PALET Vrouw zal zich Internationaler gaan kleden WOENSDAG 13 NOVEMBER 1974 Een mini Loco-speeldoos voor kleuters van Jacob Dijkstra Prijs voor goed speelgoed DEN HAAG De Stichting „Goed Speelgoed" heeft vijf, bij Nederland se winkels en warenhuizen verkrijg bare spelletjes, uitgeroepen tot het „Speelgoed van het Jaar". Het zijn: Het Europoort Havensysteem van de firma Sliedreoht. Het gezelschapsspelletje ..Een reis door de Benelux" van Otto Maier. Een mini-tingieterij van de Zweed-, se fabrikant Edman. Dankzij de milieu-mode ko men de natuurlijke katoenen stoffen weer terug. Samenstelling Henriëtte v. d. Hoeven En een antal landbouwwerktui gen op Dinkey Toy-formaat van Britain Ltd. Het bekroonde speelgoed zal de ko mende maanden met kleurige stickers waaruit de bekroning blijkt, worden verkocht. De Stichting hoopt, door het toe kennen van de onderscheidingen, het voor ouders, oma's en tantes gemak kelijker te maken om verantwoord speelgoed in winkels en warenhuizen snel te herkennen. Overigens verwacht de socioloog dr. R. van der Kooy, die de vorige week aan de universiteit in Gronin gen met de studie ..Spelen en spel" promoveerde, dat Jongens en meis jes binnen afzienbare tijd ander speelgoed zullen krijgen. Dr. Van der Kooy verwacht name lijk dat de veranderde opvattingen over wat de taak van man en vrouw in het dagelijks leven is, zullen door werken in de speelgoedindustrie. Er worden trouwens al poppen voor Jongens en knutselkisten voor meis jes bij de grote warenhuizen ver kocht. En ter gelegenheid van de „Kinder boekenweek' 'schreef Annie M. G. Schmidt het boekje „Het fornuis moet weg". Een verhaal over een Jongen die huisman en een meisje die tim- mervrouw wilden worden. Het is een amusant boekje waarin het kinderen op een eenvoudige ma nier duidelijk wordt gemaakt dat er tegenwoordig naast het leven in een huis-tuin-en-keukengezin nog ande re mogelijkheden zijn. De „Rooie Vrouwen" van de Par tij van de Arbeid, die onlangs een actie tegen de discriminatie van de vrouw in kinderboeken zijn begonnen, zijn dan ook bijzonder blij met het boekje van Annie M. G. Schmidt. Wie eten er het meeste vet? De Belgen en de Luxemburgers. Die krij gen gemiddeld per persoon 175 gram vet per dag binnen. De Duitsers zit ten daar vlak achter met htm 171. Dan volgen de Amerikanen met 167 gram. En dan de Nederlanders: 166 gram per dag. We kunnen een voor beeld nemen aan de Jappanners met him 62 gram. of aan de Spanjaar den met 105 gram, en ook nog wel aan de welvarende Zweden met 125 gram. Dit is allemaal becijferd door de EG. PARIJS Op de internationale Confectiebeurs, die onlangs in Parijs werd gehouden, kwamen na het gewel dige succes van de Japanse boetiekontwerpers, confectie- fabrikanten uit meer dan twintig landen als serieuze con currenten van de Parijse modekoningen naar voren. En het ziet er dan ook naar uit, dat vrouwen zich binnen afzienbare tijd, steeds internationaler zullen gaan kleden. Het volgend voorjaar zullen er al in onze winkels en wa renhuizen jurken, pakjes en mantels uit Spanje, Griekenland, Mexico, Bra. zilië, Israël, India, Pakistan en Hong Kong in de rekken hangen. Voor het merendeel kleren in een wat lande lijke stijl, gemaakt van natuurlijke ruw geweven stoffen, die helemaal passen bij de door de Japnners met zo veel succes gelanceerde „Milieu- Mode". Op de beurs waren voor het eerst ook de Afrikaanse staten Dahomey, Ivoorkust. Mauritius en Niger verte genwoordigd. Maar inkopers die naar hun stands gingen in de hoop er voor een habbekrats een heleboel Jurken te kunnen bestellen, kwamen bedrogen uit, want de karakteristieke Afrikaanse kaftans, die er hingen, waren allemaal met de hand gemaak Met als gevolg dat de prijs per mo del in de Nederlandse winkels op zo'n f 120,- zou komen. En dat vonden de inkopers voor de flodderige ka toenen jurken veel te duur. De exposanten uit Niger excuseer den zich met de opmerking, dat ze wel gedwongen waren om wat minder goede inheemse katoentjes te gebrui ken, omdat de, tot dusver uit Ne derland geimporteerde batikstoffen voor hen onbetaalbaar zijn gewor den. Het Helmondse textielconcern Vlisco-Bou Boudima, waar sinds 1846 Javaanse batik-stoffen voor de ontwikkelingslanden worden ge maakt, richt zich daardoor wat meer op de Europese markt. Niet zonder succes, want bij de Zweedse boe tiekconfectiefabriek „Katja of Swe den" zullen alle Jurken en blouses voor 't komende voorjaar van Neder landse batikstofjes worden gemaakt. Weiiniig De Italiaanse confectiefabrikan- ten hadden op de beurs in Parijs wei nig succes, want de inkopers van winkels en warenhuizen hebben er zo langzamerhand schoon genoeg van dat, zij door de talloze stakingen, hun kleding niet meer op tijd geleverd krijgen. Bovendien was de Italiaanse boetiekconfectie, zo bleek op de beurs schrikbarend duur geworden. Geen wonder dus, dat steeds meer kledingconcerns en exclusieve boe tiekjes hun Jurken en blouses in Grie. kenland en hun suède jasjes en pan talons in Spanje kopen. Twee nieuwe mode-landen, die op het ogenblik sterk in opkomst zijn en binnen af zienbare tijd serieuze concurrenten van Frankrijk en Italië zullen wor den. Athene Van 1 tot 5 februari van het vol gend Jaar zal in Athene de eerste Griekse modebeurs worden gehouden. Een voor prijsbewuste modefans in teressante manifestatie, waarvan op de beurs in Parijs alvast een voor proefje was te zien. De meeste be langstelling trok Calbari, een boe- tlekoonfectiefabrikant uit Athene, die schitterende met lelies gedessineerde banlon jurken, rokken, blouses en bo dysuits door de uit Den Haag af komstige Griekse topmannequin Eli sabeth Souyoul-Steens liet showen. De creaties zouden zo uit een dure boetiek in Florence kunnen komen. Ze waren alleen een heel stuk goed koper. En dat is in deze tijd van sterk stijgende prijzen natuurlijk erg belangrijk. Spanje Bij de Spanjaarden kreeg Ferrer Y Sentis, een confectiefabrikant uit Barcelona, die wereldbekend werd met zijn truitjes, bedrukt met repro- dukties van beroemde schilderijen, de meeste orders. Maar er was ook veel belangstelling voor de suède-kleding- fabrikanten Bonini, Vega en Piel Iberia. Firma's die naast sportieve suède mantels in alleled pasteltinten Het Haagse meisje Elisabeth Steens, die in Griekenland top-mannequin werd poseerde in deze avondcreatie van Calbari. ook blouses en jasjes van zulk soepel nappaleer lieten zien, dat Je het ma teriaal alleen van dichtbij van stof kon ondersoheiden. Wat sportiever waren de leren mantels uit Brazilië, volgens mode experts het leer-land van de toe komst. De prijzen waren zo interes sant dat heel wat Europese waren huizen er indrukwekkende orders plaatsten. De Israëlische leerfabri- kant Beged 'Or moest het op de beurs met minder klanten doen om dat zijn fraaie suède mantels voor Europese vrouwen bijna onbetaal baar zijn geworden. Landan Van het Engelse modefront kwam voor het volgend voorjaar ook wei nig nieuws. De Londense boetiekont werpers gaan namelijk onverdroten voort met hun zo langzamerhand wel erg afgezaagde Victoriaanse ma xi-Jurken met gesmokte bovenlijfjes en droefgeestige 1930-kleren. Alleen Marcel Fenez en Mary Far- rin bleven met vlinderachtige avond- Jurken en mantelpakjes van natu rel-kleurig gehaakt linnen nog een beetje in het nieuwe modebeeld. En het ten onrechte vaak onder schatte Hong Kong zou in de toe komst dankzij het succes van de Ja panse boetiekontwerpers wel eens een sleutelpositie kunnen gaan innemen. Want de meeste Japanse creaties worden in Hong Kong gemaakt om dat daar de produktiekosten nog steeds bijzonder laag zijn. Ouderwets Tenslotte waren op de Parijse beurs voor het eerst bijna dertig Ameri kaanse confectiefabrikanten verte genwoordigd. Maar zo te zien had den ze geen schijn van kans om op de Europese markt een voet aan de grond te krijgen, want hun nieuwe zomerjurken leken wel op een soort Door Jos Hagers nachtjaponnen en de astronomisch geprijsde modellen waren hopeloos ouderwets. Door de opkomst van de totaal nieuwe „Milieu-Mode" hebben de op zichtig gebloemde synthetische stof fen namelijk hun langste tijd ge had, want de eenvoudige wijde ki monojurken die het volgend voorjaar zonder twijfel een geweldig succes zullen warden werden bijna allemaal van naturelkleurig katoen en ruw geweven linnen gemaakt. Hot pants en body suits ko men volgend voorjaar weer in de mode. Deze modellen zijn van de Griekse confectiefabrikant Cal bari. Tot nu toe heb ik het verhui zen van de ene kamer naar de andere altijd als een ontspanning gezien. Het principe: „Je moet er altijd beter van worden", heb ik in acht jaar acht keer gehul digd. Tot nu toe was het trouwens erg spannend, omdat Je niet wist wat voor vlees Je in de kuip kreeg, als het om hospita's ging. Eén keer heb ik het beroerd getroffen; Sc heb daar dan ook maar twee maanden gewoond. „Meneer, om elf uur moet het bezoek de deur uit zijn'.' „Meneer, u moet niet zo vaak bellen; twee keer per dag is meer dan voldoende". „Meneer, wilt u geen pijp roken in de gang". Na die twee maanden (het was mijn eerste kamer) heb ik dit soort Verdrag van Rome-schen dende idioterie nooit meer meege maakt. Henk van Mokum Ik heb midden in de Jordaan gewoond bij een amateur-levens lied-zanger, die luisterde naar de naam Henk van Mokum. We heb ben wat afgezongen, getweeën. „De glimlach van een kind", „De le pel in de brijpot", „M'n tante heeft een olifant tatatataretata", „Kerstmis de Jordaan" en vele, vele aria's van Mozart. Ruim een Jaar deelde we van alles geld, suiker, drank. Onbe zorgd aan de toog van het buurt café maakten we pret en hadden we ruzie. Maar terug, thuis, kon ik alleen maar zitten op mijn bed; de kamer was iets meer dan twee bij iets minder dan tweeënhalf. Beneden woonde een frietboer. Vooral 's zondag na het voetbal was dat duidelijk te merken. Priemen Ik kon een hele zolder krijgen en deed dat. Moest me iedere morgen een weg banen door dro gende lakens en ondergoed, moest Door Paul Wolfswinkel op driehoog de hond aaien, op tweehoog de buurvrouw gedag zeggen en op eenhoog een an dere hond aaien en op straat de blikken van ale andere buurvrou wen in mijn rug voelen priemen. Ik heb me laten vertellen dat er nu Heli's Angels door de straat rijden. Verdere verhuizingen zijn niet interessant, althans ik kan me er nauwelijks wat van herinneren. En nu: goeie kamer, keuken, balkon waarop je alleen achter el kaar kan zitten, net als op een bromfiets en een schat van een landlady (hospita zal ze nooit of worden). Opeens een telefoontje: „Ik ga verhuizen. Misschien Is mijn huis je wat voor Jou?" Huisje? Huisje?? Ja wel dege lijk: huisje. Huis. Kasteel met een slotgracht voor de deur. Drie kamers. Grote. Een bedstee. 400 jaar oude balken in het pla fond. Gerestaureerd. Luuks, met zo'n verwarming, die het doet als je de knop omdraait. Midden in de oude binnenstad. Ruimte voor twee. Niet meer zachtjes hoeven Kasteel met slotgracht te doen na twee uur 's nachts. Gebeitste vloeren. Open haard, die ik mooi vind. En ik vind open haarden zelden mooi. En een huur die ik kan betalen. Doen dus. Meteen en onmiddellijk. Maar Ja, de landlady. Mijn god, hoe vertel ik het? Voorbereiden en een schone zakdoek in de broekzak. Ik voorzie tranen. We hebben anderhalf Jaar het beste met elkaar voorgehad. Maar het water in de handen sta ik voor haar. „Jongen, wat erg. Maar wat fijn voor Je". Ze wil meteen mee Dingen Gedurende een maand hangt er een groot vel aan de deur, waar op dingen staan die gedaan moe ten worden. Ze worden weer door gestreept en er komen nieuwe bij. Adreswijzigingen, spons en zeem, stoelen, lampen, verfkwasten, Wil lem bellen voor lampen, sleutel halen, geyser kopen, tegels halen bij Joost en blijven eten, C. C. afbellen, spiegels kopen, werkster regelen voor schoonmaken, PTT bellen voor nieuw nummer (SPOED) inboedelverzekering, moeder bellen voor kast en gor dijnen, wc-in-ventaris kopen, He- ma voor emmers, dozen voor boe ken, tweede boék van Oltmans ko pen, is er een tv-antenne?, John vragen om te helpen. Schei uit! De dag zelf. Alles ingepakt Rot aooi, vuilniszakken vol met oude kranten, tijdschriften, troep. Ik zie erop toe dat de hulptroepen zich fatsoenlijk gedragen met mijn spullen. En niet, zoals in dertijd, 'n volle theekop tussen de schone zakdoeken zetten. Ik voel of ik mijn paspoort heb. Dat ben ik ooit eens drie weken kwijt ge weest. Bleek naast de schoenpoets te zitten. Hoe? Ik zal het nooit weten. De planten gaan apart. Dag - kamer, dag landlady. Uitladen bij de slotgracht, neer zetten, Besje pils op Villa des Ro ses van Elsschot. Busje betalen, hulptroepen bedanken en meteen uitnodigen voor het eten, later in de week. Moe. smerig, dolgelukkig, een kus. Nou, wat doen we het eerst? Een weekend lang zes din gen tegelijk aanpakken en meteen weer laten liggen. Mensen, die „eens komen kij ken", de rommel zien en meteen weer weggaan. Lafaards. „Je moet er altijd beter van worden". Het is weer gelukt. Maar ik zie het niet meer als een ont spanning.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1974 | | pagina 17