LEESVOER VOOR DE FIJNPROEVER Keiler pikt de rozijnen uit pap van Herodotus Boekje over onszelf Ikebana, Japans bloemschikken Humor van Simon Boeiende selectie uit poëtisch werk van Jos Vandeloo Schrijvers portretten uit de HP Uit het Sagenland voor winteravonden ZATERDAG 3 AUGUSTUS 1974 PAGINA 19 Vertederende en kolderieke verhalen over de hond King Titel: Fondueboek voor de fijn proever. Auteur Ilrich Klever. Uit geverij C- A. J. van Dishoeck. Prijs: f 12.90. Ulrich Klever ls een man die weet wat lekker etein 4s en wie in zijn nieuwste boekje bladert krijgt dan ook onmiddellijk zin eens lekker te gaan eten. Maar met 't oog op het calorieën-aantal zul len we maar een beetje voorzich tig zijn en niet 't eerst lekkerste waar je natuurlijk het dikst van wordt) recept snel gaan klaar maken. Want fondue eten is een gezellige maar vooral smakelijke bezigheid. Zeker als Je het boekje van Ulrich Klever daarbij als gids door fondueland neemt. Fon due is een voortbrengsel van Frans-Zwitserland. Als men in Genève Lausanne of Neurenberg een gast wilde onthalen of het weerzien met oude vriende wilde vieren, dan zette men de fondue- pan op. Kaasfondue wel te ver staan, want pas na de Tweede We reldoorlog heeft vleesfondue de weg naar de tafel gevonden. Op ba. sis van kaas alleen al verzamelde Ulrich Klever in dit boek 50 re cepten. Naast de recepten geeft hij tips voor lekkere hapjes bij de kaas fondue en wat u moet doen als 't mis dreigt te gaan. Maar fondue is meer dan kaas alleen eigenlijk kun Je alle vleessoorten, rund vlees, lamsvlees, varkensvlees, vis en kip tot een fondue verwerken. Ook deze recepten bracht Ulrich Klever in een hoofdstuk dat veer tig bladzijden dik is bij een maar dan weet u er ook behoorlijk wat van. Fondue als dessert is voor Ne derland eigenlijk een beetje nieuw. Voor liefliebbers van cho colade is het echter de moeite zich eens te wagen aan een van de cho- colade-fondue's uit dit boek. Voor zijn honderdveertig bladzij den tellende boek te besluiten met informatie over fondue appa raten, geeft Klever nog eventjes vijftig sausrecepten. Een boekje voor smulpapen niet op een calorietje hoeven te kijken. Moet u dat toch, schaf dan het "caloriekompas, het dunboek van voor de lijn zoals Ulrich Klever 't noemt maar aan (ook een uitga ve van Van DiShoeck (f4.90), dan kunt u tenminste bijhouden hoe veel u teveel heeft gegeten. Titel: "Onder Nut gerechten uit uw diepvriezer". Auteur Audrey Ellis. Uitgeverij Helmond. Prijs: f 12.50. De vrieskist op diepvriezer is in een aantal huishoudens een ge woon verschijnsel. Wat vroeger de wekflessen waren, is nu de vries kist. Maar een vrieskist heeft veel meer mogelijkheden dan het goed bewaren van de groenten uit eigen tuin of het voordelig ingekochte fruit. Als Je een diepvriezer hebt kun je om maar eens een voor beeld te noemen het diner voor kerstmis al in september gaan klaarmaken. Als het eenmaal zover is hoeft de zaak alleen nog maar ontdooid te worden. Aan invriezen kun Je maar niet klakkeloos gaan begin nen. In het boek van Audrey El- lis, die zelf het gemak van zo'n diepvrieskast heeft ondervonden worden de beginselen van het in vriezen bijgebracht, een werksche ma voor het serveren van diep vriesmaaltijden, zodat niemand bevroren lamsbout hoeft te eten. Dan gaat ze verder naar het simpele broodbakken tot het brui loftsmaal. Om het boek te com pleteren wijdt re ook nog een pa gina aan dranken bij de maaltijd en besluit met tafeldekken en nog wat menu-tips. Echt, een diep vriezer heb Je niet nodig om ple zier van dit boek te hebben. TitelOvengerechten. Auteur Elisabeth Sewell. Uitgeverij Hel mond. Prijs: f12 50. Van over de hele wereld van daan verzamelde Australische Eli sabeth Sewell recepten speciaal voor mensen die een optimaal ge bruik willen maken van de oven. Vooral met de veelheid van vuur vaste schotels is dat voor niemand een probleem meer. De gerechten kunnen zo uit de oven op tafel worden gebracht. Voor degenen die nog maar wei nig "kookgerei voor de oven heb ben" heeft ze een hoofdstukje ge wijd aan vuurvaste schotels, zo dat die keus aangepast aan budget weinig problemen zal op leveren. Het boekje is verdeeld in zes hoofdstukken, die ieder een ander facet van het werken met de oven belichten. Zo is er een ge- titei "koken voor het hele ge- Dit zijn schotels die gemakkelijk kunnen worden aangepast als er toevallig eens een vriendje of vriendinnetje blijft mee eten. Ook aan de mensen met een smalle beurs is gedacht, al komt in dit soort recepten wel erg veel lams vlees voor dat in Australië merk waardig goedkoop is. Het aan trekkelijkste is eigenlijk het laat ste hoofdstuk waarin iedereen de vakantie weer even kan laten her leven of dat nu bij de Griekse moussaka is of Irish stew. HENRIETTE V.D. HOEVEN. niluws6^6 ereuv;r h/i beg,in onzer jaa™g nieuwsgierige Griek Herodotus als een soort "all round"-jour- consulaten) hebben naast de toeristi- nalist door de toenmaals bekende wereld en noteerde later alles sche informaties wat hij toen zag en hoorde in zijn nog altijd beroemde "Histo- genwoordig °°k riën". land te- boekje dat "The Dutch today" heet. Het boekje is ge schreven door Frank E. Huggett, een Engelsman notabene, die jarenlang Nederlands heeft gestudeerd en al een boekje over Nederland heeft ge schreven, een Jaar of drie geleden. "The Dutch today" is een in het En gels geschreven boekje en voor veel Nederlanders (dus?) niet al te toe gankelijk. Maar degenen die het graag willen hebben, kunnen het aan- Het boekje is verlevendigd met een fors aantal tekeningen van Jenny Darencord; erg leuke en vlotte pen- schetsen. De tekst zelf is goed en Juist. Helder gesteld, veel informatie en eindelijk eens een keertje up to date. (We hebben tenslotte een engelstalig werkje voor ons. De eerste zin die Huggett schrijft is waarschijnlijk de mooiste en bes te: "The Netherlands is a country of constant contrasts and contradic tions". Vaderlandsgetrouwen worden daarop wat kriebelig, maar het is wel zo. Gewoon hoe we zijn, wat we doen en op welke manier; het staat allemaal te lezen. Er wordt zelfs uitgelegd wat verzuiling is, wat voor politieke partijen we hebben. Als Je zelf eens aan een buitenlander hebt proberen uit te leggen hoe we dat doen hier, schiet je onmiddellijk in de lach. Huggett weet het in een en kele bladzijde te klaren. En duide lijk. Terecht heeft de Romein Cicero hem later de eretitel "vader der geschiedenis" meegegeven. En dat niet zozeer omdat zijn werk door spekt Wfis met boeiende verhalen (die het zelfs nu nog "doen" op te tele visie, zoals de geschiedenis van de gouddiefstallen uit de schatka mer van een Egyptische koning), maar meer nog omdat hij zijn gege vens gegroepeerd en in onderling ver band gebracht had. Bij La Rivière en Voorhoeve in Zwolle is nu een vertaling versche nen van een van commentaar voor ziene bloemlezing, die de Duitse auteur Werner Keller uit de "Histo riën" samenstelde en die de titel kreeg "Hier stond zelfs He- rodotuspaf (prijs f 24,50). Maar Keiler beperkt zich voorname lijk tot de "merkwaardige en grie zelige, erotische en komische verha len" uit het werk van Herodotus en de vraag rijst of dit procédé toelaat baar is. Keiler geeft in hoofdzaak dat, wat bij Herodotus als smeuïge illustratie wordt geboden: de Duit ser pikt de anecdotische rozijnen uit de historische pap van de Griek. Het resultaat ls natuurlijk vlot leesbaar, maar laat het boek van Herodotus slechts ten dele recht wedervaren. Aan de andere kant kan men zeggen, dat Keilers werk wel degelijk zijn verdienste heeft, omdat het de be langstelling voor het totale geschrift van Herodotus aanwakkert. Beter "n half el (héél smakelijk!) dan een le ge dop, beter énige kennis van He rodotus' Historiën dan helemaal géén kennis. Wie overigens, na lezing van Keilers ooek, de volledige Historiën van de Griek wil lezen, neme de uit stekende vertaling van dr. Onno Damsté ter hand. Samenvattend: Keilers boek (Ne derlandse bewerking van drs. M. R. J Hofstede) is uitermate fascine rend. "Een stukje grijs verleden wordt tot leven gebracht" zoals hij zelf in het Woord vooraf opmerkt. En de tekenaar Roland Kohlsaat droeg het zijne bij door 24 knappe, leven dige en vaak guitige pentekeningen, die de woorden van Herodotus op aantrekkelijke wijze ondersteunen. Al met al een charmant boek, dat men slechts met moeite terzijde legt. Wie zich, voor of na lezing van He rodotus, in de cultuur der Grieken wil verdiepen, leze het boek van prof. dr. H. D. F. Kitto: "De Griecsebeschav'ng, "(z de druk. uitgave De Haan. Bussum), dat in een paar honderd bladzijden het wezenlijke van die beschaving schildert (vertaling dra S. S. Mooy- Valk). Bij Flsevier (Amsterdam/Bras- selverscheen "Verhalen uit de Oudheid" (f 12.50) van de hand van dr. M. A. Schwartz, een verzameling fragmenten van be roemde Griekse en Romeinse schrij vers als Homerus. Herodotus. Thu- cvdides, Plutarchus. Cicero, Plinius, Ovidius. Petronius, Livius en Taci tus. De samensteller zorgde voor uit stekende inleidingen en toelichtin gen. Dit boek, dat eerder als twee delige pocket verscheen onder de titel "Vertellingen uit Hellas en Ro me". vormt een voortreffelijke aan vulling op de grote lijnen van het werk van prof. Kitto. Wie belangstelling heeft voor Griekse heldensagen (en die belangstelling is gelukkig groeiende ook onder hen die geen "klassieke opleiding" hebben geno ten) kunnen terecht bij prof. dr. Karl K^renyi, die ook een boek over de godensagen schreef. In het eerste gedeelte van dit boek (uitgave De Haan, Bussum, tweede druk) komen de sagen omtrent Perseus, Tantalos, Sisyphos, Oedipus e.a. aan de orde; in het tweede gedeelte staat de schrijver uitvoerig stil bij de beroem de twaalf werken van Herakles; In het derde gedeelte wordt voorname lijk aandacht besteed aan de ver halen over de Trojaanse oorlog. Rl. Wie een Japans huis betreedt, wordt getroffen door de "leegte" van de kamers. Hebben wij, westerlin gen, de neiging alles "vol te stoppen" (al heeft de moderne woonstijl daar in wel enige verbetering gebracht), in Japan triomfeert de "ruimte" en is één enkel siervoorwerp van allure, op een in het oog vallende plaats, vol doende om de kamer te "vullen". Te gen deze achtergrond dient men ook de kunst van het Japanse bloemen- schikken, "ikebana", te zien. Ner gens kwantitatieve overdaad: weinig maar select. Het zou goed zijn geweest als de hier genoemde achtergrond, al was het maar in een paar regels, vermeld zou zijn geweest in het zo Juist bij Zomer en Keuning, Wageningen, versche nen boek "Ikebana in woord en beeld", van de hand van Norman Sparnon, beschouwd als de meest vooraanstaande Ikebana-meester van de westerse wereld, en vertaald door mevrouw I. E. Knook-Teding van Berkhout, erkend deskundige en o.m. oprichtster van de Nederlandse Ikebana Club. Hoe dit zij, dit voortreffelijke boek (prijs f 19.90) met zijn 170 foto's waarvan zestien op volle pagina's in prachtige kleurendruk geeft in woord en beeld een goed inzicht in de steeds populairder wordende kunst van bloemenschikken-in-Japanse- stljl. In 23 lessen wordt ruime aan dacht besteed aan de toonaangeven de scholen op dit gebied: moribana, morimono, uki-bana, nageire, shoka en rikka. In een periode van vele eeuwen hebben de Japanners deze kunst tot steeds groter verfijning gebracht. Niet aileen de opmerkelijke sober heid van het materiaal, maar ook de verrassende combinaties maken die pe indruk, zoals van een takje treur wilg en rode tulpen: van den, bamboe en gele rozen; van wilgekatjes en camelia's. Overigens wordt in de inleiding terecht gezegd, dat dit boek wel richt lijnen geeft, maar niet bedoeld is om de schikkingen klakkeloos te imite ren. Zij dienen als voorbeeld voor een bepaalde stijl of variatie, die men dan van inheems materiaal moet zien op te bouwen in een daarvoor ge schikte vaas. bak of kom. "Zo krijgt het werkstuk een eigen, individueel karakter, wat grote voldoening geeft". Inderdaad, ikebana op deze wijze beoefend is in de hoogste mate crea tief. De belangstellende wordt daar bij niet alleen geholpen door de fo to's, maar ook door de tekst, met ver melding van materiaal en container. Wie zich in deze kunst verdiept, kan met betrekkelijk eenvoudige hulp middelen ongewoon fraaie resultaten bereiken, waarvoor dit boek een uit nemende handleiding vormt. C. J. ROTTEVEEL Verder is er nauwelijks informatie over tulpen en molens. Daar moeten we blij om zijn, want wij weten toch ook dat er in Spanje niet dagelijks stieren worden bevochten, dat de Fransen niet constant de liefde be drijven en de Britten ook wel eens geen thee drinken? Nou dan. PAUL WOLFSWINKEL Simon Carmiggelt. Tussen twee stoe len. De Arbeiderspers, Amsterdam. "Hij behoorde namelijk tot de onver- delgbare stam van tafelredenaars die Jokken als ze beloven het kort te zul len maken en die de waartieid spre ken als ze uitroepen: Ik ben geen spreker" (uit'Tn het publiek"). "Het blonde jongetje was de dokters wachtkamer binnengetrippeld met zij opa-althans aan de hand van een In die mate aan hem vermaagschapte hoeveelheid geteisterd mensenvlees" (uit "Kinderen"). "Welke gek zou toch bedacht hebben, dat de morgenstond goud in de mond heeft? Ik voor mij heb er nooit meer in aangetroffen dan tandsteen en een hoop geïrriteerde zenuwen" (uit "Een werkdag"). "Van een mateloze arrogantie is ver volgens de kameel- een dier, dat op de laatste scheppingsdag werd ge maakt van stukjes, die tóch over wa ren. Hij toont onder de pony van een barmeisje de solemnele gelaatsuit drukking van iemand die uit goede bron heeft vernomen dat hij bij de volgende lintjesregen ook in de drup zal staan. Er is iets stompzinnig re delijks op het gezicht van een kameel, iets van vele kanten onderscheiden, maar nooit een samenhang. Sommi ge mannen zien er zo uit. Hun vrou wen lopen weg maar behouden voor het leven de zuigende herinnering aan zijn goedheid" (uit "Vrije tijd"). Verwacht van Simon Carmiggelt geen scherpzinnige visie over de de fensienota "Om de veiligheid van het "Geef mij maar 'n hond" Auteur P. C. Koolhoven Uitgeverij So.heltens en Giltay, Den Haag Zoals een jonge moeder haar kind aanprijst als de mooiste en de liefste, en wat kribbig wordt als de buur vrouw van haar kind hetzelfde durft te beweren, zo weet bijna elke hon denbezitter zeker dat zijn hond de uniekste is. Een hond die voor een buitenstaander niks bijzonders lijkt, kan zijn baas tot de opperste ver rukking brengen door een oogopslag of een kwispel bij de voordeur. Het boek van P. C. Koolhoven, die bij de radio bekend werd door zijn "Dierenkwartier" op zaterdagoch tend, is dan ook duidelijk gericht op de hond van de auteur zelf. Niet dat dat voor de lezer storend hoeft te zijn, integendeel. Want eigenlijk is het zalig om te lezen dat die hond (King, heet hij) óók allemaal van die malle streken uithaalt en er pre cies diezelfde eigenwijze statigheid op na houdt als uw eigen hond. Als uitgesproken hondenliefhebber heb ik zitten smullen van dit prach tige werkstuk van Koolhoven. Het is geschreven in een lekker-overdreven proza, en geeft juist die sfeer aan van "mens en hond, vriendjes onder elkaar". Wanneer er tussen die twee tenminste een echte relatie is, die niet beperkt blijft tot een toevallige ontmoeting in huis en een kort om metje als het eens niet regent. Het boek is verdeeld in allemaal kleine stukjes. Sommige zijn verte derend, sommige zijn volslagen kol deriek en de meeste liggen er zo'n beetje tussen in. Iedereen die van honden meent te houden zou zich bijna verplicht moeten voelen, dit boek in huis te halen. Iemand die een hekel heeft aan het blaffende volkje, moet dit boek beslist niet le zen: hij zou zich maar ergeren aan het feit dat Koolhoven zijn hond ve lerlei menselijke eigenschappen toe dicht. Wij, hondenliefhebbers, weten gelukkig beter. Nietwaar? ELISABETH TOLENAAR bestaan". Die was er trouwens nog niet in 1961, toen "Tussen twee stoe len" voor het eerst werd uitgegeven. Een verzameling verhalen, die hij zo'n 25 Jaar geleden schreef. Hij was toen nog geen opa, maar dronk wel veel (nu niet meer) en was ook toen al een beschrijver van Het Leven, de kleine tragedies waar Je om mag lachen. En ook toen waren zijn vergelijkingen even absurd als Juist. In een stijl, die hier en daar wat wil der is tenopzichte van de pennevruch- Jos Vandeloo. Met een bloem tussen m'n tenen. Gedichten 1955-1973. NV Sciptoria, Antwerpen. Jos Vandeloo, één der belangwek kendste auteurs bij onze zuiderbu ren, heeft met de bundel "Met een bloem tussen m'n tenen" een boeien de selectie gemaakt uit zijn poezië vanaf z'n debuut tot heden. Het is een keuze geworden uit de bundels "Speelse parade" (1955), "Woorden met doofstommen" (1957), "Wachten op het groene licht" (1959), "Zeng' (1962) 'Dadels voor een vizier" (1965) en "Copernicus of de bloemen van het geluk" (1967). In deze verza melbundel zijn bovendien enkele nieuwe gedichten opgenomen, die nog niet eerder in boekvorm versche- "Met een bloem tussen m'n tenen" geeft een duidelijk te volgen ontwik keling te zien van een man die eer der bekend is geworden door zijn ro mans en novellen dan door zijn dichtkiuist. Aan poezië is er niet zo bar veel van zijn hand verschenen. Opmerkelijk in die ontwikkeling is de systematiek van het bondige zoals Vandeloo die volgt in zijn eerste ge dichten tegenover de brede samen hang van de dichtregels in zijn la tere werk. Aanvankelijk volstaat hij met slechts enkele woorden, die aan symboliek en emotie meer bevatten dan dezelfde woorden in de context van zijn huidige gedichten. Daarbij is er ook een duidelijk verschil in be tekenis. Uit zijn eerste werk spreekt ten, die ook thans nog dagelijks in Het Parool verschijnen - maar dat zit hem natuurlijk in de leeftijd. Carmiggelts boeken zullen altijd een weerspiegeling van de kleine lot gevallen van de anti-held - U en ik - blijven. Wie het vermogen heeft om in te zien welke humor het leven van alledag biedt, moet zich "Tussen twee stoelen" aanschaffen - het boek is opnieuw uitgegeven, in de zevende druk. JOHN KROON een zeker nonconformisme, terwijl hij zich in zijn Jongste gedichten duide lijk engageert met het functioneren van de mens en de maatschappij. Wat dat laatste betreft is bijzonder type rend het gedicht "Een gedicht schrij ven", waarin hij zich machteloos toont tegenover het onbegrip van de mens voor de ellende in de wereld en hij beslüt met deze, tamelijk cyni sche strofe Intussen gaat alles goed in België de voetbalcompetitie is weer bezig de chemische fabrieken breiden zich uit een nieuw stuk autoweg is openge steld voor het verkeer wij zijn een zielsgelukkig volk WIM WIRTZ Schrijvers Portretten uit de Haagse Post. Elsevier Nederland BV. f9.90. "Wie zegt daar dat er in Nederland weinig belangstelling voor letterkun de, althans voor letterkundigen be staat? Lezers zijn er blijkbaar wel" schrijft oud-hoofdredacteur W. L. Brugsma van het weekblad Haagse Post in zijn inleiding bij het boekje ontleent z'n "blijkbaar" aan de ver koopcijfers. Want zodra "het week blad een titelverhaal wijdt aan een belangwekkende auteur, wordt er een merkbare stijging waargeno men in de verkoop van het desbe treffende nummer. Een aardige op lossing voor de financiële proble men van HP. Maar dit terzijde. Het boekje "Schrijvers Portretten" is een soort bloemlezing. Het bevat interviews en verhalen met en over Nederlandstalige auteurs van wie het merendeel een belangrijk aan deel heeft gehad in het aanzien van de litteratuur in de Jaren zestig, zoals Claus. Hermans. Mulisch. Vestdijk, en Wolkers. Daarbij zijn er ook schetsen gemaaktt van Couperus en Elsschot. De portretteerders van wie de ver halen in dit boekje zijn opgenomen zijn Betty van Garrel, Jacob de Groot, Eelke de Jong, Ischa Meijer en Theun de Winter. Scribenten wier schrijftrant MJ velen ongetwijfeld be kend zal zijn in het ietwat bloeme- rige, maniëristische penbeweginkje. Zoals: "Zijn on-Hollandse natuur en talent vallen slecht in de calvinisti sche kluit-aarde" (Meijer en Van Garrel over Mulisch), "Op badine rende toon de exuberante geschiede nis van stam en familie verhalend, lijkt hij een gast in zijn eigen verle den" (Meijer over Claus) Een dergelijke stijl ls evenwel niet fnuikend voor de totaalschets van de geïnterviewde. Er ontstaan prettig leesbare verhalen die de achter grond van een aantal vaderlandse auteurs helder naar boven tillen. In het geheel van de litteratuur is dat eigenlijk een onmisbaar element. WIM WIRTZ "Uit het Sagenland" Door Nienke van Hichtum en Cor Bruijn Uitgeverij Scheltens en Giltay, Den Haag Prijs f29,75. Vierhonderd bladzijden met 'n ouderwets dikgedrukte letter: een bron van verrukking voor de liefhebbers van oude sagen. Een werkelijk kostbaar boek, dat in prijs nog best meevalt. Het bevat meer dan honderd sagen uit Ne derland, Indonesië en Suriname, Europa en een verzamelhoofd- stuk van de andere werelddelen. De stijl is aangepast aan de in houd: serieus en soms zelfs wat breedsprakig. Dat ls dan ook, ge loof ik, het grootste verschil met den gewoon verhalenboek of een sprookjesverzameling. Vooral sprookjes dragen altijd iets licht voetigs met zich mee, iets onge compliceerds. Deze sagen zijn vooral door die wat ernstige toon weinig geschikt als kinderlitera tuur, tenminste niet voor kinde ren beneden de tien of elf Jaar. Vroeger werden dit soort verza melbundels nog al eens gebruikt als lees-materiaal op middelbare scholen. Het nadeel daarvan lijkt me weer dat het véél te lang zaam gaat en de meesten het boek al uit hebben voor men in de klas zover is. Nee, dit is ge woon een meesterlijk boek voor lange winteravonden, om met rode oortjes bij de kachel in het donkere verleden te verdwijnen, aan de hand van Nienke van Hichtum en Cor Bruyn, die van deze bundel geen betere weerga ve hadden kunnen maken. ELISABETH TOLENAAR

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1974 | | pagina 19