„Energie nota een visie op middel lange termijn" NU en STRAKS Minister Lubbers: „We zijn een klein land met 13 mil joen mensen en een gasbel in de grond 6(s!ot) tussen lATERDAG 29 JUNI 1974 Het kabinet-Den Uyl zal de Tweede Kamer deze zomer een eerste energienota aan bieden. Daarin zal ook de ne telige vraag aan de orde ko men: wat moet Nederland aan met de ontwikkeling van de kernenergie? De minister van Economische Zaken, drs. R. F. M. Lubbers op het ogenblik doende met het schrijven van deze energie - nóta heeft een zeer uit gesproken mening over de rol van de kernenergie in het Nederlandse energiepatroon voor de komende tien, twin tig jaar. Zijn mening over de problemen die eraan vast zitten? „De kern van de zaak is: we moeten zorgen dat we de risico's en de onzekerhe den in een hoger tempo weg nemen dan het aantal kern centrales groeit". Kees van der Maas had ter afsluiting van deze serie ar tikelen over "Kernenergie tussen nu en strains" een in terview met minister Lubbers. Daarin komen zaken aan de orde als: de kwetsbaarheid van Nederland op energiege bied. de rol van de elektrici teitsbedrijven in de toekomst, de problemen rondom vesti gingplaatsen voor kerncen trales en 'het klimaat' waar in de discussie over kernener gie zich op het ogenblik be weegt. •>T> DEN HAAG Minister drs. Rudolph F- M. Lubbers (Economische Zaken) wringt zich niet in duizend boch ten, wanneer hem naar zijn persoonlijke mening wordt gevraagd over de plaats van de kernenergie in hel totale Nederlandse energiepatroon. Hij zegt me dit: „Ik taxeer dat kernenergie in de elektriciteitsvoorziening een be langrijke rol gaat spelen. Als je besluit om je niet in de kernenergie te begeven moet je goede redenen hebben om dat niet te doen. Ik verbaas me wel een beetje over de energie waarmee de Europese Commissie de kern energie pousseert, vooral het tempo waarin. Zelf vind ik het verstandig om een pad van geleidelijkheid uit te zet ten» waarbij je gewoon verschillende haltes inbrengt om de zaak nog eens te bekijken. Ik geloof niet dat kern energie hèt antwoord met de grote H is op energie problemen. Maar je kunt er ook niet aan voorbij. Boven dien zie ik daarvoor geen fundamentele reden." Op het ogenblik is op het depar tement van Economische Zaken de eerste energienota van het ^Mnet- Den Uyl in de maak. In die nota zal ook-worden aangegeven v.elke kant de regering op wil met de kernenergie. In de maanden rond de Jaarwisse ling 1973/74 heeft minister Lubbers heel wat afgetobd met onze Ne derlandse energievoorziening. Het was hem nu en dan aan te zien op de televisie. Een vermoeide man die veel slaap tekort kwam, van de ene oliebespreking naar de ande re rende, almaar dringende beroe pen moest doen op de goegemeente om toch vooral zuinig om te sprin gen met de centrale verwarming en met elektriciteit. Eens liet hij zich op een onbewaakt ogenblik ontval len dat hij „er nooit aan be gonnen zou zijn als hij het allemaal tevoren had geweten". Een paar dagen later maakte hij dan in de Tweede Kamer weer zo'n opmer king die Je bijblijft en die de situa tie zo aardig typeerde: "We zijn een klein land met 13 miljoen men sen en een gasbel in de grond". Oliemoeilijkheden, gasprijzen en gasboringen, hooglopende dis cussies over de bouw van meer kerncentrales in Nederland, de "Kalkar-heffing", onze positie in internationaal verband. Naast nog vele andere aanleidingen genoeg voor het kabinet om nu met een duidelijke visie te komen voor een energiebeleid, zoals dat in Neder land in de komende tien, twintig Jaar zou moeten worden gevoerd. Die eerste energienota ze ver schijnt over enkele maanden wil die poging zijn. En minister Lub bers is er op het ogenblik druk mee. Hij geeft me een paar globa le indrukken van de aard van de ze energienota, welke lijnen het kabinet ermee wil uitzetten. "Om te beginnen een inventarisatie van de huidige stand van zaken en van de problemen waarvoor we staan. Vervolgens enkele beleidskeuzen van het kabinet met daarnaast mo gelijk een aantal alternatieven, die eerst nog nadere studies vergen. We moeten immers ook vaststel len dat er niet een duidelijk eigen filosofie voor energiebeleid is. In de zin dus van een doelbewuste beïnvloeding van de voorzienings situatie en van het verbruik. In de loop van de Jaren is steeds duide lijker geworden dat Je die energie- situatie niet geïsoleerd kan zien in de samenleving, maar dat ze een groot aantal terreinen raakt. En dan willen we verder een kader aan geven voor de organisatorische structuur van het energiebeleid. Keuzes Voor welke termijn die nota ge schreven wordt? Er zijn een aan tal keuzen blijven hangen en die moeten we nu eerst maken. Voor het overige zal de nota een vi sie op middellange termijn schet sen, zegt de periode tussen nu en de Jaren '90. Al te vast omlijnd moet Je die zaak ook weer niet zien: we zullen wel verplicht zijn deze no ta om de paar Jaar bij te stellen. Op energiegebied hebben we na melijk al zo vaak gezien dat het al lemaal heel anders uitpakt dan we hadden voorzien". Wordt in die nota ook een poging ondernomen om Nederland wat minder kwetsbaar te maken op het gebied van de olievoorziening? Is er een vergelijking te maken met de Verenigde Staten, waar men zo snel als maaj: kan onafhan kelijk wil worden van import uit het buitenland? Minister Lubbers: "Onze afhan kelijkheid van het buitenland komt zeker aan de orde, maar de nota, wordt daar niet op geschreven. Een concept van autarkie zit er bij ons absoluut niet in. De Amerikanen stellen zich een bepaald doel, rich ten een bureau op om daarvoor een programma te maken en halen dat doel misschien. In zekere zin ligt de zaak daarmee ginds simpeler da bij ons. Wij moeten zoeken naar een evenwicht tussen energievoor ziening en energiebehoefte, naar een balans. Aan beide kanten van die balans is veel werk te doen. Dat geeft een heel andere atmosfeer. En dat zal wel te merken ^ijn in het kader dat we daarvoor willen scheppen. Alles wat op het terrein van de energie gebeurt moet in sa menhang bekeken worden: daar bij gaat het niet alleen om wat de overheid doet, maar ook om wat er gebeurt bij de universiteiten en de industrie. De electriciteitsvoorziening in Ne derland wordt de laatste tijd meer en meer als een nationale zaak beschouwd. Op het ogenblik stellen de Samenwerkende Elek- triciteits Produktiebedrijven (SEP) de plannen op voor de electriciteits voorziening in de toekomst. In wezen een stuk nationaal energie beleid dat vanuit verspreide bedrij ven wordt geformuleerd. Moet er niet een duidelijker bemoeienis van de regering en een parlemen taire controle komen op de samen stelling van die elctriciteitsplannem? Elektriciteit Minister Lubbers: "Iedereen voelt wel aan dat Je het elektriciteitsge- beuren niet meer geïsoleerd per regio kunt bekijken. De opzet en de bundeling in de SEP was daarvan al een eerste aanduiding. Daar naast is het een eigen verantwoor delijkheid van de rijksoverheid vi sie te brengen in het totaal van de electriciteitsvoorziening: het tem po van uitbreiding van oentrales, de brandstofdragers, (olie, gas, kernenergie) en de vestigingsplaat sen. Dus: het elektriciteitsplan. In derdaad bekijk ik de mogelijkheid om van daarop van hieruit meer duidelijke invloed uit te oefenen, meer rechtstreeks aan te geven waar de verantwoordelijkheden lig gen. We zij daar nog niet uit. maar die zaak is wel in bespreking". Laatst is aan de Tweede Kamer meegedeeld dat het volgens de huidige prognoses van de electrici- teitsbedrijven mogelijk wordt ge acht dat bij ongewijzigd beleid in 1990 een kwart van het totaal ver mogen in Nederland wordt opge wekt in kerncentrales. Hoe belang rijk wordt volgens u de plants van de kernenergie in Nederland". Minister Lubbers: "We hebben in ons land de rol van de kernener gie de laatste jaren wat terugge drukt. Twintig Jaar geleden was kernener gie erg "in". Kerncentrales werden als milieuvriendelijk beschouwd. Er is toen veel geld en research in gestopt, maar daarna kwamen we in de periode van de goedkope fos siele brandstofdragers. Eerst de olie en in Nederland daaroverheen nog eens het aardgas van Slochteren. In Engeland en Duitsland is het met de ontwikkeling van de kern energie harder gegaan. Bij ons wïvs alleen een technische reden aanwe zig om ermee door te gaan, geen economische. Die is er nu weer bij gekomen. En dan wordt het een kwestie om de voors en de tegens goed tegen elkaar af te wegen. Ik zelf zie geen fundamentele reden om aan kernenergie voorbij te gaan. Er worden in Nederland vrij pittige veiligheidseisen gesteld. Een aantal problemen in de kernenergie lang heeft ge worsteld is thans te overzien: dat van de thermische verontreiniging (opwarmen van koelwater) dat van de veiligheid in en buiten de cen trale. Er doorheen loopt de sabotage- kwestie. Maar het zwaartepunt daar van is ook verlegd. Werd er vroeger veel gedacht in de science-fiction- sfeer van .de kernenergiecentrale laten ontploffen, tegenwoordig heeft men meer het oog op bijvoor beeld de ontvreemding van verrijkt uranium (plutonium en dergelijke) waarmee Je van alles kunt uithalen. Onderbelicht is de laatste Jaren wat gebleven dat probleem van de radioactieve (afval) stoffen, de ver werking en het transport ervan. Ik heb daarom het idee dat we meer en meer te maken zullen krijgen met het vraagstuk van het beheer en de organisatie van radioactieve stoffen. Op dat vlak zou er mis schien nog wat meer bewustwording moeten komen. Naar mijn indruk vraagt dit probleem duidelijk een Europese aanpak en daaraan moe ten wij in Nederland onze bijdra ge leveren. Spanningsveld Hoe ver weg ligt volgens U de oplossing voor deze problemen? Mi nister Lubbers: „De kern van de zaak is,, dacht ik: we moeten zor gen dat we de risico's en de onze kerheden in 'n hoger tempo wegne men dan het aantal kernenergie centrales groeit. Blijf Je het vóór Dat is de vraag waar het om draait. Er zal atlijd een zeker spannings veld blijven, maar we zullen doelbe wuste programma's moeten hebben om de zaak onder controle te hou den. Er moet een duidelijk gevoel van beheersing van deze materie blijven. Ik sluit de kans niet uit dat het erin zit. Nee. ik ben er niet zo pessimistisch over. Er zit nog wel een merkwaardig probleem bij. Op dat punt gaan vol gens mij nogal eens wat mensen uiteen die in beginsel dicht bij el kaar staan. Er zijn mensen die zeggen: eerst vrij vergaande oplossingen bo- van tafel voordat je een volgende stap doet. Anderen voeren daar te gen aan: eerst flinke stappen zetten en dan vindt Je de oplossing. Voor mij is dat een „Ja-en-nee-ver haal, waar ik geen wijsheid op weet. Ik geloof dat Je het hand in hand moet doen en dan gaat het erom in het totale energiepatroon periodiek de stand op te nemen. In Zweden, toch een vrij progressief en milieubewust land, heeft men dat aardig kunnen zien. Daar is men vrij rap geweest met de ontwikke ling van kernenergie. Toen ineens is daar dat moratorium (die abso lute stop) gekomen maar naar mijn laatste informaties is die al weer wat afgezwakt. Op zichzelf een nut tige zaak: even de trein stil zetten om te kijken wat er aan de hand ?s. Hier in Nederland zou misschien deze eerste energienota voor zo'n opname van de stand van zaken kunnen dienen. Bij de keuze van vestigingsplaat sen voor kerncentrales spelen en kele factoren een belangrijke rol: bevolkingsdichtheid, koelwater, af stand ten opzichte van de afne mers. Als je die bij elkaar optelt, bijven er in Nederland nog maar weinig mogelijkheden: langs de kust en aan de zeearmen. Is het delta gebied voorbestemd om een soort nationaal park van kerncentrales te worden, compleet met opwer kingsfabriek voor splijtstoffen? Koelwater Minister Lubbers: "Voorlopig zie ik het transport van elektriciteit, dat groepen centrales bij elkaar komen staan. Uit een oogpunt van ruimte lijke ordening willen we te grote concentraties Juist tegengaan. Er is natuurlijk ook elders - in het noor den, aan het IJsselmeer - nog wel koelwater voorhanden. Vanuit de elektriciteitswereld bezien is dacht ik de opwekking in eenheden van 1000 megawatt een aantrekkelijke schaal, maar daarna begint het snel af te nemen. En vergeet niet het Transport van elektriciteit, dat is een kostbare zaak. En wat die opwerkingsfabrieken voor verrij king van uranium betreft, - dié kunnen ook in kleine capaciteiten werken. Daarvoor hoef je geen concentraties van centrales te ma ken. We streven niet naar een be wuste spreiding van kerncentrales, in de trant van: die dingen zo ver mogelijk uit elkaar zetten. Het gaat erom dat ze honderd procent vei lig zijn en op een goede plaats so men. De bevolkingsdichtheid, de afstand ten opzichte van concentra ties van mensen speelt wel een rol". Weerstand Hoe staat U tegenover het kli maat dat in Nederland rond kern energie heerst/ Er is nogal wat weerstand. Ook enkele partijen die dit kabinet steunen staan niet bepaald te ap plaudisseren. Minister Lubbers: "Er zijn ter lin ker en ter rechter zijde nog steeds wat mystificaties over kernenergie als zodanig. Het is een kwestie van noest werk omdat een keer od te lossen. Maar de zaak wordt door kruist door iets anders, de vraag: hoe zit het nu met het totaal van de energievoorziening? Die dingen worden nogal eens verward. Om een voorbeeld te noemen. Als Je iemand neemt die vóór kernenergie is hoeft dat nog niet te betekenen dat hij ook voor een ongebreidelde groei van energieproduktle en -ver bruik is. Het wordt wel vaak gesug gereerd. Het kan best zijn dat Ie mand die erg veel in de ontwikke ling van zonneënergie en getijde- centrales ziet en toevallig bezwaren heeft tegenkernenergie erg expan sionistisch over energieverbruik denkt. Kernenergie wordt nogal eens op één lijn gezet met de filosofie van de ongeremde economische groet De regering moet. vooral waar het gaat om de visie op "wat is ener gie in onze maatschappij", probe ren daarin geleidelijk aan wat meer helderheid te krijgen. Dan kun Je ook een klimaat scheppen waarin vraagstukken als "welke richting op met alternatieve energie, welke richting met kernenergie" wat ob jectiever en rustiger beoordeeld kunnen worden". Je hoort nogal eens beweren dat de hele kernenergieproblematiek in Nederland te veel is omgeven met geheimzinnigdoenerij. Wordt niet een beetje teveel de indruk gewekt dat de hele materie uitsluitend be stemd is voor een discussie tussen een aantal exclusieve groepen? Openheid Minister Lubbers: "Ik zie er geen enkel voordeel In om met rap porten of andere stukken over be paalde aspecten van kernenergie geheimzinnig te doen. Openheid, ze ker. Maar ik heb niet de illusie dat het alles oplost. Ik vraag In mijn eigen kring nogal eens aan mensen: hoe sta JIJ nu tegenover kernener gie, heb Je Je er wel eens in ver diept? Sommigen zeggen dan: ik heb er stukken over gelezen, rap porten. artikelen, maar ik zou het echt niet weten. Begrijpelilk want het is erg moeilijk om uit zo'n vraagstuk te komen als Je er niet in een benaald vakgebied mee be zig bent. Trek maar eens een ver gelijking met kankeronderzoek. Je kunt iemand daarover van alles en nog wat laten lezen, verklaringen van deskundigen eraan toevoeren en vervolgens vragen of er ln Ne derland genoeg geld wordt uitge geven voor kankeronderzoek. Dat is geen gemakkelijke zaak. ODenheid. in ieder geval, maar het levert niet de hoogste wijsheid". Het gesDrek komt nog even op de opwekkingen tot enerpiebesna- ring. waaraan ook het Ministerie van Economizche Zaken eind vorig Jaar en de eerste maanden van dit Jaar heeft meegedaan. Halvering van de straatverlichting, de etala ge-lichten uit de gordflnen- van-Lub bers dicht. Worden die goedbedoel de pogingen van destilds nog omge zet in een stuk Ie energiebeleid? Je krilgt nogal eens de Indruk: alle ellende is voorbü en de besparing kan weer achterwege blilven. Rechtsgrond De regering wil er een duidelilke richting aan proberen te geven. Maar dan moet er volgens minis ter Lubbers wel eerst een filosofte en een rechtsgrond voor gevon den worden. Anders blilft enerete- besDaring een fraaie slogan. Vori*» najaar was ef een directe nood zaak. Die is nu weggevallen. Net zo goed als er voor de 100 km snel- heidsgrens op de weg een andere rechtsgrond dan benzi^^narini* is gekomen de verkeersveilig heid zal er voor de noodzaak van energiebesDaring een antwoord moeten komen op de vraag: me* welk recht claim Je dat «'^enlilk' En dat antwoord moet dan wél overtuigend klinken. KEES VAN DER MAAS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1974 | | pagina 15