Inventiviteit:
het kenmerk
van Gil Evans
'Seizoenen'
van Nimbus
L
Groot aanbod historische boeken
DADA: UITLACHEN EN OPNIEUW BEGINNEN
ETTA JAMES
MIXTURE
ANDERE ELLA FITZGERALD
Jesse Winchester
'Peace on you':
lp Roger Mc Guinn
van Zijp
De wrede god: zelfmoordstudie
Lotus en
de robot
Nog meer
WK 1974
Bill Frousd
leert u
paardrijden
ZATERDAG 21 SEPTEMBER 1974
MUZIEK
Come a little closer Etta Ja
mes. Chess Records 60029.
Etta James heeft al weer een
tijdje geleden haar come-back In
de wereld van de lichte muze ge
maakt. De rentree van de vroe-
Amerikaanse rock en roll-
zangeres stond toen ln het teken
i de soul en destijds werd de
vraag gesteld of zij ..Nederland
alsnog massaal aan zich zou bin
den".
In hoeverre dat gelukt is, is na
tuurlijk moeilijk na te gaan, maar
wel gaat Etta James het nu toch
t op een andere manier probe-
Op de LP met de toepasse
lijke titel „Come a little clo-
(Kom een beetje dichterbij)
is zij niet meer gericht op een
speciale soort muziek, maar brengt
een mixture van allerlei ne
groïde soorten. Rythm en Blues,
rock en soul mengt Amerikaanse
Etta op de haar eigen Jazzy ma
nier door de groeven. Ze doet
dat, zoals haar aanhang dat van
haar mag verwachten: erg knap
geïnspireerd. Het maakt het
initiatief van het conservatieve
label Chess om ook eens moder
ne blues te brengen, des te lof
waardiger. P.d.T.
Gil Evans Orch., Kenny Burrell
en PhU Woods. Verve 2304 190.
De big band van Gil Evans is
één van de weinige orkesten die
zich in de Jazz staande weet te
houden. En dat is eigenlijk wel
zo gelukkig. Immers, de big band
is door de geschiedenis heen al
tijd een element gebleken waar
aan de ontwikkeling van de Jazz
voor een niet onbelangrijk deel
moest worden opgehangen. En
voor die ontwikkeling zou het wel
erg Jammer zijn wanneer het are
aal van big bands tot nul zou
worden teruggebracht.
Dat het orkest van Evans zich
kan handhaven is voornamelijk
te danken aan de inventiviteit
waarmee de orkestleider zowel zijn
muziek als zijn musici program
meert. Uit de reeks platen die hij
de laatste paar Jaar heeft ge
maakt, blijkt heel duidelijk dat
Evans zijn muziek en musici ge
regeld aan herzieningen onder
werpt en ook veelvuldig probeert
de mogelijkheden in harmonie,
ritme en thema-solo verhouding
uit te bouwen. Experimentalisme
is een redelijke noemer dacht ik.
De onderhavige langspeelplaat
is ln dat kader een boelend ver
volg. Het is een voortreffelijke
plaat geworden die op een aantal
punten zelfs een nieuw wereldje
doet opengaan met name voor
diegenen die bij het begrip big
bandjazz als vanzelfsprekend te
rugdenken aan Duke Ellington en
Count Basie.
Evans' orkest speelt op deze
plaat met een kwalitatief zeer
zware bezetting, waarin altist Phil
Woods, gitarist Kenny Burrell, te
norist Wayne Shorter en bassist
Paul Chambers ongetwijfeld de
coryfeeën uitmaken.
Dat de plaat slechts vijf com
posities telt misschien is het
beter te spreken van thema's
is niet zo verwonderlijk. Wie de
plaat beluistert, komt al snel tot
de conclusie dat de hoeveelheid
nummers er nauwelijk meer toe
doet wanneer een big band als
die van Evans bezig is de moge
lijkheden van een thema tot in
de verste experimentele uithoe
ken van de Jazz te benutten.
W.W.
Op deze pagina vimdt
u bijdiraigan van
Clara Eggiin'k
Han Muldbr
Ruud Paauw
Koos Post
Jan Preenen
Paul die Tombe
Wrm Wiirtz
Jan van Wieirilngen
Eindredactie:
Bram van Leeuwen
Take love easy. Ella Fitzgerald-
Joe Pass. Pablo 2310702.
Zangeres Ella Fitzgerald is op
de plaat "Take love easy" geen sen
satie. Begeleid door (alleen) gita
rist Joe Pass vult zij de groeven
met songs waarin het bezadigd
heidsgehalte soms tot grote hoog
te (of diepte?) wordt opgevoerd.
Wat overigens niet wirzeggen dat
de fijn besnaarde Jazz-liefhebber
daar niet tegen bestand zal zijn.
Aan de andere kant maakt de
zangeres namelijk ook aan de
hand van deze plaat duidelijk dat
ze niet erg veel van haar capa
citeiten heeft verloren. In een
aantal songs springt zij soms
even uit de cadans van chorus-
sen om zich vervolgens in uiterst
subtiele improvisaties te begeven.
Over gitarist Joe Pass, die van
de vaste Fltzgerald-combo deel
uitmaakt, zou een hele kolom ge
schreven kunnen worden. Wat de
man aan handenarbeid en mu
zikaal inzicht laat horen verdient
alle bewondering. Zijn nimmer
overheersende spel vormt een ste
vig fundament waarop waar
schijnlijk iedere zanger (es) zich
met plezier zal bewegen.
„Take love easy" is, resume
rend, een redelijke plaat met een
andere Ella, van wie men even
wel niet al te veel moet verwach
ten.
W.W.
LEARN TO LOVE IT Jesse
Winchester Bearsville records
45.519.
Jesse Winchester is nog niet bij
zo'n groot publiek bekend. De zan
ger gaat zelden het toneel op en
hij heeft met Learn to love it
mee pas drie LP's (sinds 1970)
op zijn naam staan. Maar Je zou
Je kunnen voorstellen dat de se
lecte aanhang van de Amerikaan
van geboorte, met hem wegloopt.
Winchester immers, ontdekt door
Robbie Robertson van the Band,
zorgt voor een ontspannen sfeer
en lijkt volledig op te gaan in
zijn eigen muziek. De in Louisia
na geboren zanger, die in 1967
naar Canada emigreerde om de
dienstplicht te ontlopen, inte
greert woorden en muziek in een
zodanig overtuigend (studio) op
treden dat het nog slechts een
kwestie van tijd lijkt voor het
grote publiek wél is bereikt. Met
zijn nieuwe LP doet Winchester
in ieder geval een grote stap in
die richting; met acht nummers
van zijn hand op de ook nog door
hem zelf geproduceerde plaat. Je
moet alleen de moeite nemen wat
vaker naar de man te luisteren
om zijn gevoelige sound volle
dig te gaan waardéren. De LP-ti-
tel lijkt dan ook bijzonder goed
gekozen.
P.d.T.
Hoezeer Roger Mc Guinn het
gezicht van de vroeger Byrds heeft
bepaald, blijkt weer eens, op zijn
solo-plaat Peace on You. Wat Mc
Guinn alleen maakt lijkt sterk
op de sound van die eerste groep
„denkende" musici", waarvan hij
de leider was. Er is slechts één
verschil. Waar Mc Guinn zich
vroeger gesteunt wist door zul
ke voortreffelijke collega's als
Michael en Gene Clark, Chris
Hillman en David Crosby,
daar kan hij nu bepaald niet te
rugvallen op de begeleiding. Die
is niet al te best, althans niet
zo goed als in de Byrds-periode.
Wie zijn begeleiders zijn, wordt
trouwens niet vermeld op de LP-
hoes, waarop dat soort informa
tie toch verwacht mag worden
Het doet aan de waarde van de
plaat als zodanig niet al te veel
afbreuk, want ook zonder „back
ing" van zijn niveau, slaagt Mc
Guinn er nog in een fijn prodkt
af te leveren. Zeer commercieel,
maar daarop is natuurlijk niets
tegen en lekker in het gehoor
liggend. Met als uitschieters de
door Charlie Rich geschreven ti
telsong Peace on You, het nummer
(Please not) One more time van
Al Kooper en op de tweede kant
Better Change van Fogelberg. Mc
Guinn zelf had een scheppende
hand in vijf nummers; de van
zijn werk met Crosby, Stills, Nash
en Young bekende Bill Halverson
tekende voor de produktie.
P.d.T.
Nimbus-Seizoenen. Negram NY
14.
De eerste langspeelplaat van
Nimbus is een mixture geworden
van humor, ironie, pikanterie (wat
heet tegenwoordig) en protest.
Een allegaartje, waarmee het
Drentse duo Ab Drijver/Ger Vlie
ger eindelijk naam wil maken.
Tien Jaar geleden besloten trou
badour Ab Drijver, die al menige
talentenjacht had gewonnen,
maar nooit echt uit de anonimi
teit was getreden, en gitarist Ger
Vlieger samen naar de gunst van
de muziekliefhebber te dingen. De
liefhebbers van de muziek van
Drijver en Vlieger waren echter
vrijwel uitsluitend in het land van
de Hunebedden te vinden. De
Drenten gaven dan ook na een
half jaar al weer de strijd op en
sloten zich aan bij een dansor-
kest, Moorland. Totdat de on
dernemingszin en de zucht naar
persoonlijke eer begin dit jaar
weer zo sterk werden dat aan een
come-back werd gedacht. De zo
nu en dan fel realistische lied
jes, die in de Jaren zestig niet
voor populariteit hadden kunnen
zorgen, werden uit het archief ge
haald en aangepast aan deze tijd.
Soms is het aanschoppen tegen
de maatschappij, soms worden
misstanden aan de kaak gesteld
(b.v. in een protestsong als De
Bombardementen) en soms ook
gaan ironie en sex hand in hand.
zoals in „Het meisje Marleen"
Het doet soms denken aan het
werk van Rikkert Zuiderveld en
Elly Nieman, met die restrictie
dat de LOP Seizoenen van Nimbus
geen echte uitschieters kent. Het
is luistermuziek, die op een speel
se manier wordt gebracht, maar
zieker niet opzienbarend kan wor
den genoemd. J.P.
STEEDS DE NIEUWSTE GRAMMOFOONPLATEN
HAARLEMMERSTRAAT 279
LEIDEN - TEL 01710—24010
Het aanbod van historische
boeken is ook deze zomer voor de
liefhebber gevarieerd genoeg om
hem lange uren met de regen en
de kou te doen verzoenen.
Voorop gaat natuurlijk de her
druk van de monumentale biogra
fie van Napoleon door prof. dr.
Presser. Het boek heeft nog niets
van zijn bewogenheid en zijn
spanning verloren. Mogelijk dat
hier en daar de tijd enigszins
heeft geknaagd aan t uitbundige
Presseriaanse proza, maar ook
bij herlezing komt men weer on
der de indruk van de grote eru
ditie van de schrijver, zijn diepe
kennis van het menselijk hande
len en falen. Elsevier wist de
prijs van dit goed uitgevoerde,
meer dan 600 pagina's tellende
boek met 39% gulden op een re
delijk peil te houden.
Bij de Haan in Bussum ver
schenen twee boeken over de Mid
deleeuwen. Uit het Engels werd
vertaald „De dood in de Middel
eeuwen" van T. S. R. Boase. Een
wat teleurstellend werk. Niet om
de illustraties, die zijn talrijk en
zeer illustratief voor wat de Mid
deleeuwse mens zich als het leven
na dit leven voorstelde. De bege
leidende tekst komt echter helaas
zelden uit boven een nogal droge
opsomming van wat we op al
die grafmonumenten en manus
cripten aantreffen. „De Middel
eeuwse Stad" door prof. dr. W.
Jappe Alberts is een herdruk en
daar mogen we blij om zijn, want
het is een alleraardigst levendig
werkje over de Nederlandse stad
in haar meest prille staat; er zijn
vele anecdotes kwistig door de we
tenschappelijk gedegen tekst ge
strooid. Aangename lectuur.
Tenslotte valt nog te wijzen op
een serie goedkope plaatwerken
(f 14,90), eveneens verschenen bij
De Haan in Bussum, gewijd aan
de historische behandeling van za
ken als Astrologie („De hemelse
spiegel") of Alchemie („De ge
heime kunst"). De boekjes blin
ken uit door de hoge kwaliteit
van de illustraties en blijken al
dus te behoren tot de „koffie-
tafel"-boeken in de betaalbare ca
tegorie. Daarvan bestaan er niet
zoveel, helaas.
H.M.
De wrede god, een studie
zelfmoord, door A. Alvarez; Uit
geverij Arbeiderspers, Amsterdam
Prij«: 24,50.
..Zelfmoord lijkt voor de bui
tenstaander vaak een volkomen
nodeloze perversiteit, die wordt
gepleegd „zonder enige aanwijs
bare c< rzaaken om redenen
die onbeduidend of zelfs onvind
baar lijken".
Dit is een citaat uit het enigs
zins provocerende, maar uitste
kende werk van de essayist A. Al
varez De wrede god. Alvarez
geeft daarin een uitvoerige toe
lichting op de geschiedenis van
de zelfmoord. Hij vat de sociolo
gische en psychologische benade
ring *an de laatste honderd Jaar
;n: Durkheim, Adler, Arendt,
Freud en geeft een overzicht van
de literatuur waarin het onder
werp wordt behandeld.
H?t zeer goed gedocumenteerde
boek staat ook vol met anekdotes
over zelfmoorden en zelfmoorde
naars, maar het meest schokken
de deel van dit bij vlagen gruwe
lijke boek is voor velen waar
schijnlijk de openhartige be
schrijving van de tijd waarin Al
varez zelfmoord probeerde te ple
gen.
Aan het slot van De wrede god
zegt hij daarover: „De sociologen
en psychologen die over zelfmoord
praten alsof het een ziekte is zijn
mij even vreemd als de katho
lieken en moslims die het als de
ergste van alle doodzonden be
schouwen. Het is een verschrik
kelijke, maar volkomen natuur
lijke reactie op de moeilijke, be
narde en onnatuurlijke omstan
digheden die wij soms voor ons
zelf soheppen. En het is niets voor
mij. Misschien ben ik niet opti
mistisch genoeg meer. Ik neem
nu aan dat de dood, als hij ten
slotte komt, waarschijnlijk on
aangenamer zal zijn dan zelf
moord en zeker heel wat minder
gelegen".
De wrede god is een boek dat
ook 'cegenen die er niet over
zouden peinzen de hand aan zich
zelf te slaan zeker moeten lezen.
J.v.W.
De lotus en de robot, door Ar
thur Koestier; Uitgeverij: Arbei
derspers, Amsterdam, Prijs: 22.50
„InAzië mystieke verlichtingen
geestelijke leidraad zoeken is al
net zo'n anachronisme geworden,
als aan Amerika denken als het
Wilde Westen". Dit schrijft Ar
thur Koestier in de Epiloog van
zijn boek De Lotus en de robot,
dat in 1960 in Londen uitkwam en
nu in vertaling van Dolf Ver
spoor door de Arbeiderspers is uit
gegeven.
Koestier ging in 1958 en 1959
naar India en Japan om „het
licht" te zoeken, maar hij kwam
met lege handen terug. „Ik kwam
in zekere zin eerder verarmd dan
verrij-ct terug. Ik voelde dat ik op
mijn plaats was gezet dat dat
mijn plaats Europa was".
Het boek was na al die Jube
lende werkjes over de wijsheid
van het oosten, de heiligen in In
dia en de vruchtbare discipline
in Japan een verademing en dat
is net nu, ln 1974, nog steeds.
Koestier „overdrijft" in zijn boek
net zo goed als de verheerlijkers
van zijn boek krijgt de lezer ge-
van rijn boek krijgt de lezerge-
makkelijk de indruk dat heel In
dia vol ligt met zwerende en ster
vende mensen, terwijl dat natuur
lijk met het geval is; het deel
over Japan suggereert dat ner
gens in dat land nog rust te vin
den (s omdat iedereen de hele dag
met transistorradio's loopt.
Koestier voelde zich bepaald
niet thuis in India hij vond
Japan meer aanspreekbaar, maar
Koestier vond toch dat Japan
ontwijkend en dubbelzinnig is in
zijn antwoorden. Hij vond het
land van perfectie en onbegrijp
bare symboliek en zo kmt hij
tot de kenschets robot.
Het is een brilant boek, een
soort dubbel super-reisverslag
van ?en eerlijk man die zoekt,
niet vindt en terug komt met
een rieuw vertrouwen in en ge
negenheid voor zijn eigen wereld
deel
J.v.W.
K. Schippers. Holland Dada.
(Querido. Amsterdam)
Dada is een beweging in de
kunst die uiet vergeten moet wor
den en daarom alleen al is het
verschijnen van deze verzameling
dada-geschriften van de dichter
K. Schippers toe te Juichen.
Dada is een van de hoogst
zeldzame vormen van kunst die
om zo te zeggen uit spontane ge
neratie geboren is. De beweging
stamt uit de Jaren tussen 1915 en
1923. Algemeen noemt men Zu
rich als de bakermat, maar het
is opvallend da* Dada zich onge
veer tegelijkertijd roerde in Pa
rijs en in New York. Spoedig
daarna ook in Duitsland, waar
Dada tevens een wereldbeschou
welijke en politieke i nslag kreeg.
Dat Dada een reactie was op de
Eerste Wereldoorlog en de tenden_
sen van die Hjd behoeft nauwe
lijks gezegd. Zürich in het neu
trale Zwitserland was in die Ja
ren een toevlucht voor de opstan-
dngen, de ontevredenen, de revol
terenden. de anarchisten uit alle
windstreken; voor de vernieuwers
kortom. In 1916 richtte een groep
kunstenaars het Cabaret VoUitai-
re op, dat zowel een literaire club
als een galerie was. De naam Vol
taire was een ironietje of mis
schien wel een toeval, want het
toeval speelde een grote rol. Zo
schijnt de naam „Dada klakke
loos gegrepen te zijn uit de dic-
tionnaire Larousse, als het eerste
woord waar iemands blik op viel.
Daar ik het woord dada aleen in
zijn kunstbetekenis kende, ben
ik eevs ln de Larousse gaan kij
ken. Rn jAwel, dada is volgens
dit -/tvoerige werk een z.g. ano-
matopé. een klanknabootsing uit
de kindertaal en betekent che-
val (paard. V'.ak eronder staat
het woord dad ais-, ouderwets en
van dezelfde komaf. Het bete
kent ,4om enjekuot er 'de con
clusie bij trekken dat de ironise
rende dada-isten toch wed bijzon
der gelukkig met hun toeval moe
ten zijn geweest.
K. Schippers zal de laatste zijn
om te ontkennen dat er, voor wie
luistert, nog altijd een dada-ge-
luid te horen is. Je hoeft alleen
maar te denken aan de zg. Rea-
dy-mades. (uit hun oorspronke
lijke, normale betekenis tosge
broken zinnen of voorwerpen die,
in een nieuw verband geplaatst,-
van betekenis kunnen veranderen
die in de dteratuur nog met lief
de toegepast worden, door Bud-
dingh o.a. Nu was de uitvinder
van die ready-mades Marcel
Duchamp, die er in 1915 in New
York mee begonnen is.
Het boek van Schippers bevat
een verzameling boeiende gege
vens van een verschijnsel dat, zo
als gezegd, qua invloed nog steeds
niet uitgewerkt is. De samenstel
ler heeft zijn hoofdstukken voor
namelijk gewijd aan de dadaïs
ten van Nederlandse huize, waar
bij hun bondgenoten in het bui
tenland vanzelf meekomen, daar
deze kunstly^oefenaars lang niet
stilzaten in Europa. Ten eerste
aan Otfco van Rees en zijn vrouw
A. C. van Rees-Dutilh met hun
collages, borduursels, abstracties.
Dan Paul Citroen natuurlijk, de
tekenaar die we nog geregeld op
de TV bezig kunnen zien. Ver
volgens Theo en Netty van Does
burg; hij, behalve zijn talrijke
bezigheden, oprichter van De Stijl,
zij de musicus bij de Dad a-ma
nifestaties.
Het hoofdstuk over de Dada-
veldtocht door Nederland, op touw
gezet door Theo van Doesburg en
Kurt Schwitters, introduceert te
vens deze Dada-mam, die zich zo
zeer in Nederland heeft geweerd,
dat hij zeker in Holland Dada
moet worden ondergebracht. Zijn
tijdschrift, de tegenhanger van
De Stijl, heette Merz; restje van
het woord Kommerz, waarvan hij
het eerste st.uk in een van zijn
collages gebruikt heeft. Toch Mt
m.i. ook hier een betekenis, daar
„Merz zoiets als restant bete
kent. „Merzen' is restantuitver
kopen. De opmerkingen van W.
H. Gispen (blz. 98 "zijn verhel
derend zowel voor de kunstenaar
"in kwestie als voor de periode.)
In Friesland, in Drachten
(haast niet te geloven vinden we
de broers Evert en Thijs Rinsema,
kunstenaars van aard en schoen
makers om te eten. En tenslotte
H. N. Werkman, de drukker uit
Groningen, helaas het best be
kend als de man van De Blauwe
Schuit en zijn gewelddadige dood
in 1945.
Dit boek bevat werkelijk een
onuitputtelijke bron van gege-
vens. Er zijn een groot aantal
brieven en andere ongepubliceer
de geschriften in opgenomen en
veel dat niet dan met grote moei
te te vinden zou zijn, waaronder
de kostelijke verzameling kranten
artikelen, die geschreven werden
naar aanleiding van de Dad a-ma
nifestaties, veel reproducties en
onbekende portretten.
Enig bezwaar heb ik tegen de
inleiding en hier en daar tegen
de commentariëring. De inleiding
is mi. niet voldoende, te veel aan
de oppervlakte gebleven. Nu is
dat voor mij, die nog een vage
echo van liet Dadaïsme gehoord
heeft en dus ook ontdekken kan
dat die echo van Dada nooit to
taal is weggestorven, niet moei
lijk het verzamelde materiaal met
belangstelling te lezen en te waa
deren. Voor jongeren lijkt mij, ge
zien het weinige dat er über
haupt over deze kunstvlaag be
kend is, aan die zijde te weinig.
Schippers definitie van dada
lijkt mij ook te veel getrokken.
In de rienting van hedendaags
protest. H« was anders. Zoals
het ook anders zat met die schoe
nen die Charley Toorop voor haar
kinders vroeg aan haar collegas
Rinsema. Schippers commenta
rieert dat verzoek als volgt: „En
misschien was dat wel de kern
van Holland Dada: al woon Je
als Nederlander in Parijs en
schilder Je wellicht een meester
werk voor boodschappen of ca
fébezoek ga Je toch liefst met
verzorgd .schoeisel de straat op
(blz. 145.) Nee, meneer de wel
vaartstater, de kern was de grote
armoe waarin de Nederlandse
kunstenaars moesten leven. En
voorts denk ik dat met de Toorop
in de brief van december 1919,
de oude Jan Toorop bedoeld is.
CE.
„Fussballweltmeisterschaft 1974
Deutschland" door Uli Hoeness,
Paul Breitner en Udo Lattek
uitgegeven door Sigloch Service
Edition, Zep pel in st rasse 35, Ktin-
zelsa i, West-Duitsland. Prijs
f 26.00.
Het meest attractieve boek over
de wereldkampioenschappen voet
bal 1974 dat mij tot dusver onder
ogen :s gekomen. Een schoonheid
van een werk, ruim 300 bladzijden
druks, verluchtigd met honderden
kleurenfoto's. De uitgeverij heeft
zich de moiete getroost om de por-
treti.1 van èlle aan het WK deel
nemende spelers te vergaren dat
alleen al maakt het tot een bij
zonder document. De Duitse hel
den Hoeness en Breitner voorzien
'de wedstrijden van commentaar.
Aan Nederland is royaal aan
dacht besteed. Ook voor de ge
schiedenis van het WK is vèel
ruimde uitgetrokken. Er wordt o.a.
nog etns driftig ingegaan op dat
omstreden derde doelpunt in de
finale van 1966 Engeland—West-
Duitsiand.
R.P.
„Zo leer je paardrijden", door
Bill Froud, verschenen bij uitge
verij L. J. van Veen BN (f 13,50).
Ter introductie: Bill Froud is
trainer van de British Horse So
ciety. Een man derhalve, die met
gezag over paarden en paardrij
den kan praten. Een man ook,
die maar al te goed weet, dat
steeds meer mensen op de rug
van een paard klauteren, maar
dat het rijonderrlcht vaak te wen
sen overlaat. Dat er vooral to het
eerste begin al te gemakkelijk
hardnekkige fouten binnenslui
pen, aie later heel moeilijk te
corrigeren zijn Hij heeft enkele
Jaren geleden een eenvoudig ge
steld en Juist daar door erg dui
delijk instructieboekje geschreven
voor aankomende ruiters In En
geland werd het goed ontvangen
en la. er ook in West-Duitsland
en Amerika. Nu is er ook een
Neder'andse vertaling verschenen
Verduidelijkt met niet minder
dan li foto's. Een uitermate ge
slaagd werkje voor de beginnende
ruiters, die naast de praktijkles
sen behoefte hebben aan wat
theorie. Die zich wat meer willen
verdiepen in het waarom van al
die zaken, die ze in de manege le
ren. K.P.