„Niet alleen kleintjes
hebben het moeilijk.."
Speelgoedtafel met
alles erop en eraan
Leiden
-noord:
te veel
winkels
Leidse kruidenier Silvester:
ZATERDAG 7 DECEMBER 1974
LEIDEN In de toekomst,zal
een groot aantal winkels in De
Kooi en Noorderkwartier moe
ten verdwijnen. Alleen op deze
■wijze kad een winkelapparaat in
deze wijken ontstaan, dat goede
toekomstmogelijkheden heeft.
Tot deze conclusie is het bureau
sociografie van de gemeente geko
men naar aanleiding van de re
sultaten van een enquête, waarbij
alle middenstanders zijn bezocht
en op basis van een steekproef
tien procent van de bewoners.
Hetonderzoek is gehouden met
het oog op de plannen voor woon-
en wijkverbetering, die er voor De
Kooi en Noorderkwartier bestaan.
Het bureau is tot de conclusie ge
komen dat de totale winkelopper
vlakte in beiden wijken, die op dit
moment 11.350 m2 beslaat, in 1980
teruggebracht moet zijn tot 6000
m2. Volgens de nu bekende plan
nen tot opheffing zou er in 1980
nog 10.500 m2 extra moeten ver
dwijnen. Uitgangspunt is dat in
beide wijken dan totaal ongeveer
14.000 mensen wonen. Er wordt
rekening mee gehouden dat een
aantal potentiële kopers naar het
centrum van Leiden of de Netto-
rama e.d. gaan (naar schatting 25
procent in de sector voedings- en
genotmiddelen en 90 procent in de
sector duurzame- en overige goe
deren). Daar staat een "koop-
krachttoevloeiing' van vijf procent
uit Leiderdorp tegenover.
Voor de situering van het toe
komstige winkelapparaat in De
Kooi en Noorderkwartier geeft
het rapport drie mogelijkheden
aan. De eerste is, dat het bestaan
de patroon vrijwel niet verandert.
De vloeroppervlakte zal dan al
leen afnemen door sanering, al of
niet met financiële steun van de
overheid. Met name verspreid lig
gende winkels lijkt dit lot te wach
ten. Een tweede mogelijkheid is
een concentratie van het winkel
bestand aan de Lage Rijndijk.
Daarnaast zou de Beatrixstraat
via het Spoortje met de super
markt van Albert Heijn tot één
centrum kunnen uitgroeien, als
daar nu nog niet gevestigde bran
ches bijkomen. Ook aan het Prins
Hendrikplein en de Mauritsstraat
kan in dit geval een buurtwinkel-
concentratie blijven. In opper
vlakte uitgedrukt is er dan de vol
gende verdeling: Lage Rijndijk
2500 m2, Beatrixstraat-Kooilaan
2400 m2, Prins Hendrikplein e.o.
500 m2 en elders (voornamelijk
Mare- en Herensingel) 600 m2.
Het derde alternatief is een ster
ke concentratie van het winkel
apparaat in een wijkwinkelcen
trum, aangevuld met enkele
buurtcentra. Het winkelcentrum
in de Beatrixstraat zou ook in dit
geval met de A.H.-supermakrt
kunnen worden verbonden. De
Lage Rijndijk krijgt dan een
meer buurtverzorgend karakter
en aan het Prins Hendrikplein en.
kan een buurtwinkelcentrum blij
ven. In oppervlakte uitge
drukt ontstaat de volgende
verdelingBeatrixstraat-Kooi
laan 3000 m2, Lage Rijn
dijk 2000 m2. Prins Hen
drikplein e.o. 500 m2, elders 500
m2. Het bureau pleit er voor om
sanering met financiële steun van
de overheid-in elk geval zoveel mo
gelijk te stimuleren. Bij nieuwe
vestigingen moeten ondernemers
"uit de wijken voorrang krijgen. In
ieder geval is een grote afname
van het winkelbestand nodig, zo
constateert bureau sociagrafie.
„Dit zal in overleg met alle erbij
betrokken instanties samen met
de ondernemers en consumenten
zèer goed voorbereid en uitgevoerd
moeten worden." Overigens zijn
er al vele winkels in beide wijken
verdwenen. In 1948 waren er nog
91 winkels in Noorderkwartier en
82 in De Kooi; per 1 juli 1974 be-
- droegen deze aantallen resp. 61 en
63, een afname van bijna dertig
procent.
Informatie
avond IvvK
LEIDEN De Kamer vai^
Koophandel organiseert dins
dag in de kantine van de Leid
se Apparatenfabriek aan de
Os- en Paardelaan een infor
matieavond voor de midden
standers in 't Noorderkwartier,
en De Kooi. Aanleiding is de
enquete die onder de winkeliers
is gehouden en het doel is te
komen tot een eindrapport,
dat te zijner tijd zal worden
aangeboden aan het college van
B. en W. Het is verder de be
doeling dat een aantal winke
liers zitting zal nemen in de
commissie van bewoners, die de
wijken begeleidt.
ONDANKS
TORENHOGE
GOUDPRIJZEN
zün onze sieraden nog betaal
baar. Door het toepassen van
de laagste marges.
Onze schoonheid van een col
lectie blijft daardoor bereik
baar voor iedereen.
Sedert meer dan 35 jaar het
betrouwbare juweliersadrës,
met de voordeligste prijzen.
En de beste vak-servioe door
onze eigen ateliers.
UW WINKELIER
v. d. Water
Haarlemmerstraat 181.
LEIDEN De klad zit in het kruideniersbedrijf. Die con
clusie ligt voor de hand wanneer je de winkelsluitingen in
ogenschouw neemt. De echte buurtwinkeltjes, die in de woon
wijken gedurende vele jaren een aparte functie vervulden,
zijn in de loop der tijd sterk in aantal verminderd. Toch
hebben niet aleen de kleintjes het moeilijk.
Ook "grote jongens" als De Gruijter, Albert Heijn, Co-op en
Simon hebben enkele duidelijke passen terug moeten doen. De
Gruijter zit binnen de Steenkolen Handels Vereniging tegen
een stevig verlies aan te kijken, Albert Heijn moest onlangs
personeel van het Zaandamse hoofdkantoor ontslaanSimon
verloor zijn zelfstandigheid en het Co-op concern moest het
aantal vestigingen fors inkrimpen.
Leiden maakt op die hele ontvAkkeling geen uitzondering.
Reden om eens te gaan praten met kruidenier J. M. Silvester.
Al 37 jaar een bedrijf op de Haven runnend, secretaris van de
Leidse Kruideniers Centrale, hoofdbestuurslid van de Enkabé
en lid van nog een groot aantal andere middenstandorgani
saties.
De cijfers, die kruidenier Sil
vester opdiept, spreken duidelijke
taal: toen hij twaalf jaar geleden
secretaris werd van de Leidse
Kruideniers Centrale waren er 220
kruideniers lid. Nu zijn het er
Inclusief het grootwinkelbedrijf
nog 48. Hij verbindt daar echter
onmiddellijk een conclusie aan:
„Bij het publiek bestaat de indruk
dat het alleen de kleine kruide
niertjes zijn die verdwijnen. Dat
beeld is vertekend, want de groten
hebben het ook moeilijk".
Door
Bram van Leeuwen
Foto
Jan Holvast
Neem nu eens de Coöperatie: Ja
ren geleden in Leiden tien winkels,
nu nog drie (nu Edah red.). De
Gruijter had vijf winkels verspreid
over de stad. Er is nog één grote op
het Bevrijdingsplein. Trouwens hier
is niet alleen de kruideniersbranche
waar de klappen vallen: ook in de
melkhandel zijn er de laatste Ja
ren vele verdwenen. En wat dacht
u van de kappers en de sigarenwin
keliers?
Goede zaken
Het trieste van de hele ontwikke
ling in de kruideniersbranche vindt
Silvester, dat er op het ogenblik ook
erg goede zaken dicht gaan. "in de
Prinsenstraat zat een meneer Tol
met een prachit zaak. Zijn vrouw
zei: "Ik vind het best als je iets an
ders kunt vinden". Hij werkt nu in
de bouw .De grote uittocht werd met
name veroorzaakt door de lange
werktijden. Want een kruideniers
zaak is meestal slechts te runnen
als man en vrpuw samenwerken en
niet op de uren letten. Als kruide
nier maak Je een lange week. En
dan is een vaste betrekkingmet 'n
vijfdaagse werkweek, en een gega
randeerd vakantiegeld erg aanlok
kelijk. Het betekamt verlost zijn van
alle zorgen.
Zoals in elk ander bedrijf moet Je
ook als kruidenier zorgen dat je om
zet stijgt. De winstmarges zijn de af
gelopen jaren niet verbeterd. De laat
ste, tijd is het iets beter, maar voor
de meesten is dat te laat gekomen.
Hét blijkt, dat vooral die zaken, die
een of -twee winkelhulpen hebben, in
de problemen zitten.
Uittocht
Ik was Juist vanmiddag nog bij
een collega, die me vertelde, dat
een winkelmeisje hem 17 tot 18.000
gulden per jaar kost. Zo'n meis
je moet dan een erg grote omzet
meebrengen om rendabel te zijn. Als
kruideniers zullen we ndet kunnen
ontkomen aan een sterkere specia
lisatie. Je kunt gewoon niet alles
hebben. Als kruidenier moet Je een
bewuste keuze maken uit de artike
len, die Je worden aangeboden. Je
moet "nee" durven verkopen aan
een klant, anders blijf Je met een
zaak vol winkeldochters zitten.
Een andere ontwikkeling die er toe
heeft geleid, dat vele buurtwinkels
zijn verdwenen, is de uittocht van 't
geld. Met name in de oude Leidse
wijken zijn de "mensen met het
geld" verdwenen. De goede klanten
zijn verdwenen naar de omliggende'
gemeenten. Wie er blijven wonen zijn
gezinnen, die vaak niet zo erg veel te
verteren hebben.
Om een concreet voorbeeld te ge
ven: "Als ik het alleen van de buurt
hier achter zou moeten hebben, kon
ik de zaak wel sluiten. Mijn omzet
wordt voor een belangrijk deel be
paald door de passanten. Mensen,
die onderweg zijn naar of van de stad.
Wordt het centrum minder aantrek
kelijk dan merken wij dat ook in on
ze omzet.
Voor het voortbestaan van een
kruidenierszaak is ook de bereik
baarheid enorm belangrijk. In Lei
den is dat een schandalige
zaak. Men sluit maar wegen af en
houdt helemaal geen rekening met
de winkéïier. Neem nu eens die af
sluiting van het kruispunt Lage Rijn
dijk-Herensingel-Zijlpoort: dat doen
ze precies in de weken voor Sinter
klaas. Die man van de benzinepomp
bij mij aan de overkant kan wel met
vakantie gaan. Hij verkoopt vrijwel
niets. Maar wie betaalt de strop?
Zo is het wegdek op de Haven hard
aan vernieuwing toe. Wat is er logi
scher dat -het tegelijkertijd met de
afsluiting van het kruispunt te
doen. De zaak is nu immers toch af
gesloten".
Openbaar vervoer
Ook op andere gebieden loopt de ge
meente Leiden volgens kruidenier
Silvester tientallen jaren achter.
"Terwijl winkelcentra als Leidsen-
hage met grote parkeerplaatsen ver
schijnen,, houdt men hier vast aan 't
openbaar -vervoer. Maar de mensenN
zijn niet "in" voor openbaar ver
voer. Ze willen met het .autootje naar
de stad.
En dan moet het niet zo zijn dat
je je wagen op de Lage Rijndijk
neer moet zetten, omdat Je op de
Breestraat een paar boodschappen
moet doen".
Met enige spilt in zijn stem stelt
kruidenier Silvester vast, dat de ro
mantiek van het vak wel een beet
je verdwenen is. "Tegenwoordig zit
alles in pakjes, flesjes en doosjes. We
hebben in onze winkel vele Jaren
die bakken" met rijst, zout, meel, bo
nen e.d. gehad. Nog heel lang heb
ben we bepaalde artikelen "los" ver
kocht, maar op een gegeven ogen
blik moet je er mee kappen. Je moet
met de tijd mee.
En dan de prijzen. Ik kan me nog
goed herinneren dat ik vroeger een
pond volvette kaas verkocht voor 28
cent. En dan kreeg de klant een ei
cadeau. Daar verdiende ik ook nog
een dubbeltje aan. Als ik nu eens
op iedere 28 cent een dubbeltje ver
diende.
Sloof
Daar staat tegenover dat de krui
denier vroeger vaak een sloof was.
In bepaalde Leidse wijken had Je
winkels waar na zessen meer klan
ten kwamen dan voor zessen. Die
mensen waren nooit klaar. Ik ga
van het standpunt uit, dat wanneer
je het in vijf dagen niet kunt ver
dienen, het in zes dagen ook niet
lukt. Daarom ben ik dinsdag altijd
de hele dag gesloten. En de klanten
accepteren het.
Zo moet je ook Je uitbrengklan
ten (klanten, die hun waren thuis
bezorgd krijgen red.) aan be
paalde voorwaarden binden. Min
stens voor een bepaald bedrag. An
ders krijg Je er bij, die Je alleen no
dig hebben voor een pak zout of so
da en het sjouwen van de zware
flessen.
Ik heb er klanten bij die drie- of
vierhoog in een flat-wonen. Ik heb
het zo geregeld, dat ik de sleutel
van de kelder krijg en daar de spul
len kan neerzetten. In de praktijk
blijken die mensen dat helemaal
niet erg te vinden. Ze lopen immers
toch een paar maal per dag *op en
neer. Dan nemen ze de boodschap
pen gelijk mee".
De sanering van de kruideniers
branche beeft bepaalde fasen ge
kend volgens kruidenier Silvester.
'In vroeger Jaren had je in Leiden
zaakjes, die op een wijfee geleid
werden, die nu niet meer mogelijk
is. De man had een Andere baan en
de vrouw runde zo'n zaakje met 't
idee: als de huishuur er maar
van betaald kan worden. Zo had Je
in die tijd grote aantal kleine krui
denierszaakjes in de Jan Vossen-
steeg en op de Zuidsingel. De zaak
jes dreven op de arbeiders, die als
ze de fabriek uit kwamen effe gauw
een pilsje dronken achter de toon
bank.
Witte schuren
Zo'n vier, vijf Jaar geleden kwa
men plotseling de "witte schuren"
in zwang. Daar zijn ook een hele-
Kruidenier Silvester: ,fiij ons nog altijd centenkwestie".
boel kruidenierszaken aan kapot
gegaan. Tegenwoordig hebben krui
deniers nogal* eens last van de be
drijfskantines.
Ik heb er geen bezwaar tegen als
daar een kop koffie geserveerd wordt.
Maar dat er in die cantines ook pak
ken koffie worden verkocht aan het
personeel vind ik onjuist".
Zo constateert kruidenier Silvester
dat bij zijn collega's ook nogal eens
de wil ontbreekt om zich te handha
ven. "Er zijn; er veel bij die zeggen:
het zal mijn itfljd wel uitdienen. In
onze branche wordt teveel over "sa
neringsfonds" gepraat. Men vergeet
dat het "ontwikkeling^- en sane
ringsfonds" heet. Men durft het niet
aan bedrijfskredleten aan te vragen
om de zaak te moderniseren. Er zijn
kruidenierszaken, die met een be
drag van 10 a 20.000 gulden te redden
zou zijn. Een moderne koelvitrine er
in, een goede verlichting en sa
menwerking."
Vooral dat laatste is volgens Silves
ter erg belangrijk omdat een volledig
zelfstandige kruidenier het vandaag
de dag niet meer redt. "Hij heeft ge
woon geen -tijd om alles zelf in te ko
pen. Overal in de kruideniersbranche
zie je een bundeling. Ook bij de gro
ten. Enkabe in Leiden ging bijvoor
beeld samen met DES in Den Haag
en samen bereiken ze nu een omzet
van 65 miljoen. Ook Sperwer en A en
O werken op bepaalde terreinen al
samen met Enkabe."
Dwars tegen alle harde cijfers over
sluitingen in ziet hij toch nog toe
komst in het kruidenierschap. „Voor
iemand met initiatief en durf is er
als kruidenier best een boterham te
verdienen. Maar je moet altijd wel
beseffen: een kruidenier is geen
goudsmid of een juwelier: het is bij
ons nog altijd een centenkwestie."
Televisiemonitoren boven de kostbare meldtafel.
Door
Paul Wolfswinkel
LEIDEN Het politiebureau
aan de Zonneveldstraat ziet er
van buiten nog net zo uit, als toen
het werd opgeleverd. Van binnen
echter heeft het in de laatste tijd
opmerkelijke vernieuwingen on
dergaan. Geruisloos voor de bui
tenwereld, maar oorverdovend
vaak voor het personeel. Nieuwge-
verfde deuren in frisse tinten, glas
en een uiterst handig èegoochel
met ruimte hebben het bureau
omgevormd tot een iets prettiger
ambiance.
Pronkstuk van het personeel en
teder geliefkoosd speelgoed van
hoofdinspecteur R. Erenst is de nieu
we meidtafel, die- vele tonnen heeft
gekost, maar er zit dan ook wel van
alles op en aan.
De meldtafel is technisch tot in de
knopjes. Er zijn acht panelen inge
bouwd, die voorzien zijn van knop
jes, draaischijven en een projectie
scherm.
Zo is er een beddentoestel voor pa-
geboy-appaaatuur. Dat staat voor een
draadloze personenoproepappara-
Nieuwe meldkamer Leidse politie
tuur, die een reikwijdte heeft van.
circa 30 kijómeter. De inspecteur,
van dienst die in het weekeinde opge
roepen moet kunnen worden, heeft
zo'n ding altijd bij zich. Is hij eveh
de straat op, of aan het winkelen en
men heeft hem nodig, dan gaat er
een doordringende pieptoon. De man
belt dan onmiddellijk het bureau op
en hoort dan wat er aan de hand is.
De meldtafel bevat ook drie alarm-
lijnen (het'bekende 44444). Een no
vum is dat ieder gesprek dat via dat
nummer binnenkort ode band wordt
opgenomen eh desgewenst kan wor
den teruggedraaid. Ook is er een
rechtstreekse lijn met de brandweer
/EHD. De rechtstreekse lijn naar de
burgemeester bevindt zich op de ka
mer van de commissaris. Verder is
in de panelen het zogenaamde tN-
RAP-net ingebouwd. Dat is het net
waarmee alle politiekorpsen in de
provincie Zuid-Holland bereikt kun
nen worden. Onlangs is het weer in
werking gesteld bij een overval in
Leidschendam. Iedereen wordt dan
(ook weer door het drukken op een
knop) in staat van paraatheid ge
bracht.
De intercominstallatie, die er ook
is, kan worden gekoppeld aan het
portofoonnet (een portofoon is een
soort walkie-talkie in klein formaat)
Die koppeling kan erg doeltreffend
zijn, omdat dan meteen de desge-
wenste afdeling kan worden opge
vraagd, en de telefoniste, die het al
druk genoeg heeft, "buiten spel"
wordt gezet.
Er is ook een diascherm, dat het
aanschouwen meer dan waard is.
Door middel van het indrukken van
wat knopjes kan men meteen zien,
wat er te doen valt bij brand in de
Breestraat, een bommelding op de
Witte Singel of een gijzeling in de
Merenwijk. Wie moet er worden ge
beld? Wie moet erheen worden ge
stuurd? Is het zo ernstig dat ook de
ministers moeten, warden ingelicht?
Alle gegevens en telefoonnummers,
zijn in één tel af te lezen.
Via codecijfertjes kan de centralist
de man achter de tafel) zien, waar
de uithuizige politiemacht zich be
vindt, als er plotseling iets érnstigs ge
beurt.
Vechten
Twee Journalisten vechten op het
stadhuis (kennelijk om een geheim
stuk dat ze in de krant willen zetten)
Goed, een wakkere ambtenaar ziet
dat, hoort doffe dreunen en rent ge
schrokken naar de telefoon. Hij belt
de politie. Die komt meteen en heeft
de heren na een half uurtje uit elkaar
en het geheime stuk aan de rechtma
tige eigenaar teruggegeven.
Hoe komt die politie zo snel ter plek
ke?
Zo gauw de melding binnenkomt,
kijkt de centralist op zijn plottings-
bord en ziet daar de code 0201 staan.
Dat betekent dat 02 staat voor een
surveillanceauto, dat de tweede
de binnenstad inhoudt en dat de 1
surveillancedienst betekent. De auto
is in de buurt van het stadhuis en
kan dus meteen inspringen.
Op die manier kan men op kritieke
momenten a la minute een over
zicht hebben van de situatie van de
diverse voertuigen.
Van iedere melding worden ^.lle
gegevens op een kaart geschreven. Die
kaart is indertijd door de Rotterdam
se politie onjtworpen en wordt voor
een groot deel landelijk gebruikt.
Wanneer de bemanning van een sur
veillanceauto terug is, wordt aan de
achterkant van de kaart de toedracht
van zaken geschreyen. Het voordeel
van de kaart is dat ze in een compu
ter kunnen worden gestopt. De com
puter is er nog niet, maar die komt.
Op die manier kan bij wijze van
spreken worden bekeken hoe het met
de straatterreur op de Haarlemmer
straat is, op donderdagmiddag tus
sen 2 en half 4. Op die manier dus
weet men of het al dan niet nuttig,
dan wel nodig is meer of minder per
soneel ter plekke te hebben.
De wachtcommandant pakt alle
belangrijke zaken (lees: kaarten).
Alle gesprekken die via het alarmnummer binnenkomen wor
den automatisch via de band opgenomen.
eruit en meldt die in het dag- en
nachtrapport, dat de volgende dag
aan de pers wordt voorgelezen. Van
daar dat u zelden wat leest over kat
ten in de boom of voetballen die wor
den afgepakt.
Niet alleen via de kaarten kan de
drukste tijd, de gevaarlijkste wijk en
zo meer worden bekeken, maar kan
ook de voertuigeninzet beter worden
gepland.
Tenslotte heeft de centralist een
direct uitzicht, via televisiemonito
ren, op de cellengacng.
Door een microfoon kan hij met de
opgesloten mensen praten en heeft
meteen in de gaten als er iets onge-»
woons gebeurt.
Duizendpoot
"Vroeger was een wachtcomman
dant een duizendpoot. Hij deed vaak
veel te veel dingen tegelijk. Nu gaat
het allemaal rustiger, efficiënter en
beter. Zeker ook, nu hij er een cen
tralist bij heeft. Een rustige en erva
ren politieman, die de stad kent en
ook bepaalde stadgenoten en dus pre
cies weet wat voor maatregelen hij
moet nemen. Geen wonder dat die
centralist ook over een ^osis humor
beschikt", aldus hoofdinspecteur
Erenst, die graag zelf wel eens achter
het paneel kruipt en dan glimt van
trots.
(Foto's Jan Holvast);