In 1807 voltrok zich
over Leiden een
ramp
Steppers dagen ieder
vleesetend team uit
lie PU ATS
r kruitschip
CESPROH.CEW 12 JANUARI 1807.
LEIDEN IN
LOOP DER
HISTORIE (7)
Balans: 151 doden en 2000gewonden
m»*, «*"^T - t
«VAN.lig ,f
Leiden anno 1807
ramp. Van de 227 woningen lagen er 68 in puin; van 80 stonden alleen
Nog even terug naar het ramp-
Jaar 1807. Leiden, dat toen reeds t»
lijden had van een kwijnende in
dustrie en waarover een 'lof' rede
naar eens "zong": Daar zit ik nu in
dat doodsche, langwerpige Leiden te
koekeloeren. Denk eens aan, er is
niet eens eene comedie, zo dat ik ben
heel neerslachtigWij zitten op
eene zoo doodscthe gracht, dat er pas
alle half uur een mensch voorbij
komt..., telde toen bijna 31.000 in
gezetenen. De raad bestond uit zes
tien leden, waarvan vijf als wet
houder optraden. Op 20 januari
1808 kreeg de stad weer een burge
meester in de persoon van mr. Wijc-
kerheld Bisdom. Over een geestelijke
en een medische verzorging had de
stad niet te klagen. Er waren acht
tien predikanten, waarvan tien tot
de Ned. Herv. Kerk behoorden, vijf
parochies en een Joodse gemeen
schap. Voor de medische verzorging
telde de stad 33 huisartsen en 26
apothekers. Bij de Leidse Universi
teit stonden toen 388 studenten in
geschreven. Van stadje groeide Lei
den naar stad.
Het reddingswerk daags na de
nog de muren overeind.
In de walkant langs het Steenschuur herinnen slechts een steen aan de ramp. die Leiden op maan-
I/l U.C lC U.in.Lt/i t, iLi/tyo ui.» -- - -
dag 12 januari 1807 trof. Op deze plaats lag het schip met buskruit gemeerd
die was afgestemd op zonde en straf, Onder de vele brieven, die vanuit Het plan bleek niet te verwezenlijken.
dood en verderf. Ds. Egeling, die die Leiden naar familie
dag tot tweemaal toe voorging in de werden geschreven,
Marekerk (Pieters- en Hooglandse
Kerk waren zwaar beschadigd) roer
de de vraag aan of de getroffenen
groter zondaars waren dan zij, die
gespaard gebleven
onmiddellijk met meen te antwoor
Bilderdijk, die
in Amsterdam schreef: „Lieve
ma. Uit vreze dat Gij op 't hooren mi
van het ongeluk hier ter stede in te
daarop dezen namiddag voorgevallen, in
gerustheid mocht zijn, schrijf ik
vrienden waarop besloten werd het terrein te
ook één beplanten met 369 iepen en 132 po-
zijn moeder pulieren, met daartussen door voetpa
den van koolas. Een ogenblik heeft
ook nog gespeeld met de gedac'i-
r een obelisk op te richten, die
de ramp zou herinneren. De ge
denknaald (70 voet hoog) zou komen
Gods daden te bedillen, vragen
Hij ons leren wil. En het antwoord hierbij, in vliegende haast",
luidt, dat Hij ons wil leren, hoe ook
het beste hier op aarde onzeker en
zwak is en dat wij
blauw arduinen voet-
wvi Hstuk en worden uitgevoerd in groen-
^hade"geledenhebben.' Onze* "groet achtlg graniet. Men is echter diet
den. Maar wel, vervolgde hij. moeten kortlijk, dat wij door Gods genadigde te rusten op
wij, beschroomd om tn waanwijsheid bewaring wel zijn gebleven en weinig
verder gekomen dian het leggen van
een eerste steen. ..In later jaren is
aLiP°U? op deze plek het Van der Werfoark
gekomen.
beschadigde Saaihal te-
Na de ramp w
plannen om tot herbouw
ruïne over te gaan. Zo liep de ko-
lijk geluk andere rijkdommen nodig met het plan rond om op het genwoordige Lodewijksfcerk kon
hebben. Geen straf deze ramp, maar braakliggende terrein twee kazernes behouden blijven. Zij veranderde
J j j van looo man (voor de infanterie en echter
de cavalerie) en een Koninklijke
Academie met bibliotheek te bouwen.
op deze door de zonde verpeste aarde
moeten de bozen aldus worden
waarschuwd.
bestemming. Met behoud
de toren, kon er een R.K Kerk
worden gebouwd, die op 17 oktober
1089 door pastoor Driessen plechtig
werd ingewijd.
De kerk kwam in de plaats voor de
RK Kerk aan de Appelmarkt (Nieu
we Rijn bij de Middelstegracht), die
zwaar te lijden had gehad door de
ramp met het kruitschip.
In de vroege ochtend van de twaallfde januari 1807 het was op Koppermaandag
schonk niemand in Leiden enige aandacht aan een schip, dat komende uit Ouderkerk
a/d Amstel de Mare was binnengevaren, zijn route dwars door de wateren van de binnen
stad koos en afmeerde aan het Rapenburg tegenwoordige Steenschuur) ter hoogte van
de Langebrug. Niets op of aan het schip deed vermoeden, dat schipper Adam van Schie
die ochtend een lading explosieven 37.000 pond buskruit binnen de stadswallen
bracht, die dood en verderf zou zaaien in het centrum van Leiden. Ook de politie koester
de geen argwaan, want op de in- of doorvoer van gevaarlijke stoffen stonden strenge
I stadskeuren. De lading was afkomstig van de kruiltmolen van de heer Hasselaar uit Ou
derkerk a/d Amstel.
Dichterbij op de Breestraat, de Ho-
gewoerd en het Levendaal zagen de
huizen eruit alsof zij door zwaar ge
schut gebombardeerd waren. Van
het stadhuis was één van de kleinste
torens ingestort, van de Pieterskerk
het grote raam boven de ingang van
de Heresteeg verbrijzeld.
De bank van lening in de Nieuwsteeg,
waarin zich meer dan 20.000 beleende
panden bevonden, stortte in. De
kracht der ontploffing was zo hevig,
dat het lijk van de knecht van het
rampschip aan het Utrechtse Veer
werd gevonden, dat stalhouder Waal
boer van de Garenmarkt vanuit zijn
kantoortje omhoog werd geslingerd
en via de zoldering in de stél terecht
kwam en dat een stuk stoepsteen
over het dak van de Hooglandse Kerk
werd geslingerd en op de kerkgracht
neerkwam. Het anker van het schip,
waarop de ontploffing plaatsvonde,
werd later gevonden buiten de Ho-
gewoendspoort, - rfcele voeten diep in
de grond.
Naar de oorzaak van de ramp, die
tal van brandweerkorpsen, oa. uit
Den Haag en de Leidse weesjongens
met hun spuit in actie brachten, tast
men nog steeds in het duister. Dat er
op het moment van de ontploffing
meer dan één man aan boord was,
blijkt uit een verklaring van Jan
Overduin, een baggerman, die kort
tevoren daar langs komend, een man
aan dek tegen anderen had horen
praten. Ook is er eten gekookt, want
er werden aardappelschillen over
boord geworpen. Gespeeld wordt met
de gedachte, dat de knechts vanwege
de koppermaandag dronken waren en
roekeloos met vuur omgingen.
Lodewljk Napoleon - koning bij de
gratie van zijn broer - die zich op
het moment van de explosie in Den
Haag bevond» ijlt spoorslags naar
Leideh, waar hij 's avonds om negen
uur arriveert om in het stadhuis con
tact op te nemen met de vroedschap.
Met een klein gevolg bezoekt hij
daarna de plaats van de ramp om
zelf ook aan het reddingswerk deel
te nemen. Voor het redden van elk
mensenleven stelde de koning tien
dukaten ter beschikking. Eerst in de
vroege ochtend van de volgende dag
keerde hij naar Den Haag terug.
Zeventien dagen later - op 29 Ja
nuari - bezocht ook zijn echtgenote
Leiden, met het voornemen de plaats
van de ramp te bezoeken. Van
Utrecht op doortocht naar Den Haag
is de koningin echter niet verder ge
komen dan de Hogewoerdspoort,
waar zij door een deputatie van de
Leidse vroedschap werd verwelkomd.
Volgens Knappert waren "de aan
doeningen van deze vorstin zo hevig"
dat de Leidse deputatie haar niet
durfden aanmoedigen het terrein van
de ramp te bezoeken. Zij stelde ech
ter een gift van f. 10.000 voor de
noodlijdenden ter beschikking. Reeds
eerder had de koning uit zijn per
soonlijk vermogen een bedrag van
f. 30.000 geschonken en het Huis ten
Bosch voor de huisvesting van dak
lozen opengesteld. Bovendien zorgde
hij er voor, dat uit 's landskas een
bedrag van f. 100.000 aan Leiden ter
beschikking werd gesteld.
Op 15 Januari kwam hij wederom
in de stad, nu speciaal om de ge
wonden te bezoeken en een blik te
slaan in de verwoeste huizen, waar-
wonden te bezoeken en een blik te
slaan in de verwoeste huizen, waar
bij hij om. de opmerking maakte:
„Uwe doden kan ik U niet weergeven,
dit is boven 't menselijk vermogen,
maar al wat in mijn macht is zal
ik voor uw stad doen".
Tal van predikanten hielden de
zondag na de ramp een predikatie,
Door
Sam Platteel
Om kwart over vier sloeg die mid
dag - het was guur en druilerig weer
met natte sneeuwbuien - het noodlot
toe. Onder oorverdovend geraas - in
Amsterdam dacht men. dat er op de
Zuiderzee een oorlogsschip de lucht
W9s ingegaan - explodeerde het kruit
schip, een poel vam ellende achterla
tend. Toen men na enkele dagen de
balans kon opmaken, bleken 151 in
gezetenen, onder wie een groot aan
tal schoolkinderen, de ramp niet te
hebben overleefd, waren er ongeveer
2000 gewonden en vielen er van de
227 bewoonde huizen 68 in puin.
stonden 80 slechts met de naakte mu
ren nog omhoog en waren de overige
totaal onbewoonbaar. Een donkere,
met bloed doordrenkte, bladzijde in
het boek der Leidse historie
Hoewel .de slag van het losbarstend
kruit in Leiden zelf niet zo zwaar
was - velen dachten dat het kruithuis
op de vestwal bij de Koepoort in de
lucht gevlogen was - werd zij tot in
Friesland gehoord: vreemd genoeg
echter niet in Katwijk.
Op de plaats van de ramp werden
wal en straat tot aan de huizen weg
geslagen, terwijl het Rapenburg tus
sen de beide bruggen voor een ogen
blik werd droog gelegd. Met grote
kracht werd het water omhoog ge-
stud en over de ruïnes gesmeten,
daardoor op vele plaatsen een brand
voorkomend.
Gebombardeerde stad1"
Aan de Zijl-, de Mare- en de Wit
te Poort - en nu citeren wij de Leid
se hoogleraar, prof. dr. L. Knappert
in zijn boek "De ramp van Leiden
na honderd Jaar herdacht - stonden
geen vier huizen naast elkaar waar
van niet de vensters ingeslagen en
de pannen van het dak gevlogen wa-
Het Rapenburg van vóór de ramp.
OEGSTGEEST,— „We dagen ieder
vleesetend team uit, om wat wü ge
daan hebben, ook te doen". Aan het
woord is Walter Schrader, een van
de „milieusteppers", die onlangs een
week op pad zijn geweest met de
step („Ik ben zo blij dat ik hem
heb") naar Brussel.
Naast Walter waren dat Rogier van
den Brink, Koen Go, Ferdinand
Thung en Tonnis Hoogland. Aan het
thuisfront vertoefde Wim van de
Hulst die de perscontacten verzorg
de. Vandaar dat we vorige week,
toen de vijf nog niet terug waren al
een actiefoto konden afdrukken.
Het is een goede tocht geworden.
Veel bekijks en veel belangstelling.
Met de verkoop van affiches en stic
kers haalden dè vijf anderhalf dui
zend gulden bij elkaar; geld dat zal
worden overgemaakt op de giroreke
ning van SOS-Sahel in Den Haag
(100200 om exact te zijn).
Vooral de Belgische belevenissen zul
len lang in het steppersgeheugen
blijven hangen. De komische situatie
in Brussel zeker. Uitgeput, maar vol
daan kwamen ze 's avonds tegen acht
uur in de Belgische hoofdstad aan.
De slaapplaats was reeds bekend
(„De Bond voor het Beter Leefmi
lieu") alleen moesten er nog slaap
zakken worden „georganiseerd". Dat
zou gebeuren na het bezoekje aan de
Nederlandse ambassade. Gekleed in
steptenue, dat wil zeggen: uiterst ge
makkelijk, wandelden ze door de am-
bassadewijk. Bi) de Marokkaanse le
gatie stond een Belgische en wakke
re soldaat met geweer in de aanslag.
De steppers schoten in de lach en
werden berispt. Er dient niet te wor
den gespot met het gezag, nietwaar?
Iets dat ze thuis in Oegstgeest ook
wel eens meemaken. Maar daar is
het een rijksambtenaar (in dienst
Nu het open
kampioenschap
stoepranden'
van de gemeente in burger). De Jon
gens liepen weer door en dachten de
Juiste ambassade te hebben gevon
den.
Bij de Spaanse ambassade stonden
eveneens soldaten met een wellicht
nog waakzame blik in de ogen. De
Oegs tg eestenaren pasten niet in de
wijk, dat was duidelijk. Stoppen, pas
poortcontrole. Je weet maar nooit
waar de terroristen vandaan komen.
Vier paspoorten waren er niet ("Die
zaten tussen de bagage, Je gaat toch
niet met zo'n ding in Je sportbroek-
Je lopen?") Alleen Rogier had er
wel een. Jammer genoeg had het
paspoort ooit eens in de wasmachine
gezeten en waren de vitale gegevens
nauwelijks te lezen. Vulpeninkt is
uitwisbaar.
Oh, oh, oh. Ellende.
Hij had de Rijkswacht opgetrom
meld en groot alarm door de telefoon
geblazen. En Ja hoor, zwaailichten,
sirenes en overvalauto's. De steppers
werden tegen de muur gezet. Ze wer
den tegen de muur gezet. Ze werden
uitgemaakt voor paspoortvervalsers.
Enze mochten niet lachen. Het
geen erg veel moeite ko6tte.
Dat kon niet. Er waren zeer ge
vaarlijke buitenlanders gepakt en die
moesten eens, nader aan de tand
worden gevoeld. Iedereen werd in de
auto gestopt en de tocht naar het
hoofdbureau werd ondernomen.
Tijdens het gesprek dat ik in
Oegstgeest heb, lopen de tranen van
de lach weer vrolijk over de wangen.
Willeke heeft er deze week geen zin in.
Ze doet lekker 'n weekje niks. Totaal niks. Tja, dat kan gewoon
ais Je bij uitzendbureau Luba werkt. Volgende week gaat ze d'r
weer flink tegenaan. Ze heeft 'n slim willeke.
LEIDEN: Nieuwe Rijn 35, telefoon 0171»—40341.
ALPHEN A. D. RIJN: Donizettihof 10, telefoon 01720—94698.
Het is me wat. Nadat een verklaring
van twee kantjes is opgesteld en na
dat de steppers verteld hadden dat ze
ook nog van plan waren om bij de
gemalin van 's lands majesteit (die
in België nog vaak met „sire" wordt
aangesproken) op bezoek te gaan,
werd de stemming wat milder. Geas
sisteerd door twve agenten werden de
andere paspoorten opgehaald en niet
veel later mochten de „gasten" weer
de straat op. Dat was om half elf.
Tot twaalf uur hebben ze lopen zoe
ken naar een eetgelegenheid en naar
slaapzakken, maar ze vonden niks.
Op de grond van het bondskantoor
hebben ze de nacht doorgebracht. In
de vaste overtuiging de Belgische
agenten bewuster te hebben achter
gelaten.
De volgende ochtend brachten de
vijf een bezoek aan het ministerie
van Landbouw en werden daar
chique ontvangen door een heuse
graaf, die de bezwaren van de Oegs-
geestenaren tegen het moorden van
vogeltjes in België beleefd in ont
vangst nam, maar er eventjes fijn
tjes op wees dat er bij ons nog steeds
kievitseieren werden geraapt. Ja, en
als Je iemand wat verwijt, moet Je
zelf wel „schoon" zijn.
Vogelmoordpartijen in België zijn
volksfestijnen. Het aantal tegenstan
ders is ongeveer gelijk aan het aan
tal liefhebbers, zodat er ook van tijd
tot tijd vechtpartijen uitbreken en
bloed vloeit.
En ook in België houdt men van
een lekkere biefstuk. Iets dat de vijf
steppers verfoeien. Ze zijn tegen bio-
indüstrie en zijn óf vegetariër, èf se
lectief vleeseter. Het is niet zo dao ze
van de bio-industrie een groter ge
bruik willen maken, zoals burge
meester Van Eysinga verkondigde
toen ze vertrokken. Integendeel.
Met de vrolijkheid van Brussel nog
in het geheugen werd de terugtocht
aanvaard. Het was een geweldig
succes. Met een kruissnelheid van
gemiddeld 27 km per uur werd er
noest doorgestept.
De plannen om een massale step-
tocht te organiseren naar Den Haag
zitten in het achterhoofd. In elk ge
val is het vast en zeker dat er op
5 Juni 1975 iWereldmilieudag) de
open kampioenschappen stoepranden
zullen worden gehouden. Liefst door
geheel Oegstgeest, maar het zal wel
worden beperkt tot één straat: de
Cartesiuslaan. Waar Walter Schrader
op nummer 12 woont en voor ieder
een openstaat, dieg oeiene ideeën en
gaven kwijt wil.
PAUL WOLFSWINKEL
Foto Jan Holvast