LEESVOER VOOR DE FIJNPROEVER
Keiler pikt
de rozijnen
uit pap van
Herodotus Boekje over onszelf
Ikebana, Japans
bloemschikken
Humor
van
Simon
Boeiende selectie
uit poëtisch werk
van Jos Vandeloo
Schrijvers
portretten
uit de HP
Uit het Sagenland
voor winteravonden
ZATERDAG 3 AUGUSTUS 1974
PAGINA 19
Vertederende
en kolderieke
verhalen over
de hond King
Titel: Fondueboek voor de fijn
proever. Auteur Ilrich Klever. Uit
geverij C- A. J. van Dishoeck.
Prijs: f 12.90.
Ulrich Klever ls een man die
weet wat lekker etein 4s en wie in
zijn nieuwste boekje bladert krijgt
dan ook onmiddellijk zin eens
lekker te gaan eten. Maar met 't
oog op het calorieën-aantal zul
len we maar een beetje voorzich
tig zijn en niet 't eerst lekkerste
waar je natuurlijk het dikst van
wordt) recept snel gaan klaar
maken. Want fondue eten is een
gezellige maar vooral smakelijke
bezigheid. Zeker als Je het boekje
van Ulrich Klever daarbij als
gids door fondueland neemt. Fon
due is een voortbrengsel van
Frans-Zwitserland. Als men in
Genève Lausanne of Neurenberg
een gast wilde onthalen of het
weerzien met oude vriende wilde
vieren, dan zette men de fondue-
pan op. Kaasfondue wel te ver
staan, want pas na de Tweede We
reldoorlog heeft vleesfondue de
weg naar de tafel gevonden. Op ba.
sis van kaas alleen al verzamelde
Ulrich Klever in dit boek 50 re
cepten.
Naast de recepten geeft hij tips
voor lekkere hapjes bij de kaas
fondue en wat u moet doen als 't
mis dreigt te gaan. Maar fondue is
meer dan kaas alleen eigenlijk
kun Je alle vleessoorten, rund
vlees, lamsvlees, varkensvlees, vis
en kip tot een fondue verwerken.
Ook deze recepten bracht Ulrich
Klever in een hoofdstuk dat veer
tig bladzijden dik is bij een maar
dan weet u er ook behoorlijk wat
van. Fondue als dessert is voor Ne
derland eigenlijk een beetje
nieuw. Voor liefliebbers van cho
colade is het echter de moeite zich
eens te wagen aan een van de cho-
colade-fondue's uit dit boek. Voor
zijn honderdveertig bladzij
den tellende boek te besluiten
met informatie over fondue appa
raten, geeft Klever nog eventjes
vijftig sausrecepten. Een boekje
voor smulpapen
niet op een calorietje hoeven te
kijken.
Moet u dat toch, schaf dan het
"caloriekompas, het dunboek van
voor de lijn zoals Ulrich Klever 't
noemt maar aan (ook een uitga
ve van Van DiShoeck (f4.90), dan
kunt u tenminste bijhouden hoe
veel u teveel heeft gegeten.
Titel: "Onder Nut gerechten uit
uw diepvriezer". Auteur Audrey
Ellis. Uitgeverij Helmond. Prijs:
f 12.50.
De vrieskist op diepvriezer is in
een aantal huishoudens een ge
woon verschijnsel. Wat vroeger de
wekflessen waren, is nu de vries
kist. Maar een vrieskist heeft veel
meer mogelijkheden dan het goed
bewaren van de groenten uit eigen
tuin of het voordelig ingekochte
fruit. Als Je een diepvriezer hebt
kun je om maar eens een voor
beeld te noemen het diner voor
kerstmis al in september gaan
klaarmaken.
Als het eenmaal zover is hoeft de
zaak alleen nog maar ontdooid te
worden. Aan invriezen kun Je
maar niet klakkeloos gaan begin
nen. In het boek van Audrey El-
lis, die zelf het gemak van zo'n
diepvrieskast heeft ondervonden
worden de beginselen van het in
vriezen bijgebracht, een werksche
ma voor het serveren van diep
vriesmaaltijden, zodat niemand
bevroren lamsbout hoeft te eten.
Dan gaat ze verder naar het
simpele broodbakken tot het brui
loftsmaal. Om het boek te com
pleteren wijdt re ook nog een pa
gina aan dranken bij de maaltijd
en besluit met tafeldekken en nog
wat menu-tips. Echt, een diep
vriezer heb Je niet nodig om ple
zier van dit boek te hebben.
TitelOvengerechten. Auteur
Elisabeth Sewell. Uitgeverij Hel
mond. Prijs: f12 50.
Van over de hele wereld van
daan verzamelde Australische Eli
sabeth Sewell recepten speciaal
voor mensen die een optimaal ge
bruik willen maken van de oven.
Vooral met de veelheid van vuur
vaste schotels is dat voor niemand
een probleem meer.
De gerechten kunnen zo uit de
oven op tafel worden gebracht.
Voor degenen die nog maar wei
nig "kookgerei voor de oven heb
ben" heeft ze een hoofdstukje ge
wijd aan vuurvaste schotels, zo
dat die keus aangepast aan
budget weinig problemen zal op
leveren. Het boekje is verdeeld in
zes hoofdstukken, die ieder een
ander facet van het werken met
de oven belichten. Zo is er een ge-
titei "koken voor het hele ge-
Dit zijn schotels die gemakkelijk
kunnen worden aangepast als er
toevallig eens een vriendje of
vriendinnetje blijft mee eten. Ook
aan de mensen met een smalle
beurs is gedacht, al komt in dit
soort recepten wel erg veel lams
vlees voor dat in Australië merk
waardig goedkoop is. Het aan
trekkelijkste is eigenlijk het laat
ste hoofdstuk waarin iedereen de
vakantie weer even kan laten her
leven of dat nu bij de Griekse
moussaka is of Irish stew.
HENRIETTE V.D. HOEVEN.
niluws6^6 ereuv;r h/i beg,in onzer jaa™g
nieuwsgierige Griek Herodotus als een soort "all round"-jour- consulaten) hebben naast de toeristi-
nalist door de toenmaals bekende wereld en noteerde later alles sche informaties
wat hij toen zag en hoorde in zijn nog altijd beroemde "Histo- genwoordig °°k
riën".
land te-
boekje dat "The
Dutch today" heet. Het boekje is ge
schreven door Frank E. Huggett, een
Engelsman notabene, die jarenlang
Nederlands heeft gestudeerd en al
een boekje over Nederland heeft ge
schreven, een Jaar of drie geleden.
"The Dutch today" is een in het En
gels geschreven boekje en voor veel
Nederlanders (dus?) niet al te toe
gankelijk. Maar degenen die het
graag willen hebben, kunnen het aan-
Het boekje is verlevendigd met een
fors aantal tekeningen van Jenny
Darencord; erg leuke en vlotte pen-
schetsen.
De tekst zelf is goed en Juist. Helder
gesteld, veel informatie en eindelijk
eens een keertje up to date. (We
hebben tenslotte een engelstalig
werkje voor ons.
De eerste zin die Huggett schrijft
is waarschijnlijk de mooiste en bes
te: "The Netherlands is a country of
constant contrasts and contradic
tions". Vaderlandsgetrouwen worden
daarop wat kriebelig, maar het is
wel zo. Gewoon hoe we zijn, wat we
doen en op welke manier; het staat
allemaal te lezen. Er wordt zelfs
uitgelegd wat verzuiling is, wat voor
politieke partijen we hebben. Als Je
zelf eens aan een buitenlander hebt
proberen uit te leggen hoe we dat
doen hier, schiet je onmiddellijk in
de lach. Huggett weet het in een en
kele bladzijde te klaren. En duide
lijk.
Terecht heeft de Romein Cicero
hem later de eretitel "vader der
geschiedenis" meegegeven. En dat
niet zozeer omdat zijn werk door
spekt Wfis met boeiende verhalen (die
het zelfs nu nog "doen" op te tele
visie, zoals de geschiedenis van de
gouddiefstallen uit de schatka
mer van een Egyptische koning),
maar meer nog omdat hij zijn gege
vens gegroepeerd en in onderling ver
band gebracht had.
Bij La Rivière en Voorhoeve in
Zwolle is nu een vertaling versche
nen van een van commentaar voor
ziene bloemlezing, die de Duitse
auteur Werner Keller uit de "Histo
riën" samenstelde en die de titel
kreeg "Hier stond zelfs He-
rodotuspaf (prijs f 24,50).
Maar Keiler beperkt zich voorname
lijk tot de "merkwaardige en grie
zelige, erotische en komische verha
len" uit het werk van Herodotus en
de vraag rijst of dit procédé toelaat
baar is. Keiler geeft in hoofdzaak
dat, wat bij Herodotus als smeuïge
illustratie wordt geboden: de Duit
ser pikt de anecdotische rozijnen uit
de historische pap van de Griek. Het
resultaat ls natuurlijk vlot leesbaar,
maar laat het boek van Herodotus
slechts ten dele recht wedervaren.
Aan de andere kant kan men zeggen,
dat Keilers werk wel degelijk zijn
verdienste heeft, omdat het de be
langstelling voor het totale geschrift
van Herodotus aanwakkert. Beter "n
half el (héél smakelijk!) dan een le
ge dop, beter énige kennis van He
rodotus' Historiën dan helemaal géén
kennis. Wie overigens, na lezing van
Keilers ooek, de volledige Historiën
van de Griek wil lezen, neme de uit
stekende vertaling van dr. Onno
Damsté ter hand.
Samenvattend: Keilers boek (Ne
derlandse bewerking van drs. M. R.
J Hofstede) is uitermate fascine
rend. "Een stukje grijs verleden
wordt tot leven gebracht" zoals hij
zelf in het Woord vooraf opmerkt. En
de tekenaar Roland Kohlsaat droeg
het zijne bij door 24 knappe, leven
dige en vaak guitige pentekeningen,
die de woorden van Herodotus op
aantrekkelijke wijze ondersteunen.
Al met al een charmant boek, dat
men slechts met moeite terzijde
legt.
Wie zich, voor of na lezing van He
rodotus, in de cultuur der Grieken
wil verdiepen, leze het boek van
prof. dr. H. D. F. Kitto: "De
Griecsebeschav'ng, "(z
de druk. uitgave De Haan. Bussum),
dat in een paar honderd bladzijden
het wezenlijke van die beschaving
schildert (vertaling dra S. S. Mooy-
Valk).
Bij Flsevier (Amsterdam/Bras-
selverscheen "Verhalen uit
de Oudheid" (f 12.50) van de
hand van dr. M. A. Schwartz, een
verzameling fragmenten van be
roemde Griekse en Romeinse schrij
vers als Homerus. Herodotus. Thu-
cvdides, Plutarchus. Cicero, Plinius,
Ovidius. Petronius, Livius en Taci
tus. De samensteller zorgde voor uit
stekende inleidingen en toelichtin
gen. Dit boek, dat eerder als twee
delige pocket verscheen onder de
titel "Vertellingen uit Hellas en Ro
me". vormt een voortreffelijke aan
vulling op de grote lijnen van het
werk van prof. Kitto.
Wie belangstelling heeft voor
Griekse heldensagen (en
die belangstelling is gelukkig
groeiende ook onder hen die geen
"klassieke opleiding" hebben geno
ten) kunnen terecht bij prof. dr.
Karl K^renyi, die ook een boek over
de godensagen schreef. In het eerste
gedeelte van dit boek (uitgave De
Haan, Bussum, tweede druk) komen
de sagen omtrent Perseus, Tantalos,
Sisyphos, Oedipus e.a. aan de orde;
in het tweede gedeelte staat de
schrijver uitvoerig stil bij de beroem
de twaalf werken van Herakles; In
het derde gedeelte wordt voorname
lijk aandacht besteed aan de ver
halen over de Trojaanse oorlog. Rl.
Wie een Japans huis betreedt,
wordt getroffen door de "leegte" van
de kamers. Hebben wij, westerlin
gen, de neiging alles "vol te stoppen"
(al heeft de moderne woonstijl daar
in wel enige verbetering gebracht),
in Japan triomfeert de "ruimte" en
is één enkel siervoorwerp van allure,
op een in het oog vallende plaats, vol
doende om de kamer te "vullen". Te
gen deze achtergrond dient men ook
de kunst van het Japanse bloemen-
schikken, "ikebana", te zien. Ner
gens kwantitatieve overdaad: weinig
maar select.
Het zou goed zijn geweest als de hier
genoemde achtergrond, al was het
maar in een paar regels, vermeld zou
zijn geweest in het zo Juist bij Zomer
en Keuning, Wageningen, versche
nen boek "Ikebana in woord en
beeld", van de hand van Norman
Sparnon, beschouwd als de meest
vooraanstaande Ikebana-meester
van de westerse wereld, en vertaald
door mevrouw I. E. Knook-Teding
van Berkhout, erkend deskundige en
o.m. oprichtster van de Nederlandse
Ikebana Club.
Hoe dit zij, dit voortreffelijke boek
(prijs f 19.90) met zijn 170 foto's
waarvan zestien op volle pagina's in
prachtige kleurendruk geeft in
woord en beeld een goed inzicht in de
steeds populairder wordende kunst
van bloemenschikken-in-Japanse-
stljl. In 23 lessen wordt ruime aan
dacht besteed aan de toonaangeven
de scholen op dit gebied: moribana,
morimono, uki-bana, nageire, shoka
en rikka.
In een periode van vele eeuwen
hebben de Japanners deze kunst tot
steeds groter verfijning gebracht.
Niet aileen de opmerkelijke sober
heid van het materiaal, maar ook de
verrassende combinaties maken die
pe indruk, zoals van een takje treur
wilg en rode tulpen: van den, bamboe
en gele rozen; van wilgekatjes en
camelia's.
Overigens wordt in de inleiding
terecht gezegd, dat dit boek wel richt
lijnen geeft, maar niet bedoeld is om
de schikkingen klakkeloos te imite
ren. Zij dienen als voorbeeld voor
een bepaalde stijl of variatie, die men
dan van inheems materiaal moet
zien op te bouwen in een daarvoor ge
schikte vaas. bak of kom. "Zo krijgt
het werkstuk een eigen, individueel
karakter, wat grote voldoening
geeft".
Inderdaad, ikebana op deze wijze
beoefend is in de hoogste mate crea
tief. De belangstellende wordt daar
bij niet alleen geholpen door de fo
to's, maar ook door de tekst, met ver
melding van materiaal en container.
Wie zich in deze kunst verdiept, kan
met betrekkelijk eenvoudige hulp
middelen ongewoon fraaie resultaten
bereiken, waarvoor dit boek een uit
nemende handleiding vormt.
C. J. ROTTEVEEL
Verder is er nauwelijks informatie
over tulpen en molens. Daar moeten
we blij om zijn, want wij weten toch
ook dat er in Spanje niet dagelijks
stieren worden bevochten, dat de
Fransen niet constant de liefde be
drijven en de Britten ook wel eens
geen thee drinken? Nou dan.
PAUL WOLFSWINKEL
Simon Carmiggelt. Tussen twee stoe
len. De Arbeiderspers, Amsterdam.
"Hij behoorde namelijk tot de onver-
delgbare stam van tafelredenaars die
Jokken als ze beloven het kort te zul
len maken en die de waartieid spre
ken als ze uitroepen: Ik ben geen
spreker" (uit'Tn het publiek").
"Het blonde jongetje was de dokters
wachtkamer binnengetrippeld met zij
opa-althans aan de hand van een In
die mate aan hem vermaagschapte
hoeveelheid geteisterd mensenvlees"
(uit "Kinderen").
"Welke gek zou toch bedacht hebben,
dat de morgenstond goud in de mond
heeft? Ik voor mij heb er nooit meer
in aangetroffen dan tandsteen en
een hoop geïrriteerde zenuwen" (uit
"Een werkdag").
"Van een mateloze arrogantie is ver
volgens de kameel- een dier, dat op
de laatste scheppingsdag werd ge
maakt van stukjes, die tóch over wa
ren. Hij toont onder de pony van een
barmeisje de solemnele gelaatsuit
drukking van iemand die uit goede
bron heeft vernomen dat hij bij de
volgende lintjesregen ook in de drup
zal staan. Er is iets stompzinnig re
delijks op het gezicht van een kameel,
iets van vele kanten onderscheiden,
maar nooit een samenhang. Sommi
ge mannen zien er zo uit. Hun vrou
wen lopen weg maar behouden voor
het leven de zuigende herinnering
aan zijn goedheid" (uit "Vrije tijd").
Verwacht van Simon Carmiggelt
geen scherpzinnige visie over de de
fensienota "Om de veiligheid van het
"Geef mij maar 'n hond" Auteur
P. C. Koolhoven Uitgeverij
So.heltens en Giltay, Den Haag
Zoals een jonge moeder haar kind
aanprijst als de mooiste en de liefste,
en wat kribbig wordt als de buur
vrouw van haar kind hetzelfde durft
te beweren, zo weet bijna elke hon
denbezitter zeker dat zijn hond de
uniekste is. Een hond die voor een
buitenstaander niks bijzonders lijkt,
kan zijn baas tot de opperste ver
rukking brengen door een oogopslag
of een kwispel bij de voordeur.
Het boek van P. C. Koolhoven, die
bij de radio bekend werd door zijn
"Dierenkwartier" op zaterdagoch
tend, is dan ook duidelijk gericht op
de hond van de auteur zelf. Niet dat
dat voor de lezer storend hoeft te
zijn, integendeel. Want eigenlijk is
het zalig om te lezen dat die hond
(King, heet hij) óók allemaal van
die malle streken uithaalt en er pre
cies diezelfde eigenwijze statigheid
op na houdt als uw eigen hond.
Als uitgesproken hondenliefhebber
heb ik zitten smullen van dit prach
tige werkstuk van Koolhoven. Het is
geschreven in een lekker-overdreven
proza, en geeft juist die sfeer aan
van "mens en hond, vriendjes onder
elkaar". Wanneer er tussen die twee
tenminste een echte relatie is, die
niet beperkt blijft tot een toevallige
ontmoeting in huis en een kort om
metje als het eens niet regent.
Het boek is verdeeld in allemaal
kleine stukjes. Sommige zijn verte
derend, sommige zijn volslagen kol
deriek en de meeste liggen er zo'n
beetje tussen in. Iedereen die van
honden meent te houden zou zich
bijna verplicht moeten voelen, dit
boek in huis te halen. Iemand die
een hekel heeft aan het blaffende
volkje, moet dit boek beslist niet le
zen: hij zou zich maar ergeren aan
het feit dat Koolhoven zijn hond ve
lerlei menselijke eigenschappen toe
dicht. Wij, hondenliefhebbers, weten
gelukkig beter. Nietwaar?
ELISABETH TOLENAAR
bestaan". Die was er trouwens nog
niet in 1961, toen "Tussen twee stoe
len" voor het eerst werd uitgegeven.
Een verzameling verhalen, die hij
zo'n 25 Jaar geleden schreef. Hij was
toen nog geen opa, maar dronk wel
veel (nu niet meer) en was ook toen
al een beschrijver van Het Leven, de
kleine tragedies waar Je om mag
lachen. En ook toen waren zijn
vergelijkingen even absurd als Juist.
In een stijl, die hier en daar wat wil
der is tenopzichte van de pennevruch-
Jos Vandeloo. Met een bloem tussen
m'n tenen. Gedichten 1955-1973. NV
Sciptoria, Antwerpen.
Jos Vandeloo, één der belangwek
kendste auteurs bij onze zuiderbu
ren, heeft met de bundel "Met een
bloem tussen m'n tenen" een boeien
de selectie gemaakt uit zijn poezië
vanaf z'n debuut tot heden. Het is
een keuze geworden uit de bundels
"Speelse parade" (1955), "Woorden
met doofstommen" (1957), "Wachten
op het groene licht" (1959), "Zeng'
(1962) 'Dadels voor een vizier"
(1965) en "Copernicus of de bloemen
van het geluk" (1967). In deze verza
melbundel zijn bovendien enkele
nieuwe gedichten opgenomen, die
nog niet eerder in boekvorm versche-
"Met een bloem tussen m'n tenen"
geeft een duidelijk te volgen ontwik
keling te zien van een man die eer
der bekend is geworden door zijn ro
mans en novellen dan door zijn
dichtkiuist. Aan poezië is er niet zo
bar veel van zijn hand verschenen.
Opmerkelijk in die ontwikkeling is de
systematiek van het bondige zoals
Vandeloo die volgt in zijn eerste ge
dichten tegenover de brede samen
hang van de dichtregels in zijn la
tere werk. Aanvankelijk volstaat hij
met slechts enkele woorden, die aan
symboliek en emotie meer bevatten
dan dezelfde woorden in de context
van zijn huidige gedichten. Daarbij
is er ook een duidelijk verschil in be
tekenis. Uit zijn eerste werk spreekt
ten, die ook thans nog dagelijks in
Het Parool verschijnen - maar dat
zit hem natuurlijk in de leeftijd.
Carmiggelts boeken zullen altijd
een weerspiegeling van de kleine lot
gevallen van de anti-held - U en ik -
blijven. Wie het vermogen heeft om
in te zien welke humor het leven van
alledag biedt, moet zich "Tussen twee
stoelen" aanschaffen - het boek is
opnieuw uitgegeven, in de zevende
druk.
JOHN KROON
een zeker nonconformisme, terwijl hij
zich in zijn Jongste gedichten duide
lijk engageert met het functioneren
van de mens en de maatschappij. Wat
dat laatste betreft is bijzonder type
rend het gedicht "Een gedicht schrij
ven", waarin hij zich machteloos
toont tegenover het onbegrip van de
mens voor de ellende in de wereld en
hij beslüt met deze, tamelijk cyni
sche strofe
Intussen gaat alles goed in België
de voetbalcompetitie is weer bezig
de chemische fabrieken breiden zich
uit
een nieuw stuk autoweg is openge
steld voor het verkeer
wij zijn een zielsgelukkig volk
WIM WIRTZ
Schrijvers Portretten uit de
Haagse Post. Elsevier Nederland
BV. f9.90.
"Wie zegt daar dat er in Nederland
weinig belangstelling voor letterkun
de, althans voor letterkundigen be
staat? Lezers zijn er blijkbaar wel"
schrijft oud-hoofdredacteur W. L.
Brugsma van het weekblad Haagse
Post in zijn inleiding bij het boekje
ontleent z'n "blijkbaar" aan de ver
koopcijfers. Want zodra "het week
blad een titelverhaal wijdt aan een
belangwekkende auteur, wordt er
een merkbare stijging waargeno
men in de verkoop van het desbe
treffende nummer. Een aardige op
lossing voor de financiële proble
men van HP. Maar dit terzijde.
Het boekje "Schrijvers Portretten"
is een soort bloemlezing. Het bevat
interviews en verhalen met en over
Nederlandstalige auteurs van wie
het merendeel een belangrijk aan
deel heeft gehad in het aanzien van
de litteratuur in de Jaren zestig, zoals
Claus. Hermans. Mulisch. Vestdijk,
en Wolkers. Daarbij zijn er ook
schetsen gemaaktt van Couperus en
Elsschot.
De portretteerders van wie de ver
halen in dit boekje zijn opgenomen
zijn Betty van Garrel, Jacob de
Groot, Eelke de Jong, Ischa Meijer
en Theun de Winter. Scribenten wier
schrijftrant MJ velen ongetwijfeld be
kend zal zijn in het ietwat bloeme-
rige, maniëristische penbeweginkje.
Zoals: "Zijn on-Hollandse natuur en
talent vallen slecht in de calvinisti
sche kluit-aarde" (Meijer en Van
Garrel over Mulisch), "Op badine
rende toon de exuberante geschiede
nis van stam en familie verhalend,
lijkt hij een gast in zijn eigen verle
den" (Meijer over Claus)
Een dergelijke stijl ls evenwel niet
fnuikend voor de totaalschets van de
geïnterviewde. Er ontstaan prettig
leesbare verhalen die de achter
grond van een aantal vaderlandse
auteurs helder naar boven tillen. In
het geheel van de litteratuur is dat
eigenlijk een onmisbaar element.
WIM WIRTZ
"Uit het Sagenland" Door
Nienke van Hichtum en Cor
Bruijn Uitgeverij Scheltens en
Giltay, Den Haag Prijs f29,75.
Vierhonderd bladzijden met 'n
ouderwets dikgedrukte letter:
een bron van verrukking voor de
liefhebbers van oude sagen. Een
werkelijk kostbaar boek, dat in
prijs nog best meevalt. Het bevat
meer dan honderd sagen uit Ne
derland, Indonesië en Suriname,
Europa en een verzamelhoofd-
stuk van de andere werelddelen.
De stijl is aangepast aan de in
houd: serieus en soms zelfs wat
breedsprakig. Dat ls dan ook, ge
loof ik, het grootste verschil met
den gewoon verhalenboek of een
sprookjesverzameling. Vooral
sprookjes dragen altijd iets licht
voetigs met zich mee, iets onge
compliceerds. Deze sagen zijn
vooral door die wat ernstige toon
weinig geschikt als kinderlitera
tuur, tenminste niet voor kinde
ren beneden de tien of elf Jaar.
Vroeger werden dit soort verza
melbundels nog al eens gebruikt
als lees-materiaal op middelbare
scholen. Het nadeel daarvan lijkt
me weer dat het véél te lang
zaam gaat en de meesten het
boek al uit hebben voor men in
de klas zover is. Nee, dit is ge
woon een meesterlijk boek voor
lange winteravonden, om met
rode oortjes bij de kachel in het
donkere verleden te verdwijnen,
aan de hand van Nienke van
Hichtum en Cor Bruyn, die van
deze bundel geen betere weerga
ve hadden kunnen maken.
ELISABETH TOLENAAR