Optocht-artiest Paul de Graaf:
„niet alleen zitten, ook inleven...,,
Palingverkoper Paul Pijnakker:
„Drie oktober is hard werken..."
Enorm...
fijn...
geweldig"
LEIDSCH DAGBLAD9
LEIDEN "Er zijn mensen die gaan op zo'n wagen zitten en denken "geinig, ik doe mee aan
de optocht." Nou ja, dat doen ze, maar daar is dan ook alles mee gezegd
Over zoveel onbegrip kan Paul de Graaf, een martiaal gebouwde zestiger uit de Leidse He
renstraat, slechts meewarig het hoofd schudden. "Je moet je geven, snap je. Je moet niet alleen
zitten, je moet je inleven in de tijd waarin het uit te beelden tafereel zich heeft afge
speeld. Je moet je indenken: zóveel jaar terug waren de mensen zó. Als je iemand uit 1574
uitbeeldt, moet je wel even je polshorloge afdoen. Die hadden ze in dat jaar nog niet
Spreek met Paul de Graaf over het
deelnemm aan de optocht op 3 ok
tober en hij raakt subiet in vuur en
vlam. V )or hem - en zijn goedlachse
echtgenote Marie -is het DE gebeur
tenis van het jaar. De superlatieven
struikelen over hun lippen: 'Fantas
tisch, geweldig...'
Als de optocht-commissie met het
oog op de financiën een reclame-
optocht op het programma zet (ge
lukkig gebeurt dat niet al te dik
wijls) kaï De Graaf zijn draai dan
ook niet vinden. Hij zegt: 'Dan heb
ik niet het gevoel dat het 3 oktober
is.Je mi >t iets. Je loopt zo'n dag te
draaien, het is niet zoals Je het heb
ben wilt..'
Sinds 1941 is Paul de Graaf een
"vaste keu°' voor de optochtcommis
sie. Ecn genote Marietje zo noem
de wijlen de heer De Wilde, Jaren
lang de grote regisseur van het 3 ok-
tober-gebeuren, haar speels heeft
een langere staat van dienst: zij fi
gureerde al vóór de tweede wereld
oorlog. Later kwamen daar ook de
(drie) kinderen bij, maar twee er
van heb oen een paar jaar terug 'af
gehaakt'. Wat spijtig stelt mevrouw
De Graaf vast: 'Nu doet alleen mijn
dochter Trudy nog mee*.
Welke «jijen heeft de 'grafelijke' fa
milie in de loop der Jaren alzo ver
tolkt?
Het is een vraag, die Paul de Graaf
krachtig verrast. 'Ja, daar vraag Je
me wat. Eens even denken. Ik ben
Jan Steen geweest, Hugo de Groot,
Je weet wel die in die boekenkist ont
vluchtte. nou ja, noem maar op..'
Er komen stapels foto-albums op ta
fel. 'Jammer', gnift Paul, 'er staan
geen cla'a op. Dus daar heb Je weinig
aan..'
Marie de Graaf, bladerend in een al
bum, laat helemaal vertederd, een
foto zien van in lange witte gewaden
geklede, prille meisjes, zittend op een
sleperswagen rond een reusachtig
voorwerp, dat op een openbarstende
bloembol lijkt maar bij nadere be
studering een vredesvuur blijkt te
zijn. Een foto uit de late Jaren der
tig, toen het vredesvuur al op een
laag pule stond.. Tk was toen een
Jaar of zeventien, achttien', mijmert
mevrouw De Graaf. Een mooie her
innering.
Paul en Marie de Graaf behoren tot
het uitstervende ras van de echte,
goede Laidenaars, voor wie de 3 okto-
ber-traditie nog een zin- en waar
devolle r.houd heeft. Nooit hebben
zij de uitdeling van haring en witte
brood overgeslagen. 'Vroeger werd er
ook nog koffie en een sigaar gepre
senteerd', herinnert Marie de Graaf
zich. Ma<vr van dat mooie gebaar is
het bestuur van de 3 October Veree-
niging al lang geleden afgestapt.
Paul de Graaf moet zich bij het vie
ren en beleven van HET FEEST nu
toch wel wat beperken. Tien Jaar ge
leden werd hij getroffen door een
hartinfarct, waardoor hij zijn be
roep - Jhauffeur van de directie van
V en D niet meer kan uitoefenen.
Hij is .nvalide, maar springt af en
toe - "met de nieuwe wao-wet mag
Je iets bijverdienen" - in bij een
plechtige: uitvaart. Als "bedienaar"
of chauffeur en - evenals in de op
tocht -leeft hij zich ook in die rol in.
"De verdrietige stemming van de
nabestaanden moet zich als het wa
re op mijn gezicht weerspiegelen".
Een moMe beroeps-ethiek. Het ere
geld in de open groeve kijken deert
hartpatiënt De Graaf niet in het
minst. Je moet met die handicap le
ren lev in is zijn filosofie. Genietend
van een kop koffie zegt hij: "Als je
Je aanpast - natuurlijk moet Je niet
blijven doorsjokken - kan Je er hon
derd mee worden.
Dat a.vnpassen geldt ook voor de
deelnemmg aan de 3 oktober-optocht.
"Als wij moeten lopen, doen we niet
meer mee" valt Marie de Graaf
haar mm bij. "Na die hart-infrarct
heeft Paul het nog eenmaal te voet
geprobeerd; maar halverwege de rou
te is nij toen uitgevallen. Het was
voor hem te vermoeiend. Gelukkig
houdt de optochtcommissie - wij zijn
tenslotte cude klanten - er rekening
mee en rinden ze voor ons meestal
wel een lol op een van de wagens".
Hoogtenunten, leuke momenten in
de lange reeks voorbije optochten?
Paul de Graaf: "Voor mij was het
deelnemen aan elke optocht een ge
weldige belevenis. Al die mensen
langs di route en dan die traditie,
van het aanbieden van een drankje
voor Sociëteit Minerva. Ook al heel
oud.
Marie de Graaf ziet dat laatste niet
zo zitten, "want in de Breestraat
krijg je elk Jaar weer dat vervelen
de oponthoud" zegt zij. "De optocht
schuift daar in elkaar, er wordt geen
afstand gehouden en het mooie gaat
eraf. Af en toe krijg je het gevoel,
dat de ootocht niet voor de burgerij,
maar vo >r het amusement van de
studenten wordt gehouden.
Studenten In de optocht? De koude
rillingen lopen Marie de Graaf over
de rug. "Die gaan mee voor de grap
en houden zich niet aan him rol"
meldt zij verontwaardigd. "In de
pauze trekken ze de baarden van
him gezicht en - eerlijk - we hebben
het meegemaakt dat ze van een met
druiven versierde boerenkar alle
trossen eraf haalden. Op zo'n ma
nier verniel Je de optocht".
Paul, geruststellend: "De studen
ten mogen niet meer meedoen".
Marie ue Graaf, opgelucht: "Oh ge
lukkig.
Vroege en nu: Paul en Marie voe
len het verdwijnen van Oud Hortus-
zicht op de Witte Singel - vast rust
punt va.i de optocht en het was
daar alfc'Jd reuze gezellig als een
schrijnend gemis en betreuren het
dat bij Je inschrijving voo' de op
tocht geen uitleg meei wordt gege
ven over de betekenis van de toebe
deelde "ol. Marie de Graaf: "Me
neer De Wilde was daar geweldig in.
Als hij -ting vertellen hoe de optocht
er ipt zou zien, kreeg Je het gevoel,
er al bij te zijn. Werkelijk. Je zat met
je mond open. Jammer, dat hij is
overleden".
Paul: 'Ja *n fantastische man was
dat. Ik heb hem zelf nog vervoerd,
naar het crematorium in Westerveld.
Ze hadden een chauffeur nodig en
toen ben ik meegegaan
Het bestuur van de 3 October Ver-
eeniglng staat bij het echtpaar De
Graaf hoog genoteerd Dat steken zij
bepaald niet onder stoelen of ban
ken. Pa il: "Het in elkaar zetten en
uitwerken van zo'n programma kost
enorm veel tijd, maar een stimulans
krijgen die mensen maar zelden.
Dertig belangstellenden op de leden-
vergad?-'ng, nou, dat is al veel. De
meeste LeidenaaTs denken "3 okto-
ber-feest, oh klaar, maar ze moeten
maar eens goed gaan nadenken wat
het aan tijd en geld kost. Paul de
Graaf voorspelt bedroefd: "Je zal 't
zien en beleven dat, als straks het
vierde «*euwfeest van Leidens ontzet
gevierd wordt, er heel wat Leide-
naars zi'n die hun tv niet kunnen
l06latea. Die liever aan hun kijkkast
geplakt z'tten dan de feestelijkheden
mee te bt leven. En het programma
is zó. De Graaf brengt eerbie
dig twee vingers naar de lippen.
Maar de tijden zijn veranderd. We
hebben het allemaal beter en ten
slotte moet ook Paul de Graaf, zij
het sch>»rvoetend. want hij betreurt
het die erkennen dat, mede daar
door, de sfeer bij de totale 3 oktober-
festiviteiren niet meèr is zoals die
vóór (en ook nog een tiental Jaren
na) de oorlog was. Paul de Graaf:
Vroeger was 3 oktober voor de Lei-
denaar net feest-van-het-Jaar. De
huisbaas, de bakker en de kruidenier
moesten toen dikwijls lang op hun
geld wajhten, want begin oktober
waren o j het punt van betalen vele
Leiden aai s wat vergeetachtig. Toén
beleefde rle Leidenaar het 3 oktober
feest, nu neemt hij er kennis van.
8; 3 OKTOBER BIJLAGE 1974
Door
René Vos
Het echtpaar De Graaf
flinks) in volle glorie op een van
de praalwagens in de optocht van
3 oktober.
Het Leidse 3-oktober-feest is te vangen in een beperkt aantal trefwoorden. Eén dat zeker
in het rijtje thuishoort is: paling. Want elke rechtgeaarde inwoner van de sleutelstad ver
orbert op de dag van het ontzet ondanks haring, het wittebrood en de hutspot met klapstuk
altijd wel een palinkje. En met wie kun je daarover beter praten dan met Paul Pijnakker
en zijn vrouw.
Een tweetal, dat in de loop der Ja
ren zo verankerd is met het Leidse
centrumbeeld, aat ze nauwelijks nog
weg te denken zijn. Vijfenveertig
jaar staan ze al in hun vi6tentje op
de Hoogstraat, waar de pas schoon
gemaakte haring de toonbank deelt
het het onmisbare schaaltje uitjes,
de breedruggige makrelen, de glim
mende kippers, de geurige bokkin
gen en.de goudkleurige palingen.
Vooral die laatste vissoort heeft het
leven van Paul Pijnakker in sterke
mate bepaald.
Als zoon van een Leidse beroeps-
peueraar ging hij al op zeer Jeugdi
ge leeftijd met vader mee op de nach
telijke tochten over het water. Reeg
hij de wormen met vaardige hand
tot een peur en leerde hij de Juiste
slag, wanneer hij in het nachtelijk
duister de peurstok hanteerde. Peu
ren betekende in die dagen de hele
week van huls met een bootje: 's
nachts actief vissend op plassen,
.vaarten, sloten en meren en over
dag de gevangen aal uit de bun ha
len. schoonmaken, pekelen en een
paar uurtjes pitten.
De Leidse peueraar rookte in die
dagen altijd zelf zijn gevangen pa
ling en leverde die bovendien zelf af
aan de deur. Veestal bij de vaste
klantjes. 'In die dagen werd de pa
ling meestal in bosjes van drie ver
kocht. Ze kostten een dubbeltje. Kom
daar nu maar eens om", zegt de
grijzende vishandelaar, terwijl hij
met een vlijmscherp mesje in record
tempo een haring uit zijn jasje helpt
en tussen de soortgenoten op de
schaal laat glijden.
'^De paling kostte toen een kwartje
per pond. Nu betalen we vijf tot zes
gulden per pond inkoop. En dan
moet alles nog gebeuren. Ja, de tij
den zijn veranderd". "Als we vroeger
voor drie gulden handel hadden ver
kocht. had je weer voor twee dagen
te eten", vult zijn vrouw aan. "Ja, er
komt wel wat k'Jken voor zo'n paling
gerookt en wel in de kraam ligt", con
stateert Paul Pijnakker.
Eerst ontslijmen, dan de ingewan
den eruit (als leek sta ik steeds weer
in opperste verbazing te kijken hoe
snel ze zo'n glibberig beest panklaar
hebben), in het pekelwater en dan
tenslotte in de tookkast. "Dat kan ik
Je echt niet in een weekje leren". Zo
als er ooit heel wat ervaring nodig is
om de aal met een oogopslag op kwa
liteit te kunnea sorteren.
"Ik kan aan de buitenkant van zo'n
beest al zien oi hij vet of droog is.
Droge aal is niet geschikt om te ro
ken. Die gaan opzij om te worden ge
stoofd. Voor Paul Pijnakker is er ook
een hemelsbreed verschil tussen een
aal en een paling. "Aal is geelbruin
van kleur en een paling is zilvergrijs.
Je kunt het beste paling hebben om
te roken want die zijn lang niet zo
vaak droog als aal".
Voor dat roken gebruikt hij sinds
Jaar en dag e:kekrullen. Dat niet el
ke paling voordat hij wordt gecon
sumeerd een dergelijke bevoorrechte
behandeling krijgt staat voor Paul
Pijnakker als een paal boven het
viswater. "Er wordt tegenwoordig
heel wat afgeknoeid. Er zijn er die
van alles stoken, als het maar flink
rookt. Maar, neem van mij aan. er
gaat niets boven een palinkje dat met
eikekrullen gerookt is".
Hoewel er eik Jaar rond de derde
oktober heel wat paling- en vis ven
ters richting Leiden trekken consta
teert Pijnakker dat het met de vis
handel niet ze best meer gaat. Vroe
ger zag je in de stad veel visventers.
Ze kwamen met him karretjes soms
helemaal uit Katwijk en Schevenin-
gen. Ik kan me goed herinneren dat
Katwijkse vissers op de fiets hier
naar toe kwamen met een kistje bok
king achterop. Ja, die tijden zijn
voorbij.
Ook de vishandel op de Leidse
markt loopt steeds verder terug. Er
gaan er meer af dan er bijkomen"
stelt hij triest vast, terwijl hij ter
loops een vrouw met een Duits ac
cent vertelt dat de garnalen twee
gulden per ons kosten. Het is haar
kennelijk te duur, want met een
vriendelijk "Danke schön" loopt ze
richting ijs met slagroom. "Als er
honderd buitenlanders aan de kraam
komen, lopen er negentig door als ze
de prijs hebben gehoord", verzucht
hij. "Ze denken dat ze de vis in Hol
land voor niets krijgen. Maar, alles
wordt duurder, niet waar?
Een typisch Leidse gewoonte: za
terdags een pair pond verse schol
mee naar huis en dan zelf bakken,
raakt ook uit de gratie. "Begrijpe
lijk", zegt mevrouw Pijnakker, "want
als je in een flat woont pikken de bu
ren de stank niet."
Dat de paling zo sterk in prijs is ge
stegen heeft ook zijn oorzaken. Een
van de voornaamste is wel dat de
paling een schaars artikel is gewor
den. "Wat er m ons land gevangen
wordt is veel te weinig. Het meeste
wordt ingevoerd. Ze halen het over
al vandaan. Denemarken en Ierland
zijn grote leveranciers en er zijn er
zelfs die ze helemaal uit Amerika
halen".
Paul Pijnakker schrijft die terug
gelopen vangsten voor een deel toe
aan de toegenomen watervervuiling.
"Er wordt links'en rechts wel glasaal
uitgezet, maar die worden lang niet
allemaal groot.
Vooral dit Jaar zijn de vangsten
verschrikkelijk slecht. Zelfs op
plaatsen waarvan bekend is dat er
veel paling moet zitten, zijn ze bij
na niet te pakken te krijgen.
Mevrouw Pijnakker: "Ik sta al
meer dan veertig jaar met paling op
de paardenmarkt in Voorschoten.
Dit jaar kón ik er voor het eerst niet
naar toe, want er was geen paling.
En om nou diepvriesspul te kopen,
dat zijn we niet gewend, meneer. We
verkopen alleen maar verse spullen.
Daar vertrouwen de klanten op.
Overigens, dat "duur" zijn van ge
rookte paling vindt zij maar be
trekkelijk. "Alle vis is duur geworden.
Voor één harinkje betaal Je ook al
een-vijfentwintig.
De derde oktober betekent voor t
echtpaar Pijnakker geen dagje feest
vieren. "Voor ons betekent 3 okto
ber een dag hard werken. Eigenlijk
een paar dagen. Want je begint al
dagen tevoren met roken. We moe
ten het die dagen hebben van onze
vaste klanten. Die weten dat ze waar
voor hun geld krijgen. We kunnen
ons niet permitteren om slechte spul
len te verkopen, want we staan elke
dag van Jaar op de Hoogstraat.
Het is gek, maar we hebben klan
ten die zien we maar éénmaal per
Jaar. Dan kopen ze een pondje of
wat paling voor thuis". Waarom juist
op 3 oktober? Paul Pijnakker: "Ja,
waarom. Dat is moeilijk te zeggen.
Waar feest ge herd wordt, eet men
paling. Of Je nu op een kermis in
Katwijk. Voorschoten, Leiden of er
gens anders in het land komt, op zo'n
dag wordt er paling gegeten. Het
hoort er gewoon bij, net als nougat,
oliebollen en hier in Leiden druiven".
Toch is er in de loop der Jaren wel»
het een en ander veranderd op 3 ok
tober. "Vroeger was het een echt
straat-feest. De mensen liepen met
een glas bier in de hand over straat
en het was overal in de stad gezellig.
Maar dat is nu een beetje voorbij.
Men drinkt liever een borreltje
thuis. Er wordt wat extra's in huis
gehaald en verder gelooft men het
wel".
Zo ziet Paul Pijnakker een hele
week feestvieren in verband met 400
Jaar "beleg en ontzet" niet zo erg
zitten. "Ik ben bang dat het hele
feest een groot fiasco wordt. U gaat
toch ook geen hele week feestvie
ren"? "Als iemand tegenwoordig 'n
dag vrij neemt kost het hem al vijf
tientjes", voegt zijn vrouw er aan
toe. "Dan heb Je nog niks. Geloof
maar niet, dat de mensen vandaag
de dag nog zo gek zijn".
Nee, een normale "drie-oktober
viering" duurt Paul Pijnakker lang
genoeg. Waar hij nog altijd geen ge-
noeg van kan krijgen is de vis die hij
nu al 45 Jaar aan de man brengt.
"Een dag zonder een paar harinkjes
is niet compleet en een palinkje gaat
er ook best in".
Door
Bram van
Leeuwen
Foto
Jan
Holvast