Relatie kwestie
van aanvaarding
Onderwijs toetst de veestapel
Student en werkende jongere:
VRIJDAG 7 FEBRTJAKT 197?
Als je de positie van de student
en die van de werkende Jongere zou
willen boekstaven, word Je aan de
kaft de verschillen al gewaar. De
eerste komt terecht in een gebonden
veelkleuren-uitgave, de laatste in
een pocketzwart-wit druk. Zo
wel de inleiding (lees: sociaal mi
lieu) als de uitwerking (lees: levens
loop) en het taalgebruik zouden uit
een lopen.
Een blik op de trefwoordenlijst doet
Je echter beseffen dat in beide boe
ken wporden van gelijke strekking
staan, zoals: huisvesting, sportvoor
zieningen en gezondheidszorgFacto
ren waar èn de student èn de wer
kende Jongere mee te maken heeft.
En (tie dan ook voedingsbodem zou
den kunnen zijn voor een eventuele
relatie cq. samenwerking tussen bei
de groeperingen.
Huisvesting
De welkende Jongere heeft al
vroeg met vele problemen te kampen
zoals Jeugdwerkloosheid, onderbeta
ling en woningnood. Jos Everaars
van de KWJ (Beweging voor Wer
kende Jongeren) zegt daarover:
Door
Frans van Keimpema
"De huisvesting voor de werkende
Jongere in Leiden is in één woord
beroerd.
Wat de KWJ daaraan pro
beert te doen is dat aan de gemeente
duidelijk te maken".
„Zo hebben we een tijdje terug de
Pelikaanflat, die nog in aanbouw was,
gekraakt en bezet. We kregen toen
medewerking van de LSB (Leidse
Studenten Bond) Troef en NVV-
Jongeren contact en daar is de
werkgroep Kamernood uit ont
staan. Die onderhoudt contacten
met Release en de wetswinkel
waardoor er een uitwisseling van
informatie tot stand is gekomen".
"Een andere vorm van samenwer
king gebeurde met studenten van het
Sociologisch Instituut. Wij namen
toen de sociale en economische situa
tie van Leiden onder de loep, waar
bij vragein over industrie en huisves
ting-pendel aan bod kwamen. Bij de
studenten leefde toen al het idee dat
ze over alles en nog wat rapporten
maakten, die dan in dossiers beland
den zonder dat er eigenlijk iets zin
nigs mee werd gedaan. Nu hielpen
ze de KWJ aan een rapport over
de sociaal-economische toestand in
Leiden waar wij en zijzelf een stuk
wijzer van zijn geworden".
Begrip
„Van een taalbarrière hoeft hele
maal geen sprake te zijn als er
maar 'n open verhouding en begrip
voor eikaars situatie is", vervolgt
Jos Everaars.
"Het is een kwestie van
mentaliteitsverandering, een gestadig
naar elkaar toe groeien. Voor de
voorbereiding van informatieavonden
hebben we contact met de Onder-
wijswinkel, die dingen op het gebied
van bijv. partiële leerplicht kunnen
uitleggen".
..Echt innige contacten bestaan er
niet, maar dat is ook niet nodig", al
dus Jos Everaars. "Het is vrij nor
maal dat na een lange dag werken
in de fabriek er weinig animo over
blijft om in een boek te duiken. De
KWJ is er in de eerste plaats om de
werkende Jongere een heldere kijk op
zijn werksituatie te doen geven. Hij
leert hier argumenteren zodat hij
niet direct, als hij benadeeld wordt
met een mond vol tanden blijft
staan".
"Ja, er wordt hier zeker wel gedis
cussieerd maar wat belangrijk is, er
wordt niet over de hoofden van de
mensen heen geluld. WIJ zijn ons er
van bewust dat ook de student met
een problemenpakket zit opgescheept
samenwerking is dus altijd moge
lijk. Als er maar voldoende waarde
ring voor eikaars werk blijft be
staan".
Niet betuttelen
Sinds de democratiseringsbeweging
binnen de universiteit kijken steeds
meer studenten over hun boeken
heen naar wat zich rond hen af
speelt. Uit het bovenstaande is ^ge
bleken dat sommige studenten ook
wezenlijk met bepaalde problemen be
bezig zijn, zonder zichzelf centraal
te stellen.
„De universiteit moet af van het
burcht-idee", zegt Dolf Gagestein,
medewerker van de Onderwijswin-
kel en student sociologie.
"Er wordt teveel over
mensen gepraat in plaats van
mèt mensen. Aan de andere kant
word Je als student al snel beticht
van bemoeizucht en paternalistische
neigingen door mensen die onze be
doeling niet goed begrijpen, of willen
begrijpen".
„Wij doen alleen ondersteunend
werk, van onegwensteinmenging of
opdringing is geen sprake. Het te
gendeel is het geval, over het alge
meen zijn er niet zoveel studenten
die nog wat mèèr doen dan alleen
studeren. Er zijn natuurlijk studies
die dat gewoon niet toelaten vanwege
een boordevol programma".
Piet Westgeest (student sociologie)
medewerker van de Huiswerkklas in
Leid en-Noord zegt hierover: „De
mensen zijn zelf mans genoeg om
naar elke instantie toe te stappen,
alleen door gebrek aan informatie
vooraf worden ze onzeker en aarze
len. Wij kunnen die informatie wel
geven en als eenmaal de drempel ver
laagd is regelen de mensen hun za
ken verder zelf wel".
Sportvoorzieningen
Wat de voorzieningen op sportge
bied betreft is het voor de Leidse ge
meenschap roeien met de riemen
die zij heeft.
Om alleen in de meest ele
mentaire behoeften te voorzien zou
Leiden nog eens 28 miljoen gulden
extra nodig hebben. Dit getal komt
van de heer Biegstraten, voorzitter
van de Sportstchting.
„Kijk, dat nieuwe sportcomplex
van de universiteit daar ben ik eer
lijk gezegd verdomd Jaloers op. Maar
ik weet dat ze er ook hard voor heb
ben moeten knokken voordat het er
stond. Dat het verwezenlijkt is komt
doordat zij subsidie krijgen uit de pot
van onderwijs en die is aanzienlijk
groter dan de CRM-pot. Waaruit wij,
de Leidse gemeenschap, subsidie krij
gen".
„Wij hebben wel goede contacten
met de universiteit met als resultaat
dat tijdens de week-ends ook niet-
studenten van het sportcomplex ge
bruik kunnen maken. Er is echter
een restrictie die luidt dat als ter-
zelfdertijd studenten van een bepaal
de ruimte gebruik maken zij voor
rang hebben. Maar ja, per slot van
rekening is het gebouwd voor de re
creatie van de student. En die heeft
een ander leefpatroon dan bijvoor
beeld de welkende jongere, zodat hij
eerder een individuele sport zal be
oefenen dan zich aansluiten bij een
georganiseerde sportvereniging buiten
de universiteit".
„Het overleg tussen de sportstich- dent binnen de maatschappij heeft
ting en de universiteit i6 goed en sluit ook een zeker isolement in. 't
meer kunnen we nu eigenlijk niet Isolement van de student wordt al-
wensen. Voor integratie van de stu- leen maar groter als het elitair ka-
dent en de niet-stu dent biedt de sport rakter voor hem binnen de welzij ns-
inderdaad mogelijkheden, omdat dan zorg blijft bestaan", zegt pastor J.
alleen de sportieve prestatie ter van der Hoeven van de Leidse Stu-
sprake komt", aldus Biegstraten. denten Ekklesia.
„De discussie over de welzijnszorg
moet nodig op gang komen. Zuiver
De uitzonderlijke positie die de stu-materieel gezien heeft de student
Gezondheidszorg
inderdaad 'n bevoordeelde positie
maar op geestelijk terrein is zijn
solement des te groter. De Hoog
landse kerkdiensten die we iedere
zondagmorgen houden en die voor
bereid worden door 'n groep van
studenten en niet-studenten zorgen
enigszins voor een grensvervaging
tussen beide groeperingen".
stappen levensboog. Wel krijgen we
tamelijk veel te maken met afgestu
deerden van het HBO (hoger beroeps
ma onderwijs) zoals onderwijzers en a na
if listen. Die draaien ook mee in de ver-
1 schillende discussiegroepjes waar ge
il praat wordt over allerhande onder-
l werpen. Het wel en wee van de stu-
I dent staat echter centraal. Dat zal te-
1 vens de reden zijn
s ,vens de reden zijn
welijks met werkende jongeren in
aanraking komen, hoewel ze welkom
zijn".
Vervreemding
Er studeren zo'n 12.000 studenten
in Leiden van wie er ongeveer 9000
in Leiden wonen en leven. Van hen
is ongeveer 25 procent gehuwd of
woont samen. Ondanks de gemeen
schappelijke problemen als studiever
zwaring, beurzen, collegegelden e.d.
is 't onjuist de problematiek van
de student te generaliseren. Er zijn
typische probleemgevallen en daar
krijgen de decanen R. van Duinen
en F. Kuiper mee te maken. Zij be-
vinde, zich midden in bovenge-
moemd spanningsveld, het is hun
dagelijkse taak.
„De onnatuurlijke situatie waarin
de student verkeert heeft zijn uit-
lipers in 'n gevoel van machteloos
heid en zinloosheid, wat zijn weer
slag vindt in de studieresultaten en
sociale contacten. Ze staan zogezegd
met één poot in de studie en met
de andere in de sociale sector, (tit
vraag im spanningen", aldus decaan
Van Duinen. „Sommtge studenten be
schikken niet over het aanpassings
vermogen om hieraan tegemoet te ko
men en raken het spoor bijster".
„Je vraagt je af of het hele uni
versitaire onderwijs niet nodig op de
helling moet in plaats vanachter de
maatschappelijke ontwikkelingen te
blijven aanhollen. Dat vraagt een
grotere flexibiliteit van de facultei
ten maar de student heeft wel meer
kans daèr terecht te komen waar hij
zich thuis voelt.Nu is het bijvoor
beeld zo dat plm. 70 procent van de
juridische studenten niet in de Ju
ridische sector een baan vindt".
Decaan F. Kuiper meent dat ,,'n
zekere mate van verschooMng posi
tief kan werken". „Een strak gerichte
studie geeft betere resultaten. In de
medicijnen slaagt 50 procent meer
dan in de sociologie, wat toch wel
tekenend is.
Decaan Van Duinen werpt
daarop tegen dat „de persoonlijke
ontplooiing van de student dan in
het gedrang komt".
Het hete hangijzer van de Po6-
thumuswet (wat een verzwaring en
verkorting van de studie betekent)
doet ook de gemoederen van de de
canen ietwat verhitten. Na de voor
en tegens afgewogen te hebben ko
men ze tot de conclusie dat hun in
vloed „helaas van weinig betekenis
is". Toch weegt „de daaruit voort
komende frustratie niet op tegen de
voldoening" die het werk hun schenkt
als ze weer een utudent op het juis
te spoor hebben gebracht.
Vertekend beeld
De Leidse student heeft een nogal
beroerde naam in de stad. „Dat is
eigenlijk historisch gegroeid. Onder
het publiek heerst nog steeds het
idee van de student die alleen op
het 3-oktober feest met stadsnota-
belen toast en vanaf het balkon neer
dalende blikken laat glijden over de
bevolking". Aan het woord is Peter
Grasbeek, praeses (mengeling van
voorzitter en klusjesman) van de stu
denten vereniging SSR.
„Maar dat is de buitenkant, ook de
korpsbal organiseert zinnige activi
teiten. Al gedraagt hij ziCh soms nét
iets anders dan de niet-korpsbal. Om
het duidelijk te maken zou je kunnen
zeggen dat er tussen de korpsbal en
de student ongeveer dezelfde verhou
ding bestaat als tussen de student
en de werkende jongere. Dat komt
door een verschillende sociale ach
tergrond, andere gewoonten en taal-
gebruikofbegrippnkdaer".
„Er bestaat een zekere antipathie
tegen elkaar. Dat is een gegeven
waarvan je uit werkt als er sprake
is van reëel contact, dat er overi
gens alleen is bij specifieke activitei
ten. Iets dergelijks was de gemeen
teraadsavond die werd georganiseerd
d oor de jongerenvereniging Troef in
samenwerking met de studentenver
enigingen Catena, VCSB en SSR. Er
werd toen onder meer gepraat over
het politieke leven in Leiden. Derge
lijke activiteiten komen echter vrij
incidenteel voor", aldus Peter Gras
beek die zelf politicologie studeert.
In Leiden is slechts plm. 25 procent
van de studenten lid van een vereni
ging, wat het onmogelijk maakt
voor de verenigingen zich ook open
te stellen voor bijvoorbeeld werken
de jongeren "zonder dat het even
wicht in aanbod verstoord wordt".
'In de grotere steden als Utrecht
en Groningen zijn er wel vereni
gingen die ook voor niet-studen-
zijn maar daar is het aanbod van
de studenten ook groter.
De samenwerking tussen wer
kende Jongeren en studenten is eer
der op informele basis", aldus Peter
Grasbeek, „en dat is eigenlijk het
beste omdat we elk met een specifiek
problemenpakket te doen hebben".
Op gezette tijden vult de immen
se open vlakte vóór de Leidse Groen -
oordhal zich met het in meerderheid
Jongere volkje.
Het is tentamendag voor de Juri
dische faculteit.
Er is daar dan zeker geen sprake
van een „Leids" kwartiertje. Integen
deel. Het verdient aanbeveling om
ruim voor de aanvang van het ten
tamen een strategische positie in te
nemen ter hoogte van de zwaaideu-
ren. Als die zich ten lange leste ope
nen, heeft men een voorsprong op
mede-examinandi. En dat Is weer
heel belangrijk, want de tafeltjes en
stoelen die de heren van de over
spannen leegte hebben neergezet,
verschillen nogal van kwaliteit. De
beste staan gewoon op vier nikkelen
pootjes stabiel op de grond. Ze zijn
voorzien van een glad. formica-ach-
tig tafelblad.
Helaas bestaat een niet onbelang
rijk deel van de inventaris uit klap-
Door
Han Mulder
tafels van het wankele soort, waar
aan een hengelaar .langs de wate
kant met een enigszins royaal uitge
voerd zitvlak slechts met de groot
ste moeite enige vastigheid zou kun
nen ontlenen.
Voor de examinandus is dubbel
tragisch dat de klaptafel frequent
in combinatie met de klapstoél voor
komt. Dit, gevoegd bij de redelijk
voorhanden zenuwen, betekent dat
de benen al spoedig in een onontwar
bare kluwen vlees en botten ontaar
den en slechts met geweld zijn te
ontwarren, hetgeen vaak met een
dreun van de knie tegen de tafel ge
paard gaat, wat dan weer tengevolge
heeft dat het bekertje duur betaalde
koffie over het examenwerk wordt
uitgegoten.
Het is derhalve zaak om een mens
waardig tafeltje te bevechten.
Het uur der waarheid slaat in een
veehaL Het geblaat, geknor en geloei
van honderden smakelijke viervoeters
is nog maar nauwelijks geluwd, of
andere schapen en varkens zwermen
opgewonden uit over de vlakte.
Het Hoger Onderwijs toetst zijn
veestapel.
De „multiple choice" is de barse
herdershond die de kudde bijeOT-
houdt. De wetenschappelijke staf
denkt een spitse vraag uit en voegt
er vier antwoorden bij. Eén ervan
is maar goed, de andere drie zijn in
meerdere maar soms slechts in zeer
geringe mate onzin. De werkbijen
die tot in detail de verplichte boek
werken uitvlooien, zijn in het voor
deel. Het is niet zo eenvoudig om be
gripsvragen in een multiple-choice-
vorm te construeren, want wat is in
de wetenschap (en elders) nou inder
daad helemaal goed of helemaal fout?
Het is derhalve veiliger om een vraag
je uit een verstopt bijzinnetje van
een dik boek te peuteren .Studenten
van de grote lijn of met slechte ogen
vallen dan helaas wel eens buiten
de prijzen, maar niet altijd. Er res
teert net als bij de toto nog
een aangenaam element van gokken.
Rechtenstudenten hebben na ver
loop van Jaren hun tegenaanval op
gebouwd. In de Juristerij komt het
er nu eenmaal op aan om het heel
precies te zeggen en daartoe is dan
vaak een omhaal van woorden no
dig. In gevallen dat de examinan
dus inderdaad in de verste verte niet
weet, wat er met een vraag bedoeld
wordt, pleegt hij daarom het langste
antwoord als het Juiste aan te mer
ken. Dat verdient navolging.
Hij dient wel In het bezit te zijn
van een HB-potlood en een vlakgom.
Het papier, waarop hij aan de gang
moet, tij kt enigszins op het formu-'
lier, waarmee luie elektriciteitsbedrij
ven hun klanten tegenwoordig zelf
de meter op laten nemen. De Juiste
kringetjes of rechthoekjes dienen na
drie uur ploeteren met potloodgrafiet
te zijn dichtgeslibd. Het formulier
lijkt dan overwoekerd met plat ge
trapte keutels. Alleen de familie
naam en het studievak bovenaan het
examenformulier wijzen erop dat
hier mensen doende zijn geweest die
de schrijfkunst meester zijn. Maar
wèl met potlood. Het is als een solli-
citatiebezoek ln pyama.
Misschien komt een student in het
oud-Perzisch nog overhuis bij zijn
hoogleraar, brengt mevrouw bij het
tentamen nog een kopje koffie voor
de schrik en staat er nog een kool
met een frivole kanarie tussen de ge
leerde folianten.
In de Groenoordhal zorgt een vo
lière vol anoniem gevogelte voor
oorverdovend geraas. Muziek bij het
•erk voor de leerling-intellectueel.
puntaaüijper is ook nooit weg.
En een dikke trui onder de blazer
of de spijkerjas. Het kan er flink
tochten in de kilte.
De computer en het rekencentrum
maken geen fouten. Maar de men
sen willen niet luisteren. Het onmid
dellijk gevolg daarvan is een sliert
verweesde studenten, elke ochtend
weer, op de eerste etage van het ad
ministratiegebouw aan de Stations
weg, waar het bureau Inlichtingen en
Insohrijvingen van de Leidse uni
versiteit is gevestigd. Er is een ge
zellige bedrijvigheid gaande van man
nen en vrouwen die zich met docu
mentatiemappen naar ordnerkasten
spoeden. Men zou zich niet verba
zen als tussen dat gewemel de bun
delende gestalte van ingenieur Van
der Pik zou verschijnen. De vrolijke
affiches van toeristenoorden aan de
wand heeft hij, zo wil het verhaal,
zelf opgehangen.
Zonder uitzondering is er wat aan
de hand met die sliert wachtenden.
Iemand heeft nog geen collegekaart
ontvangen, ofschoon hij zeer anti
revolutionair reeds in augustus met
de voorgeschreven penningen de boom
der kennis bemest heeft. Een ander
is niet uit martelende onzekerheid
te verlossen, omdat hij op de be
slissende vraag of hij tot nu toe het
universiteitsblad „Acta et Agenda"
met een bruine of een anderskleu-
rige verzendwikkel ontving, het ant
woord moet schuldig blijven.
De mannen achter de balie horen
toe met een bijna berustende vrien
delijkheid. Het is een treurig lied met
een beperkt aantal coupletten, geen
academische festspielouverture. In de
beurtzang vertolken de ambtenaren
het leed dat computer heet. „Heel
het raderwerk staat stil, als uw mach
tige arm het wil", dichtte de in da
geraad en gerechtigheid gelovende so
cialistische dichter ten tijde van de
spoorwegstaking van 1903.
Maar bij de computer hoeft daar
toe alleen de stekker nog maar uit
het contact.
„Uw bescheiden zitten in de com
puter. Het wachten is nu op de uit
draai. Ais ik me niet vergis gebeurt
dat het einde van de week weer.
Een klein beetje geduld dus nog met
uw collegekaart". En Acta dan?
„Daar zit dan weer twee weken tus
sen". Kan ik hem dan niet alvast
krijgen, want tot drie weken terug
kreeg ik hem ook altijd trouw. „Neen,
helaas, dat kan nu niet.Tot drie
weken geleden werd de Acta ver
zonden met naamplaatjes, maar het
gaat voortaan met de compu
ter". Maar hoe zit dat dan,
ik betaal trouw op tijd
mijn collegegeld. "Vreselijk Jam
mer, mijnheer, maar uw aanmelding
tot Inschrijving is niet verwerkt. De
computer heeft u er dus als het wa
re uitgegooid en nu moet u eerst weer
worden ingevoerd en verwerkt. Het
beste is maar dat u hem voorlopig
hier elke week komt halen. De Acta-
administratie zit eigenlijk op de zes
de etage, maar het is reëel dat wij
voor de mensen die het betreft, hier
een stapeltje hebben liggen".
Want een stuk welwillendheid
blijft. Ook in de concerns van ken
nistransmissie die in veehallen de
kwaliteitsbewaking verrichten.
Zoveel welwillendheid, dat toen on
langs in het Juridische instituut aan
de Hugo de Grootstraat veertien da
gen achtereen alle drie de koffie-
autamaten het niet deden, op elk
ervan een papiertje „Defect" was ge
plakt. Op één ervan nog eens extra
op de zijkant ook. Voor alle zeker
heid.
k»,.
de beste staan ge-\
woon op vier nikkelen pootjesl
stabiel op de grond.