Veluwe: zwijnestal
Boer vecht voor zijn leven tegen ontginners
schade
varkens
Boeren
HEEL "Ik vecht voor mijn gezin
en mijn boerderij. Daar droom ik
's nachts van. Dat de bulldozers ko
men. En dan trap ik in de richting
van die graafmachines. Zo hard
soms, dat de planken uit het bed
schieten'
Boer Mathieu Stakenborg (65) voert
nu al negen Jaar zijn eenzame
strijd negen de grindmaatschappij-
en. die het op zijn have en goed
hebben gemunt. In het midden-
Door
Jan Kees Kokke
Limburgse plaatsje Heel aan de oe
ver van de Maas is hij als eenzame
vechter overeind gebleven temidden
van talloze collega's, die hun grond
allang hebben verkocht aan de N.V.
Panheel, waarin 18 grindmaatschap-
pijen deelnemen.
"Ze heiben mij het leven de laatste
Jaren jrtzettend zuur gemaakt",
verteli eer verbitterde en diep te
leurgestelde boer Stakenborg. "De
grindmaatschappijen, de gemeente
en de jrovincie. Ik begrijp niet hoe
het in Godsnaam mogelijk is".
"Maar", zegt Stakenborg vastbera
den, "ik verkoop mijn grond en
mijn boerderij niet. Ik laat me niet
op straat zetten. Ik vecht tot mijn
laatste snik. Als het moet met mijn
vuisten".
"Wij moeten wijken voor het kapi
taal. De centen, daar gaat het alle
maal om. Want het is een miljoe
nenzaak. Maar boer Stakenborg is
maar een gewone man. Als de
baron van Wijnbergen was, dan.
had ik hier best kunnen blijven zit
ten. Daar ben ik vast van over
tuigd".
De N.V. Panheel ziet boer Staken
borg als laatste obstakel in het om
vangrijke gr indwinningpro j eet in
het gebied Heel-Panheel. De grind-
winninjsmaatschappij werkt daarbij
nauw samen met de provincie en de
gemeente. In totaal gaat het
om een gebied van 450 hec
tare.
Het erf van de hoeve Rie
terhof van boer Stakenborg ligt
precies langs de rand van dit ge
bied aan de Napoeonsweg in Pan
heel. De graaf-en baggermachines
zijn al tot de grens van Staken-
borgs land opgedrongen.
In 1965 begon de provincie geruis
loos met de aankoop van grond ten
behoeve van de grindwinningsmaat-
schappijen De meeste boeren lieten
zich makkelijk omkopen, door de
ogenschijnlijk aantrekkelijke prijs
van f 30.000 per hectare.
Maar wat moet ik met dat geld",
roept Stakenbur; wanhopig. "Het
gaat mii om het welzijn en niet om
de welvaart. Hier zijn we thuis en
hier leven we, Stakenborg wil hier-
sterven. We zijn aan het bedrijf
vergroeid. Ik ben een echt natuur
mens. Als ik 's morgens opsta, dan
hinniken de paarden. Goeiemorgen,
zeggen ze als het ware. Als ik hier
weg moet dan leef ik niet meer".
"Niet alleen de natuur gaat zo naar
zijn donder, met al die ontginnin
gen. We worden er zelf helemaal
wanhopig van. Je wordt helemaal
anders gemaakt door al die regelin
gen".
Vorige week vrijdag kwamen de
taxateurs opnieuw zijn opstallen
opnemen. Ze werden beëdigd in da
koestal. Al eerder was bij koninklijk
besluit bepaald, dat de hoeve
Rieterhof onteigend werd.
Boer Stakenborg"Dat noem ik
geen onteigening. Dat noem ik ont
roving. Dit is pure roof".
Zijn vrouw Anne (66) kan opnieuw
haar tranen niet bedwingen. "We
worden er helemaal radeloos van
We willen helemaal niet met wer
ken stappen. We willen ook niet
naar een bejaardentehuis. Al zijn
we al wat ouder. De koningin stopt
toch ook niet, omdat ze over de 65
is. Dat is toch onze zaak. als we
hier nog willen blijven werken",
zegt ze, terwijl ze de tranen uit het
gezicht veegt.
Boer Sr aken borg krabbelt onder
zijn pet. Hij weet, niet meer waar
hij aan teo is. "U kunt ons niet hel
pen. h", vraagt hij ons ten einde
raad.
De hoeve Rieterhof -met zo'n 84
stuks rundvee, 11 paarden, 33 scha
pen en 8 zeugen- ziet er goed ver
zorgd uit. Boer Stakenborg begrijpt
absoluut niet waarom hij hier weg
moet. Hij zit vlak langs de weg, die
de grens vormt van het gebied,
waarop de grindmaatschappijen hun
gretig oog hebben latèh vallen. In niet mee", zegt een andere ambte- zijn van die dingen waar Je nu wel een onderzoek gaande of boer
de verte dringen de graafmachines naar op het raadshuis van Heel. eenmaal niet langs kan. De grond, Stakenborg voorlopig kan blijven
steeds dichter op. Op het Gouvernement" (de provin- die nu ontgrind wordt, moet later wonen op zijn boerderij. Maar later
"Ze hebben me op aUe mogelijke ciale 8Tiffie van Limburg) in Maas- recreatief worden opgeleverd. En zal toch ook het erf worden afge-
manieren door de knieën trachten trloht zegfc de heer Lienaerts: "Dit daar past geen boerderij in. Er is graven",
te krijgen", vertelt Stakenborg. "De
wegen naar mijn land werden ont
eigend. De watertoevoer is afgesne
den, zodat al het water, ook voor
de beesten, per tankwagen moet
worden aangevoerd".
''Ze hebben vermogensbelasting ge
heven op de waarde, die de grond
zou krijgen door de ontgrinding.
Die was bepaald op een half mil
joen. Maar dat kan ik nooit op
brengen. Zo proberen ze je de strop
om te doen".
Stakenborg rekent voor, dat er
enorme bedragen mee gemoeid zijn.
De griadmaatschappijen verdienen
minstens een miljoen per hectare.
"Daar gaat het feitelijk om. Daar
om moet ik de straat op. Maar ik
wens mij niet van de grond te la
ten zetten, waar ik nu al 38 Jaar op
woon. De 18 aandeelhouders van de
grindmaatschappijen worden er rijk
van. Maar ik en de hele streek
worden zo arm, als een luis".
President-commissaris van de
grindwinners, die in de nv Pan
heel samenwerken, is mr. A.A. Ver
beek uit Nijmegen. Hij blijkt met
vakantie te zijn als we hem om
commentaar willen vragen. Ook de
burgemeester van Heel en dé ver
antwoordelijke ambtenaar daar zijn
met vakantie. "Dat zijn van die
tere dringen, daar bemoei ik mij
Boer Stakenborg ziet de graatmachines angstig dichtbij komen
Achterberg Het is een zwijnestal
op de Veluwe. Op de landbouwgron
den,waax een snel groeiend aantal
wilde zwijnen zich tegoed doet aan
pootaardappelen, mais en de daar
verbouwde granen. Tot wanhoop van
de boeren. "Af en toe krijg „ik
tranen in mijn ogen als ik het zie"
mompelt Teun Ruijsch (48) uit
Velp. „de laatste drie, vier jaar is
het werkelijk heel verschrikkelijk".
Boer Teun kijkt op de Zijpenberg
aan de rand van de Veluwe uit over
de zes en een half hectare grond,
die hij midden in een weelderig
woud van Staatsbosbeheer heeft
gepacht. Lager langs die prachtige
heuvel zijn de woeste sporen, die de
zwijnen kerend en vretend door zijn
gerst en roggevelden hebben
getrokken, duidelijk zichtbaar. Een
deel van zijn aardappels lijkt door
en dronkeman gerooid. „Duizenden
guldens 6chade", zegt Teun, "die
rijg Je dan wel vergoed, maar daar
verbouw Je niet voor, wel"?.
In de vrije wildbaan van de Veluwe
stofzuigeren zo langzamerhand meer
dan duizend wilde zwijnen rond. In
vijf, zes Jaar een zeug werpt zes,
zeven Jongen is dit recordbestand
bereikt. De landbouw lijdt eronder.
Vorig Jaar vernielden de varkens
voor 45000 gulden. De totale schade
gaat de 100.000 gulden al ruim te
boven.
,.Er zijn twee partijen", zegt
Schaap van het faunabeheer Gel
derland, „aan de ene kant de Jagers
en aan de andere kant de boeren.
De Jagers zijn niet betrokken bij de
landbouw. De schade wordt vergoed
en daarmee is voor hun de kous af.
De boeren beseffen niet hoe moeilijk
de wilde zwijnen zijn te schieten.
I Dat bestand breng Je niet een, twee.
drie terug".
Schaap ziet vanuit een riante
bungalow in Achterberg namens de
directie faunabeheer van het
ministerie van Landbouw toe op de
naleving van de Jachtwet in de
provincie Gelderland, „De landbouw
heeft voorrang in de Jachtwet", zegt
de ambtenaar in de buitendienst
"het wild mag de landbouw geen
overlast bezorgen. De wet spreekt
van een redelijke wildstand, maar
bij de wilde zwijnen is daarvan geen
sprake meer".
Tot verdriet van de boeren daveren
er veel te veel wilde zwijnen over de
Veluwe. Dat heeft twee oorzaken.
"Er zijn veel meer Jagers gekomen",
zegt Schaap, "in korte tijd is het
aantal Jachttakten, dat is uigege
ven, van 12000 tot 3000 gestegen. De
mensen hebben meer vrije tijd,
Zd die.niadg,dwaaS.
meer geld.
Maar aan de andere kant is er,
bijvoorbeeld door de uitbreiding van
steden, minder jachtgrond. De
prijzen van Jachtterreinen zijn hoog
opgedreven. Daarvoor wil een
Jachtopziener de jagers dan ook wel
wat bieden. Hij is zuinig op de wilde
zwijnen en voert ze bij om een goed
varkensbestand te hebben.
Daar is hij tiots op. Dan kan hij
tegen de particuliere jager, bij wie
hij in dienst is, zeggen: Kijk, ze zijn
er, maar Je hebt ze niet kunnen
schieten. Ik ben namelijk niet
overtuigd van de kwaliteit van de
Jagers".
De tweede oorzaak van de grote
hoeveelheid varkens is de gewijzigde
Jachtwet. Wilde zwijnen werden
vroeger tot schadelijk wild gerekend,
dat het hele Jaar mocht worden
geschoten. Nu zijn de zwijnen tot
grof wild bestempeld, dat van maart
tot en met Juli niet mag worden
gejaagd. Daarnaast is het dan nog
eens verboden een zeug bij haar
biggen weg te schieten.
Tenslotte vecht het wilde zwijn zelf
niet zonder succes voor zijn
overlevingskansen. „Ze houden zich
op in de bossen", zegt Schaap,
„overdag zijn ze daar veilig. Tegen
de tijd dat het gaat schemeren
komen ze eruit. Dan en 's morgens
vroeg heeft een jager een kans.
Overdag worlen ook drijfjachten
georganiseerd. Dan worden er zo'n
zestig uit het bos gejaagd en als er
dan acht worden geschoten is men
tevreden. Maar het zouden er
twintig moeten zijn".
De boeren hebben het nog
moeilijker. Ze krijgen bij aantoon
bare schade alleen vergunning de
varkens op him land te schieten.
„Maar die krengen zijn niet zo stom
als hun achtereind", verzucht Teun,
„je hoort ze smakken, maar ze
draalen net zo lang om je heen tot
ze je ruucen. We g zijn ze.
Juist in deze tijd staan de gewassen
bovendien zo hoog. dat Je ze
nauwelijks ziet. Krijg Je er een in h
pikdonker dan toch nog een onder
schot. Dan Moet je eerst nog even
gaan vragen of het een mannetje of
een vrouwtje is want een zeug mag
Je niet schieten. Wat wil Je dan.
Vorig jaar heb ik er vier, vijf
geschoten dankzij een lamp, die op
een accu brandt en die ik onder
mijn geweer heb gemonteerd. Ook
gaan er nog wel eens een paar
biggen aan. Een zeug blijft dan een
paar weken weg, maar in het
algemeen heb je je kont nog niet
gekeerd of ze zitten er alweer.
Onbegonnen werk.
Met de schadelijke gevolgen van
dien. In piincipe draait de
Jadhthouder daarvoor op. Zo worden
bijvoorbeeld de vernielingen, die
edelherten aanrichten, gedekt door
het geld van een bij de wet ingesteld
Jachtfonds, waaraan iedereen met
een jachtakte bijdracht.
Dat fonds schuift echter maar
mokkend geld af voor de schade, die
de vele kilometers trekkende wilde
zwijnen veroorzaken. „En dan wat
heb ik aan dat geld, zegt Teun,
„mijn klant wil aardappels hebben
en niks anders.
Daarvoor zullen de wilde zwijnen
moeten worden gestuit. Dat kan
alleen door een deugdelijke afraste
ring of door de kogel. „Dat eerste
zie ik niet zitten, zegt Schaap, „we
hebben al veertig kilometer raster
voor de edelherten. Het jachtfonds
kan noog eens zo iets, de plaatsing,
het onderhoud niet financieren.
De wilde zwijnenstand zal met
schieten tot de helft moeten worden
teruggebracht. De jagers zullen tot
het besef moeten komen dat het zo
niet langer gaat. Meer drijfjachten
en desnoods het aanzetten bij de
voederplaatsen. Dat is minder leuk,
laf bijna, maar het moet. Willen de
jagers het niet doen, dan rijn
derden wel bereid. Er moet wat
gebeuren, want nu gaat het mis".
Teun en zijn collega's zijn het daar
helemaal niet mee eens. „De helft
afschieten heeft helemaal geen zin",
zegt Ruijsch, ,dan krijg je er tien
in plaats van twintig op mijn land.
Trouwens, waar is zo'n kijken, dat is
leuk voor de mensen.
Kijk en, dat ik leuk voor de mensen.
Als ze maar niet op' ons land
komen. Daarom moet de hele zaak
worden afgerasterd. Dat is de enige
mogelijkheid want iets anders helpt
niet. Ik heb zowat een eigen
kruitfabriek gehad. Ik heb melkbus
sen laten exploderen, de meest
afschuwelijke knallen. Ze schrikken
even. maar een paar dagen later
zijn ze er weer. Alleen een goed
raster houdt ze tegen. Wij boeren
kunnen dat niet betalen. Als het
jachtfonds dat ook niet kan, dan
moet het rijk het maar doen".
Zo duurt de strijd tegen de
vraatzucht van de wilde zwijnen
voort. Eén ding is zeker: zolang de
belangen uiteenlopen zwijnen de
zwijnen.
BIJ DE FOTO'S:
Links boven: een van de "boos
doeners".
Rechts boven: Boer Teun met
accu, lamp en geweer onbegon
nen werk
Midden onder: woeste sporen
door het graan