Schoonheid
in foto's
van Eilers
AANVAL OP DE BESTSELLER-CULTUUR
WEINIG NIEUWS
Winkler Prins' Grote Wereldgeschiedenis
|lj jjjj J f) jfl ve^Ca^e^^its11011111 hePwS
SPELEND
TEKENEN
WOENSDAG 15 JANUARI 1975
In de lawine aan romantisch voedsel in boekvorm valt zo nu
en dan iets heel bijzonders op. "Destijds in Nederland" is er
een verrukkelijk voorbeeld van. Het is een foto-album van de
destijds zeer beroemde fotograaf Bernhard F. Eilers en bevat
momentopnamen van 1900 tot 1920.
Met het tweede deel van Win
kler Prins' Grote Wereldgeschie
denis wagen de samenstellers zich
in zekere zin aan een hinkstap-
sprong. Het stapje ts. wanneer
we het projecteren op de baan,
waarlangs ten onzent het ge
schiedverhaal pleegt te worden
verteld, bescheiden: het gaat dit
maal over Rome, de pre-historie
van West- en Midden-Europa, de
botsingen met Kelten en Germa
nen. Dan maakt het boek een
reuzesprong naar het oosten en
beschrijft de grote culturen van
Azië. Dat gebeurt op een luister
rijke wijze met optimale toepas
sing van magnifiek illustratiema
teriaal. De „stap" en de .sprong"
zijn hiermede aangeduid. Waar
blijft dan het derde segment, de
„hink". Dat is ook nu weer, pre
cies als met het eerste deel, dat
het wat moeizaam is om zich een
weg te zoeken tussen het hoog-
opgestapelde materiaal. Het heeft
vaak weg van hinkelen. Van de
uitgever heb ik overigens wel be
grepen dat alsnog een alles om
vattend register wordt opgenomen,
wanneer straks de serie met deel
zes wordt besloten.
De tekst legt ook nu weer de
nadruk op de staatkundige ge
schiedenis. De grondigheid en de
veelheid aan namen verraden de
Duitse oorsprong van de serie.
Zo vind ik dat het boek bijvoor
beeld te weinig aandacht besteedt
aan het Romeinse recht dat tot
op de dag van vandaag zijn ver
takkingen heeft in tal van Juri
dische stelsels en niet louter op
het Europese vasteland. Het boek
besteedt er nog geen honderd re
gels aan. Dat is te karig bedeeld
als anderzijds zo uitputtend alle
politieke verwikkelingen van re
publiek en keizerrijk worden be
handeld. In dat opzicht zijn ook
de relaties christendom-Rome re
latief wat bescheiden aan de or
de, maar wellicht komt daarover
meer in het deel, gewijd aan de
Middeleeuwen.
Bepaald te weinig komen we
aan de weet over de volkeren in
West-Europa en hier wreekt zich
waarschijnlijk de meertalige opzet
van de W.P. geschiedenis. Ik
zocht vergeefs naar de Bataven-
opstand en namen als Claudius
Civilis of Corbulo. Over de Fran
ken en (in het voorbijgaan) Sak
sen wordt wel gerept, maar over
de Friezen geen woord. In dit ge
deelte van het boek was ik ook
wel graag meer afbeeldingen te
gengekomen van bouwwerken of
voorwerpen uit deze dreven. He
laas, het zoeken naar een hun
ne bed kan men zich besparen en
evenmin is voor illustraties een
beroep gedaan op het in vroege
geschiedenis zo rijk voorziene
Rijksmuseum voor Oudheden in
Leiden. Ik begrijp wel dat de
Duitse redactie van de oorspron
kelijke versie daar niet zoveel be
hoefte aan had, maar de Neder
landse bewerkers hadden daar
op moeten letten.
Overigens is de kwaliteit van de
zeer talrijke illustraties zeer hoog.
Dat maakt het boek meteen tot
de fraaiste en veelzijdlgste histo
rische platenatlas die men zich
maar kan wensen. Zo'n eerste
plaat in het boek al, een frag
ment over twee pagina's van een
wandschildering uit Pompeï, een
wellustig rood met levensgrote
naakte figuren, waarbij sjerpen
de zinnelijke expositie van de
lichamen trefzeker accentueren.
Het belangwekkendste deel gaat
over de culturen in Azië en be
slaat meer dan de helft van dit
boek. Meestal behandelen wereld
geschiedenissen van de opzet van
deze WP de Aziatische geschiede
nis als een hinderlijk appendix
van de „echte" geschiedenis die
dan in Europa en directe omge
ving zou zijn gemaakt en die
steeds weer langs de route Egyp-
te-Mesopotamië—Griekenland-
Rome-Middeleeuwen enzovoorts
wordt afgewerkt met dezelfde
wetmatigheid, waarmee genera
ties Nederlandse schoolkinderen
de provinciereeks in Groningen en
Friesland lieten beginnen om dan
via Drente en Overijssel naar het
westen af te buigen omdat meneer
Prop van de atlas en de blinde
kaart dat nou eenmaal zo wilde.
Het hinderlijke van wat daar
in het verre Azië zich allemaal
afspeelde, leek het er vooral in
te zitten dat het gesmeerd lopen
de verhaal van Europa werd on
derbroken. Dat gebeurt in deze
WP-geschiedenis ook, maar daar
krijgen China, India, Korea, Ja
pan en Indonesië het volle pond
in een overvloed van platen, die
stuk voor stuk een lust voor het
oog zijn. De tekst is niet opgezet
van Europa uit. maar behandelt
de grote culturen vanuit hun
eigen kracht en gevarieerdheid.
Opvallend weinig wordt er In
derdaad teruggekoppeld naar Eu
ropa (maar Marco Polo krijgt
alle ruimte en er is een alleraar
digst middeleeuws miniatuur van
de Mongolese heerser over China
Khoebilai Khan) waarschijnlijk
zal ook hier deel drie de verban
den moeten leggen. De samenstel
lers behandelen de Aziatische ge
schiedenis tot en met onze middel
eeuwen en de aanzet van Onze
Nieuwe Tijd. Later voert de Eu
ropese expansiedrift naar veel
meer en veel bloediger contacten
met soms onherstelbare gevol
gen. Tot op de dag van vandaag.
H.M.
Winkel Prins Grote Wereldge
schiedenis. Deel 2 Rome en de
beschavingen buiten Europa (uit
geverij Elsevier Amsterdam-
Brussel, f 65)
Het merendeel van de foto's
betreft Amsterdam, maar vóór
in het boek zijn ook prentver
beeldingen opgenomen van el
ders in het land.
Op deze boekenpagina
bijdrage van:
Op pagina 41 bijvoorbeeld twee fo
to's van de Korenbeurs in Leiden
en een paar bladzijden verderop een
helaas bescheiden uitgevallen plaat
van het uitbundig renaissancefront
van het raadhuis vóór de brand in
de barre winter van 1929.
Han Mulder
Ron Harms
Ewout Janse
Henriëtte v. d. Hoeven
Onder de meer dan 350 foto's zijn
er van een schoonheid die aan hoog
tepunten uit het impressionisme in
de schilderkunst doen denken; in die
gevallen is het misschien ook min-
dei gelukkig om van „momentopna
men" te spreken, zoals we hierboven
deden.
Eindredactie:
René Vos
De collectie 1
platen werd pas onlangs in Enge
land teruggevonden toont dat de
ongemakkelijke Eilers niet zo zeer de
fotograaf was die het sociaal verjjaal
van zijn tijd in beelden vastlegde.
Je ziet de kou op het gezicht van
de mensen, strompelend door de
sneeuw, de te vol beladen handkar
ren hier en daar, maar Je ziet niet
de vochtige huizen, de lange uren ar
beid. het alcoholisme als vlucht, de
prostituerende uitbuiting. De wereld
die Eilers laat zien is eigenlijk nog
negentiende eeuws. de registratie van
een samenleving die nog geen slag
velden en loopgraven kent en nog
verwijlt in de idee dat vernietiging
en dood aan de landsgrenzen als een
bange droom uiteen zullen spatten.
Eilers mijdt ook meestal de close-
up Slechts op de platen gewijd aan
het dorpsleven doet soms een mens
eer stap naar voren in de scène,
meestal werkt Eilers echter met to-
I talen, opgebouwd vanuit wetten van
I schilderkunstige oompositie.
Wat ik het boek doorbladerend wel
het dorpsleven doet soms een mens een stap naar voren in de
miste, was meer directe informatie
over de foto's. Ook al behoorden 1900
en 1920 in Nederland volgens Eilers'
conceptie nog tot de 19de eeuw, de
techniek moet toch in de twee de
cennia die beide Jaartallen scheiden
ook in de straattaferelen haar ver
overingen hebben gemaakt. Zo is het
opvallend dat in het album nauwe
lijks automobielen voorkomen. Ik
herkende schimmig in de verte een
dergelijk voertuig op de fotografie
van de Haagse Gevangenpoort maar
dan zijn we aan de kleren van de
passanten te oordelen, inderdaad al
flink op weg naar 1920. Die conse
quente ontstentenis van het automo
biel herinnert enigszins aan de aan
pak van Willem Hofker in zijn
grachtentekeningen, die overigens
van veel later datum zijn.
De teksten van Wim Zaal bij de
foto's zijn wat leuterig en soms zelfs
vrijblijvend zeurderig. Alleen wan
neer Zaal historische teksten ge
bruikt, wordt het aardig, zoals bij
de foto van het paleis op de Dam
met daarvoor Naatje, de Nederland
se maagd op een sokkel, in 1914 ver
wijderd wegens de noden van het
verkeer. Iedereen zong toen „En
„Naatje van de Dam, die moet ver-
dwijne, die moet verdwijne, voor de
elektrieke tram!" Maar dat is geen
leuteren meer; dat is informatie!
H. Mulder
„Destijds in Nederland", een foto
album van Bernard F. Eilers met
inleiding en commentaar van Wim
Zaal (uitgeverij Elsevier Amsterdam-
Brussel f 29,-).
Phia Berghouts arpeggio
Bij Nijgh en Van Ditmar ver
scheen zojuist een boek van de
hand van Mimi Rijpstra-Ver-
beek, die „op de haar eigen wijze
weer een voortreffelijke biografie
heeft samengesteld", zoals op het
omslag staat. De titel Harpe Diem,
Phia Berghouts arpeggio is aar
dig gekozen, de inhoud gaat over
het leven en werken van de har
piste, met de nadruk op de da
gelijkse gang van zaken in het
Internationaal toonkunstenaars
centrum Eduard van Beinum, be
ter bekend als „Queekhoven".
Het boek is in een stijl geschre
ven, die sterk verwant is aan die
van sommige damesweekbladen
.de opbouw is rommelig, waarbij
Phia Berghout midden in de da
gelijkse beslommeringen „toeval
lig" net even tijd heeft om weer
een stukje levensgeschiedenis te
kunnen vertellen, of haar me
ning over bepaalde problemen ten
beste te kunnen geven. Dit doet
wel zo gewild aan, dat de term
„raamvertelling" dit boek te veel
eer zou aandoen.
De schrijfster, een leek op mu
zikaal gebied, citeert veelvuldig
Reesers Een eeuw Nederlandse
muziek, „dat mij een bijzonder
goede achtergrond bood, omdat
het zulk een boeiend tijdsbeeld
naar voren haalt met betrekking
tot het muziekleven en muziek-
beleven in ons land". Dat dit (in
derdaad góede) boek van Reeser
niet veel verder gaat dan het
geboortejaar van de harpiste,
vormde voor de schrijfster geen
bezwaar: Glastra van Loons On
der de stenen lier was er ook nog,
om enkele pagina's te vullen. Het
wel en wee van Phia's trouwe vier
voeter is natuurlijk bijzonder in
teressant. en vergeet de aktivi-
teiten van de tuinman niet. Wie
nog nooit van de harpiste heeft
gehoord, zal dit boek niet lezen,
wie Phia Berghout en Queekho
ven bekend zijn, zal het weinig
nieuws te bieden hebben.
RGH
Mimi Rijpstra-Verbeek. Harpe
Diem, Phia Berhout's arpeggio.
Nijgh en Van Ditmar. 140 blz„
afbn. f 18,90.
MUNCHEN De Westduitse schrijver Heinrich Böll liet
vorig jaar weten: „Ik doe mee, zoals u ziet, hoewel ik er niet
helemaal zeker van ben of ik als bestseller-olifant wel in dit
uitgelezen gezelschap thuishoor". De minder bekende West
duitse schrijver Klaus Stiller deelde mee: „Ik wil graag mijn
allerlaatste geldreserves bij elkaar schrapen om mee te kunnen
doen".
De één putte, bijna beschaamd,
uit de hoorn van zijn overvloed. De
ander moest tot in de randen van
zijn jasvoering zoeken .Maar teza
men met 162 andere schrijvers en
dichters droegen zij elk duizend
mark bij voor het beginkapi
taal van een ongewone Münchener
boekwinkel. De tegenprestatie zou
bestaan uit een Jaarrente van vijf
procent en de waarborg, dat het
werk van de betrokkenen altijd en
op zichtbare wijze in de nieuwe
boekenzaak voorhanden zal zijn.
Want dit is 't aardige van deze on
derneming in München-Schwabing
zij is opgericht door en behoort toe
aan schrijvers, die met veel idealis
me en weinig geldelijke draagkracht
de bestseller-cultuur van onze dagen
te lijf willen gaan.
De initiatiefnemers een hand
vol Münchener schrijvers, kritici en
literaire adviseurs ging het er
om een letterkundig trefpunt voor
schrijvers en publiek te scheppen en
een boekwinkel, waar ook steeds die
boeken te vinden zijn, die onder de
druk van economische noodzaak als
"winkeldochters" bij normale boek
handelaren snel worden opgedoekt.
Dat betekent dat vooral moderne
literatuur en 't werk van Jonge, nog
onbekende auteurs het loodje leg
gen.
(Geen wonder dat Heinrich Böll als
goed collega zijn duizend mark bij
droeg en zich tegelijkertijd be
schaamd voelde: hoe zou hij, onbe
streden vedette der Westduitse let
terkundige industrie, er aan toe zijn
als hij anno 1974 als Jong schrijver
nog moest debuteren?).
Geen door zakelijkheid geleide
bestseller-cultus dus, maar een
aanbod van hoogwaardig werk, ook
van Jongere schrijvers en van klei
ne uitgeverijen was en is het oog
merk. Gegrond op de hoopvolle ver
wachting, dat in een stad als Mün-
chen de klantenkring groot genoeg
zou zijn om de onderneming* een
hechte materiële basis te geven. Dit
alles begon ruim een Jaar geleden. De
ABC-Autorenbuchhandlung bestaat
nog, andersluidende voorspellingen
van meesmuilende collega-boekhan
delaren ten spijt. Zonder winst en
zonder schulden is deze schrijvers-
boekwinkel het 2de Jaar van zijn be
staan ingegaan. Gelooid door erva
ring, wijzer door fouten, maar niet
zonder behoedzaam optimisme.
Behendig bedreven toeristenwer
ving schraagt nog steeds de faam van
Schwabing als een Duitse Montmar-
tre, speels en non-conformistisch,
wijd open voor de dingen van de
geest.
Maar de werkelijkheid weigert zich
naar dat aangename, al bijna on
Duitse beeld te voegen. Twee minu
ten gaans ligt de ABC-winkel van
Schwabings centrum, maar het aan
tal Münchenaren dat deze afstand
doelbewust overbrugt om in deze
oase van het boekenbedrijf te belan
den, is gering. De Autorenbuohhand-
lung heeft weliswaar een klein kern-
publiek van in hoofdzaak intellec
tuelen. Maar wat ons ontbreekt zegt
winkelbeheerster Inge Foppe, is een
geregelde aanloop van een grote groep
sympathisanten".
Dilemma: de Wilhelmstrasse ligt
wat terzijde van het stadsgewoel maar
de huur 1200 DM per maand is
betaalbaar. Op een drukke straat
bedraagt de maandhuur het viervou
dige of meer. "Dat zou onherroepe
lijk betekenen, dat wij allerlei boe
ken moeten voeren, die bij ons niet
thuishoren, kookboeken, reisgidsen
Dat de boekhandel toch tot 'n tref
punt is geworden is vooral toe te
grondslag om voort te gaan. Kan het
ook in andere steden? "Welzeker",
zegt Inge Poppe, "niet de aanwezig
heid van een massa-publiek is voor
waarde voor welslagen, maar eerder
een duidelijke kern van intellectue
len en literaire fijnproevers. In een
universiteitsstad als Tübingen bij
voorbeeld, maar ook in-Frankfort of
Hamburg kan zo'n proef slagen.
Daar wonen nog genoeg schrijvers,
die best bereid zouden zijn duizend
mark op tafel te leggen als dat
voor een auteursboekwinkel in de
eigen stad bestemd is".
Een net van geestverwante, door
één groot schrijverscollectief gedre
ven boekwinkels over de gehele
bondsrepubliek, met alle voordelen
van een gunstige centrale inkoop op
ruimte schaal? De fantasie van me
nig geëngageerd schrijversbrein
wijst ook dit beeld niet af. Maar de
vestiging van een auteursboekwinkel
eist tenminste 100.000 mark, de ex
ploitatie een omzet van niet minder
dan 30.000 mark. Voorlopig houdt
BC het op de voortgezette proef
in München. Twaalf maanden zon
der schulden gelden daar reeds als
een succes, eigenlijk als een klein
wonder.
EJ.
Titel: Spelend sohilderen en teke
nen (deel 1 en 2). Auteur: Ab de
Brouwer. Uitgeverij: Het Spectrum
Utrecht/Antwerpen. Prijs: f 4,50.
Speciaal voor degenen die altijd
beweren niet te kunnen tekenen heeft
Ab de Brouwer dit boekje geschre
ven. Hij laat zien dat er in het spe
len met lijnen en vlakken tal van
mogelijkheden zijn. In het eerste deel
ligt de nadruk op zwart-wit technie
ken, berwijl in het tweede deel veel
aandacht wordt besteed aan de ver
werking van kleuren.
Ev.dIL
tussen de boekenkasten. Maar
fff f m m* I* f. Schwabing. nee, het is toch niet wat
J I L tlf| het ziJn moest. Twee grote gymna-
f! 1 1 ju i yppWMpWWWMj sia liggen op een steenworp afstand
gen zijn geregelde gasten in deze
aanbod'loopt van daar tot het uiterst
iWw 4*. ■■■■■I links van "Albanische Hef te", het
rode maandblad Kursbuch, de com-
jgWMImunistische Kürbiskern. Een niet
imm/- geringe bron van inkomsten is de af-
TJ& wmHKt «PjjÉgf «fc «Si deling voor Duitse, Engelse en Fran-
ÉÊÊ&mtB/AÊSÊf Jf' J WffmÊ f» - se filmliteratuur, waarvoor ABC als
een soort, verzendhandel catalogi.
Ifc IKV' B* - "Het experiment is gelukt", zegt op-
B-f timistisch Arnold, deze auteurszaak
MftgSaan JC-W met zijn eigenzinnig aanbod is uit
ffTMliu de rode ci^fers gegeven. "Het is niet
gelukt een literair centrum te schep-
inlPÉP pen", zegt pessimistisch mede-op-
JÉgf Kr richter Jürgen Kolbe, "het letterkun-
WjÊËM dig leven in dit land in hoge mate
J verrot. De auteurs hebben hun indivi-
A F™B dualisme nog steeds niet afgelegd. In
(jA geestelijk
klimaat voor literaire discussies.
Het onuitroeibaar sohrijversindivi-
Bjl dualisme Inge Poppe heeft het op
grond van dagelijkse ervaring als
verlammende factor
Veel schrijvers lieten na hun bijdra
ge van duizend mark niets meer van
De jonge schrijver Michael Schulte draagt in de "Autorenbuchhandlung" voor uit eigen werk. zich horen- ',De ho°P 001 de deelne"
Veel belangstellenden, weinig kopers... mers af en toe eens een paar uur
tjes zouden komen verkopen is niet
schrijven aan de talrijke avonden vaak druk bezocht, maar het kan ge- tuur hebben aan de Wilhelmstrasse in vervulling gegaan. Als er dertig
met lezingen en discussies waar beuren, dat er geen boek wordt ver- hun opwachting gemaakt, zoals Her- naar de Wilhelmstrasse zijn geko-
ieder terecht kan tegen aankoop van kocht. Het publiek kan zich gewoon mann Kesten, Luise Rinser en Ro- men is het veel. Het is er meer als
een tegoedbon van vijf mark. Die geen 28 mark voor een boek veroor- bert Jungk. Uit Oost-Duitsland kwa- bij het schrijversver bond. Die club
kan dan later voor aankoop in de loven". men de coryfeeën Günter Kunert en telt 8200 leden maar op de laatste
winkel worden besteed. Maar ondanks Ulrich Plenzdorf. Bij zulke lezingen jaarvergadering kwamen er drie
deze kunstgreep blijft het moeilijk, Lezingen verdringen zich honderdtwintig of honderd".
zegt Inge Poppe. "De avonden zijn Grote figuren uit de Duitse litera- méér mensen in de nauwe ruimten Niettemin: geen schulden, dus een