Feesten
met de
doden
Toradja-
expositie
in Breda
Toiletten
voor de
toeristen
I
ZATERDAG 14 SEPTEMBER 1974
Vergane doodkisten, weggerolde
schedels en allerlei merkwaardige
graven - dat zijn de macabere be
zienswaardigheden in het land van
de Sa'dan Toradja, op het edfland
Celebes dat nu Soelêiwesi heet. Het
klinkt niet aantrekkelijk, maar het
ls fascinerend ook voor iemand die
geen kerkhof-enthousiast is.
Wel trekt het grote efland minder
bezoek dan het kleine Bali, maar
tegenwoordig zijn er bij de rotsgra
ven toch al toiletten vpor toeristen.
Op het programma van de nieuwe
trips van ruim twee mille naar In
donesië komen de Toradja-landen
nog niet voor. Het uitstapje zou te
veel tijd kosten.
Maar in Breda, ln het mooi inge
richte volkenkundig museum "Justi-
nus van Nassau", kan men tot het
eind van dit Jaar een1 tentoonstel
ling zien met modellen van de ver
maarde Toradja-huizen (met dak in
scheepsvorm), echte dodenpoppen,
kleding van geklopte boomschors en
zo meer. Dia's tonen onder meer
iets van een groot dodenfeest. En
als souvenirs zijn er snijwerkjes te
koop: een vogel en een grote sala
mander, net als op de markt in het
verre Rantepao.
Er is een groot verschil ontstaan
tussen de noordelijke en de zuide-
lüke Toradja-landen. Toen Soelèwe-
si nog Celebes heette, was het noor
den van Makassar uit nauwelijks
over de weg te bereiken. Toch zijn
die streken, het verst van de hoofd
stad, goeddeels gekerstend.
Kinderen schrijven oneerbiedig op
oude schedels, die zij in rotsholen
vinden. Soms ligt daar bij de ge
beenten nog wel eens een doela, êen
geofferde koperen schaal. Meer
naar het Zuiden, in het gebied van
het Quarles-gebergte, leven de oude
gebruiken nog volop - al heeft ook
daar de zending al lang gewerkt.
IRotstuin
De Toradjalanden zijn het beste
met een kolossale rotstuin te verge
lijken, maar dan een- tuin waarin
de natuur niet gedresseerd is. Wan
neer Je over een smal, chocolade
kleurig glibberpaadje langs de berg
wanden loopt, dan wordt Je bij elke
bocht verrast door nieuwe schoon
heid. In de valleien liggen groene
sawah's trapsgewijs. Soms zetten zij
zich voort tot vrij hoog ln de ber
gen.
Voor de bezoeker ls dat een mooi
gezicht, maar het wijst op een ge
brek aan goede gronden in de val
leien. Er is veel armoede in dit
mooie bergland. Rijke Toradja van
voorname afkomst hebben de mees
te en beste gronden. De kleine man
heeft in het gunstigste geval een
bergsawahtje.
Misschien kan men nu helemaal
per auto bij de graven komen,
maar ik moest er, Jaren geleden,
nog een flinke klimpartij voor over
hebben. Mijn gids wist een plek
waar rots- en richelgraven en een
rijtje poppen bij elkaar te zien zou
den zijn. Het was achter een huis
langs de hoofdweg, zei hij. We lie
pen met voorzichtige passen en wat
voorover gebogen. Mijn poriën Jeuk
ten en mijn halsslagaders klopten
voelbaar. Bij elke bocht was de we
reld anders.
Soms was het boven ons koel en
groen van overhangende struiken.
Dan was de grond vochtig en naast
de weg voedden rottende planten,
donkpr geurend, nieuw leven. Soms
was er een onaandoenlijke, heel
licht blauwe ruimte boven ons en
d*- was dp grond droog en moe In
het bos «cb*tprdP ppr. onzichtbare
vogel. Tussen de wolken en de
r"°ie rjieote aan de overkant was
een mateloze wand van stille bo
rne" Ver onder ons lag een kom
van vochtig groene sawahs met
grllze barden: de dijkjes tussen de
tor-o <?sen op de bodem van de kom
lieD een k1n'ne, bruine map achter
zijn massieve trekdier. Boven hem
trilde de hete lucht.
We kwamen weinig mensen tegen,
schielijk de sarong tot over hun
Foto links: Lodenhuisje op
een in oeversteen uitgehakte
grafkelder.
Foto rechts: Balcon met doden
poppen in Lobang.
Danseressen op een doden-
feest.
Bewerkelijk
Het lijk van een arme Toradja
wordt in de regel niet lang na het
overlijden op eenvoudige manier ter
aarde besteld. Een voorname gestor
vene is bewerkelijker. Zijn lijk
wordt in huis- opgebaard, met het
hoofd naar het Zuiden, vanwaar
het Toradjavolk in vroeger tijden is
gekomen. (De Toradja zijn Oud-
Maleiers die al meer dan twefedui-
zend Jaar geleden naar Zuid-Cele-
bes kwamen).
Het stoffelijk overschot gaat uiter
aard snel tot ontbinding over en
kleine meisjes uit de allerlaagste
stand hebben de kwalijke taak, de
maden te verwijderen en het lijk
met *og een doek te omwikkelen,
als het lijkenvocht door de vorige
dringt. Zo is de dode op de duur
ingepopt als een larve in een cocon.
De weduwe moet ongekleed naast
de dode blijven zitten en elke om
gang met de buren vermijden, an
ders wordt heel de gemeenschap
door rampen getroffen. Een raads
man, die specialist is in de gehei
men van de dood, bepaald wanneer
het lijk naar zijn voorlopige rust
plaats moet worden gebracht, een
bamboe vlechtwerk, meestal in de
vorm van een huis.
Door
Anton Pfeiffer
Allerzielendag
Eenmaal per Jaar, na de rijstoogst
zodat er voldoende te eten is, vieren
de Toradja een feest voor de geza
menlijke overledenen - een soort
allerzielendag. Men bou\yt tientallen
versierende verblijfplaatsen voor de
voorname en minder voorname gas
ten, een loods voor de minderen die
vroeger tot de slavenstand behoor
den, een andere voor stierengevech
ten, een plankier voor hanengevech
ten en zo meer. De rotsgraven wor
den geopend en ieder begeeft zich
naar de grafkamer van zijn familie.
De doden worden beweend en krij
gen vruchten en de ingrediënten
voor een sirihpruim. Karbouwen,
varkens, honden en kippen worden
geslacht en door de levenden gege
ten (monkolai bangke, veel eten, is
de leus), terwijl de vlerken en oren
van de offerdieren voor het graf
worden opgehangen. De Ingepakte
gebeenten worden van een nieuw
pak voorzien.
borsten. Tussen twee rotsen aan de
overkant lag een zilverig slangetje -
een riviertje - tussen het groen en
op de achtergrond zag ik vaag de
hoofdweg, waarover we per auto ge
komen waren en die bewaasd leek,
alsof de zon er vocht uit trok.
Kakatoes
Nu moesten we weer afdalen, om
over enkele sawahs tot vlak bij een
rots te komen, die kaal en steil op
het land stond. Boven ons logen
witte kakatoes: verrassend goede
vliegers voor wie ze alleen in een
dierentuin heeft gezien, gekortwiekt
op een stokje, met slechte manieren
en onheuse taal. Beneden in de rots
was een ondiepe grot. Daar stond
onbeweeglijk een groep goedgeklede
mensen. Ze staarden over de sa
wahs in de verte. Er waren man
nen, vrouwen en een jongetje bij.
Ik wist dat het poppen waren,
maar ze waren griezelig echt.
De gids wees naarboven. Hoog in de
rots waren gaten uitgehakt, waarin
iets blonk. "Lijken", vertelde hij;
"in kains (doeken) gewikkeld en
dan bedekt met bladgoud". In hun
kostbare verpakking kunnen de
voorname doden daar ln de open
lucht rusten, zonder gevaar voor
grafschennis, tot de tijd dajt alles
verstoft.
De bijzetting moet een hele onder
neming zijn geweest. Beneden, dicht
bij de poppen, stonden op een na
tuurlijke rotsrichel zware doodskis
ten van verschillend model. Ze wa-
ren versierd met snijwerk iin dezelf
de motieven die de Toradja ook in
hun woningen aanbrengen en enke
le hadden het model van een huis.
Uit vergane kisten gevallen knekels
lagen verspreid in het rond en hier
en daar waren zwarte plekken van
houtvuurtjes.
We sjouwden terug naar de auto,
want er was nog meer te bezichti
gen. Nabij de grote weg, in het ge
hucht Lemo, stonden achter hekjes,
als op balcons aan de rotswand,
poppen in de beste kleding van de
gestorvenen. Er was ook een stella
ge gebouwd om een nieuwe grafkel
der in de rots uit te houwen. Som
mige graven waren met grote hou
ten luiken gesloten, versierd met
de
van een bergstroom. In de bedding
en op de oever lagen enorme rots
blokken, door het water afgerond.
Een steen, waarbij de Amersfoortee
kei maar een kiezeltje is, diende tot
graf van een voorname familie.
Maar een klein deel van de steen
was bovengronds. Hier was een gat
ln uitgehouwen van een meter in
doorsnee. Het verwijdde zich naar
onderen tot een tuime kamer, waar
al drie doden waren bijgezet.
De opening was gedekt met een
steen in de vorm van een dak.
Daarboven op palen een stevig ge
bouw^ huisje, waarin aangeklede
poppen troonden. Onder het huisje
lag nog de ongeholde boomstam,
waarin de lijken tot de begrafenis
waren bewaard.
Aan zo'n graf werken twee mannen
ruim een Jaar. Als loon krijgen ze
drie karbouwen en 3000 ka tl - ofwel
bundels - padi (ongedorste rijst).
Destijds had dat daar tezamen een
waarde van 900 gulden, nu zou het
veel meer zijn want karbouwen zijn
sterk in waarde gestegen.
De ziel van een overleden Toradja
moet door zijn familieleden worden
geholpen op zijn tocht naar het zie-
leland, anders kan hij zich wreken.
De familie wijst haar dode de weg
naar de monding van de Sa'dan-ri
vier en vergezelt hem in gedachten
door het zingen van een lang ge
dicht - een soort reisbeschrijving
met raadgevingen. Ook dansen ma-
De resten van minder dan een Jaar
tevoren bijgezette, gehuwde doden
worden uit het graf gehaald en op
gebaard in een voor dat doel ge
bouwd, open huisje. Hier moet de
weduwnaar of de weduwe de nacht
doorbrengen mpt het omwikkelde
lijk en het omarmen,alsof het nog
in leven ware.
De andere feestelingen voeren een
eentonige dodendans met een even
trieste zang uit. Verhit door dans
en liters palmwijn brengen zij de
nachten door in een roes van ban
deloosheid, die toch even vreugde
loos is als de dodenzang.
De volgende ochtend wordt het lijk
opnieuw bijgezet in het familiegraf
en de voorganger (de tominaa) ver
klaart eindelijk het huwelijk voor
ontbonden. De weduwe v weduw
naar is dan eerst van alle rouw
ontslagen en kan oDnieuw huwn.
Dit ls, zeer in het kart, één aspect
van de cultuur waar de expositie n
Breda een beeld van tracht te se
ven. In het museum ls een gesten
cilde toelichting te koop, die de
verdienste heeft weinig te kos*: n,
maar die dan ook wel uiterst be
knopt is.
Vóór de overledene in het familie-
rotsgraf wordt bijgezet, moet een
dodenfeest worden gevierd dat grote
voorbereidingen vergt en veel geld.
Onder meer worden vele tientallen
karbouwen geofferd. Bij de Chrls-
ten-Toradja bestaat wel het streven
om van die drukkende last af te
komen, maar dat veroorzaakt wrij
ving met de adathoofden.
ken het de geest gemakkelijker.
Omdat de dode in zieleland dezelfde
behoeften zal hebben als op aarde,
worden hem offers meegegeven. Wie
op aarde rijk was, zal het ook na
dien zijn. Armen blijven arm.