Kappie rookt
herenbaai
Heer Bommel
prefereert
de zuivere
canaster
ZATERDAG 30 NOVEMBER 1974
mm-im
PAOINA 15
Toen de deur dichtviel, stak
heer Ollie (links) tevreden een
pij-p op. (Uit: "Het losgetrilde in
zicht")
Kapitein Rob, de kop als uit
steen gehouden, maar de PÜP is
louter show (tekening rechts).
Abdoellah Jij j.ihj
Ik ia! je eens
wacht vriend
•n aas
Het slanke model van het rookgerief van de kunstschilder
Terpen Tijn dient voor een soepele omgang van de vibraties.
(Uit: Het losgetrilde inzicht)
De heer Ollie B. Bommel is een heer van stand. Eenzaam gaat hij zijn moeilijke weg in
deze kommervolle tijden. En hij rookt pijp. Een pijp, gestopt met de onvolprezen Rom-
meidamse canaster. Omdat er iets heel degelijks uitgaat van een heer met pijp, omdat ik
om de drommel niet conservatief ben", zegt O. B. Bommel.
Heer Bommel is de enige niet. Het Nederlandse stripwezen staat blauw van de tabaksrook.
Kappie, gezagvoerder van de sleepboot De Kraak, zijn stuurman Maat, de sympathieke
kapitein Haddock in Kuifje; allemaal zijn het brave borsten, beste kerels en verwoede
pijprokers!
De pijp was present toen In Neder
land het stripverhaal wérd geboren.
De allereerste strip verscheen op 23
Januari 1924 in het Rotterdamsch
Nieuwsblad en een maand later in
de Haagsche Courant getekend door
de pionier van het Stripschap der
Lage Landen Henk Backer. Meer
dan vijftig Jaar geleden schiep de
thans 73-Jarige voorvechter zijn fi
guren Tripje en Liezebertha. Hoe
kneuterig-gezellig was het leven
toen. Al in de zesde aflevering nam
Liezebertha de koffiemolen op
schoot en ging malen.
Door
Henk Huigen
"Weet Je wat", bedenkt Tripje een af
levering verder. "Ik ga even naar de
markt op het plein, wat eetwaar in
slaan. En ik wil ook een pijp kopen.
Tot straks, Liezebertha". Harder werd
de werkelijkheid in "Bulletje en Bo-
nestaak op wereldreis". Nog steeds
ver voor-oorlogs, met geruite knie
kousen, een pet op het hoofd en de
zogeheten kwajongensstreken. Bulle
tje en Bonestaak gaan indiaantje
spelen, slaan een deken om en be
sluiten een vredespijp te gaan ro
ken. Bulletje brengt het zover dat
hij "vier akelige rookwolkjes naar de
vier hemelstreken blaast. Met tra
nen in de ogen geeft hij de pijp aan
Bonestaak. Zonder veel geestdrift
veegt die het natte mondstuk af.
"W<at doe Je", vraagt Bulletje. "Ik
veeg Je natte spuug weg", zegt Bo-
•t Slot van het lied? Twee bleke ke
reltjes met een draaierig gevoel in
dé maag.
Van de tekentafel van Marten
Toonder wandelt in 1941 de Jonge
heer Tom Poes het avontuur tege
moet. Wat ziet zijn oog? Een gezel
lige dikke beer in ruitjesjas die "in-
tusschen een grote rookwolk uit zijn
pijp blaast". Jawel, het is de Heer
Ollie B. Bommel.
Heer Bommel rookt een pijp van
Met dank aan ondermeer Marten
Toonder, drs. H. J. Hazewinkel R.
van Eyk, Frank Taylor, Pijprokers
Magazine, N.V. Kon.Bedr. Theodorus
Niemeyer, N.V. Arbeiderspers, Cor
Doctor, Uitgever Scarabee, Henk
Backer, Uitgeverij Casterman, Man
fred Schmidt. Henk Lambregtse, G.
Goos, G. de Graaff en Zonen, Frans
Wegman Public Relations, Toonder
Studio's, J. Herge en Wolters-Noord-
hoff N.V.
het duidelijk herkenbaar type corn
cob, vervaardigd uit een maiskolf.
Geheel in overeenstemming dus met
zijn nobel karakter; uiterst eenvou
dig, bescheiden, wel degelijk maar
om de drommel niet conservatief.
De uitgesproken voorkeur van Heer
Bommel gaat uit naar de onvolpre
zen canaster. Omdat de smaak be
valt, maar eerder nog omdat de
naam hem meer aantrekt dan het
ruwere "tabak". Geconfronteerd met
veelvuldig wanbegrip heeft Heer
Bom .el ervaren dat schokkende
vragen beter kunnen worden beant
woord wanneer men eerst voorzich
tig een trekje neemt. Dan de rook
met zorg uitblazen. Tegen de tijd
dat zich in de lucht een fraai blauw
kringeltje heeft gevormd, bestaat de
kans dat het antwoord kan worden
uitgesproken. Het volmaakte ant
woord, uiteraard.
Om te demonstreren dat geld geen
rol speelt, steekt Heer Ollie in "Tom
Poes en de Superfilmonderneming"
zijn pijp aan met era bundel van
duizend florijnen.
In "Tom Poes en de Talisman" koopt
Heer Bommel van Joris Goedbloed
een wensknikker. Ollie B. wenst on
der meer dat zijn pijp gaat bran-
'den, zonder dat hij hem hoeft aan
te steken. Het bekomt hem slecht,
vooral omdat de pijp steeds naar
zijn mond terugzweeft, ook als hij
wil eten of slapen.
Het pijproken wordt niet altijd op
prijs gesteld. Deze realiteit is terug
te vinden aan 't slot van het verhaal
"Tom Poes en het Boze Oog" waar
Abeltjes moeder schril uitroept dat
"het roken van tabak, kwade krach
ten aantrekt".
Heel veel erger is de situatie in "Tom
Poes en het huilen van Urgje". "Teer-
vergasser", piept de kwade dwerg
Herrowindus. Met een blaasbalg wil
hij Heer Bommel's pijp te lijf. Van
troost in moeilijke omstandigheden
en genot in het rustige, komt dit
maal niets terecht.
Over smaak valt niet te twisten.
Geeft Heer Bommel uitgesproken de
voorkeur aan de canaster, de vuur
torenwachter Tijs Wijs denkt er an
ders over. In zijn avonturen tussen
1941 en 1943 boven in de vuurtoren
op zijn eenzaam eiland constateert
hij woedend dat hem "canaster" is
gestuurd inplaats van de verlangde
goede porto-rico!
Een show-bink is Kapitein Rob. Ak
koord, zijn gelaatstrekken zijn als
uit steen gehouwen.
Moederziel alleen zwervend over de
wereldzeeën trotseert hij gevaren en
schakelt snode tegenstanders uit. De
pijp die hij in de mond heeft, is
echter show. Goed voor de plaat op
de omslag, maar in de strip speelt
de pijp geen enkele rol, er wordt
zelfs niet uit gerookt.
Hoe heel veel anders ligt dat bij de
veel levensechtere zeeman Kappie,
de gezagvoerder van een goede
schuit, de sleepboot De Kraak. "Alle
kniezebieters, wat voor een dolle
klont staat daar achter het roer",
roept hij uit als in 'Kappie en de
Slaapslaven" een vreemd schip na
dert. Venijnig puffend aan zijn pijp,
weet Kappie echter ook nu weer het
gevaar te keren.
De brandende pijp van Maat- ge
stopt met Herenbaai- brengt red
ding als in "Kappie ra de Kletzik-
sche vlam" het vuur dreigt te doven
en daarmee de dynastie van Ruwa-
nia van de aardbodem dreigt te
worden weggevaagd.
De beroemde meesterspeurder Nick
Knatterton rookt een pijp. Die pijp
puft wolkjes, die dienst doen als
"tekst-ballonnetjes".
„Weet je wat", bedenkt Tri?
En ik wil ook een pijp kópei
Haagsche Courant, 1924)
Popeye hoort eigenlijk thuis in de
Amerikaanse tekenfilm, maar van
tijd tot tijd "schnabbelt" hij in het
stripwezen. Zonder pijp en zonder
spinazie is deze ruwe bolster-blanke
pit eenvoudig ondenkbaar. De man
die Popeye bedacht en hem de pijp
in de mond stak, heette Segar.
Cor Dooter is de man achter de des
tijds zo vertrouwde strip "Brammetje
Fok". Cor is een groot man, maar hij
rookt geen pijp. Vandaar dat de
pijp van Brammetje er maar zo'n
beetje bijbungelt en nooit werkelijk
functioneel is geworden.
De meest grove terroristenstreek
je, „ik ga even naar de markt.
(Rotterdamsch Nieuwsblad
wordt geleverd in "Cokes in Voor
raad".
Kuifje en zijn vriend Kapitein Had
dock zitten opgescheept met Abdoel-
lah, een Palestijntje in de dop. Het
kwalijk kereltje blijkt een natuur
talent en schiet met zijn pijltl es-
pistool de pijp uit de mond van Ka
pitein Haddock. Het brokje galgen
aas heeft het geweten!
Zolang er strips zullen bestaan, blij
ven er boeven die schurkenstreken
uithalen. Zolang er helden zijn. die
met de pijp tussen de kaken ge
klemd de gevaren durven trotseren,
blijf t er echter hoop l
IVel, wa1 denk je er van p
Maar het mooiste van die
hele geschiedenis is, dat wij
nu met Abdoettah op ge-
scheept litten Wij zullen
die hnjjp moeten dresseren!