen wel het allerbelangrijkste aan boord genoemd - te beschikken. En let erop dat de onderkant van de gordijnen aansluit tegen de wand van de kooi; anders kan het binnenschijnende licht van een straatlantaren in een haven lelijk de nachtrust verstoren. Let er ook op dat er afscheidingen tussen de slaapplaatsen zijn, al is het maar in de vorm van een gordijn. Privacy en ontspanning gaan samen. Vloeren met afgeronde hoeken en aflopend, zodat alle stof en vuil zich op een plaats verzamelen, veraange namen het huishouden aan boord aanzienlijk. Zie erop toe dat er geen kierende luiken zijn, waardoor het vuil onder de vloer kan belanden, met alle verontreiniging van dien. Kies ook vuilafstotend bekledings materiaal voor het meubilair, en zie erop toe dat er onder de kussens ventilatiemogelijkheid is (gaten), want anders gaan ze rotten vanwege de condens die niet weg kan. Zoveel mogelijk ventilatlepunten zijn op een boot trouwens toch van groot belang, en vochtgootjes onder de ramen vormen bepaald geen overbo dige luxe. Zonwerende ramen tenslotte garanderen een aangenaam koele kajuit. Maar of deze laatste tip nuttig is, kan alleen het komende vaarseizoen bewijzen. de grote stoot tot verbreiding hiervan gegeven. Want er zijn maar weinig firma's, die tekeningen voor de amateurbouw maken. Mede-di recteur C. van Tongeren: "De amateurbouw heeft de laatste Jaren een enorme opgang gemaakt. Als je een ontwerp van een zeiljacht laat maken, dan kost dat, afhankelijk van de grote tot zo'n negen meter, toch al vijftien tot twintig duizend gulden. Wij leveren die tekeningen voor 350 tot 600 gulden. Dat kan omdat het serietekeningen zijn." Een van de mooiste persoonlijke herinneringen heeft Egbert van de Stadt aan de „Zeevalk", een echt houten schip, dat hij in 1949 ontwierp voor Cees Bruynzeel. „Ik heb daar zelf ook met enorm veel plezier op gezeild." Van de Stadt zou later voor Bruynzeel nog verschil lende befaamde zeeracers bouwen, waarmee de Zaanse fabrikant in internationale wedstrijden menig eervolle plaats zou behalen. „Bruyn zeel was een uitstekende ambassa deur voor ons. Hij deed mee aan alle grote ocaaanraces." Van de Stadt ontwierp ook voor een Engelse Werf de grootste polyester serieboot, die tot nu toe ooit is gebouwd, de "Ocean 71". Dezelfde boot, waarmee Gerard Dijkstra vorig Jaar deelnam aan de berucht geworden single-handed Transatlan tic Ocean Race. Gelukkig moment Van de Stadt: „Als een van de schepen, die jezelf ontworpen hebt, een race wint, dan vindt Je dat leuk. Maar het is niet iets waar ik wakker van ïig. Het ls een gelukkig moment." Wat hij gaat doen, nadat hij zich uit zijn bureau heeft teruggetrok ken? „Ik heb een huis in de Beemster. met een grote tuin", zegt Van de Stadt, die Jarenlang in een forse woonboot op de werf woonde. "En ik heb m'n zeilboot "Delan- ta". een polyester Jacht van 7 60 meter. ik graag zeil en niet mijn tijd wil verdoen met opknappen en schilde ren en dergelijke." Op een motorboot zal Je Van de Stadt zelden aantreffen. „Wij zijn in hart en nieren zeilers", zeggen hij en zijn mede-directeuren Galjaard en Van Tongeren. „Het varen met motorboten vinden we een betrekke lijk dom genoegen. Net een auto. Vandaar dat wij praktisch geen motorboten nebben ontworpen." De duurste zeilboot, die ooit in ons land is gebouwd, is noch te ziennoch te koop op de Hiswa. Dat schip is de tweemast gaffel topzeil-schoener, de "Eendracht". Het schip werd in opdracht van de stichting "Het Zeilend Zee schip" voor zo'n 2,5 miljoen gulden gebouwd. Dit seizoen wordt het Op de kampeersector van de HISWA wordt het duidelijk, dat de grote, zware bungalowtent nog niet is uitgediend. Hij wordt voorname lijk gebruikt bij het z.g. seizoenkam peren: het gedurende enkele maan den vertoeven op een camping. Daarnaast is opmerkelijk, dat de lichtere huttent in opmars is en dat de combinatietent (twee huttenten verbonden door een luifel) is teruggekeerd in de belangstelling van de kampeerder. Bovendien blijkt zonneklaar dat het lichtgewicht kamperen weer „in" komt. Vooral jongelui gaan weer graag zwerven, te voet of op de fiets. Bij de grote bungalow- en huttenten zijn veranderingen en verbeteringen te zien in de gebruikte doeksoort. Er wordt bijvoorbeeld veel gebruik gemaakt van All-season doek voor de daken en katoen voor de wanden. Ook zijn er tenten, die geheel van synthetisch doek zijn vervaardigd. De lichtgewicht tenten zijn veelal van nylondoek gemaakt. Zij vragen daardoor een goede ventialtie om condensvorming te voorkomen. Zelfs de goedkoopste tent, Nippon geheten en opgenomen in de collecties van Carl Denig en Van Gent, heeft muskietengaas deuren en een opklapbare zijwand. De Canoetent van Fjallraven (Neef Sport) heeft zelfs hele wanden van muskieten gaas en opklapbare zijwand. tweede vaarjaar van het schip, dat iedere Nederlander maar vooral de jongeren de moge lijkheid biedt, een zeiltocht te maken, waarbij buitenlandse ha vens worden aangedaan, terwijl hij zijn krachten kan meten met de wind en het zoute water. Condens is niet alleen te voorkomen door ventilatie, maar ook door tussen binnentent en dak een ruimte van 15 cm. open te laten of een nylon binnentent te combineren met een katoenen dak. Fjallraven heeft een eenstoks nylon tent met een omkeerbaar dak van gewone nylon. Bij veel zon keert men het dak om waardoor de bovenkant met de zonwerende Aluflex coating naar buiten wordt gekeerd. De toenemende vraag naar lichtge wichttenten stimuleert ook de verkoop van rugzakken. Op vele stands kan men rugzakken zien met frames, die tegen grote gewichten bestand zijn. Bijzonder is de Versa-Pac, een frame-rugzak, die ook op de bagagedrager van een fiets past. Tevens is er een rugzak, die uit twee aparte zakken bestaat, welke als zijtassen aan de fiets bevestigd kunnen worden. Ook in slaapzakken ls er nieuws: extra lange, extra brede en met mouwtjes. De laatste variëteit kan van onderen open, zodat men er iii lopen kan. De vullingen varieren van dons tot kunstvezel en wol. Men moet er wel rekening mee houden, dat de tenten een stuk duurder zijn geworden door het stijgen van de prijzen van katoen metaal en leer. De stijging ligt tussen 10 EN 20%. Jachtontwerper E. G. van de Stadt (r.) met twee van zijn partners C. van Tongeren (IJ en W. Galjaard op de 'Optima'.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1975 | | pagina 21