(i) Momentopname Merenwijk ■L 5Kan het andersin Leiden WOENSDAG 13 NOVEMBER 1974 LEIDEN Momentopname van de Meren wijk: een grauw en mod derig beeld van een stadsdeel in aan bouw, met onbegaanbare wegen, met plassen, die je toepasselijk me ren kunt noemen, met regenwater on der en hier en daar in de huizen. Merenwijk is ook: de grootste bouw plaats van de provincie, waar het ene complex woningen naast het an dere uit de grond schiet. Driftig draaiende bouwkranen en heftig hij gende heimachines. Zo'n wijk-in-'t-groot vraagt meer voorzieningen dan huizen en wegen. Die komen nu. In aanleg zijn drie tunnels voor voetgangers en fietsers, één onder de IJsselmeerlaan (foto links) en twee onder de rondweg, die daarop aansluit. Vooral voor de jeugd wordt het een stuk veiliger. Ook over de verste en modderigste weg rijdt sinds het begin van deze maand de bus. Vaak leeg, want er staan nog weinig bewoonde huizen. Op de foto links beneden een rijtje in de modder staande huizen waar van er twee of drie reeds bewoond zijn. Plus de haltepaal. Rechts beneden het begin van het grote winkelcentrum, wat grondwerk en een paar stukken beton in de wijde vlakte. Morgen meer over de Merenwijk en in het bijzonder de woningbouw dan. over wol in de najaarsmode Wol in 't najaar. Beïnvloed door een sportieve stijl. Een verbinding tussen materiaal en kleur komt tot leven. Knipogend naar de Chanél-stoffen. Met grove onregelmatige weefsels en erg veel Tweed. In elkaar overlopende kleuren, die door een geraffineerde weef- techniek hun kontrastrijke levendigheid niet verliezen. Warm. Behaaglijk. Natuurlijk echt Vol vrouwelijkheid. Dat alles vindt u bij ons in wol. Met de hand op 't hart: ons modenieuws is üw moeite waard. c,Waal$ ujpde Haarlemmerstraat 112-120 tegenover Donkersteeg Leiden De schrüver van dit artikel is de Leidse freelance-journalist René Henderiks. Een man die zich enorm betrokken voelt bij de ont wikkelingen in het gebied tussen Herengracht en Zyisingel. Een "kaalslaggebied" een deftig woord voor het massaal slopen van oude woonwijken inspireerde hem tot het schrijven van artikelen in diverse bladen en tijdschriften zoals NRC-Handelsblad en Nieuwe Revu. René Henderiks is bewoner van een van de weinige wevers huisjes aan de Oranjegracht, waaraan de slopershamer voorbij ge gaan is. In een van de huizen die zijn opgeknapte woning flankeren, is één dezer dagen een bewoner gekomen. Hoe dat allemaal gegaan is en welke bedenkingen hij tegen de door het gemeentebestuur gevolgde procedure heeft, kunt u hierbij lezen. We hebben het ver haal voorgelegd aan de betrokken wethouder Verboom met het verzoek eventueel commentaar te leveren op de feiten. Via de afdeling voorlichting liet hü vanochtend weten daarop geen prijs te stellen. Tekst en foto René Henderiks Ben je een gewone Jongen zon der relaties en zoek je al jaren naar een huis dan heb je dat al léén op te knappen. Kom je on derop de lijst van woningzoeken den te staan en wordt je inge deeld naar urgentie, gezinssamen stelling, economische bimddng, wo ning-categorie en inkomen. Toe wijzingsnormen zijn de ambtelij ke maatstaven waarmee je onder dak als een confectiepak wordt aangemeten. Kloffies die meest al niet op de groei gemaakt zijn. Ben je echter een gewezen ge meenteraadslid van de PvdA in Leiden en zit er een programcol lege in het zadel, waar op zich niks tegen is. dan heb je in no- time een woon-vergunning voor een héél pand dat al sinds Jaren niet voor bewoning geschikt is maar dat bijzonder aantrekke lijk is geworden door het feit dat het een beschermd monumentje werd en het in de bedoeling ligt te gaan restaureren. Als Je de weg maar weet in het stadhuis schijn je die in het labyrinth der voor schriften niet te hoeven verliezen. Ik zou dit bericht uit de Leidse samenleving ook anders hebben kunnen beginnen. Met de liefde loze verhouding van twee huizen bijv. Het stadhuis en dot ene pandje aan de Oranjegracht waar van het een Godswonder mag he- an dat het nog overeind staat en lat hopelijk nog een lang leven be schoren zal zijn. Iets wat niet mag vfhangen van regenten-mentali teit. partij-discipline of vriendjes- oolitiek, maar van gezond ver stand en behoorlijk bestuur. Aan wélke laatste het, voor wat dit huis Detreft vooralsnog schijnt te ont breken. Waar het dan om gaat. Aan de Oranlegracht staat nog een rijtje huizen waar de sloper zijn hart niet aan op zal halen. Ze blijven. Wat al Jaren geleden bekend was. Dat Je als bewoner van dat ene wevershuis dagelijks ervaart wat t betekent om niet in het dwang buis te bivakkeren van de "wen ken en voorschriften" werd door de vorige wethouder van stadsont wikkeling als "romantisch" betut teld en als niet terzake doend om schreven. Wat tevens inhield dat je zat met een Jaren durend ge lazer om de zaak vlak naast Je bewoonbaar te houden. Telefoon tje op telefoontje naar zeer wei- villende wethouders en zeer mach teloze ambtenaren. Keer op keer son je de steeds grotere door slaande vochtplekken, pisplassen in je gang en overige rottigheid tonen aan heren mèt of zonder hoed. Vijf rapporten van Bouw en Woningtoezicht of daaromtrent tot gevolg en verder niet. Aan dacht z&t. Als Je er om vroeg. In cidenteel gebeurde er allicht iets goeds. Met dankbaarheid ontving je vanzelf sprekende verbeterin gen. Omdat er op lager niveau ge- daian werd wat hogerop niet te regelen viel. aanpak werd ten stadhuize het laatste woord nooit gezegd. En aangezien je met klets-partijen, twee leegstaande panden niet op knapt, werd het ene huis dichtge metseld en het andere gekraakt. Februari 1972. De keiharde reali teit van een in woningnood omko mend jong stel met hun kind van enkele maanden. Een gezin dat je niet 's nachts op straat zet, >n dat bovendien wonderwel pas te in het vacuum der gemeente lijke besluiteloosheid. Het pand werd op die manier ge red van het op koperen pijpen, lood en zink beluste bakfietsen volkje dat zijn lesjes de laatste jaren van de officiële slopers goed geleerd had. De "krakers" mochten één nacht blijven. Ze zaten er bijna drie Jaar. Op 31 oktober Jl. husselden zij hun laatste hebben en houwen op een rafelige bakfiets, daarbij met twijfelloze arrogantie bekeken door de nieuwe buur. drs. D. C. J. van Peype, die zich als ex-gemeen teraadslid van de PvdA voorgoed aan Je voorstelde met de opmer king: "Heeft U nog last gehad van dat volk?". Waarmee we weer thuis waren in t Leiden de Gro te Verschillen en Bestuurlijke Vaagheden. Het enige duidelijke was het naambordje dat hij di rect op de voordeur spijkerde en de drie tientjes azalea's die enke le dagen later in het nog immer lege en onbewoonde huis achter de ramen prijkten. Voor de rest kan Je niets dan vraagtekens zetten. Bij navraag ten stadhuize bleek dat op de afd. Stadsontwikkeling Verkeer en Grondzaken de verkoop-transac tie allang werd voorbereid van zowel het kraakpand met de aza lea's en het naambordje als het .dichtgemetselde huis vijf stappen verder in de huizenry. En wel aan de B.V. Maatschappij tot Stadsherstel. Een maatschappij, die tot nu toe, zoals de algemene kritiek laat horen, nog nauwelijks iets van de grond heeft kunnen krijgen, maar die met het aan pakken van deze twee woningen wil bewijzen dat het haar in alle ernst te doen is om het herstel van de stad. Mits het haar a prio ri niet onmogelijk wordt gemaakt met onbehoorlijkheden. De wet houder van Stadsontwikkeling, Cees Waal, die vooraf goed geïn formeerd was over de onbewoon baarheid van het betreffende pand, meende de onverwachte huurder te kunnen rechtvaardi gen met de opmerking "dat lege huizen in Leiden bewoond dien den te worden". Lofwaardig. Nie mand zal daar iets tegen in wil len brengen. Er staan er genoeg leeg als je om je heen kijkt. Het wordt echter een andere zaak wanneer je als bestuurder weet dat een huis verkocht gaat worden aan een Mij. die geen hui- zenbezit nastreeft maar restaura tie. En het mag toch bekend ge acht worden dat je daarbij tege lijkertijd géén bewoner kunt ge bruiken. Zo'n huis moet volledig uitgepeld worden. Zelfs de mus sen zoeken dan een ander onder dak. Nog verwarder wordt de zaak als blijkt dat de eerder genoemde, bij de wethouder uiteraard be kende doctorandus, zelf links en rechts schermt met restauratie plannen en daar al een Leids ar chitect voor heeft aangezocht. Je vraagt je af wie er nu belazerd wordt. Stadsherstel of de nieuwe huurder? De eerste omdat deze maatschappij, indien ze op het jl. zaterdag in deze krant gepubli ceerde voorstel van B. en W. in gaat, onmiddellijk met een huur der komt te zitten, terwijl ze zelf een lijst van gegadigden heeft en de laatste omdat hij kennelijk ver onderstelt dat de restauratie zijn taak zal zijn. Wat blijkens het voorstel van het college aan Stadsherstel niet al te serieus ge nomen werd. Nog los daarvan blijken er meer onregelmatigheden te signaleren en je weet niet welke Je het eerste moet noemen. Het feit dat iemand die zijn domicilie nog heeft in Leiden, maar woonachtig schijnt te zijn in Amsterdam waar hij werkt, in zeer korte tijd zijn woonvergunning krijgt is iets wat de ondergetekende burger die daar jaren om heeft moeten soebatten maar dient in te slikken als per soonlijke ergernis. Er zijn heel wat maten om mee te meten en Je dient emotionele zaken van feitelijke te scheiden. Een raad die Je ongevraagd van de stadhuis voorlichting ter harte hebt te ne men. Hierbij dan. Blijft het feit dat tot op dit mo ment Stadsherstel officieel niet benaderd is en uit de krant, met koopsom en al, moet vernemen dat het de panden kan overnemen. Mer huurder en al, kersvers en rond van de aspiraties. Maar dat stond er niet bij. Dat "uit niets blijkt dat Stadsherstel met die huurder niet akkoord zou zijn", coals wethouder Waal informeer de. is vrij logisch nietwaar. Stads herstel wist nl. nergens van. Niet méér en minder dan dat deze BV in juni van dit jaar de gemeente heeft verzocht de panden aan haar te verkopen. Op dit moment zijn die nog in beheer bij de Gemeentelijke Wo ning-Stichting, waarvan de direc teur desgevraagd van het bestaan van zijn nieuwe huurder niet af wist en daar terecht hogelijk ver baasd over was. Het gaat hem toch ook aan, zou je zeggen, want formeel zou hij direct de noodza kelijke voorzieningen moeten treffen om het pand bewoonbaar te maken. Met kunst-en-vlieg werk uiteraard. Met de tweedui zend gulden die hem daarvoor ten dienste staan, zonder dat hij daar voor aan het college toestemming heeft te vragen, kan hij niets be ginnen en is iets wat hem de laat ste jaren niet zinnig is gebleken. Dat was boter aan de galg. Weg gegooid geld. En zelfs al zou hij nu moeten en willen dan nog mag er geen spijker geslagen worden «onder de Rijksdienst voor de Monumentenzorg daarvan in ken nis te stellen. Tellen we bij dit al les het feit dat óók de huisves tingscommissie niet op de hoogte bleek te zijn van het verstrekken van de woonvergunning, dan mag Je terecht de vraag stellen of het duo Waal-Verboom ten aanzien van dit ene huis het bestuurlijk evenwicht is kwijt geraakt of wel ke van de twee op de solo-toer ls gegaan. Niet omdat het me als buur en bewoner een "moer" mag aangaan wie er in dat huis naast me komt te wonen, zoals alweer de vader lijke stadhuis-voorlichter stelde, maar omdat de al jarenlang ver wacht aanpak door dit gesjoemel wordt doorkruist, de rotzooi dus langer zal duren en ik bovendien naief in de veronderstelling leef de dat "het anders kon in Leiden" Wat geen verkiezingskreet die van het ene college op het andere een realiteit is in Leiden. Daar is méér voor nodig. De inkt is dan ook voorlopig nog niet op.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1974 | | pagina 3