Inventiviteit: het kenmerk van Gil Evans 'Seizoenen' van Nimbus L Groot aanbod historische boeken DADA: UITLACHEN EN OPNIEUW BEGINNEN ETTA JAMES MIXTURE ANDERE ELLA FITZGERALD Jesse Winchester 'Peace on you': lp Roger Mc Guinn van Zijp De wrede god: zelfmoordstudie Lotus en de robot Nog meer WK 1974 Bill Frousd leert u paardrijden ZATERDAG 21 SEPTEMBER 1974 MUZIEK Come a little closer Etta Ja mes. Chess Records 60029. Etta James heeft al weer een tijdje geleden haar come-back In de wereld van de lichte muze ge maakt. De rentree van de vroe- Amerikaanse rock en roll- zangeres stond toen ln het teken i de soul en destijds werd de vraag gesteld of zij ..Nederland alsnog massaal aan zich zou bin den". In hoeverre dat gelukt is, is na tuurlijk moeilijk na te gaan, maar wel gaat Etta James het nu toch t op een andere manier probe- Op de LP met de toepasse lijke titel „Come a little clo- (Kom een beetje dichterbij) is zij niet meer gericht op een speciale soort muziek, maar brengt een mixture van allerlei ne groïde soorten. Rythm en Blues, rock en soul mengt Amerikaanse Etta op de haar eigen Jazzy ma nier door de groeven. Ze doet dat, zoals haar aanhang dat van haar mag verwachten: erg knap geïnspireerd. Het maakt het initiatief van het conservatieve label Chess om ook eens moder ne blues te brengen, des te lof waardiger. P.d.T. Gil Evans Orch., Kenny Burrell en PhU Woods. Verve 2304 190. De big band van Gil Evans is één van de weinige orkesten die zich in de Jazz staande weet te houden. En dat is eigenlijk wel zo gelukkig. Immers, de big band is door de geschiedenis heen al tijd een element gebleken waar aan de ontwikkeling van de Jazz voor een niet onbelangrijk deel moest worden opgehangen. En voor die ontwikkeling zou het wel erg Jammer zijn wanneer het are aal van big bands tot nul zou worden teruggebracht. Dat het orkest van Evans zich kan handhaven is voornamelijk te danken aan de inventiviteit waarmee de orkestleider zowel zijn muziek als zijn musici program meert. Uit de reeks platen die hij de laatste paar Jaar heeft ge maakt, blijkt heel duidelijk dat Evans zijn muziek en musici ge regeld aan herzieningen onder werpt en ook veelvuldig probeert de mogelijkheden in harmonie, ritme en thema-solo verhouding uit te bouwen. Experimentalisme is een redelijke noemer dacht ik. De onderhavige langspeelplaat is ln dat kader een boelend ver volg. Het is een voortreffelijke plaat geworden die op een aantal punten zelfs een nieuw wereldje doet opengaan met name voor diegenen die bij het begrip big bandjazz als vanzelfsprekend te rugdenken aan Duke Ellington en Count Basie. Evans' orkest speelt op deze plaat met een kwalitatief zeer zware bezetting, waarin altist Phil Woods, gitarist Kenny Burrell, te norist Wayne Shorter en bassist Paul Chambers ongetwijfeld de coryfeeën uitmaken. Dat de plaat slechts vijf com posities telt misschien is het beter te spreken van thema's is niet zo verwonderlijk. Wie de plaat beluistert, komt al snel tot de conclusie dat de hoeveelheid nummers er nauwelijk meer toe doet wanneer een big band als die van Evans bezig is de moge lijkheden van een thema tot in de verste experimentele uithoe ken van de Jazz te benutten. W.W. Op deze pagina vimdt u bijdiraigan van Clara Eggiin'k Han Muldbr Ruud Paauw Koos Post Jan Preenen Paul die Tombe Wrm Wiirtz Jan van Wieirilngen Eindredactie: Bram van Leeuwen Take love easy. Ella Fitzgerald- Joe Pass. Pablo 2310702. Zangeres Ella Fitzgerald is op de plaat "Take love easy" geen sen satie. Begeleid door (alleen) gita rist Joe Pass vult zij de groeven met songs waarin het bezadigd heidsgehalte soms tot grote hoog te (of diepte?) wordt opgevoerd. Wat overigens niet wirzeggen dat de fijn besnaarde Jazz-liefhebber daar niet tegen bestand zal zijn. Aan de andere kant maakt de zangeres namelijk ook aan de hand van deze plaat duidelijk dat ze niet erg veel van haar capa citeiten heeft verloren. In een aantal songs springt zij soms even uit de cadans van chorus- sen om zich vervolgens in uiterst subtiele improvisaties te begeven. Over gitarist Joe Pass, die van de vaste Fltzgerald-combo deel uitmaakt, zou een hele kolom ge schreven kunnen worden. Wat de man aan handenarbeid en mu zikaal inzicht laat horen verdient alle bewondering. Zijn nimmer overheersende spel vormt een ste vig fundament waarop waar schijnlijk iedere zanger (es) zich met plezier zal bewegen. „Take love easy" is, resume rend, een redelijke plaat met een andere Ella, van wie men even wel niet al te veel moet verwach ten. W.W. LEARN TO LOVE IT Jesse Winchester Bearsville records 45.519. Jesse Winchester is nog niet bij zo'n groot publiek bekend. De zan ger gaat zelden het toneel op en hij heeft met Learn to love it mee pas drie LP's (sinds 1970) op zijn naam staan. Maar Je zou Je kunnen voorstellen dat de se lecte aanhang van de Amerikaan van geboorte, met hem wegloopt. Winchester immers, ontdekt door Robbie Robertson van the Band, zorgt voor een ontspannen sfeer en lijkt volledig op te gaan in zijn eigen muziek. De in Louisia na geboren zanger, die in 1967 naar Canada emigreerde om de dienstplicht te ontlopen, inte greert woorden en muziek in een zodanig overtuigend (studio) op treden dat het nog slechts een kwestie van tijd lijkt voor het grote publiek wél is bereikt. Met zijn nieuwe LP doet Winchester in ieder geval een grote stap in die richting; met acht nummers van zijn hand op de ook nog door hem zelf geproduceerde plaat. Je moet alleen de moeite nemen wat vaker naar de man te luisteren om zijn gevoelige sound volle dig te gaan waardéren. De LP-ti- tel lijkt dan ook bijzonder goed gekozen. P.d.T. Hoezeer Roger Mc Guinn het gezicht van de vroeger Byrds heeft bepaald, blijkt weer eens, op zijn solo-plaat Peace on You. Wat Mc Guinn alleen maakt lijkt sterk op de sound van die eerste groep „denkende" musici", waarvan hij de leider was. Er is slechts één verschil. Waar Mc Guinn zich vroeger gesteunt wist door zul ke voortreffelijke collega's als Michael en Gene Clark, Chris Hillman en David Crosby, daar kan hij nu bepaald niet te rugvallen op de begeleiding. Die is niet al te best, althans niet zo goed als in de Byrds-periode. Wie zijn begeleiders zijn, wordt trouwens niet vermeld op de LP- hoes, waarop dat soort informa tie toch verwacht mag worden Het doet aan de waarde van de plaat als zodanig niet al te veel afbreuk, want ook zonder „back ing" van zijn niveau, slaagt Mc Guinn er nog in een fijn prodkt af te leveren. Zeer commercieel, maar daarop is natuurlijk niets tegen en lekker in het gehoor liggend. Met als uitschieters de door Charlie Rich geschreven ti telsong Peace on You, het nummer (Please not) One more time van Al Kooper en op de tweede kant Better Change van Fogelberg. Mc Guinn zelf had een scheppende hand in vijf nummers; de van zijn werk met Crosby, Stills, Nash en Young bekende Bill Halverson tekende voor de produktie. P.d.T. Nimbus-Seizoenen. Negram NY 14. De eerste langspeelplaat van Nimbus is een mixture geworden van humor, ironie, pikanterie (wat heet tegenwoordig) en protest. Een allegaartje, waarmee het Drentse duo Ab Drijver/Ger Vlie ger eindelijk naam wil maken. Tien Jaar geleden besloten trou badour Ab Drijver, die al menige talentenjacht had gewonnen, maar nooit echt uit de anonimi teit was getreden, en gitarist Ger Vlieger samen naar de gunst van de muziekliefhebber te dingen. De liefhebbers van de muziek van Drijver en Vlieger waren echter vrijwel uitsluitend in het land van de Hunebedden te vinden. De Drenten gaven dan ook na een half jaar al weer de strijd op en sloten zich aan bij een dansor- kest, Moorland. Totdat de on dernemingszin en de zucht naar persoonlijke eer begin dit jaar weer zo sterk werden dat aan een come-back werd gedacht. De zo nu en dan fel realistische lied jes, die in de Jaren zestig niet voor populariteit hadden kunnen zorgen, werden uit het archief ge haald en aangepast aan deze tijd. Soms is het aanschoppen tegen de maatschappij, soms worden misstanden aan de kaak gesteld (b.v. in een protestsong als De Bombardementen) en soms ook gaan ironie en sex hand in hand. zoals in „Het meisje Marleen" Het doet soms denken aan het werk van Rikkert Zuiderveld en Elly Nieman, met die restrictie dat de LOP Seizoenen van Nimbus geen echte uitschieters kent. Het is luistermuziek, die op een speel se manier wordt gebracht, maar zieker niet opzienbarend kan wor den genoemd. J.P. STEEDS DE NIEUWSTE GRAMMOFOONPLATEN HAARLEMMERSTRAAT 279 LEIDEN - TEL 01710—24010 Het aanbod van historische boeken is ook deze zomer voor de liefhebber gevarieerd genoeg om hem lange uren met de regen en de kou te doen verzoenen. Voorop gaat natuurlijk de her druk van de monumentale biogra fie van Napoleon door prof. dr. Presser. Het boek heeft nog niets van zijn bewogenheid en zijn spanning verloren. Mogelijk dat hier en daar de tijd enigszins heeft geknaagd aan t uitbundige Presseriaanse proza, maar ook bij herlezing komt men weer on der de indruk van de grote eru ditie van de schrijver, zijn diepe kennis van het menselijk hande len en falen. Elsevier wist de prijs van dit goed uitgevoerde, meer dan 600 pagina's tellende boek met 39% gulden op een re delijk peil te houden. Bij de Haan in Bussum ver schenen twee boeken over de Mid deleeuwen. Uit het Engels werd vertaald „De dood in de Middel eeuwen" van T. S. R. Boase. Een wat teleurstellend werk. Niet om de illustraties, die zijn talrijk en zeer illustratief voor wat de Mid deleeuwse mens zich als het leven na dit leven voorstelde. De bege leidende tekst komt echter helaas zelden uit boven een nogal droge opsomming van wat we op al die grafmonumenten en manus cripten aantreffen. „De Middel eeuwse Stad" door prof. dr. W. Jappe Alberts is een herdruk en daar mogen we blij om zijn, want het is een alleraardigst levendig werkje over de Nederlandse stad in haar meest prille staat; er zijn vele anecdotes kwistig door de we tenschappelijk gedegen tekst ge strooid. Aangename lectuur. Tenslotte valt nog te wijzen op een serie goedkope plaatwerken (f 14,90), eveneens verschenen bij De Haan in Bussum, gewijd aan de historische behandeling van za ken als Astrologie („De hemelse spiegel") of Alchemie („De ge heime kunst"). De boekjes blin ken uit door de hoge kwaliteit van de illustraties en blijken al dus te behoren tot de „koffie- tafel"-boeken in de betaalbare ca tegorie. Daarvan bestaan er niet zoveel, helaas. H.M. De wrede god, een studie zelfmoord, door A. Alvarez; Uit geverij Arbeiderspers, Amsterdam Prij«: 24,50. ..Zelfmoord lijkt voor de bui tenstaander vaak een volkomen nodeloze perversiteit, die wordt gepleegd „zonder enige aanwijs bare c< rzaaken om redenen die onbeduidend of zelfs onvind baar lijken". Dit is een citaat uit het enigs zins provocerende, maar uitste kende werk van de essayist A. Al varez De wrede god. Alvarez geeft daarin een uitvoerige toe lichting op de geschiedenis van de zelfmoord. Hij vat de sociolo gische en psychologische benade ring *an de laatste honderd Jaar ;n: Durkheim, Adler, Arendt, Freud en geeft een overzicht van de literatuur waarin het onder werp wordt behandeld. H?t zeer goed gedocumenteerde boek staat ook vol met anekdotes over zelfmoorden en zelfmoorde naars, maar het meest schokken de deel van dit bij vlagen gruwe lijke boek is voor velen waar schijnlijk de openhartige be schrijving van de tijd waarin Al varez zelfmoord probeerde te ple gen. Aan het slot van De wrede god zegt hij daarover: „De sociologen en psychologen die over zelfmoord praten alsof het een ziekte is zijn mij even vreemd als de katho lieken en moslims die het als de ergste van alle doodzonden be schouwen. Het is een verschrik kelijke, maar volkomen natuur lijke reactie op de moeilijke, be narde en onnatuurlijke omstan digheden die wij soms voor ons zelf soheppen. En het is niets voor mij. Misschien ben ik niet opti mistisch genoeg meer. Ik neem nu aan dat de dood, als hij ten slotte komt, waarschijnlijk on aangenamer zal zijn dan zelf moord en zeker heel wat minder gelegen". De wrede god is een boek dat ook 'cegenen die er niet over zouden peinzen de hand aan zich zelf te slaan zeker moeten lezen. J.v.W. De lotus en de robot, door Ar thur Koestier; Uitgeverij: Arbei derspers, Amsterdam, Prijs: 22.50 „InAzië mystieke verlichtingen geestelijke leidraad zoeken is al net zo'n anachronisme geworden, als aan Amerika denken als het Wilde Westen". Dit schrijft Ar thur Koestier in de Epiloog van zijn boek De Lotus en de robot, dat in 1960 in Londen uitkwam en nu in vertaling van Dolf Ver spoor door de Arbeiderspers is uit gegeven. Koestier ging in 1958 en 1959 naar India en Japan om „het licht" te zoeken, maar hij kwam met lege handen terug. „Ik kwam in zekere zin eerder verarmd dan verrij-ct terug. Ik voelde dat ik op mijn plaats was gezet dat dat mijn plaats Europa was". Het boek was na al die Jube lende werkjes over de wijsheid van het oosten, de heiligen in In dia en de vruchtbare discipline in Japan een verademing en dat is net nu, ln 1974, nog steeds. Koestier „overdrijft" in zijn boek net zo goed als de verheerlijkers van zijn boek krijgt de lezer ge- van rijn boek krijgt de lezerge- makkelijk de indruk dat heel In dia vol ligt met zwerende en ster vende mensen, terwijl dat natuur lijk met het geval is; het deel over Japan suggereert dat ner gens in dat land nog rust te vin den (s omdat iedereen de hele dag met transistorradio's loopt. Koestier voelde zich bepaald niet thuis in India hij vond Japan meer aanspreekbaar, maar Koestier vond toch dat Japan ontwijkend en dubbelzinnig is in zijn antwoorden. Hij vond het land van perfectie en onbegrijp bare symboliek en zo kmt hij tot de kenschets robot. Het is een brilant boek, een soort dubbel super-reisverslag van ?en eerlijk man die zoekt, niet vindt en terug komt met een rieuw vertrouwen in en ge negenheid voor zijn eigen wereld deel J.v.W. K. Schippers. Holland Dada. (Querido. Amsterdam) Dada is een beweging in de kunst die uiet vergeten moet wor den en daarom alleen al is het verschijnen van deze verzameling dada-geschriften van de dichter K. Schippers toe te Juichen. Dada is een van de hoogst zeldzame vormen van kunst die om zo te zeggen uit spontane ge neratie geboren is. De beweging stamt uit de Jaren tussen 1915 en 1923. Algemeen noemt men Zu rich als de bakermat, maar het is opvallend da* Dada zich onge veer tegelijkertijd roerde in Pa rijs en in New York. Spoedig daarna ook in Duitsland, waar Dada tevens een wereldbeschou welijke en politieke i nslag kreeg. Dat Dada een reactie was op de Eerste Wereldoorlog en de tenden_ sen van die Hjd behoeft nauwe lijks gezegd. Zürich in het neu trale Zwitserland was in die Ja ren een toevlucht voor de opstan- dngen, de ontevredenen, de revol terenden. de anarchisten uit alle windstreken; voor de vernieuwers kortom. In 1916 richtte een groep kunstenaars het Cabaret VoUitai- re op, dat zowel een literaire club als een galerie was. De naam Vol taire was een ironietje of mis schien wel een toeval, want het toeval speelde een grote rol. Zo schijnt de naam „Dada klakke loos gegrepen te zijn uit de dic- tionnaire Larousse, als het eerste woord waar iemands blik op viel. Daar ik het woord dada aleen in zijn kunstbetekenis kende, ben ik eevs ln de Larousse gaan kij ken. Rn jAwel, dada is volgens dit -/tvoerige werk een z.g. ano- matopé. een klanknabootsing uit de kindertaal en betekent che- val (paard. V'.ak eronder staat het woord dad ais-, ouderwets en van dezelfde komaf. Het bete kent ,4om enjekuot er 'de con clusie bij trekken dat de ironise rende dada-isten toch wed bijzon der gelukkig met hun toeval moe ten zijn geweest. K. Schippers zal de laatste zijn om te ontkennen dat er, voor wie luistert, nog altijd een dada-ge- luid te horen is. Je hoeft alleen maar te denken aan de zg. Rea- dy-mades. (uit hun oorspronke lijke, normale betekenis tosge broken zinnen of voorwerpen die, in een nieuw verband geplaatst,- van betekenis kunnen veranderen die in de dteratuur nog met lief de toegepast worden, door Bud- dingh o.a. Nu was de uitvinder van die ready-mades Marcel Duchamp, die er in 1915 in New York mee begonnen is. Het boek van Schippers bevat een verzameling boeiende gege vens van een verschijnsel dat, zo als gezegd, qua invloed nog steeds niet uitgewerkt is. De samenstel ler heeft zijn hoofdstukken voor namelijk gewijd aan de dadaïs ten van Nederlandse huize, waar bij hun bondgenoten in het bui tenland vanzelf meekomen, daar deze kunstly^oefenaars lang niet stilzaten in Europa. Ten eerste aan Otfco van Rees en zijn vrouw A. C. van Rees-Dutilh met hun collages, borduursels, abstracties. Dan Paul Citroen natuurlijk, de tekenaar die we nog geregeld op de TV bezig kunnen zien. Ver volgens Theo en Netty van Does burg; hij, behalve zijn talrijke bezigheden, oprichter van De Stijl, zij de musicus bij de Dad a-ma nifestaties. Het hoofdstuk over de Dada- veldtocht door Nederland, op touw gezet door Theo van Doesburg en Kurt Schwitters, introduceert te vens deze Dada-mam, die zich zo zeer in Nederland heeft geweerd, dat hij zeker in Holland Dada moet worden ondergebracht. Zijn tijdschrift, de tegenhanger van De Stijl, heette Merz; restje van het woord Kommerz, waarvan hij het eerste st.uk in een van zijn collages gebruikt heeft. Toch Mt m.i. ook hier een betekenis, daar „Merz zoiets als restant bete kent. „Merzen' is restantuitver kopen. De opmerkingen van W. H. Gispen (blz. 98 "zijn verhel derend zowel voor de kunstenaar "in kwestie als voor de periode.) In Friesland, in Drachten (haast niet te geloven vinden we de broers Evert en Thijs Rinsema, kunstenaars van aard en schoen makers om te eten. En tenslotte H. N. Werkman, de drukker uit Groningen, helaas het best be kend als de man van De Blauwe Schuit en zijn gewelddadige dood in 1945. Dit boek bevat werkelijk een onuitputtelijke bron van gege- vens. Er zijn een groot aantal brieven en andere ongepubliceer de geschriften in opgenomen en veel dat niet dan met grote moei te te vinden zou zijn, waaronder de kostelijke verzameling kranten artikelen, die geschreven werden naar aanleiding van de Dad a-ma nifestaties, veel reproducties en onbekende portretten. Enig bezwaar heb ik tegen de inleiding en hier en daar tegen de commentariëring. De inleiding is mi. niet voldoende, te veel aan de oppervlakte gebleven. Nu is dat voor mij, die nog een vage echo van liet Dadaïsme gehoord heeft en dus ook ontdekken kan dat die echo van Dada nooit to taal is weggestorven, niet moei lijk het verzamelde materiaal met belangstelling te lezen en te waa deren. Voor jongeren lijkt mij, ge zien het weinige dat er über haupt over deze kunstvlaag be kend is, aan die zijde te weinig. Schippers definitie van dada lijkt mij ook te veel getrokken. In de rienting van hedendaags protest. H« was anders. Zoals het ook anders zat met die schoe nen die Charley Toorop voor haar kinders vroeg aan haar collegas Rinsema. Schippers commenta rieert dat verzoek als volgt: „En misschien was dat wel de kern van Holland Dada: al woon Je als Nederlander in Parijs en schilder Je wellicht een meester werk voor boodschappen of ca fébezoek ga Je toch liefst met verzorgd .schoeisel de straat op (blz. 145.) Nee, meneer de wel vaartstater, de kern was de grote armoe waarin de Nederlandse kunstenaars moesten leven. En voorts denk ik dat met de Toorop in de brief van december 1919, de oude Jan Toorop bedoeld is. CE. „Fussballweltmeisterschaft 1974 Deutschland" door Uli Hoeness, Paul Breitner en Udo Lattek uitgegeven door Sigloch Service Edition, Zep pel in st rasse 35, Ktin- zelsa i, West-Duitsland. Prijs f 26.00. Het meest attractieve boek over de wereldkampioenschappen voet bal 1974 dat mij tot dusver onder ogen :s gekomen. Een schoonheid van een werk, ruim 300 bladzijden druks, verluchtigd met honderden kleurenfoto's. De uitgeverij heeft zich de moiete getroost om de por- treti.1 van èlle aan het WK deel nemende spelers te vergaren dat alleen al maakt het tot een bij zonder document. De Duitse hel den Hoeness en Breitner voorzien 'de wedstrijden van commentaar. Aan Nederland is royaal aan dacht besteed. Ook voor de ge schiedenis van het WK is vèel ruimde uitgetrokken. Er wordt o.a. nog etns driftig ingegaan op dat omstreden derde doelpunt in de finale van 1966 Engeland—West- Duitsiand. R.P. „Zo leer je paardrijden", door Bill Froud, verschenen bij uitge verij L. J. van Veen BN (f 13,50). Ter introductie: Bill Froud is trainer van de British Horse So ciety. Een man derhalve, die met gezag over paarden en paardrij den kan praten. Een man ook, die maar al te goed weet, dat steeds meer mensen op de rug van een paard klauteren, maar dat het rijonderrlcht vaak te wen sen overlaat. Dat er vooral to het eerste begin al te gemakkelijk hardnekkige fouten binnenslui pen, aie later heel moeilijk te corrigeren zijn Hij heeft enkele Jaren geleden een eenvoudig ge steld en Juist daar door erg dui delijk instructieboekje geschreven voor aankomende ruiters In En geland werd het goed ontvangen en la. er ook in West-Duitsland en Amerika. Nu is er ook een Neder'andse vertaling verschenen Verduidelijkt met niet minder dan li foto's. Een uitermate ge slaagd werkje voor de beginnende ruiters, die naast de praktijkles sen behoefte hebben aan wat theorie. Die zich wat meer willen verdiepen in het waarom van al die zaken, die ze in de manege le ren. K.P.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1974 | | pagina 25