Terschelling Ameland Niet meer toeristen WAD NU2 I ZATERDAG 29 JUNI 1974 PAGINA 19 Na twee uur varen bereikten we Terschelling:. De Waddenzee was stil geweest, maar toen de zachte lijnen van de baai van West-Terschelling zichtbaar werden met hoog oprij zend de Brandaris, was het gedaan met de rust. Straaljagers van de luchtmachtbasis Leeuwarden huilden over de Noords vaarder, machtige zandvlakte aan de westpunt van het eiland; de ranke toestellen kwamen precies over de boot aangevlogen, doken diep over de Noordsvaarder (air-to-ground-contact noemen luchtmachtmensen dat) om vervol gens hoog opzwenkend in een snelle bocht voor een volgende duik terug te keren over de oostpunt van Vlieland, waar ze 't ook wel geweten zullen hebben. Dertig kilometer verder naar het De Brandaris oosten kon men zonodig het daverende geoefen met een kijker volgen. Kleine stipjes zag men dan door de lucht voortsnellen, maar horen deed men er hier al niets meer van. Hier waren het de geluiden van de Boschplaat: vogels die een liefdeslied kletterden, vogels die jongen en andere soortgenoten waarschuwden voor naderend onheil met laarzen aan en ijsmutsen op, de wind die door het duinriet ruiste, konijnen die wegglipten door de kruipwilg. Tussen beide uiterste lag het fraaie Terschellinger land. Duinen aan de noordkant, op verscheidene plaatsen beplant met dennen om verstuiving tegen te gaan, in het zuiden polderland, ertussen de karakteris tieke heggen van zwarte els rond kleine weilandjes. Een lange keten van dromerige dorpjes en gehuchten lag gereed voor de „badgasten", ouderwets woord voor de bijna 200.000 vakantiegangers die zich de laatste jaren 's zomers naar de rust en ruimte van Terschelling begeven. Rust en ruimte? Op een eiland dat weliswaar voor meer dan de helft van zijn bijna 10.000 ha tellende grondgebied uit rijke natuur bestaat maar waar de eethuizen en bars, zelfbedieningswinkels, campings, zo merhuisjes, pensions en kampeer boerderijen 70 tot 80 procent van de inkomsten opleveren? Zodat de Terschellingers gemiddeld veel meer verdienen dan in Friesland, waar ze toe behoren? Desondanks rust en ruimte, en geen eilander Efteling? Dan zullen er ook krachtige maatregelen moeten komen. (Eerder verschenen in deze serie artikelen over Texel, 15 juni, en Vlieland, 22 juni). J In het Terschellinger structuurplan staat met zoveel woor den: niet méér toeristen erbij. Wethouder H. Kooyman deelt mee, dat het plan nog door de gemeenteraad-in-oude-samen- stelling zal worden behandeld. Want tenslotte heeft die het I dichtst aan de wieg ervan gestaan. *5 Na een periode van ongebreidelde groei in toeristenaanvoer "j en voorzieningenpeil, wordt nu een kentering merkbaar. Het geeft de Westerschellinger tandarts Jan Smit, actief lid van de Landelijke Vereniging tot Behoud van de Waddenzee, aan- j leiding tot de opmerking: „Toen wij vier jaar geleden bijvoor beeld voorstelden het vervoer naar het eiland te beperken, werd er gelachen, 't Is nu wel grappig om te zien dat de laatste stuiptrekkingen van dit gemeentebestuur al ver in dezelfde richting gaan." De recente raadsverkiezingen veran derden aan de verhoudingen op Terschelling niets: PvdA 4 zetels, VVD 3 en Plaatselijk Belang 2. Maar de mensen wie het eiland lief is. verwachten van de nieuwe raad toch een beter beleid, zowel de op Terschelling geboren tandarts, die VVD stemde, als de import-Ter- schellinger bioloog SJors Visser, die de nieuwe PvdA-fractievoorzitter is geworden. Omdat er namelijk Jongere mensen in de raad zijn gekomen. Smit: „Die zijn niet belast met herinneringen aan de crisistijd". Comfort Te denken dat Terschelling nu zonder meer een zonnige toekomst tegemoet gaat, zou echter wel eens op een misverstand kunnen berus ten. Neem de havenplannen. Wie zijn auto op de Schellingerland, de Noord-Nederland of de Friesland van Doeksen heeft gewurmd en vervol gens in de baai van West-Terschel ling er weer af, zal beamen dat enig comfort daarbij (behalve die Door Jan Ottens auto zelf dan) ontbreekt. Bovendien wordt hem door de zeer nabij gelegen bebouwing van het dorp een zoevend, probleemloos verlaten van het haventerrein belet. De draagvleugelboot Koe- gelwieck, voor de eilanders een belangrijke service. Geen wonder dat er plannen voor moderne havenaccommodatie en een asfalt-gladde uitvalsweg hebben bestaan. Hébben, want het inzicht in een wenselijk behoud van de kleinschaligheid won het nog net van de uitvoering. Maar aan de andere kant: in het structuurplan wordt in alle talen over de haven gezwegen. Zodat men er nog steeds alle kanten mee uit kan. Doeksen brengt over een paar weken een nieuwe boot in de vaart, ter vervanging van twee oude. Maar tandarts Smit, argwanend, moet nog zien dat de rederij de twee oude boten gedurende deze zomerpiek NIET meer laat varen. Smit verwacht ook dit Jaar weer meer, maar dan véél meer auto's op Terschellings 15 kilometer verharde weg. En ook daarbuiten: luie vakantiegangers sturen hun blik steeds meer duin en hei in, ondanks een grote menigte (ontsierende) verbodsborden. Wethouder Kooyman verzekert ech ter dat beide schepen meteen uit de vaart zullen worden genomen. 'Terschellings welzijn is ook Doekens belang", zegt hij, en hij moet dat weten want hij is tenslotte ook procuratiehouder bij de rederij. Over die dubbele functie zegt Sjors Visser: „Natuurlijk is er gesugge reerd dat er via Henny Kooyman een belangrijke relatie is tussen de gemeente en de rederij, maar ik heb daar persoonlijk geen bewijzen voor. Er is in het college van b. en w. ook wel erg weinig openheid". Kooyman zelf heeft het over gemene verhalen die de ronde doen, maar hij zegt ze allemaal te kunnen ontzenuwen: „Ik heb de gemeente alleen maar voordelen gebracht, ik heb een eerlijk geweten. En wilt u niet vergeten, dat ik bij Doeksen geen enkele invloed op het beleid heb"? Hij illustreert zijn verdediging met de Koegelwieck, een snelle draag vleugelboot, die plaats biedt aan 170 passagiers, meer dan 3 miljoen gekost heeft en de tijd voor de overtocht met meer dan de helft bekort. "Dat is vooral voor de eilanders een belangrijke service. Als wethouder ben ik er blij mee, maar ik geloof niet dat ik hem aangeschaft zou hebben: de rederij kost-ie alleen maar geld". Benauwd Terug naar het structuurplan, waarin wordt voorgesteld de dorps kernen en badwegen af te sluiten voor de auto. Sjors Visser: "En dan komt het probleem. Zo in het algemeen is iedereen er hier wel voor dat de zaak gestabiliseerd wordt, maar wanneer je met concrete maatrege len komt, worden ze doodsbenauwd. De middenstanders als Je de dorpskernen wilt afsluiten en ook de boeren op Oosterend; Je hebt daar boerderijen met vier zomerwoninkjes erin bijvoorbeeld, daar komen rustige mensen logeren. Moet je die dan de kofferfunctie van hun auto ontnemen? Ze rijden er eigenlijk maar twee keer mee, van en naar de boot. Overigens ben ik wel voor een autoverbod, maar dan via een soepele overgangsfase". Jan Smit: „Het structuurplan gaat helemaal voorbij aan de spreiding, die op zichzelf al 30 tot 40 procent meer auto's per Jaar oplevert. 5000 mensen in één maand is minder erg dan vijf maanden lang elke maand 1000, de natuur krijgt geen kans om zich te herstellen en bovendien komen er in voor- en najaar zogenaamde natuurliefheb bers, die zo nodig vogelnesten moeten fotograferen en daarmee zeer veel verstoring te weeg brengen. Die spreiding wordt bijzonder gepropageerd door onze nieuwe VW-directeur die in vier talen adverteert". Begeleiden Inderdaad liggen op het bureau van deze man, J. Schippereijn, de woordenboeken steeds gebruiksklaar, maar hij blijkt overigens een welbespraakt man die persoonlijk het liefst helemaal geen toerist zou willen zien. Dat gaat natuurlijk niet. Dus: „We moeten zorgen dat we de goeie kwaliteit publiek houden en ik geloof toch wel dat de mensen in voor- en naseizoen voorzichtig met de natuur omsprin gen. En nou is mijn taktiek bijvoorbeeld dat ik een brochure over de Boschplaat maak, maar hem niet aanbied. Alleen als men er speciaal voor hier op het kantoor komt, want dan zeg ik: kijk, die man wil naar de Boschplaat, ik kan hem niet tegenhouden, maar ik zal hem wel goed begeleiden". Schippereijn gelooft niet dat het erg is, dat een voortdurende aanwezig heid van toeristen de eigen eilandse gemeenschap aantast: „Inderdaad, de folklore leeft hier nog, maar ze gaat echt op den duur verloren, dat zien we overal". Een man als Sjors Visser zou dat betreuren. Hij maakt zelf op Oosterend deel uit van een „burengemeenschap", overblijfsel uit de tijd dat de boeren nog gezamenlijk land bezaten. Nu de helft van de Oosterender boerderij en al lang niet meer permanent worden bewoond, zijn er nog steeds hard werkende boeren die wat voor elkaar over hebben: bij iemand een waterleiding aanleggen bijvoorbeeld, of bij een zieke boer met z'n allen de stal schoonmaken. Visser: „Wat mij bezighoudt is: als straks de veeteelt hier niet meer rendabel is, door het transport naar de vaste wal, en ze sluiten hier de melkfabriek, wat gebeurt er dan met dit grootse landschap, met die kleine dorpjes, als er geen boeren meer zijn?" Zullen we gissen? Dan zou het Terschellinger land wel es één groot Midsland kunnen zijn, nu alleen nog maar een klein, maar wel erg bruisend recreatief centrum, en niet meer een gemoedelijk eiland, waar de enige en hoogste „crimina liteit" uit Jutten bestond, en de huisdeuren des nachts niet op slot hoefden. Sommige vernielers is geen moeite te veel Omdat het heet was die dag en iedereen in het zonnetje lag, stonden de meneer en de mevrouw wat eenzaam tussen de hoog opgetaste souvenirs in hun winkeltje te Ballum, één van de vier dromerig-pittoreske dorpen van Ameland. Zij spraken, vertederd, over de meest opvallende groep gas ten die het eiland ieder jaar tijdens het vakantieseizoen op bezoek krijgt: Duitse kinderen, bleekneusjes („uit de kolenpot van het Ruhrgebied", verduidelijkte de souvenir-meneer) en kinderen uit tehuizen, want ook voor hen kan af en toe een ver andering van omgeving geen kwaad. Ameland is trouwens toch het waddeneiland met het grootste percentage Duitsers. „Als het regent vinden ze dat helemaal niet erg", zei de mevrouw, „want hier komt geen vuiligheid mee naar beneden, zoals bil nun". En hij: „Laatst vertelde een Duitser ons dat als zijn vrouw in de tuin margrieten wilde snijden, dan moest ze die eerst afspoelen" Schoon Ameland is goed voor het besef dat het leven heel zuiver kon zijn. Maar sommige Amelander win keliers, willen niet meer zo veel Duitse kinderen tegelijk in hun zaak: tenslotte moeten voorraadadministratie en inkomsten met elkaar in overeenstemming zijn. „Vroeger was Ameland vooral een familie-eiland', herinnert natuurbe schermer, bungalowverhuurder en raadslid G rans bergen zich, ..maar nu komen er steeds meer Jongelui die alleen maar rotzooi willen schoppen. Ik zit wel es voor het gewetensconflict dat als ik als eilander en verhuurder van huisjes zeg: mensen, welkom! Maar als ik de boot zie binnenkomen denk ik als natuurbeschermer: mijn god, wat zal deze horde nu weer vertrappen en vernielen? Dan geloof ik dat Je ook hier centra voor massarecreatio moet maken, om ze in godsnaam Wie Ameland zegt, zegt aardgas. Spitsvondige natuurbe schermers hebben 't naamgrapje NAMeland bedacht, vanwege de dreiging van aardgasboringen door de NAM, en overigens ook Mobil, die meteen de Arabische olieboycot tegen Nederland aan grepen om de druk op de beslis singnemers te vergroten. Elk gas belletje is voor de energievoor- zienig belangrijk, luidt hun rede nering. Onder Ameland (en het water rondom) werden twee aardgasvel den aangeboord, maar de vraag of het gas ook geëxploiteerd mag worden, sleept al Jaren. Op 12 no vember van het vorige Jaar werd het doek opgehaald voor het één na laatste bedrijf: de gemeente raad besloot met 4 tegen 3 stem men in het bestemmingsplan bui tengebied de mogelijkheid van gaswinning op te nemen. De reactie was buitengewoon. Bij Gedeputeerde Staten van Friesland, die zich vervolgens over het bestemmingsplan moeten uit spreken, kwam het grootste aantal bezwaarschriften binnen, dat ooit tegen een bestemmingsplan was ingediend. Ruim 25 000. Hoe het oordeel van GS ook zal luiden, het laatste bedrijf komt pas daarna, als namelijk één van beide partijen, ofwel NAM/Mobil ofwel de milieubescherming en beide dan ook nog gesteund door ambtelijke instanties, in beroep gaan bij de Kroon. Zodat we nog jaren geduld zullen moeten be trachten. buiten de natuurgebieden te houden". Eén van die gebieden is het Nieuwlandsrijd, een ruime kwelder die met zijn diepe slenken naar de kant van de Waddenzee open staat voor de invloed van het zoute water. Talloze vogels broeden hier. Temid den van een rijke zoutminnende vegetatie van zeekraal, zeeweegbree, strandzoutgras en zeealsem. Maar het Nieuwlandsrijd is gezamenlijk eigendom van de boeren die er hun schapen laten grazen. Dezelfde boeren die hun hofsteden aan de Duitse tehuizen verhuren en met de kinderen in boerenwagens achter hun tractoren door de kwelder trekken, aldus het vogelleven van scholekster, kluut, wulp, kievit, tureluur en al die andere ernstig verstorend. Maar hoe maak Je daar een eind aan, de Amelander is als elke rechtgeaarde eilander een mens die op zijn vrijheid staat. De burgemeester geeft de boeren voor deze wijze van personenvervoer ontheffing, de nieuwe burgemeester Zevenbergen moet dat nu voor de eerste keer nog doen, maar hij aarzelt: „De enige manier waarop Je er iets tegen zou kunnen doen, is via de veiligheid. En nu is het zitten op een boerenkar in een gebied met geulen en alles en nog wat niet gans zonder gevaar". Trouwens ook de toeristische automobilist heeft het Nieuwlands rijd en eveneens het Oerd, het koninklijke duingebied nog oostelij ker, ontdekt: op hoogtijdagen wordt de natuur door de file opgezadeld met stofwolken die stinken. Ame land heeft bij natuurminnaars en rustzoekers een slechte reputatie: de reputatie dat alles mag. De burgemeester: „Ja, wat moet Je nou op zo'n ongenuanceerde kreet zeggen? Persoonlijk ben ik voorstan der van een absoluut autoverbod in natuurgebieden, maar de zandweg langs het Nieuwlandsrijd en naar het Oerd is van Rijkswaterstaat. Daar hebben wij niks over te vertellen". Ameland, dat zelf 3000 inwoners telt, kan 35.000 gasten tegelijk aan. Officieel. Officieus is de logiescapa- citeit groter en hoewel er geen grote uitbreidingsplannen meer op stapel staan, behoort de sluipende uitbrei ding tot de pubieke geheimen: in aanbouw zijnde garages bijvoorbeeld die wel degelijk vakantiehuisjes worden. Maar de recreatiedruk op Ameland zou al te groot zijn? Burgemeester Zevenbergen: 't Is mooi geweest. In de praktijk zien we dat de aantrekkelijkheden als rust en ruimte in gevaar worden gebracht". De burgemeester wijst er overigens op dat de toeneming en de spreiding van de welvaart ertoe leiden dat er steeds meer mensen met vakantie gaan die nooit geleerd hebben zich te recreëren of om te gaan met de natuur. „Hoe lang heet het nou al niet: Laat niet als dank voor 't aangenaam verpozen den eigenaar van 't bosch, de schillen en de dozen? Maar 't is nog steeds een pestzooi". Belastingconsulent en vogelbescher mer S. Elgersma te Nes kon deze uitlating slechts bedroefd bevestigen. Ondanks de regen hadden talloze mensen zich tijdens de Pinksterda gen per auto naar het Oerd begeven. Zij staken de orchideeën uit en haalden alle nesten in de twee stormmeeuwkolonies leeg. Elgersma wees de plaatsen aan op een kaart, ze bleken ver buiten de bewoonde wereld te liggen, zelfs ver van de duizenden caravans, zomer huisjes en tenten op Ameland. Maar voor sommige vernielers is geen moeite te veel.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1974 | | pagina 19