ele waarschuwingen tegen verzwakking der bedrijven Vaar een betere samenleving APOTHEKEN Meer belangstelling voor de zwakzinnigen ezers schrijven In de kou pERDAG 30 MEI 1974 imiih van de ziekteverschijnselen ze tijd is het groeiende mis- jnd over het begrip "winst", is diefstal, dat is de strekking vele kwaadwillende of op zijn onwetende uitlatingen van !ei "vernieuwers", die zo nodig de „kapitalistische" maat- ppij moeten aanschoppen. Nu is jegrijpelijk, dat de werknemers jen een zo groot mogelijk deel je resultlaten van een onderne- in eigen zak te laten glijden, jat de overheid haar onlesbare financiële middelen op gemakkelijke wijze tracht te digen door de lasten op de on- sning te verzwaren.och, je het altijd proberen. Maar. ruik gaai zolang te water tot jreekt. Er zfjti nu eenmaal die worden thans over- den, tot schade van de gehe- derlandse volksgemeenschap, «ruit blijkt nu dat orerschrij- van grenzen? Vooral uit het dat de behoefte om te investe- ifneemt. Er is dus een geringere geld te steken in het iktieproces, voor het aanschaf- ge bouwen, machines en aden. En dat betekent onver- lijk verminderde werkgelegen- en stijging van de werkloos- Let wel: dit geldt voor Neder- vawt in andere landen, waar ondernemingsklimaat gunstiger ordt nog wèl op ruime schaal esteerd. Er zijn al Nederland- udernemingen, die er open- uitkomen, dat zij hun ac- liever buiten dan binnen wensen uit te breiden. Een eeld is Bührmann-Tetterode, 'n jf met zesduizend werknemers, ie verruiming van zijn werk- heid naar het buitenland gaat [gen. Er is dus geen gebrek ondernemingslust, maar wel lust tot vestiging in Nederland, eindeloze reeks van be ende bepalingen op allerlei ge- de behoefte vergroot om naar fcngsplaatsen buiten onze gren- te zien, waar de onderne- wèl wordt gewaardeerd en fperkingen, die hem worden op- als draaglijk worden ge- 1 en perk I !s goed en wel, zal men zeggen, is het niet verheugend dat er perk gesteld wordt aan de on- ade ondernemingsdrift van be- wier directies niet of in on- ende mate rekening houden de leefbaarheid van de gemeen- Het antwoord ligt voor de Inderdaad leven we niet n een tijd, waarin onderne- maar raak konden doen met mensen en milieu. Ook hier zijn grenzen, die tegenwoordig gelukkig in acht genomen moeten worden en trouwens door een ondernemer die zijn tijd verstaat reeds uit eigen be weging niet overschreden zullen worden. Het gaat hier dus duidelijk om 'n kwestie van evenwicht: enerzijds is er de drang bij de ondernemers nieuwe activiteiten te ontplooien of uitbreiding te geven aan bestaande; anderzijds is er de eis van de ge meenschap dat die activiteit voldoet aan redelijke zorg voor werknemer en omgeving. Naar de mening van vele werkgevers is het evenwicht echter verstoord ten ongunste van de ondernemingsbehoefte. „Ieder een vindt", aldus vertelaarde de werkgeversvoorzitter mr. C. van Veen dezer dagen, "dat het bedrijfs leven zijn plaats moet weten, maar men vergeet dat het bedrijfsleven, wil het goed blijven functioneren, ook zijn plaats moet h e b b e n". Welnu, aan dit laatste begint het langzamerhand te ontbreken, aldus de mening van vele deskundigen. Zo heeft de president van de Neder- landsche Bank, dr. J. Zijlstra, in zijn Jongste Jaarverslag gewaar schuwd voor het feit, dat de lust om te investeren te zwak is: de rende menten leiden niet meer tot een in vesteringsniveau, dat een bevredi gende werkgelegenheid oplevert. En daarom gaat het immers: het be schikbaar stellen van kapitaal moet toch altijd nog zo aantrekkelijk zijn, dat de werkgelegenheid daarvan in ruime mate kan profiteren en de werkloosheid tot het uiterste mini mum kan worden teruggedrongen. Het is dan ook onaanvaardbaar, dat "welvarend Nederland" met royale hand ontwikkelingsgelden uitdeelt en "thuis" een werkloosheidsniveau duldt, dat lijnrecht in strijd is met de eisen, die aan een gezonde sa menleving gesteld kunnen worden. Vieze woorden Maar helaas, "ondernemen" en vooral "winst" zijn vleze woorden. Oorzaak: het onwezenlijk gepraat van een kleine groep "zwevers", die de werkelijkheid niet onder ogen wenst te zien en zich een wereld droomt, waarin iedereen belangeloos voor iedereen klaar staat. Maar die wereld bestaat niet en zal ook nooit bestaan. Hiervoor zijn, dunkt mij, twee oorzaken aan te wijzen. In de eerste plaats het harde feit, dat (meer of minder) ''eigenliefde" in leder mens zit "ingebakken". Men wil wel werken, zelfs hard en héél hard, mits de beloning daaraan even redig is. Maar sommigen proberen dat te negéren en gaan zelfs voorbij aan het realisme van Jezus van Na- zarefc die in zijn tweede "grote ge bod" voorschreef de naaste lief te hebben „als uzelven". De tweede oorzaak voor het niet- bestaan van een belangeloze wereld is gelegen in haar misbruik. Want er zijn altijd parasieten, die mooi weer trachten te spelen van de werklust en vindingrijkheid van anderen. Die anderen "nemen" dat niet en stellen hun eisen. Mogen die eisen in het verleden exorbitant en ontoelaat baar hoog zijn geweest en veel te weinig rekening hebben gehouden met het welzijn van de medemens, thans dreigt men in het andere uiterste te vervallen. Wie met beide benen op de grond wenst te staan, zal twee factoren niet over het hoofd kunnen zien. In de eerste plaats het feit, dat .de groep ondernemers, die zorgt voor werk gelegenheid van honderdduizenden anderen, relatief klein is. Men moet dus zuinig op hen zijn en him vol doende "levensruimte" laten om zich te ontplooien. Want, en dit in de twee- zorgt, mag hij van mij gerust een mil joen per jaar verdienen. En hetzelf de geldt voor ieder, die soortgelijke (of, op kleinere schaal, vergelijkba re) prestaties verricht. Geen fantasie Enige Jaren geleden bepleitte drs. J. F. A. Gruijters. tegenwoordig minis ter, dat niemand in dit land meer dan een ton zou mogen verdienen. Wat men meer ontving, zou moeten worden "wegbelast". Ik schreef toen (25 mei 1972), dat het van weinig originaliteit getuigde op die manier het domme rode potlood te gebrui ken. Het was namelijk in de be perkte fantasie van de heer Gruij ters (misschien denkt hij er nu an ders over) niet opgekomen, dat er nog andere methoden bestaan om weliswaar een zekere "gelijkheid" te bereiken en toch van een duidelijke waardering voor uitzonderlijke ver richtingen te doen bl'ïken. Zo zou men kunnen bepalen, dat iemand alles, Door C. J. Rotteveel de plaats, de "concurrentie" zit niet stil en probeert de hier ondergewaar- deerden naar zich toe te trekken. Ge volg: vertrek van waardevolle krach ten naar elders. En daartegen is niets te doen. Want men kan véél regelen, maar niet de "distributie" van ondernemende persoonlijkheden over de verschillende landen. Die gaan dètè,rheen waar het "klimaat", gunstig is en uiteraard binnen re delijke grenzen geen systemati sche hetze wordt bedreven tegen een ieder, die door zijn gaven van hoofd en hand in belangrijke mate bijdraagt tot welvaart en welzijn van zijn me deburgers. Een belangrijke factor in dat "gun stige (ondernemings) klimaat" is naar mijn mening in elk geval óók, dat er geen ziekelijke afgunst bestaat. Bijzondere begaafdheid is dun gezaaid en als een gemeenschap niet kan verdragen, dat een betrek kelijk kleine groep de vruchten plukt van meer dan gewone prestaties dan gaat die gemeenschap onherroepe lijk aan kift ten onder. Deze opmer king zal wel allerminst naar de zin zijn van de beroeps-nivelleerders en de "gelykstrijkers', 'die hun eigen middelmatigheid pogen te verber gen achter een luidruchtige campag ne tegen hen, die in bijzondere mate tot de welvaart van allen bijdragen. Laat ik het héél duidelijk stellen: als Verolme voor tienduizend ar beidsplaatsen in de scheepsbouw wat hij meer dan twee ton verdient, aan de aankoop van schilderijen (of welke andere "hobby" dan ook) zou mogen besteden, mits zijn collec tie na zijn dood in een museum zou worden ondergebracht, dat zijn naam zou dragen. Dat lijkt mij een denk beeld, dat geen werkgever de grens overjaagt en toch tegemoet komt aan de behoefte aan een zekere ma te van redelijkheid. Maar laten we, van de persoon lijke beloning voor ongewone zake lijke verrichtingen, terugkeren tot de winsten van de bedrijven. Ook daar over bestaan bij sommigen naïeve denkbeelden. Zo zijn er in de loop der jaren heel wat (kleine) bedrijven ten onder gegaan door de willekeuri ge en net wat te royale greep van moeder de vrouw in de kas van de zaak. Wat een geld, het kon niet op.Maar vergeten werd, dat dit geld besteed diende te worden aan de aankoop van nieuwe goederen en eventueel gebruikt moest worden voor een toekomstige uitbreiding of de aankoop van nieuwe machi nes. Dat zo iets kleine ondernemers overkomt is al bijna onbegrijpelijk, maar dat met name de overheid evenzo handelt tart elke beschrij ving. Slechter dan ooit En toch blijkt dit verschijnsel zich ook in Nederland voor te doen. „Het industrieel apparaat in ons land is bezig te verouderen.De spankracht voor het verrichten van nieuwe in vesteringen en het vervangen van oude installaties is uit de balansen van ondernemingen verdwenen," al dus citeerde „Elsevier" dezer dager dr. F. Grapperhaus, oud-staatssecre taris van Financiën en thans top man bij een bankconcern. „Kort daarvoor," aldus ging het weekblad verder, „trok dr. W. Bos, voorzitter van de contactgroep werkgevers in de metaalindustrie, aan dezelfde noodbel. Hij noemde als oorzaken- sterk stijgende loonkosten, hoge ren te en het ongunstige fiscale klimaat Deze sombere geluiden sluiten aan bij de alarmerende nota van het Verbond van Nederlandse Onderne mingen over de vooruitzichten voot volgend Jaar. Volgens het VNO is de economische positie van Nederland op dit ogenblik slechter dan ooit het geval was in de naoorlogse periode De georganiseerde werkgevers wijzen hierbij voor de zoveelste keer op de ontoelaatbare druk die belastingen en sociale premies op het nationale in komen uitoefenen. Dr. Jelle Zijlstra. president van De Nederlandsche Bank (hierboven reeds geciteerd. C. J R.), heeft al eerder gezegd dat die druk hoe dan ook minder moet wor den". Tot zover „Elsevier". Ten onrechte menen velen, dat het in Nederland niet opkan en zij wijzen dan op de gunstige cijfers van allerlei grote ondernemingen. Maar men vergeet dan bijv. een factor als de inflatie Goederen en machines, in het verle den voor honderd gulden gekocht vergen nu honderdvijftig of nog veel méér guldens om eventueel vervan gen te worden. Ook prof. Van den Beid. directeur van het Centraal Planbureau, heeft reeds gewaar schuwd. „dat het met de daling van de rendementen op het in de bedrij ven geïnvesteerde vermogen zo wer kelijk niet kan doorgaan". Werkloosheid Te vaak wordt vergeten, dat de sterke toeneming van allerlei kosten vele ondernemingen dwingt tot het achterwege laten van de vernieu wing der machines, zoals dr. Grap perhaus moest constateren. Datzelf de verschijnsel van huizenhoge kos ten noopt andere bedrijven tot het aanschaffen vart automatische ma chinerieën, die het aantal arbeids krachten drukken. Gevolg van het eerste symptoom (geen nieuwe ma chines) is verzwakking van de con currentiepositie van zo'n bedrijf; ge volg van het tweede symptoom (automatisering) is vermindering van het aantal beschikbare arbeids plaatsen. In beide gevallen dus de Lambert Fokkema Zoals gezegd: de kruik gaat zolang te water tot ze breekt. Ik geloof niet, dat al deze waarschuwingen veel zullen uithalen. Daarvoor is het gemis aan economisch inzicht bij velen te groot. "Winst" blijft voorlo pig nog een lelijk woord. Maar al leen van die winst kan de schoor steen roken, zoals Lambert Fokkema schrijft, de zeer actieve directeur van de "Stichting Nederlandse Ex port Combinatie" (NEC) in Soest, een groep van 350 bedrijven, die hun produkten voornamelijk in het buitenland afzetten. In "Het geld ligt op straat" (uitgave Bonaventu- ra, Amsterdam, prijs f9.50) geeft deze "ondernemingstrateeg" met z'n enorme ervaring in handel en in dustrie een grote reeks kostbare wenken aan hen, die een onderne ming leiden. Wat Fokkema in hoofd stuk 9 Alles draait om verkopen (met winst) schrijft, sluit aan bij hetgeen hierboven werd geschreven en geciteerd. Ik eindig derhalve met enkele passages uit dit boek van Fokkema. "Bedrijven maken geen produkten voor museumdoeleinden en evenmin als hobby-bezigheid", aldus de schrijver. "Verhaaltjes (hoe hard nekkig ook) dat een onderneming vooral een sociale taak heeft, zijn natuurlijk sprookjes. Wie geld, ver nuft en arbeid in een bedrijf stopt, doet dat vanwege het rendement. Dat is logisch en gezond. De produk ten die gemaakt worden moeten verkocht worden. Met winst. Daar van (en daarvan alleen) kan de schoorsteen roken. "Slagers" (ge slaagden) in het economisch leven weten dat en gedragen zich daar naar. De "falers" hebben de mond vol over de sociale bewogen heid, de medezeggenschap en de ge ëngageerdheid van de medewer-er. En over nog veel meer. Wie bezeten is van verkoopdrift en wie kan Jui chen bij elke nieuwe order, die hoeft zich geen zorgen te maken over de continuïteit van de onderneming, noch over het sociale klimaat, noch over de sfeer in het bedrijf. Verko pen moet synoniem zijn aan verdie nen en aan voortbestaan. En als er goed verdiend wordt, dan is er alle reden voor prachtige sociale maatre gelen. Voor luxe en comfort. Voor "n aangename sfeer en voor alles wat het werken tot een genoegen maakt. Maar het moet wel eerst verdiend worden Opnemen van brieven in De redactie behoudt zich deze rubriek behoeft niet te daarenboven het recht voor betekenen dat de redactie om bijdragen te weigeren dan het met de inhoud eens is wel in te korten. verzet van milieubeschermers economische groei, o.a. blij- uit 't nog altijd toenemend aan- Ato's, wordt steeds krachtiger, freest een onherstelbare aan- n natuur en milieu door de meer wegen, de bouw van huizen, kantoren, fabrieken, de op van meer auto's. Ge- erd door het rapport van de van Rome," dat de grenzen van iroei onverbiddellijk aangeeft, men voor stopzetting van die .De aarde heeft slechts beperk- nogelijkheden voor de voed- rziening, de grondstoffen-voor- ,zijn eindig, zelfs zuivere lucht rater zijn niet onuitputtelijk ijgbaar, zéker niet als deze er verontreinigd worden de afval van onze technologische (laving. daarentegen protesteren tegen dit streven van milieu- ermers. Stilstand, zeggen zij, is ruitgang. Zij zijn, evenals U en pgevoed in het vooruitgangsge- Premies werden (en worden) ld op alles wat de groei stimu- burgemeesters streven naar tiding van het gemeentelijk wo- estand, waardoor het inwonertal emt. Hun beloning: méér sala- kinderbijslag is zó opgebouwd, F voor het achtste kind véél meer dan voor het eerste of twee- en electratarieven zijn de- hoe meer U verstookt, hoe foper. Zo is onze hele maat- •pij ingesteld op bevordering t groei, in allle opzichten, milieubeschermers protesteren 't tegen deze ideologie. Hun laamste organisatie, de Vereni voor Milieu-Defensie, He- ftcht 109, Amsterdam (tel. 020 heeft nog slechts 12.000 le- ®aar elke dag komen er bij. Zij de strijd aan tegen allerlei ^verpestende activiteiten, va- ad van kerncentrales tot bevol- Sroei. van bomen kappen tot be- orten. van uitlaatgassen tot in- tiden. larisatie dreigt tussen vóór- en standers van de vooruitgang, bijvoorbeeld bleek uit de felle ssies over al dan niet invoering *n autoloze zondag, schoon ik aan de kant van de ^beschermers sta, wil ik toch een poging doen de tegenstellingen wat te verzachten. Vooruitgang hoeft mijns inziens niet altijd te be tekenen: méér. De welvaart kan ook toenemen door de nadruk te leggen op béter. Vooruitgang niet in kwan titeit maar in k w a 1 i t e i t. Enkele voorbeelden: 1. Niet méér bouwen, maar bé ter. Betere isolatie tegen warmte verlies en lawaai; beter bouwen ook in die zin, dat gebouwen zó worden geconstrueerd, dat zij met betrekke lijk eenvoudige aanpassingen voor meer dan één doel geschikt kunnen worden gemaakt: kantoor, werk plaats, school, woning, clubhuis. Een iets grotere flexibiliteit is technisch zeer wel uitvoerbaar en komt hier en daar al voor. Wellicht kan zo de i honderden huizen op de éne en van grote kantoorpanden op een andere plaats enigszins wor den verkleind. Natuur en milieu wor den dan niet méér aangetast dan strikt nodig is. 2. Niet méér wegen, maar bétere. Zonder dat een kilo asfalt hoeft te worden gestort of maar één boom gekapt, kan ons wegennet in vele kleine details verbeterd worden. Uit gekiende stoplichten, goede verkeers geleiding, duidelijke wegwijzers en spreiding van de pieken kunnen de capaciteit vergroten en files verkor ten. 3. Niet méér auto's maar bétere. Fabrikanten kunnen zeer wel auto's produceren, die 20 Jaar meegaan, uitgerust met schone motoren en weinig onderhoud vragend. De bespa ring aan grondstoffen en de be scherming van het milieu zijn de ex tra kosten dubbel en dwars waard. 4. Niet méér mensen, maar "bé tere." De daling van het aantal ge boorten brengt het moment nader bij, dat het dichtstbevolkte land ter wereld een stabiele bevolking krijgt. Minder kinderen betekent de moge lijkheid voor beter onderwijs, klei nere klassen en extra zorg voor die kinderen, wier opvoeding speciale aandacht vereist. Verbetering van de kwaliteit van ons bestaan is óók een soort van vooruitgang, niet statis tisch, in aantallen maar in meer wel- ajn, meer geluk. Stopzetting van de economische groei en vervanging, door andere waarden zal geleidelijk moeten gaan, want ik hóór al de waarschuwingen tegen grote werk loosheid in vele sectoren. Enige weken geleden publiceerde u een artikel over het werk van de heer Van Riethoven. Hij maakt zich zeer verdienstelijk voor zwakzinni gen. Was de belangstelling 25 Jaar geleden minimaal, nu is de situatie heel wat gezonder. Ook durven «ouders, geconfronteerd met een zwakzinnig kind, nu met hun pro blemen te voorschijn te komen. Veel is er veranderd. Veel belang stelling veroorzaakt ook veel ver schillende meningen. Men wenst inpassing van de zwakzinnige in het arbeidsproces. Men wenst ook zoveel mogelijk be scherming, dus vervoer per speciaal busje, plaatsing in beschutte werk plaatsen. En zo zijn er vele met elkander in strijd, over wat wel en wat niet wen selijk is voor de zwakzinnige. Na tuurlijk is het in het geheel niet slecht als er rondom dit probleem 'n gezonde discussie plaats heeft. Wel is het gewenst dat er bij de verschillende departementen, die met dit probleem te maken hebben, een grotere mate van overleg plaats vindt. Het departement van Onder wijs, dat van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk, dat van Volksgezondheid, dat van Sociale Zaken, en ook nog dat van Justitie hebben hun eigen opvattingen over het begrip zwakzinnigheid. En be palen op him eigen zienswijze een te volgen gedragslijn. Om een voorbeeld te geven: "On derwijs" meent goed te doen met 't oprichten van allerlei speciale scho len voor zwakzinnigen. En wenst dat de leerkracht een zo goed mogelijk aangepaste opleiding heeft ge volgd, na het behalen van het bre vet van onderwijzer. CRM, dat de super-visie heeft over de kinderdagverblijven voor gehandicapte kleuters en over de dagverblijven voor volwassen gees- Arbeidstijdverkorting en om scholing zullen noodzakelijk zijn. Vooral omscholing, want er komen duizenden arbeidsplaatsen beschik baar: boomkwekers, ontwerpers en uitvoerders van landschapsparken, houtvesters, boswachters etc. Als we dóórgaan op de heilloze weg van economische groei, Jaarlijks, meer tranquilizers slikkend en/of hartinfarcten kwekend waar ko men we dan uit? Misschien krijgt dr. Sicco Mansholt dan gelijk, die zegt: "Als we niet snel een andere koers inslaan, zullen wre zachtjes jan kend ten onder gaan". (geciteerd in de Humanist d.d. 15 5—1974). DR. A. WEILAND Witte de Withlaan 21 telijk minder validen en over de gezinsvervangende tehuizen voor zwakzinnigen, zegt: Zwakzinnigen moeten we zoveel mogelijk als nor maal in ons levenspatroon opnemen en ook laten meedraaien. Dus moe ten we, ofschoon er speciale oplei dingen zijn ontstaan voor de perso nen die werkzaam zijn in deze ver blijven, toch trachten deze opleidin gen te miniseren, want een ieder die van de bestaande normale opleidin gen in Nederland afkomt, moet de verschillende levensvormen aan kun- U bemerkt hoe twee departemen ten tot geheel verschillende uitwer kingen komen rondom dit probleem. Voorts is het zeer gewenst dat de zwakzinnige niet wordt omringd door mensen vol emoties. Een grote mate van gezond verstand en rea lisme is gewenst. Vele personen voe len zich tot deze taak aangetrok ken, omdat men toch ook wel iets voor deze mensen moet doen. Dat staat een beetje dierbaar. Besturen van de instanties bij on derwijs, bij gezinsvervangende te huizen enz. moeten wel degelijk over het nodige zakelijk inzicht be schikken. Om u een voorbeeld te ge ven. Uit de notulen van de in Lei den optredende Ver. voor Prot. Chr. BLO met haar school voor debielen, deze liet in één Jaar een bedrag van f 11000 schieten, omdat het niet op tijd voor de leerlingen was besteed. Uit de notulen blijkt dat men ge durende drie Jaar geen pensioen bijdrage van de leerkrachten stort te bij het Alg. Burg. Pens. Gevolg" een rente te betalen van ruim f 10.000. En dat alles van de gelden, welke beschikbaar worden gesteld voor de leerlingen. Het is verheugend dat er alom be langstelling is voor de zwakzinnige. Om werkelijk hulp te bieden is het zitting nemen in een bestuur niet voldoende. Dan moet er worden ge werkt. En daarom vind ik uw artikel over de heer Riethoven zo zeer te waarderen. Hij is geen hooggeleer de, in het recht bijv., maar een man die in alle stilte op de bres staat voor de zwakzinnige. A. HUIGENb J. P. Heijestraat 9 Hazerswoude- In uw blad van donderdag 9 mei Jl. kwam een ingezonden stuk voor betreffende bereiding van recep ten. Inderdaad werkte dit verhelde rend. Trouw zitten voor mij de plakker- tjes er op, dat de rijvaardigheid beïnvloed kan worden. Als patiënt, die (schrik niet) ongeveer 4.500, (vijf en veertig honderd) tabletten in 5 soorten per jaar slikt en (tussen twee haakjes) zich daarbij heel wel voelt, dit tot troost van "mede-slik kers", heb ik ook enige ervaring. U zult begrijpen, dat ik niet op een paar tablet-en meer of minder kijk! Mistellen kan ik begrijpen, vooral als er haast is. Omdat ik al tijd wel even vooruit kan, gun ik daarom de apotheek de tijd om het recept gereed te maken- Mijn laatste recept bijv. bracht ik dinsdags om op vrijdag de tabletten te halen. Van de 180 stuks miste ik er negen. Ik heb niet gereclameerd, gezien mijn verbruik en vergissen is menselijk. Bovendien ga ik niet in de apotheek staan natellen. Een andere kwestie is dat ik op een recept waarop dyta;-urese was voor geschreven in plaats daarvan dytac kreeg. Ook niet zo erg, want Je gaat daar niet dood van, omdat het wel soortgelijk is, maar het was toch niet juist. Verder zou ik graag ingelicht wil len worden door de ondertekenaars, waarom recepten "gebroken" wor den? Is dat om meer z.g. dispen seer- of andere kosten in rekening te kunnen brengen? Als men meemaakt, dat aan iemand, die een recept brengt, ge vraagd wordt of er bezwaar is om het recept in gedeelten af te leve ren en men bemerkt aan de toon van de vraagstelling dat als er bezwaar is, het gehele recept (45 stuks) wel afgeleverd kan worden, waarom dan de patiënt twee keer laten komen? Tenslotte zou ik gaarne willen we ten of by afleveringen van sommige recepten, waar 50 of bijv. 100 stuks op vermeld staan, 60 resp. 120 stuks enz. in rekening gebracht wor den aan de ziekenfondsen omdat de tabletten in eenheden van 30 stuks berekend worden? Het in rekening brengen van niet afgeleverde tablet ten kan aardig in de papieren lo pen! Indien dit juist is, zouden de he ren artsen hieraan iets kunnen doen door de recepten in 30-tallen uit te schrijven, dus 30, 60. §0, 120 stuks, enz. voor zover het betreft tabletten, die niet in originele fabrieksver pakking worden afgeleverd? Deze laatste zouden voorgeschreven kun nen worden in fabriekshoeveelhe- den, enkele uitzonderingen daargela ten. Misschien ligt op dit terrein een taak voor de Medische Controle dienst. Nadere informatie door de onder tekenaars van 9 mei j.l. zal zeer ge waardeerd worden door T. VAN DEN BERG Kennedylaan 16 Leiden Naar aanleiding van het schriu-en van prof. dr. Bastiaans omtrent "Verzetsmilitairen" van 16 mei jl. deel ik mede met respect kennis te hebben genomen van het loffelijk streven van prof. Bastiaans, en met verontwaardiging over de inhoud van dat schrijven. Het is haast on denkbaar dat het Nederlandse Volk deze betrekkelijk kleine groep "Ech te" verzetsmensen al die tijd in de ko uheeft laten staan. Het is, na bij na 30 jaar, te laat om deze schande nog uit te wissen, men kan alleen de situatie wat verzachten als er di rect maatregelen worden genomen, en hun de rechten die ze zo dub bel en dwars hebben verdiend wor den toegekend. Het is allemaal geen stimulans om, als het nog eens nodig mocht zijn, (God verhoede het) zijn leven in te zetten voor volk en vaderland. Het is bijna niet te geloven dat de ze groep loyale Nederlanders ook nog met de nek zouden worden aangekeken door hun collega's, die zich zeer gedwee in hun beste uni form (met of zonder sabel) hehsen gemeld voor krijgsgevangenschap. De stelling dat ze hun erewoord zouden hebben gebroken tegenover de bezetters is, ook met verwijzing Winkelman over dat onderwerp, ge woon belachelijk. Trouwens ik ben van mening dat deze helaas grote groep "passive" beroepsmilitairen zich maar beter stil kan houden, want velen onder ons kunnen nog steeds maar weinig respect en waardering voor hen op brengen. P. VAN DOURLEIN, Ridder 4e klasse der Militaire Willemsorde, Wijborghstraat 22, Katwijk a. Zee.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1974 | | pagina 17