Betere opvang Lisse- jeugd Toon Hoogervorst: toch weer nieuw jaar 'Teylingen' -Qxtra. "ASC bezit wat te veel individualisten en te weinig waterdragers" Mentaliteit was vorig seizoen erg zwak DINSDAG 13 AUGUSTUS 1974 PAGINA 9 LISSE Eén van de vele manieren om voor een nieuw voetbalseizoen verande ringen aan te brengen is een zgn. fouten eliminatie. Analyseer de fouten, die in een vorig seizoen of in een nog verder verleden gemaakt zijn en breng op die punten essentiële veranderingen aan. Frans van Gerwen lijkt in zijn nieuwe taak van elf talbegeleider ook die weg te willen bewandelen. De Jeugd blijft ook volgend Jaar in erote mate in het elftal van Lisse vertegenwoordigd. Van Ger wen: "Spiers denkt alleen aan de opbouw en ik alleen aan de resul taten van het eerste elftal. Dat zal misschien wel eens botsten. Als bet' eerste elftal draait, dan draait nu eenmaal ook de vereni ging. Bevinden zich volgend Jaar bij de Jeugd capabele Jeugdspe lers, dan worden ze meegenomen met bet eerste elftal. Dat was vo rig seizoen niet zo. Van de routi niers wordt Frans van der Laan "de Mts" van het elftal. Theo Boot is ook een van die persoon lijkheden. Hij werkt als een leeuw en ik hoop dat dat stimuleert bij de ieugdspelers, want het harde werken ontbreekt nog bij hen. Maar we zullen volgend seizoen goed meedraaien, dat is wel zeker De voorhoede blijft echter een probleem". Sportclub Lisse had en heeft nog steeds voldoende sterke jeugdspelers. Toch kon het eerste elftal daarvan niet de vruchten plukken "Lisse heeft genoeg ta lentvolle spelers. Kijk maar naar onze grote Jeugdafdeling, alle teams draaien goed mee. Maar de overgang van de jeugd naar de senioren is een grote stap. Dan hebben ze meer fysieke kracht no dig. Daarbij is de begeleiding ach terwege gebleven. De opvang was slecht en daardoor was er geen goede doorstroming. Kwalitatief was Lisse in de competitie de be tere ploeg, maar er was geen een heid. Het ging allemaal fout bij de senioren. De organisatie bij Lisse was altijd zwak. De spelers wer den aan hun lot overgelaten. Dat is nu beter en het zal nog beter warden". óASSENHEIM Tot voor kort riep Toon Hoogervorst "uit principe", steeds opnieuw uit: "Als ik dertig ben stop ik er mee". Hoogervorst. nu inderdaad dertig Jaar ("Ik weet het, ik lijk ouder, maar dat komt, omdat ik nu eenmaal kaler ben dan de meesten") staat echter toch weer. aan het begin van een nieuw Jaar Teylingen. In de voor hem en zijn roodzwarte formatie nieuwe tweede klasse, nadat hij zo'n twaalf Jaar geleden vijf afdelingen lager (twee de klasse afdeling Leiden) de vaste laatste man van de Sassenheimse ploeg werd. "Het is misschien niet konsekwent. Ik weet het. Maar", zo zegt Toon Hoogervorst, "ik heb mezelf afge vraagd of ik er inderdaad mee zou moeten stoppen zolang het nog goed gaat. Ik wil voorlopig nu nog wel weer een tweetal jaren doorgaan. Het ligt er natuurlijk ook wel een beetje aan hoe het straks gaat". Antoon Hoogervorst („Iedereen kent me als Toon, hou het daar maar op") is in de Teylingen-formatie de speler die het langste meedraait. Die zij het toen nog niet als vaste keus voor de opmerkelijke op mars vanuit de afdelings tweede klasse ook nog het dieptepunt mee maakte: de degradatie naar die af deling. "Als 16-jarige speelde ik mijn eerste wedstrijd in het eerste. Ge heel onverwacht. Ik had al een wed strijd met de Junioren A gespeeld te- g-n LFC en moest toen later plotse ling ook met het eerste tegen St. Barnardus spelen". De opmars naar de tweede klasse van de KNVB is door Toon Hoogervorst daarna hele maal doorleefd. Zelfs het kampioen schap van de afdeling Leiden, ook al had hij dat Jaar door zijn militaire dienst niet gespeeld. "De kampioens wedstrijd tegen SVLV was ik er ech ter toch bij. Dat is alweer zo'n tien jaar geleden". Toon Hoogervorst is in al die Ja ren nauwelijks uit Teylingens top-1* ploeg weg te denken geweest. Toch is hij, die vaak als betrouwbare sluit post wordt aangemerkt, een keeper die eigenlijk bij gebrek aan beter, werd gekozen. Hoogervorst: "Er was gewoon weinig keeperstalent". Maar ook direct: "Ik dacht wel te kunnen zeggen dat ik in de loop der jaren ben gegroeid". De ontwikkeling van Hoogerveorst, kan met de ontwikkeling van de Teylingenploeg worden vergeleken. Hoogervorst: "Ik ben geen showman Toon Hoogervorst: "Iedere wedstrijd is nog steeds an ders." in het doel .Ik keep niet spectacu lair, maar wel degelijk. De routine is daarbij natuurlijk ook van be lang". Hoogervorst heeft zich naar een hoger niveau geknokt. "Ik moet het van hard werken heb ben. Ik doe ook altijd mijn best op de training. Ik span me in. Ik was ik weet het aanvankelijk altijd erg slecht in uitlopen en het onder scheppen van voorzetten. Daaraan heb ik hard moeten werken. Ik ben de laatste jaren duidelijk meer een lijnkeeper geworden. Men zegt een goede, maar ik wil daar direct bij zeggen dat Je soms zelf eigenlijk niet weet hoe je 'n van dichtbij ingescho ten bal hebt gestopt. Het is niet te beredeneren". Toon Hoogervorst zegt het meeste van De Weeger te hebben geleerd, de eerste van een serie van zes trai ners die hij de afgelopen Jaren bij Teylingen meemaakte. Na hem volgden De Wolf, Heinen, Van der Klugt, Poots en nu, alweer voor het derde seizoen, Hagenaar Lex Rijn vis. „Heft is moeilijk de trainers in goede en slechte te rangschikken. Met Poots is het niet best geweest. De sfeer was in die periode ook wel een beetje weg. We kwamen zelfs in ernstig degradatiegevaar. We moes ten een na-competitie spelen. De eer ste de bpste wedstrijd wonnen we toen gelijk met 5—1 van Alphen. Vier doelpunten van Henny Zoet. We ble ven in de derde klasse. En dat is eigenlijk nog maar twee jaar gele den". Teylingen start het nieuwe seizoen in de tweede klasse overigens met nagenoeg dezelfde formatie als waar mee het afgelopen jaar de promotie en het kampioenschap werd bereikt. Slechts Arie Jonker is er niet meer bij. Hoogervorst: "Tekenend ook wel voor de onderlinge band. Jonker is getrouwd en verhuisd en gaat nu bij Van Nispen spelen. Maar in zijn hart wilde hij wel blijven". En ver der over die sfeer: "Vroeger, in de periode dat ik uit de Junioren naar het eerste team overging, werd je als Jongere nauwelijks opgenomen. Nu ls dat wel degelijk het geval. Er is in de loop der jaren toch steeds een redelijke verjonging door gevoerd, ook al draaien spelers als Jan Boekei en Frank van Dam al erg lang mee". Toon Hoogervorst ziet de directe toekomst voor Teylingen in de twee de klasse niet somber in. "We waren al enkele seizoenen lang toe aan de promotie. We hebben in de KNVB- beker van eersteklassers gewonnen, we bleven in vriendschappelijke duels ook zeker gelijkwaardig aan tweedeklassers. Trouwens: ook in on ze jubileumserie enkele maanden ge leden werden we niet weggespeeld. Handhaven moet dacht ik dan ook geen moeilijkheden opleveren. En meer? Er wordt in ieder geval weer fanatiek getraind. De inspiratie is er nog steeds. Ook bij de ouderen, die de opkomst helemaal of voor een groot deel hebben meegemaakt. Voor mijzelf is iedere wedstrijd ook nog steeds anders. En daardoor plezie rig". meestal aan ASC voorbij. Kijk, een ASC-er is iemand die relativeert. Als je wint is het mooi, maar als dat niet gebeurt schiet Je er niet het le ven bij in. Dit soort relativerende overwegingen tref Je bij de meeste clubs niet aan". Bobby Logger: "ASC telt te veel individualisten en te weinig water dragers. Om hogerop te komen zijn opofferingen nodig en die zijn bij ons min of meer in het vergeetboek geraakt. Als bij ASC iemand fanatiek steeds op de training komt. dan valt- ie op". (Die laatste opmerking brengt weer dat schone verhaal in de herinnering het is overigens wel wat belegen trainde. Hij bediende zióh échter van een andere taal dan de spelers en dan hebben ze hier nog al snel de neiging om te zeggen: Joh, spreek je moederstaai Er was dus een taalbarrière. Hij werd niet geaccepteerd en door hem zijn sommige spelers vertrokken", (Ge rard van Beek, Ruud van der Voort en Hans Bisschop®). Tóén koos men Zuma. Die beheerste amp^r de Nederlandse taal en was zeker niet geschikt voor zijn taak. Dat gaf dus eenzelfde probleem. Het bestuur had daarmee twee maal een verkeerde keus gedaan en daarbij de opbouw van Spiers onderbroken". Om te verduidelij ken, wat de veranderingen spel- technisch tot gevolg hadden, gaat hij verder: "Lisse was altijd een sterke derdeklasser. Op een be paald moment wilde het bestuur draswsch gaan verjongen. Dat is gebeurd, maar Spiers wilde wel in elke linie een sterke oudere speler hebben, die zijn routine op de Jeugd kon overbrengen en hen in het veld kon opvangen en bege leiden. Hij wilde dus ongeveer drie persoonlijkheden in zijn elftal en zoiets zal 't komende seizoen ook gebeuren. Dat ging goed totdat hij wegging. Toen Kenty kwam is 't fout gegaan. Er kwam een te- drastische verjonging. Je had 'n onervaren team. De oudere spelers konden het toen overigens toch goed vinden met de Jeugdspelers, ook al twijfelde het bestuur daar wel eens aan, maar dat vond ik kortzichtig". van de ASC-back, die een heel aparte opvatting had over het op zijn shirt prijkend nummer "1": hij ver scheen precies éénmaal per seizoen op de training. Jeugd De conclusie uit beide opmerkingen is duidelijk: in ASC ga Je niet in de eerste plaats voetballen om hoger op te komen. Dat wordt nog eens duidelijk gestaafd door een opmer king van Logger over de roodzwar te Jeugd: "Uit de Jeugd van ASC, dié toch wel groot kan worden ge noemd, is de laatste Jaren maar wei nig voortgekomen. Een jaar of vijf, zes geleden versloeg de b 1 van ASC bijvoorbeeld een ploeg als Rooden- burg met forse cijfers. Een aantal van diezelfde Roodenburgers zit nu in het eerste, maar de ASC-ers. Bij de hooggeroemde sfeer bij ASC zet zowel Oppenheimer als Log ger een klein vraagtekentje. Natuur lijk, het kan er gezellig zijn, maar het afgelopen seizoen was er wat dat betreft toch bepaald niet één om over naar huis te schrijven. Logger vindt trouwens dat het ver enigingsleven zo langzamerhand da nig wordt geschaad door het feit dat ASC gesplitst is over twee terrein- complexen (De Kempenaerstraat en Pomona). "Het is zo op het eerste gezicht erg aardig om een 'eigen veld te bezitten, maar wat heb Je er nu precies aan als het klein is en er maar een paar elftallen op kunnen. De spelers van het derde tot en met het achtste spelen zelden of nooit aan de Kempenaerstraat. Ze voetbal len op Pomona en de meesten gaan daarna naar huis. Die komen niet zo gauw in de kantine en het vereni gingsleven dreigt op die manier aan hen voorbij te gaan". Wat hem betreft mag ASC zó ver- Huizen naar een veldencomplex waar allen weer tezamen komen. Of die mening door ieder lid wordt gedeeld, moet worden betwijfeld Er lopen immers enige ASC-ers rond die als de tijd daar is gaarne zouden zien dat zi. aan De Kempenaerstraat ter aarde werden besteld. Terug naar de voetballerij. Het afgelopen seizoen is voor ASC bedroevend verlopen. In de gewone competitie was de doelpuntenproduk- tie van de voorhoede uiterst mager tjes, maat hield de defensie de ploeg nog jmgszins overeind. In de de gradatiecompetitie ging t precies an dersom: de voorhoede kogelde af en toe ferm raak en nu bleek de verde diging plotseling te zijn aangetast, door de bacil die zwakte en beve righeid verspreidt". De samenwerking tussen ASC en trainer Van der Horst in het voorbije seizoen schijnt niet bepaald vlekke loos te zijn geweest, om het maar zachtjes te zeggen. Oppenhéimer en Logger voelen er weinig voor al te zeer uit te weiden over de narigheid van de vorige competitie. Wat koop Je tenslotte voor het uit de sloot halen van oude koebeesten? Oppenheimer wil allam kwijt dat "de mentaliteit bij ASC het laatste jaai zwak was en dat is iets dat komend seizoen per se anders moet". Bobby Logger geeft een ietsje meer prijs: „Van een tramei moet een stimulans uit gaan. Daar was te weinig van te mer ken. Als het weer slecht was dan zei hij nogal eens: laten we maar niet trainen. En Juist op zó'n moment had nij moeten zeggenvóóruit. Om aiies terug te voeren op Van der Horst zou echter even goedkoop als onjuist zijn. En dat beseffen Op penheimer en Logger ook wel. In het komend seizoen moet ASC trach ten de weg omhoog weer in te slaan. Chris Oppenheimer kent de rood zwarte hebbelijkheden en onhebbelij heden van haver tot gort, want van zijn achttiende Jaar ai speelde hij, met een aantal onderbrekingen voor het eerste elftal. Vol goede moed is hij begonnen aan de traaning, al doet het hem wel een beetje pijn niet zelf meer te kunnen voetballen Hij ziet het nu als zijn t«»ak >m de animo voor ie rraining op te 'oeren en het lastige, niet zo eenvoudig te inspi reren otoegje krachtig >c te peppen. "Je ku it er niet ineens als eer mi litair voor gaan staan; het zal van beide kanten moeten komen" zegt hij er au van. De cijd zal leren wat uet oplevert. LISSE Eén van de vele manieren om voor een nieu ringen aan te brengen is een zgn. fouten eliminatie. Anal vorig seizoen of in een nog verder verleden gemaakt zi; essentiële veranderingen aan. Frans van Gerwen lijkt in talbegeleider ook die weg te willen bewandelen. Toen voor Sportclub Lisse hal verwege het afgelopen seizoen de degradatie steeds duidelijker in zicht kwam en er nog weinig ver trouwen was in een goede afloop van het voetbaljaar 1973—'74, werd Frans van Gerwen door het bestuur benaderd om de taak van elftalbegeleider op zich te nemen. Van Gerwen stemde toe en na 'n korte tijd ontspannen in een van de lagere elftallen, was hij als oud eerste elftalspeler weer terug in de sfeer rondom dat eerste elftal. Sportclub Lisse zag zich pas in de laatste wedstrijd gevrijwaard van degradatie en daarin had Frans van Gerwen eigenlijk niet zo bijs ter groot aandeel. Een communi catiestoornis met trainer Zuma en daardoor een gebrek aan be wegingsvrijheid maakte het afge lopen seizoen voor hem all spoedig een verloren zaak. Door Piet van Dam Het bestuur gaf hem inspraak bij de samenstelling van het eer ste elftal, maar trainer Zuma voel de zich niet geroepen deze in spraak te accepteren. Het gebeur de ook niet. Van Gerwen kon slechts eisen dat de training ver plicht gesteld werd. Het geschied de. Hij"Want het gebeurde, dat een speler, die niet kwam trainen op gesteld werd. We hadden nooit 'n constant team en daar wilde ik verandering in aanbrengen. Van degenen, die kwamen trainen moesten de besten opgesteld wor den in het eerste elftal. Maar er was een communicatiestoornis tus sen Zuma en mij. Van het bestuur kreeg ik volledige inspraak bij de samenstelling van het eerste elf tal, maar Zuma accepteerde dat niet. Daarom ben ik na een paar weken ook al gaan werken aan 't volgende seizoen. Dan heb ik wel inspraak bij de samenstelling van de elftallen, hoewel Spiers (als trainer terug in Lisse) „natuurlijk wel de laatste stem in het kapittel heeft. Wij hebben volgend Jaar toch voldoende bewegingsvrijheid. Wij hebben bedongen, dat wij 'n half jaar vrij mandaat hebben. Dat is gewoon nodig. Het bestuur moet natuurlijk wel een klein beetje recht hebben om in te grij pen, voor het geval er al te grote hiaten zouden ontstaan". Zuma was een van de twee trainers, die Spiers opvolgde en het werk, waaraan deze was begonnen, moest afmaken. De ander heette Kenty. Zij beide faalden, ook al had Lisse in de periode vooraf gaande aan hun komst geen pro motie bewerkstelligd. Van Gerwen: "Twee Jaar gele den is Spiers weggegaan. De spe lers konden goed met hem op schieten en wat belangrijk was, hij had de Jeugd opgeleid. Onder zijn leiding bereikte het eerste jeugdteam de regionale Jeugdaf deling. Toen heeft het bestuur Kenty aangesteld. Dat was een ingenieur, die in zijn vrije tijd LEIDEN Er zijn van die clubs die je met een nimmer fa lend respect blijft volgen op hun grillig pad door voetballand. Het zijn van die mooie, uiterst bejaarde verenigingen die het niet te verwoesten aureool van vroegere glorie om het hoofd dragen. En al moet je voor hun meest roemruchte wapenfeiten vaak teruggaan tot in de tijd van de paardetram, al zijn ze tot grote diepte in de KNVB gezonken, je blijft er over spreken, zoals over wijn van een gerenommeerd jaar. De sfeer in die verenigingen is vaak heel apart, hoewel de moderne tijd ook in deze bolwerken van ami- caliteit de nodige slijtplekken heeft achtergelaten. Iedereen weet nu wel wat voor clubs hier bedoeld zijn: HVV, Quick, Koninklijke HFC, HBS Hercules, UD en nog zo wat gelijk gestemde zielen. Onder hen behoort stellig ook het Leids/Oegstgeester ASC. Een heel markante club, waar van de historié hier zeker niet zal worden uitgedragen, want dan kom Je onherroepelijk terecht bij die 31 tegen Feyenoord in de vrolijke Ja ren twintig en dat is de bedoeling niet. Door Ruud Paauw ASC verkeert al Jaren in de lagere regionen van de KNVB. Een seizoen of wat geleden dreigde de ploeg zelfs daaruit te tuimelen. Met nog maar VOETBAL Foto's Jan Holvast enkele wedstrijden voor de boeg en een tamelijk hopeloze achterstand bengelden de roodzwarten onderaan de ranglijst. In dit blad schreef ik toen een stukje, waarvan de strek king was: "ASC is op begraven na dood". Het zette gelukkig nogal wat kwaad bloed. En zie: ineens stond De Kempenaerstraat bol van de myste rieuze krachten, uit de spelonken van de historie kwamen krachten vrij die ASC de reddende hand bo den. Zo hoort het ook. Even volgde daarna een kleine opleving. Het der deklasserschap werd zelfs veroverd. Maar het vuur doofde snel. Vorig seizoen gleden de roodzwarten on nodig de vierde klasse weer in. Ach Ja, ASC is een bijzonder kind, dat is het. Levensgenieters Hoe komt het nu toch, dat zo'n ver eniging de weg omhoog maar niet kan vinden? Het enkele Jaren terug overleden ASC-lid Burggraaf, dat uiterst snaaks over zijn vereniging kon vertellen, heeft mij eens voorge houden waar de schoen wrong: "ASC bestaat in de eerste plaats uit le vensgenieters en daarna pas uit voet ballers. Verder hebben wij allen 'n hoge graad van eigenwijsheid bereikt. Met zulke mensen is het goed toe ven, maar Je maakt er geen kampioe nen mee". En een ander lid bevestig de dat met de krasse mededeling: "Het enige dat een ASC-er bereid is van een clublid aan te nemen is... een glas. Gevuld natuurlijk". Een gesprerk daarover met Chris Oppenheimer (31), die op dit mo ment bij ASC de training leidt, en Bobby Logger (25), die al op zijn zeventiende Jaar het eerste van ASC binnenliep. Oppenheimer: "Ja, ik kan niet ont kennen dat het imago van ASC een zekere luchthartigheid uitstraalt. En dat betekent dat Je ook spelers aan trekt die luchthartig zijn. Daar ont kom Je niet aan. De echte eerzuch- tigen krijg Je niet gauw, die stappen Chris Oppenheimer (links) en Bobby Logger doorgewinterde ASC-ers

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1974 | | pagina 9