DUISENBERG:
"MEER DOENER
DAN DENKER"
Vissen op karper
Meer Vissport
I vis
sport
VELTMAN
ZATERDAG 29 JUNI 1974
Mevrouw Tine Duisenberg, de vrouw
van de Nederlandse minister van
Financiën heeft een muziekinstru
ment aangeschaft om de uren
zonder man door te komen. Ze
speelt fluit. „Je moet toch wat te
doen hebben", legt zij uit. Simpele
aanwijzing dat het gezinsleven
ingrijpend verandert als vader
minister wordt.
Dr. Willem Frederik Duisenberg (39)
is ruim een jaar de financieel-eco-
nomische strateeg van het kabinet-
Den Uyl. Het bevalt hem erg goed,
dat ministerschap. Na zijn econo
miestudie in Groningen begon hij
aan een wetenschappelijke looobaan.
Al vlug kwam hij terecht in een
doe-functie als staflid van het
Internationale Monetaire Fonds in
Washington, waar de geldstromen in
de hele wereld scherp in het oog
worden gehouden. Daarna werd hij
adviseur van de president van de
Nederlandse Bank. En in 1970 toch
terug naar de zuivere wetenschap:
gewoon hoogleraar economie aan de
Gemeente-universiteit in Amsterdam.
Nog geen drie jaar leidde hij het
rustige leven van de professor:
soms hele dagen thuis in Uithoorn
royale eengezinswoningen in een
nieuwbouwwijk, met terras aan een
uitloper van de Amstel. Lekker
vissen op z*n tijd. Stoeien met de
beide boxers, de oude, bezadigde
Oefarth en de waakzame, nukkige
Joris.
En nu dan al ruim een Jaar
minister. Er schiet nog wel 'ns wat
tijd over om de hengel ter hand te
nemen, maar toch: druk bestaan.
Volle agenda's. Late vergaderingen.
Spanningen bij het optreden in het
parlement. Veel verantwoordelijk
heid: de gulden vijf cent duurder
maken 't blijft een gok hoe dat
uitpakt. Met minister-president Den
Uyl is Duisenberg de enige die in
alle onderraden zit van de
ministerraad. Wat de overheid ook
doet, het kost altijd geld en
Duisenberg wil de financiële
touwtjes strak in handen houden,
jjn zekere zin is dat werk een
breuk met mijn wetenschappelijke
carrière", zegt de rijzige minister
„een blonde Kennedy, met
blauwe ogen", zegt men vleiend op
het Binnenhof zonder veel emotie
te verraden. „Maar per saldo ben
ik ook meer een doener dan een
denker. Meebeslissen fascineert me
heel erg. Meer uiteindelijk dan het
hogere van de wetenschap".
Door
Peter Riemersma
Maandag begon in de ministerraad
op het Catshuis het jaarlijkse
gevecht om de guldens. Zestien
ministers, die allemaal het beste
voor hebben met hun eigen
I departement. In het vooroverleg
I met Duisenberg zijn al miljarden
guldens geschrapt van de verlang
lijstjes. maar daarmee heb Je de
rijksbegroting 1975 nog niet in
elkaar gezet. Daarvoor moet worden
gekeken naar de ontwikkeling van
de economie. Naar wat het kabinet
aan nieuwe dingen wil aanpakken
en welke zaken geschrapt kunnen
worden. Hoeveel belastinggeld er
I binnen komt en hoe de sociale
verzekeringen betaald moeten wor
den. En voor het eerst komen er
ook cijfers ter sprake voor
meerjarenafspraken. In grote lijnen
wordt het begrotingsbeeld tot 1978
uitgezet.
Het beeld van de laatste Jaren is
dit: ongeveer een derde van wat we
in Nederland met z'n allen
verdienen (nationale inkomen) komt
bij de overheid terecht, die het via
de rijksbegroting weer uitgeeft. En
nog eens eenvijfde deel van de
„nationale koek" is bestemd voor
de sociale verzekeringen. In beide
gevallen gaat het om een groot stuk
herverdeling van inkomen ten bate
van de zwakkeren in de samenle
ving. De groei van wat wel „de
collectieve sector" wordt genoemd
(dus rijksbegroting en sociale
verzekeringen samen)' is enorm.
Groot politiek strijdpunt is of dat zo
moet blijven. Al twee Jaar achter
elkaar is vrijwel alles wat we meer
verdienden bij de overheid terecht
gekomen. Volgend jaar moeten de
burgers zelf maar 'ns wat
overhouden om naar eigen inzicht te
besteden zo luidt de tendens in
de niet van eigen belang ontblote
adviezen van enkele belangengroe
pen aan het kabinet. Maar toch ook
van politieke partijen als WD,
DS'70 en CHU. En de KVP in de
huidige politieke verhoudingen een
partij waar het kabinet afhankelijk
van is vindt eveneens dat de
overheid maar pas op de plaats
moet maken in 1975.
Aan de vooravond van het plussen
en minnen in het Catshuis maakt
minister Duisenberg niet de indruk
erg gebukt te gaan onder deze
adviezen. Hij is 's morgens kwart
over vijf thuis gekomen. De
ministerraad liep weer eens uit. Dat
hij tot 's nachts twee uur duurt is
heel normaal.
„Na deze baan ga ik een rondreis
door Europa maken om uit te
zoeken hoe het komt, dat
ministerraden in andere landen
maar twee of drie uur vergaderen".
Duisenberg herinnert met instem
ming aan het kabinet-De Jong.
Ministerraadsvergaderingen duurden
toen bij uitzondering niet langer dan
vijf, zes uur. „Zal wel iets met de
leiding te maken hebben", veronder
stelt hij droogjes.
Al na een paar dagen ministerschap
merkte Duisenberg, dat hij meer
tijd kwijt zou zijn dan hij had
gehoopt. Toch verklaarde hij flink,
dat hij ervoor zou oppassen al te
veel privétijd op te offeren aan
een voortjakkerende Den Uyl.
Gestoken in vrije-tijdskleding bekent
de minister: „Daar is niks van
terecht gekomen". Maar als de vier
tassen met huiswerk ter sprake
komen om het beeld van de bezette
man nog meer relief te géven,
maakt hij bezwaar. „Je moet niet
overdrijven. Dit weekeinde was ik
niet van plan veel te doen".
Er is voetballen op de tv en
Duisenberg wil, als het even kan,
de verrichtingen volgen van het
Nederlands elftal. Hij is geboren in
Heerenveen en heeft de tijd van
„us Abe" volop meegemaakt. „Ik
had een seizoenkaart als jongen van
twaalf. Toevallig heb ik ook nog
met Abe Lenstra op dezelfde
tennisclub gezeten. Nou, toevallig.
Er v
r één.'
Over zijn werk als minister praat
Duisenberg minder ontspannen,
behoedzaam. Schuift op de zonne-
stoel in de tuin heen en weer.
Breekt dorre takjes doormidden
Ergert zich aan de blaffende Joris.
Legt de boxer aan een lange
loopketting.
De minister vindt, dat de kranten
een „niet Juist" beeld hebben
gegeven van zijn „strijd" met
minister Vredeling over de uitgaven
van defensie.
.Kranten hebben een grote zucht
naar nieuws, dat is normaal. Maar
veel berichten gaan over onderwer
pen die niet zijn afgerond. Vooral in
deze tijd als de rijksbegroting wordt
voorbereid. De berichten zijn dus
vaak maar half waar. Aan zulke
halve informatie heeft de burger
niet veel. Ik vind, dat de kranten
beter kunnen wachten, 't Klinkt
misschien wat autoritair, maar het
zou zuiverder zijn als de regering
eerst een standpunt inneemt en dat
de discussie pas losbarst als de
feiten en argumenten bekend zijn".
Maar echt negatief denkt Duisen
berg niet over de kranten. Beseft
dat de berichtgeving een politieke
rol kan spelen. Erkent dat politici
soms pressie proberen uit te
oefenen via de publiciteit. Ontkent,
dat de inhoud van beslissingen door
publiciteit wordt beïnvloed zegt:
„Wel heeft berichtgeving vaak
invloed op het tempo. Helaas
moeten we soms sneller een besluit
nemen. Dan ontbreekt de tijd om
alle mogelijkheden precies door te
rekenen". Duisenberg, de precieze.
Hij was de man die Vredeling
driemaal vijfhonderd miljoen gulden
van de defensie-uitgaven wilde laten
schrappen. Dat wilde zijn partij, de
PvdA.
„Onjuist", zegt de minister van
Financiën. "Het is een lang
onderhandelingsproces geweest,
waarbij ik alleen een belangrijke rol
heb gespeeld in het begin. Ik heb
die zaak niet anders behandeld dan
elk ander belangrijk begrotings
hoofdstuk. Nu voert inmiddels het
politieke touwtrekken de boventoon.
De financiën vormen geen pro
bleem meer".
Prijst de samenwerking met
Vredeling. „Niet een spoor van
haatdragendheid valt er te bespeu
ren tussen ons. Hij is een
rasonderhandelaar. Heeft als vak
bondsman een andere achtergrond
dan ik. Maar ik zelf heb ook de
gewoonte, als ik met een voorstel
kom, vind ik dat meestal zo goed,
dat ik het maar moeilijk weer
terugneem". En dan nogmaals:
„Vredeling is een geweldig goed
onderhandelaar". Heeft hij dan het
gevoel, dat hij er onderdoor is
gegaan? „Nee, daJt niet". En
Vredeling? „Dat moet u aan hem
zelf vragen".
Over het voorschot, dat de KVP
dezer dagen nam op het aardgaspot
je is Duisenberg tamelijk afwij
zend. De KVP heeft uit voorlopige
becijferingen van het Centraal
Planbureau opgepikt dat er volgend
Jaar via het aardgas anderhalf
miljard meer in de schatkist vloeit.
Dat geld moet de staat niet zelf
gaan uitgeven, vindt de KVP. Dat
moet worden gebruikt om de lasten
van de burgers te verlichten.
Duisenberg is het er mee eens, dat
we „verschrikkelijk moeten oppas
sen met het nog verder opvoeren
van de uitgaven voor de sociale
verzekeringen en met het opvoeren
van de sociale premiedruk", maar
voor het overige stélt hij koel vast:
.De KVP kan het geheel van de
begroting 1975 niet overzien.
Kennelijk heeft zij ook nog niet een
definitieve keuze gemaakt. Ik moet
er op wijzen, dat de investeringen
van de overheid op hetzelfde reële
niveau liggen als in 1968. Een paar
Jaar geleden waren ze hoger. Hier
is dus sprake van achteruitgang. Als
we nu dat aardgaspotje gaan
weggeven... Je kunt de particuliere
consumptie opvoeren. Dat is éven
prettig voor de mensen, maar zodra
het geld is besteed, is het weg".
Duisenberg vindt, dat we niet
moeten „potverteren" maar het
aardgas moeten beschouwen als
kapitaal. Het zit in de grond, maar
het is uitputbaar. We moeten het
aardgas omzetten in andere kapi
taalgoederen: bruggen, wegen, dij
ken. scholen, railverbindingen, waar
toekomstige generaties profijt van
hebben. Van die kant moet Je het
ook bekijken, vindt Duisenberg. Van
halve verhalen houdt hij niet. Hij
lijkt er altijd op uit ook de andere
kant te belichten. Zoals bij het
verhaal van de ondernemers. Ze
klagen over een slecht investerings
klimaat. Rode regering slecht
zakendoen.
Duisenberg: „Ondernemers hebben
in Nederland met veel regels te
maken, dat is waar. En ook het
fiscale regime drukt zwaar. Maar
er wordt wel degelijk rekening
gehouden met bijzondere omstandig
heden. Verliezen zijn aftrekbaar en
in bepaalde gevallen mag je
belastingen voor Je uitschuiven ais
ondernemer".
Een tikje fel: .Als ik verhalen hoor
over een slecht ondernemingskli
maat. recht ik de rug. Dan zeg ik:
Kijk nu eens wat eruit komt.
Dezelfde mensen die klagen investe
ren wel meer. De bedrijvigheid
neemt toe. Dat is de andere kant".
Tikje vergoelijkend: „Ach, die
verhalen zijn te verklaren uit de
natuurlijke neiging van elke
belangengroep om te roepen dat de
omstandigheden zo zijn, dat de
overheid daar zo nodig verandering
in moet brengen".
En een tikje ernstig: „Mijn
hoofdbezwaar is. dat je door die
verhalen buitenlandse andernemers
kunt afschrikken in Nederland te
investeren Dat moet niet".
't Was ook Duisenberg die al in
Januari Nederland zat nog volop
in de oliemalaise optimistische
verhalen afstak. Zo van: mensen
kop op. we zitten op de rijkste
energiebei van Europa!
In de Tweede Kamer is de nieuwe
minister al vroeg begroet als een
„politiek natuurtalent". Hij komt
erg goed over. Neemt het parlement
ook serieus. „Het was een volstrekt
onbekende zaak voor mij. Nu ken ik
de mensen persoonlijk, maar nog
steeds als ik er naar toe moet is er
een stukje spanning. Het is tenslotte
een confrontatie, een gevecht",
bekent hij.
.Het leukste vind ik de tweede
termijn. Na het voorlezen van alle
redevoeringen en de ambtelijke
geïnspireerde antwoorden. Dan moet
je zelf aan het werk. Je hebt vaak
maar één uur. Het eerste half uur
schift ik de vragen. Bespreek ze
met de ambtenaren. Laat nog wat
uitzoeken. Vervolgens zit ik een half
uur een antwoord te bedenken. Dan
gaat die verschrikkelijke bel van de
Kamervoorzitter. Altijd te vroeg.
Altijd eerder dan Je hoopt. Je bent
nooit helemaal klaar met de
voorbereiding. En daar sta Je dan.
Maar dan krijg Je wel dat flitsende.
Intensieve spelmomenten met Je
tegenspelers".
Duisenberg was de eerste en tot nu
toe enige minister van het
kabinet-Den Uyl die in de Tweede
Kamer met het aftreden van het
kabinet heeft gedreigd. Schuift weer
even op de stoel. Breekt een takje.
Stopt de stukjes tussen het gras.
Wil er niet veel over zeggen.
„Achteraf beschouw ik het als een
incident. Zat een element in van de
tanden laten zien. Wel noodzakelijk
bij deze coalitie. We regeren zonder
afspraken. Elke stap moet in het
parlement worden bevochten".
De karper is een fascinerende
vis en zal dat ook altijd wel blij
ven. Geheimzinnig, beschikkend
over onpeilbare krachten en niet
in de laatste plaats bijzonder
slim. Misschien dat hij Juist door
die eigenschappen bijzonder tot de
verbeelding van talloze sportvis
sers spreekt. Zij hebben er vele
uren vergeefs wachten en turen
voor over, om eindelijk de strijd
aan te kunnen binden met wat wel
eens de "varken van ons viswa
ter" wordt genoemd.
Een benaming, waarop nog wel
iets af te dingen valt, want bij
een varken denk Je al gauw aan
een log beest, dat zich maar
moeilijk verplaatsen kan en dat
weinig kieskeurig is als het om
eten gaat. Als we echter spreken
over de boerenkarper of de wild-
hybride dan hebben we het over
een torpedovormige vis met
prachtige schubben en in staat,
om een tomeloze snelheid te ont
wikkelen.
Vooral in die snelheid vergissen
de karpervissers zich nogal eens.
Vele karpers in ons viswater heb
ben daar him vrijheid al aan te
danken.
Welke materialen gebruiken we
nu om te zorgen dat de karper
tenslotte toch in ons schepnet be
landt? Om bij het belangrijkste
te beginnen: de karperhengel, die
het best aan de eisen voldoet is
een soepele stok met een progres
sieve actie, voorzien van hard-
chroom ringen en met een leng
te van drie tot vier meter. Zelf vis
ik met de zogenaamde "geephen-
gel" va nAlbatros, een driedeli
ge insteekhengel met een lengte
van 3.75 meter. Waarmee niet ge
zegd wil zijn, dat dit de enige hen
gel is waarmee goed op karper te
vissen valt. Integendeel, er is een
uitgebreide keuzemogelijkheid.
Datzelfde geldt voor de werpmo-
len die we erop monteren. Ik
beleef al vele Jaren groot plezier
aan de Mitchell 300.
Een zaak, waarover al tallo
ze polemieken zijn gevoerd is de
vraag hoe dik moet de lijn zijn,
waarmee we op karper vissen? In
dachtig aan het feit, dat de kar
per een bijzonder schuwe vis is,
zou de meest voor de hand liggen
de conclusie zijn: een uiterst dun
ne lijn. Anderzijds kennen we de
kracht, die zo'n karper op
ADVERTENTIE
voor minder geld
sortering
kwaliteit
verlaagde prijzen
DEN HOLDER
HENGELSPORT
Janvossensteeg 75/77
de vlucht kan ontplooien. Conclu
sie: een flinke sterke lijn. En u
ziet het probleem levensgroot
voor u: waar ligt de goede keuze
tussen dun en dik? Een lijn, die
zo min mogelijk opvalt en toch
sterk genoeg is.
Daarnaast speelt nog een der
de factor een niet te verwaarlozen
rol: waar vissen we op karper?
In water zonder obstakels? Dat
zal maar weinig gebeuren, omdat
de karper een grote voorliefde
heeft voor sterk begroeid water.
Vooral in de buurt van brede
rietkragen, grote velden plompe-
bladen en water met een ruime
bodemvegetatie zijn de lieve
lingsplekjes van de karper.
ADVERTENTIE
ELAN echte visboten.
YAMAHA-
OUTBOARDS.
2 tot 55 pk. 2 Jaar garantie.
Echte service door fabrieks-
monteur.
Boot-Centrum b.v.
Leiden
En dan vergeten we gemakshal
ve nog maar even die plek
jes waar de eenmaal gehaakte
karper de kans krijgt om achter
een zware tak of een paaltje in het
water om te zwemmen. Denk niet
dat dit een fabeltje is. Want ik
ken uit ervaring een plekje in de
buurt van een brug, waar de kar
per de gewoonte heeft om super
snel en met een keurige boog óm
een brugsteun heen te zwemmen
als hij daartoe in de gelegenheid
wordt gesteld. Slaag Je er dan niet
in om de karper een andere rich
ting uit te dirigeren, dan kun Je
het gerust vergeten.
Maar nu terug naar ons uit
gangspunt: welke lijn gebruiken
we? Om de gulden middenweg te
bewandelen zou ik adviseren een
lijn van 22 tot 25 honderdste, af
hankelijk van de begroeiing. De
wat oudere sportvissers zullen dit
waarschijnlijk wel te dun vinden
maar ze moeten dan bedenken,
dat de lijnen in de loop der Ja
ren heel wat verbeterd zijn. Een
lijn van 22 honderdste tien Jaar
geleden had een veel geringere
trekkracht dan een lijn van 22
honderdste vandaag. Diegenen.
die de voorkeur geven aan een
dunnere lijn, zou ik willen advise
ren eerst eens een paar flinke kar
pers te vangen. Dan zullen ze
waarschijnlijk wel genezen zijn
van him drang om te vissen met
ultra-dunne lijnen.
De keuze van de haak is een
minder groot probleem. De round
bendvorm is het meest geschikt
en dan liefst de gesmede uitvoe
ring. Denk niet dat zo'n stevige
makelij overbodig is, want ik heb
meer dan eens karpervissers
troosteloos zien staren naar een
volledig rechtgebogen of afgebro
ken haakje. Welke grootte we kie
zen hangt af van het aas dat' we
ADVERTENTIE
HENGELSPORTHUIS
Lage Rijndijk 76 - Leiden
Telefoon 34867
gebruiken .Laten we eens de
meest gebruikte aardappel onder
de loupe nemen.
Er zijn twee methoden om een
aardappel aan te slaan. De
meest professionele manier is om
steeds de haak van de lijn te ha
len, de aardappel met een fleur-
naald te doorboren, en daar ver
volgens de lijn door te halen.
Daarna wordt de haak er weer
aangezet en laat men de aardap
pel zakken totdat de haak er aan
de onderzijde in verdwenen is. Bij
deze tijdrovende manier kan ge
bruik worden gemaakt van vrij
kleine haken.
Gunt u zich de tijd niet om de
haak er steeds weer af te halen
dan is een wat grotere haak ge
makkelijker. De grotere bocht in
de haak maakt het aanslaan ge
makkelijker en voorkomt dat de
aardappel snel 6lijt en bij de eer
ste worp van de haak valt. Om
dat dit bezwaar niet geldt voor
een stukje roggebrood, kunnen we
voor dit aas weer een kleiner for
maat haakje gebruiken.
ADVERTENTIE
De enige speciaalzaak voor al uw
HENGEL
SPORTARTIKELEN
DE SPORT
HAARLEMMERSTR. IJ, tel. 24020
Let er bij het monteren van het
haakje aan de lijn aitijd op, dat
het bledje (het platte uiteinde
van het haakje) achter de lijn
komt te zitten, zodat de haak bij
het aanslaan een binnenwaartse
beweging maakt. Zorg ook steeds
voor scherpe haken. Gebruik ge
regeld nieuwe of maak ze weer
scherp met een slijpsteentje. Tot
zover een stukje theorie over het
karpervissen. Volgende maal in
deze rubriek iets over de prak
tijk.
Ook een klein karpertje vraagt goed hengelmateriaal.