ONTMOETING JAZZ EN KLASSIEKEN
Gene Clark onherkenbaar
Nieuw van de boekenplank
DUANE ALLMAN
IMPONEERT NIET
Streisand
terug met
Butterfly
Jonathan
Edwards
is klasse
Waldo de los Rios
vestigt de aandacht
op de klassieken9
Maria Muldaur
GEILS BAND
"BETERE"
ROCKGROEP
ZATERDAG 7 DECEMBER 1974
STEEDS DE NIEUWSTE GRAMMOFOONPLATEN
HAARLEMMERSTRAAT 279
LEIDEN - TEL 071—24010
Eterpal Baroque. George
Gruntz. Atlantic 50 074.
Dat de jazz en de klassieke mu
ziek vele raakvlakken hebben is
aan geen twijfel onderhevig. De
plaat „Eternal Baroque" vormt
wat dat betreft dan ook een over
tuigend bewijs. De composities op
deze plaat, soms sterk gearran
geerd door pianist George Gruntz,
zijn in enkele gevallen uit de tajd
van de barokken afkomstig. Zo
daar zijn: het „Danza, Danza,
Fanciulla" van Francesco Duran
te (1684-1755) en ook het „Giaco-
na" in F-moll van Johann Pa-
chelbel (1653-1706).
Wellicht door de hier en daar
tamelijk ingrijpende arrangemen
ten, maar toch ook los daarvan
zijn de overeenkomsten tussen
jazz en klassiek heel duidelijk
wanneer je op dezelfde plaat com
posities hoort van Charles Min-
gus. Duke Ellington en Thelonious
Monk. Waarbij overigens met va
derlandse en dus gepaste tros ver
meld zij dat ook een compositie
van gitarist Jan Akkerman in dit
album is opgenomen.
De bezetting van het uitvoe
rend combo vier fluiten, (elek
trische) piano, bas en drums
draagt er ongetwijfeld toe bij dat
de relatie jazz-klassiek er op deze
plaat zo duidelijk uitspringt. Wat
dat betreft is de „brugfunctie" van
de fluit tussen deze muzikale stro
mingen al eerder aan de opper
vlakte verschenen door musici als
Chris Hinze en Raymond Guiot.
De vier fluitisten op deze plaat
zijn Eddie Daniels, Raymond
Guiot, Joe Farrell en Jerrv Dod-
gion, wier verschillende stijlen
hier erg knap zijn samengevoegd
in prachtige arrangementen.
"Eternal Baroque" is resume
rend een uitstekende plaat.
W.W.
Jonathan Edwards Lucky
day. Atco Records SD 36-104.
Jonathan Edwards heeft weer
een poging ondernomen om ook
in West-Europa naam te maken.
Terwijl hij in Amerika al wat
platengoud heeft gedolven is hij
hier nog altijd zo goed als onbe
kend. Merkwaardig eigenlijk, om
dat zijn langspeelplaten zonder
meer van niveau zijn. De zanger/
tekstschrijver toonde dat in april
van dit Jaar nog aan met zijn
solo-elpee Have a good time for
me. Ditmaal bewijst Edwards nog
eens zijn klasse met het live op
genomen „Lucky day,". Een lang-
speler, die tot stand kwam in
Massachusetts waar de toernee.
die Jonathan met de groep Or
phan en enkele vrienden maakte
onder de naam „The let the good
times roll show" werd afgesloten.
Jonathan Edwards is voor deze
gelegenheid vocaal bijgestaan door
Erie LilJeqUist (die voor Have a
good time for me al voor enkele
songs tekende), Dean Adrlen en
(in het nummer „Nova Sootia")
door Lynnie Dall. Door de steun
van een flink gezelschap begelei
ders komt Jonathan nog beter tot
zijn recht dan in het verleden. De
poët'sch ingestelde zaneer. die de
voorkeur geeft aan banjo harp,
tamboerijn en mandoline boven
elektrische Instrumenten, heeft
ditmaal voor een grote verschei
denheid aan stijlen gezorgd, waar-
bil het accent op de country-mu-
zlek ligt. Daarnaast is o.m. de
rock vertegenwoordigd en zijn
wat rustige ballades opgenomen.
Kortom variatie genoeg op een
elpee met ongecompliceerde mu
ziek.
JP.
Nightmaresand other ta
les from the vinyl jungle J.
Geils Band AU 50.0073 (SD
18107).
Het groepsvermogen om de stij
len van grote „voorbeelden" door
te trekken en te integreren in
een geheel eigen geluid, maakt de
J. Geils Band tot een van de be
tere rockgroepen. Ook op de zes
de LP Nightmares zijn de invloe
den van bijvoorbeeld de Rolling
Stones weer merkbaar, maar ook
op die langdraaier, verliest de
band zelden het eigen gezicht.
Waar het voortborduren op An
dermans patronen, gemakkelijk
tot banale imitatie zou kunnen
leiden, daar zorgt de Geils Band
er met een geheel eigen geluid me
de voor dat de roek-traditie spring
levend wordt gehouden. De groep
heeft de basisgegevens aangepast
aan de eisen van de tijd, waar
door de snel eentonig dreunende
muziek erg aanvaardbaar blijft.
Een compliment dat vooral te
maken is aan het duo Wolf-Just
man, dat alle songs op één na
uit de pen liet vloeien. De ver
tolking die de werkjes op Night
mares meekrijgt is bepaald niet
nachtmerrie-achtig, maar on
derscheidt de Geils Band juist van
zovele andere formaties. Zonder de
essentie van de rock-muziek uit
het oog te verliezen, heeft de naar
de gitarist J. Geils genoemde for
matie toch een vorm gevonden
die het geluid voortdurend plezie
rig houdt. Voorbeelden daarvan
liggen op de zesde LP (gepro
duceerd door Bill Szymczyck) voor
het oprapen. P.d.T.
Synfonias 2 Waldo de los
Rios Hispavo HHS 11272.
De Spaanse orkestleider, Waldo
de los Rios, heeft een jaar of
twee geleden een opmerkelijke
prestatie geleverd. Hij slaagde er
in de Symfony nummer 40 in G
minor K 550, allegro molto van
Mozart de Nederlandse hitpara
de binnen te loodsen. En niet er
gens onderaan bungelend, maar
hoog in de hitlijsten, daarbij vele
popjongens ver achter zich la
tend. Van waar die belangstelling
voor de klassieke muziek? Wel,
Waldo de los Rios was erin ge
slaagd een link te leggen tussen
de muziek van grote meesters als
Bralhms, Dvorak, Mendels
sohn en het eigentijdse ritme. Hij
sloeg aan het arrangeren met
symfonieën en sloeg kennelijk
aan bij een groot publiek. Want
ook zijn eerste langspeler in Ne
derland uitgebracht („Sinfonias")
haalde een grote oplage. Waldo
de los Rios trekt in Spanje van
stad tot stad en geeft daar zo
genaamde schoolconcerten. Tij
dens die tournees kwam hij tot de
ontdekking dat de belangstelling
de klassieke muziek bij de
Jeugd het best te wekken is door
deze combinatie van hedendaagse
ritmen en de composities van de
oude meesters. Dezer dagen ver
scheen een nieuwe elpee van
Waldo de los Rios waarop weer
i aantal symfonieën zijn „ver
taald". Bij de werkelijke liefheb
van „klassiek" zal het horen
de klanken ongetwijfeld een
gevoel van afkeer teweegbrengen,
gelukkig is er 'n zeer gro
te categorie muziekliefhebbers die
zich niet afkeurig toont van wat
muzikaal gestoei met de klassie
ken. Bovendien doet Waldo de los
Rios pogingen om toch een beetje
binnen het kader te blijven. Op
de plaat treft u onder meer aan
Symfonie no I in C opus 68 van
Brahms, Symfonie no I in C,
opus 21 van Beethoven, Symfo
nie no 5 in D opus 107 van Men
delssohn, Symfonie Fantastique
opus 14 van Berlioz, Symfonie no
6 in F opus 68 van Beethoven
(„Pastorale") en de Symfonie mo.
101 in D van Haydn („De Klok").
B.vJ<.
Maria Muldaur-Waitress in a
Donut Shop. Reprise Recrods. Rep
54 025.
Veelzijdigheid kenmerkt het ta
lent Maria Muldaur. Een dn Ne
derland nog vrijwel onbekende
zangers, die dit jaar in Amerika
naam is gaan maken. Na twee
elpees te hebben afgeleverd met
haar (ex-)echtgenoot Geoff Mul
daur en al tweemaal op de solo
toer te zijn geweest op het Re-
prlse-label heeft Maria nu
nieuw album geserveerd met de
merkwaardige titel „Waitress in
a Donut Shop". Een langspeler,
waarop ze duidelijk maakt zich
niet in een bepaald vakje te wil
len laten stoppen. Het ene mo
ment laat ze een blues horen,
dan weer valt een country-num
mer te beluisteren en vervolgens
leeft ze zich dan weer uit
Jazzy-achtig werk. Het is daar
door moeilijk haar met iemand te
vergelijken. Soms roep zij cu
ciaties op met Carly Simon. In
een nummer als Gringo en Mexi
co, b.v. een van de betere songs
op een elpee, waarop de n
(meer) erkenning strevende Ma
ria Muldaur zich in het gerenom
meerde gezelschap bevindt
o.m. Paul Butterfield, Mac Re-
benmack (dr. John) en Linda
Ronstadt. J
Duane Allman, An Anthology,
Vol. II Capricorn Records, 2
CP 0139.
Een vervolg op de succesvolle
eerste „bloemlezing" uit het werk
van Duane Allman (van An
Anthology, Vol. I werden
ruim 350.000 exemplaren ver
kocht) kon eenvoudig niet uit
blijven. Of Volume n ook zo grif
over de toonbank zal gaan valt
te betwijfelen want de kwaliteit
van de nummers op deze dubbel-
elpee is allerminst imponerend.
De tweede bloemlezing telt di
verse nummers die nog niet eer
der op de plaat zijn uitgebracht
en dat had maar beter niet kun
nen gebeuren ook. Die nummers
zijn. zowel vocaal als instrumen
taal, zo mager van inhoud dat
er wellicht alleen voor de ware
Duane Allman-liefhebber nog iets
te genieten valt.
Het komt de nu al legendari
sche reputatie van de in 1971 op
24-jarige leeftijd bij een ongeval
om het leven gekomen Ameri
kaan in ieder geval niet ten goe
de. Duane Allman, die in zijn land
tot aan z'n dood als de beste
elektrische gitarist werd be
schouwd en wiens naam nog al
tijd niet is verbleekt, komt beter
tot z'n recht als hij het zingen
aan anderen overlaat en zich be
perkt tot z'n gitaar.
De nummers waarin Allman re
gelmatig op de hitlijsten bivak
kerende sterren als Aretha
Franklin, Wilson Pickett, Lulu en
Sam the Sham begeleidt, zijn het
aanhoren alleszins waard waar
door een oordeel over Volume II
in totaliteit toch niet negatief kan
uitvallen.
BP.
Op deze pagina
bijdragen van:
Hervriëtte van der Hoeven
Bert Paauw
Ruud Paauw
Jan Preenen
Koos Post
Paul de Tombe
Wim Wirtz
Paul Wolfswinkel
Eindredactie
Bram van Leeuwen
„Butterfly" Barbara Strei
sand Columbia PC 33095.
Na het wat raadselachtige en
niet vollledig geslaagde „Barbra
Streisand and other musical in
struments" is deze Amerikaanse
zangeres/actrice terug met een
elnee waarin haar talent weer
volop tot uiting komt. Om „But
terfly" te beschouwen als de beste
plaat die zij ooit heeft gemaakt
zoals enkele Amerikaanse mu
ziekbladen hebben gedaan lijkt
mij echter schromelijk overdre
ven. Daarvoor is de kwaliteit van
de liedjes die Barbra zingt te on
gelijk.
Erg goed is ze met die glijden
de, uiterst vitale stem, in „Love in
the afternoon, Let the good times
roll, Simple man en I wont last
a day without you, omdat daar
tekst én presentatie van hoog ni
veau zijn. Bij andere liedjes moet
Streisand met wat schraal basis
materiaal werken. En hoewel ze
daar nog heel wat van maakt, is
het eindresultaat toch niet over
eenkomstig de kwalificatie .het
beste dat ze ooit heeft gepres
teerd".
Behalve de al genoemde num
mers staan op deze elpee: Guava,
Jubilation, Crying time, Grand
ma's hands, Life on mars en
Since I don't have you. R.p.
Muziek met meer variatie
No other Gene Clark AS
53005 (7 E- 1016).
De kleine groep overgebleven
aanhangers van ex-Byrd Gene
Clark zal moeite hebben de man
nu nog te herkennen op zijn
nieuwe LP No other. Om te be
ginnen zullen die fervente fans
al moeite hebben met zijn sterk
veranderde uiterlijk. Gene Clark
is getransformeerd van redelijk
fris ogend kortgeknipt persoon,
tot een langharige opgemaakte
meneer, gehuld in een gordijn
broek. De titel, van de nieuwe
LP zal dan ook wel bedoeld zijn
om uit te drukken dat het Clark
echt is en „no other". Dat het
Clark werkelijk ls, is ook minder
te merken aan de muziek, die
eveneens een wijziging heeft on
dergaan. Terwijl hij vroeger pla
ten maakte met een uniforme
stijl, die aansprak of ndet aan
sprak (en het laatste was vaak
waar), heeft hy nu meer variatie
door zijn geluid gemengd. Dat
alleè om nu eindelijk eens uit de
impasse te geraken, waarin hij
heeft verkeerd sincfis hij in 1966
de Byrds verliet omdat rij niet
wilde vliegen. Hij maakte nadien
wel een aantal goede solo-LP's
(o.a. het sterke Roadmaster)
maar die sloegen geen van alle
aan. Aan No. other, zyn eerste
LP voor Asylum heeft Clark zes
maanden gewerkt, met de hulp
van vele sessie-muzikanten. Het
resultaat stemt hemzelf tot te
vredenheid, maar het zou best
eens kunnen zijn dat hij door de
uiterlijke en muzikale verande
ringen zijn meest trouwe aan
hangers afstoot. En het is nog
maar de vraag of zijn nieuwe
stijl zodanig is, dat daar sup
porters-aanwas uit een andere
hoek tegenover zal staan.
P.d.T.
„Gekkenschemer" door Louis
Ferron, verschenen bij De Bezige
Bij in Amsterdam (f 16,50).
Volgens de begeleidende tekst
heeft Louis Ferron in dit boekje
een beeld geschetst van de met
perversiteit geparfumeerde salon
atmosfeer van het Bismarckiaan-
se Duitsland. Centraal in dat
verhaal staat de vogelgeluiden-
imitator Ferdinand, die op zijn
speurtocht naar de verlossing de
meest absurde avonturen beleeft.
Dat alles hebben wij op de flap
van het boekje gelezen. Die cen
trale figuur wordt ergens in het
boekje uitgescholden voor „dorps
idioot". Het lijdt geen twijfel, de
door Louis Ferron ten tonele
voerde ik-figuur is op zijn
een zonderlinge figuur, die
reid is alles, maar ook alles ter
meerdere glorie van zijn ego om
te buigen.
In de schemertoestand van zo'n
gedachtengang kan een schrijver
natuurlijk alle kanten uit. Elke
werkelijk menselijke relatie kan
nagenoeg onbesproken blijven.
Elke emotionele bobbel kan heel
gemakkelijk met woorden worden
gladgestreken. Het blijft peilen in
duistere diepten, waarvan noch
de duisternis noch de diepte is
bepaald.
Dat de liefdesrelatie van de
meer sluwe dan slimme en uit
eindelijk ijzig eenzame Ferdinand
in een drama culmineert, het is
in het gegeven een nauwelijks
ontkoombaar slot. De wereldlite
ratuur puilt ervan uit. „Een waar
lijk Wagneriaans einde", zegt de
meergenoemde flap. Het zij zo.
K.P.
Titel: Ons Amsterdam; een fas
cinerende collectie van het gelijk
namige tijdschrift door Leonard
de Vries. Prijs: f 24,90. Uitgegeven
in de Scarabee Fascimilereeks.
Al elf keer heeft Leonard de
Vries samenstellingen gemaakt
van oude jaargangen van diver
se tijdschriften en andere perio
dieken. Zo nu ook van „Ons Am
sterdam", vanaf de inleiding van
oud-burgemeester D'Ailly (eerste
nummer eerste Jaargang) tot en
met de eerste Amsterdamse
stoombootdiensten (Jumi 1974).
„Ons Amsterdam" was en is een
udtgave van de gemeentelijke
commissie Heemkennis Amster
dam.
De opzet was een rijk geïllu
streerd blad te maken voor Am
sterdamminnaars en de redactie is
daar erg goed in geslaagd. Onder
werpen alls topografie, gevels, mo
lens, uithangborden, personalia
en volksgebruiken zijn immer
weer dankbaar om te lezen en
natuurlijk ook om te worden on
derzocht.
Er werden in het tijdschrift
prachtige oude prenten afge
drukt, ér wérd verrassende infor
matie uit „toen" opgediept, die
de hoofdstadminnaar moet aan
trekken.
Ter gelegenheid van het 700-ja-
rig bestaan van dat mooie Mo-
kum werd deze selectie gemaakt.
Misschien ietsje te vroeg.
Leonard de Vries maakte qua
inhoud en verzorging de bijna
vijfentwintig gulden het besteden
meer dan waard.
P.W.
Titel: Het volkomen kipboek.
Auteur Wina Born. Prijs f 16,50.'
(bestellen bij Albert Heijn Boe-
kenservice Postbus 123, Wormer-
veer). Uitgeverij Meijer pers BV
Amsterdam.
Laat u niet door de titel mis
leiden, dit Volkomen Kipboek, be
vat niet alleen recepten om kip
te bereiden, maar ook ander ge
vogelte komt aan bod o.a. kal
koen, eend, gans terwijl ook aan
dacht is besteed aan haas, konijn,
ree en wild zwijn, al zult u over
die categorieën niet zoveel vinden
als over kip. Wina Bom, die
ook de receptenrubriek voor deze
krant verzorgt, verzamelde haar
kip-recepturen overal ter wereld.
Kip niet alleen als hoofdgerecht
maar ook als voorafje, tussen
doortje en in soep. Het boek be>-
vat schitterende kleurenfoto's en
leuke tekeningen. Echt honderd-
zeventig bladzijden kookplezier.
Titel: Recepten uit Japan. Au
teur Netty Jonker. Prijs f 4,90.
Uitgeverij Van Dishoeck Bussum.
De Japanse manier van koken
is heel eenvoudig. Het is een ma
nier van koken die duizenden Ja
ren oud. is en daarom zeer aan
traditie gebonden. Netty Jonker
leerde door een Jarenlang verblijf
de Japanse keuken goed kennen
en.waarderen. In deze Van-
Dishoeckpocket vertelt ze iets
over het Japanse eten. Heel over
zichtelijk zodat Je na het lezen
van haar woord vooraf eigenlijk
al een aardig idee hebt wat Je
gaat klaarmaken. Ook geeft zij
een beknopte lijst met Japanse
woorden die hier en daar in de
recepten opduiken. Bovendien is
er bij bijna ieder hoofdstuk een
kleine inleiding, die ook al ben
Je van plan niets klaar te maken,
leuk is om te lezen. De recepten
zijn duidelijk en er zijn maar
weinig ingrediënten die niet in
Nederland te krijgen zijn. In
riet uiterst geval verwijst Netty
Jonker naar de Japanse winkel
Nippon Food Overtoom 134-136 in
Amsterdam. Het boekje is voor
zien van wat kleurenfoto's en te
keningen zodat het voor de kleine
prijs van nog geen vijf gulden
een aantrekkelijk geschenk
vormt.
H. V. D. H.