ele waarschuwingen tegen
verzwakking der bedrijven
Vaar een betere samenleving
APOTHEKEN
Meer belangstelling
voor de zwakzinnigen
ezers schrijven
In de kou
pERDAG 30 MEI 1974
imiih
van de ziekteverschijnselen
ze tijd is het groeiende mis-
jnd over het begrip "winst",
is diefstal, dat is de strekking
vele kwaadwillende of op zijn
onwetende uitlatingen van
!ei "vernieuwers", die zo nodig
de „kapitalistische" maat-
ppij moeten aanschoppen. Nu is
jegrijpelijk, dat de werknemers
jen een zo groot mogelijk deel
je resultlaten van een onderne-
in eigen zak te laten glijden,
jat de overheid haar onlesbare
financiële middelen op
gemakkelijke wijze tracht te
digen door de lasten op de on-
sning te verzwaren.och, je
het altijd proberen. Maar.
ruik gaai zolang te water tot
jreekt. Er zfjti nu eenmaal
die worden thans over-
den, tot schade van de gehe-
derlandse volksgemeenschap,
«ruit blijkt nu dat orerschrij-
van grenzen? Vooral uit het
dat de behoefte om te investe-
ifneemt. Er is dus een geringere
geld te steken in het
iktieproces, voor het aanschaf-
ge bouwen, machines en
aden. En dat betekent onver-
lijk verminderde werkgelegen-
en stijging van de werkloos-
Let wel: dit geldt voor Neder-
vawt in andere landen, waar
ondernemingsklimaat gunstiger
ordt nog wèl op ruime schaal
esteerd. Er zijn al Nederland-
udernemingen, die er open-
uitkomen, dat zij hun ac-
liever buiten dan binnen
wensen uit te breiden. Een
eeld is Bührmann-Tetterode, 'n
jf met zesduizend werknemers,
ie verruiming van zijn werk-
heid naar het buitenland gaat
[gen. Er is dus geen gebrek
ondernemingslust, maar wel
lust tot vestiging in Nederland,
eindeloze reeks van be
ende bepalingen op allerlei ge-
de behoefte vergroot om naar
fcngsplaatsen buiten onze gren-
te zien, waar de onderne-
wèl wordt gewaardeerd en
fperkingen, die hem worden op-
als draaglijk worden ge-
1 en perk
I !s goed en wel, zal men zeggen,
is het niet verheugend dat er
perk gesteld wordt aan de on-
ade ondernemingsdrift van be-
wier directies niet of in on-
ende mate rekening houden
de leefbaarheid van de gemeen-
Het antwoord ligt voor de
Inderdaad leven we niet
n een tijd, waarin onderne-
maar raak konden doen met
mensen en milieu. Ook hier zijn
grenzen, die tegenwoordig gelukkig
in acht genomen moeten worden en
trouwens door een ondernemer die
zijn tijd verstaat reeds uit eigen be
weging niet overschreden zullen
worden.
Het gaat hier dus duidelijk om 'n
kwestie van evenwicht: enerzijds is
er de drang bij de ondernemers
nieuwe activiteiten te ontplooien of
uitbreiding te geven aan bestaande;
anderzijds is er de eis van de ge
meenschap dat die activiteit voldoet
aan redelijke zorg voor werknemer
en omgeving. Naar de mening van
vele werkgevers is het evenwicht
echter verstoord ten ongunste van
de ondernemingsbehoefte. „Ieder
een vindt", aldus vertelaarde de
werkgeversvoorzitter mr. C. van
Veen dezer dagen, "dat het bedrijfs
leven zijn plaats moet weten, maar
men vergeet dat het bedrijfsleven,
wil het goed blijven functioneren,
ook zijn plaats moet h e b b e n".
Welnu, aan dit laatste begint het
langzamerhand te ontbreken, aldus
de mening van vele deskundigen.
Zo heeft de president van de Neder-
landsche Bank, dr. J. Zijlstra, in
zijn Jongste Jaarverslag gewaar
schuwd voor het feit, dat de lust om
te investeren te zwak is: de rende
menten leiden niet meer tot een in
vesteringsniveau, dat een bevredi
gende werkgelegenheid oplevert. En
daarom gaat het immers: het be
schikbaar stellen van kapitaal moet
toch altijd nog zo aantrekkelijk zijn,
dat de werkgelegenheid daarvan in
ruime mate kan profiteren en de
werkloosheid tot het uiterste mini
mum kan worden teruggedrongen.
Het is dan ook onaanvaardbaar, dat
"welvarend Nederland" met royale
hand ontwikkelingsgelden uitdeelt
en "thuis" een werkloosheidsniveau
duldt, dat lijnrecht in strijd is met
de eisen, die aan een gezonde sa
menleving gesteld kunnen worden.
Vieze woorden
Maar helaas, "ondernemen" en
vooral "winst" zijn vleze woorden.
Oorzaak: het onwezenlijk gepraat
van een kleine groep "zwevers", die
de werkelijkheid niet onder ogen
wenst te zien en zich een wereld
droomt, waarin iedereen belangeloos
voor iedereen klaar staat. Maar die
wereld bestaat niet en zal ook nooit
bestaan. Hiervoor zijn, dunkt mij,
twee oorzaken aan te wijzen. In de
eerste plaats het harde feit, dat
(meer of minder) ''eigenliefde" in
leder mens zit "ingebakken". Men
wil wel werken, zelfs hard en héél
hard, mits de beloning daaraan even
redig is. Maar sommigen proberen
dat te negéren en gaan zelfs voorbij
aan het realisme van Jezus van Na-
zarefc die in zijn tweede "grote ge
bod" voorschreef de naaste lief te
hebben „als uzelven".
De tweede oorzaak voor het niet-
bestaan van een belangeloze wereld
is gelegen in haar misbruik. Want er
zijn altijd parasieten, die mooi weer
trachten te spelen van de werklust
en vindingrijkheid van anderen. Die
anderen "nemen" dat niet en stellen
hun eisen. Mogen die eisen in het
verleden exorbitant en ontoelaat
baar hoog zijn geweest en veel te
weinig rekening hebben gehouden
met het welzijn van de medemens,
thans dreigt men in het andere
uiterste te vervallen.
Wie met beide benen op de grond
wenst te staan, zal twee factoren
niet over het hoofd kunnen zien. In
de eerste plaats het feit, dat .de groep
ondernemers, die zorgt voor werk
gelegenheid van honderdduizenden
anderen, relatief klein is. Men moet
dus zuinig op hen zijn en him vol
doende "levensruimte" laten om zich
te ontplooien. Want, en dit in de twee-
zorgt, mag hij van mij gerust een mil
joen per jaar verdienen. En hetzelf
de geldt voor ieder, die soortgelijke
(of, op kleinere schaal, vergelijkba
re) prestaties verricht.
Geen fantasie
Enige Jaren geleden bepleitte drs. J.
F. A. Gruijters. tegenwoordig minis
ter, dat niemand in dit land meer
dan een ton zou mogen verdienen.
Wat men meer ontving, zou moeten
worden "wegbelast". Ik schreef toen
(25 mei 1972), dat het van weinig
originaliteit getuigde op die manier
het domme rode potlood te gebrui
ken. Het was namelijk in de be
perkte fantasie van de heer Gruij
ters (misschien denkt hij er nu an
ders over) niet opgekomen, dat er
nog andere methoden bestaan om
weliswaar een zekere "gelijkheid" te
bereiken en toch van een duidelijke
waardering voor uitzonderlijke ver
richtingen te doen bl'ïken. Zo zou men
kunnen bepalen, dat iemand alles,
Door C. J. Rotteveel
de plaats, de "concurrentie" zit niet
stil en probeert de hier ondergewaar-
deerden naar zich toe te trekken. Ge
volg: vertrek van waardevolle krach
ten naar elders. En daartegen is
niets te doen. Want men kan véél
regelen, maar niet de "distributie"
van ondernemende persoonlijkheden
over de verschillende landen. Die
gaan dètè,rheen waar het "klimaat",
gunstig is en uiteraard binnen re
delijke grenzen geen systemati
sche hetze wordt bedreven tegen een
ieder, die door zijn gaven van hoofd
en hand in belangrijke mate bijdraagt
tot welvaart en welzijn van zijn me
deburgers.
Een belangrijke factor in dat "gun
stige (ondernemings) klimaat" is
naar mijn mening in elk geval
óók, dat er geen ziekelijke afgunst
bestaat. Bijzondere begaafdheid is
dun gezaaid en als een gemeenschap
niet kan verdragen, dat een betrek
kelijk kleine groep de vruchten plukt
van meer dan gewone prestaties dan
gaat die gemeenschap onherroepe
lijk aan kift ten onder. Deze opmer
king zal wel allerminst naar de zin
zijn van de beroeps-nivelleerders en
de "gelykstrijkers', 'die hun eigen
middelmatigheid pogen te verber
gen achter een luidruchtige campag
ne tegen hen, die in bijzondere mate
tot de welvaart van allen bijdragen.
Laat ik het héél duidelijk stellen:
als Verolme voor tienduizend ar
beidsplaatsen in de scheepsbouw
wat hij meer dan twee ton verdient,
aan de aankoop van schilderijen (of
welke andere "hobby" dan ook) zou
mogen besteden, mits zijn collec
tie na zijn dood in een museum zou
worden ondergebracht, dat zijn naam
zou dragen. Dat lijkt mij een denk
beeld, dat geen werkgever de grens
overjaagt en toch tegemoet komt
aan de behoefte aan een zekere ma
te van redelijkheid.
Maar laten we, van de persoon
lijke beloning voor ongewone zake
lijke verrichtingen, terugkeren tot de
winsten van de bedrijven. Ook daar
over bestaan bij sommigen naïeve
denkbeelden. Zo zijn er in de loop
der jaren heel wat (kleine) bedrijven
ten onder gegaan door de willekeuri
ge en net wat te royale greep van
moeder de vrouw in de kas van de
zaak. Wat een geld, het kon niet
op.Maar vergeten werd, dat dit
geld besteed diende te worden aan de
aankoop van nieuwe goederen en
eventueel gebruikt moest worden
voor een toekomstige uitbreiding of
de aankoop van nieuwe machi
nes. Dat zo iets kleine ondernemers
overkomt is al bijna onbegrijpelijk,
maar dat met name de overheid
evenzo handelt tart elke beschrij
ving.
Slechter dan ooit
En toch blijkt dit verschijnsel zich
ook in Nederland voor te doen. „Het
industrieel apparaat in ons land is
bezig te verouderen.De spankracht
voor het verrichten van nieuwe in
vesteringen en het vervangen van
oude installaties is uit de balansen
van ondernemingen verdwenen," al
dus citeerde „Elsevier" dezer dager
dr. F. Grapperhaus, oud-staatssecre
taris van Financiën en thans top
man bij een bankconcern. „Kort
daarvoor," aldus ging het weekblad
verder, „trok dr. W. Bos, voorzitter
van de contactgroep werkgevers in
de metaalindustrie, aan dezelfde
noodbel. Hij noemde als oorzaken-
sterk stijgende loonkosten, hoge ren
te en het ongunstige fiscale klimaat
Deze sombere geluiden sluiten aan
bij de alarmerende nota van het
Verbond van Nederlandse Onderne
mingen over de vooruitzichten voot
volgend Jaar. Volgens het VNO is de
economische positie van Nederland
op dit ogenblik slechter dan ooit het
geval was in de naoorlogse periode
De georganiseerde werkgevers wijzen
hierbij voor de zoveelste keer op de
ontoelaatbare druk die belastingen en
sociale premies op het nationale in
komen uitoefenen. Dr. Jelle Zijlstra.
president van De Nederlandsche
Bank (hierboven reeds geciteerd. C. J
R.), heeft al eerder gezegd dat die
druk hoe dan ook minder moet wor
den".
Tot zover „Elsevier". Ten onrechte
menen velen, dat het in Nederland
niet opkan en zij wijzen dan op de
gunstige cijfers van allerlei grote
ondernemingen. Maar men vergeet
dan bijv. een factor als de inflatie
Goederen en machines, in het verle
den voor honderd gulden gekocht
vergen nu honderdvijftig of nog veel
méér guldens om eventueel vervan
gen te worden. Ook prof. Van den
Beid. directeur van het Centraal
Planbureau, heeft reeds gewaar
schuwd. „dat het met de daling van
de rendementen op het in de bedrij
ven geïnvesteerde vermogen zo wer
kelijk niet kan doorgaan".
Werkloosheid
Te vaak wordt vergeten, dat de
sterke toeneming van allerlei kosten
vele ondernemingen dwingt tot het
achterwege laten van de vernieu
wing der machines, zoals dr. Grap
perhaus moest constateren. Datzelf
de verschijnsel van huizenhoge kos
ten noopt andere bedrijven tot het
aanschaffen vart automatische ma
chinerieën, die het aantal arbeids
krachten drukken. Gevolg van het
eerste symptoom (geen nieuwe ma
chines) is verzwakking van de con
currentiepositie van zo'n bedrijf; ge
volg van het tweede symptoom
(automatisering) is vermindering
van het aantal beschikbare arbeids
plaatsen. In beide gevallen dus de
Lambert Fokkema
Zoals gezegd: de kruik gaat zolang
te water tot ze breekt. Ik geloof niet,
dat al deze waarschuwingen veel
zullen uithalen. Daarvoor is het
gemis aan economisch inzicht bij
velen te groot. "Winst" blijft voorlo
pig nog een lelijk woord. Maar al
leen van die winst kan de schoor
steen roken, zoals Lambert Fokkema
schrijft, de zeer actieve directeur
van de "Stichting Nederlandse Ex
port Combinatie" (NEC) in Soest,
een groep van 350 bedrijven, die
hun produkten voornamelijk in het
buitenland afzetten. In "Het geld
ligt op straat" (uitgave Bonaventu-
ra, Amsterdam, prijs f9.50) geeft
deze "ondernemingstrateeg" met z'n
enorme ervaring in handel en in
dustrie een grote reeks kostbare
wenken aan hen, die een onderne
ming leiden. Wat Fokkema in hoofd
stuk 9 Alles draait om verkopen
(met winst) schrijft, sluit aan bij
hetgeen hierboven werd geschreven
en geciteerd. Ik eindig derhalve met
enkele passages uit dit boek van
Fokkema.
"Bedrijven maken geen produkten
voor museumdoeleinden en evenmin
als hobby-bezigheid", aldus de
schrijver. "Verhaaltjes (hoe hard
nekkig ook) dat een onderneming
vooral een sociale taak heeft, zijn
natuurlijk sprookjes. Wie geld, ver
nuft en arbeid in een bedrijf stopt,
doet dat vanwege het rendement.
Dat is logisch en gezond. De produk
ten die gemaakt worden moeten
verkocht worden. Met winst. Daar
van (en daarvan alleen) kan de
schoorsteen roken. "Slagers" (ge
slaagden) in het economisch leven
weten dat en gedragen zich daar
naar. De "falers" hebben de
mond vol over de sociale bewogen
heid, de medezeggenschap en de ge
ëngageerdheid van de medewer-er.
En over nog veel meer. Wie bezeten
is van verkoopdrift en wie kan Jui
chen bij elke nieuwe order, die hoeft
zich geen zorgen te maken over de
continuïteit van de onderneming,
noch over het sociale klimaat, noch
over de sfeer in het bedrijf. Verko
pen moet synoniem zijn aan verdie
nen en aan voortbestaan. En als er
goed verdiend wordt, dan is er alle
reden voor prachtige sociale maatre
gelen. Voor luxe en comfort. Voor "n
aangename sfeer en voor alles wat
het werken tot een genoegen maakt.
Maar het moet wel eerst verdiend
worden
Opnemen van brieven in De redactie behoudt zich
deze rubriek behoeft niet te daarenboven het recht voor
betekenen dat de redactie om bijdragen te weigeren dan
het met de inhoud eens is wel in te korten.
verzet van milieubeschermers
economische groei, o.a. blij-
uit 't nog altijd toenemend aan-
Ato's, wordt steeds krachtiger,
freest een onherstelbare aan-
n natuur en milieu door de
meer wegen, de bouw van
huizen, kantoren, fabrieken, de
op van meer auto's. Ge-
erd door het rapport van de
van Rome," dat de grenzen van
iroei onverbiddellijk aangeeft,
men voor stopzetting van die
.De aarde heeft slechts beperk-
nogelijkheden voor de voed-
rziening, de grondstoffen-voor-
,zijn eindig, zelfs zuivere lucht
rater zijn niet onuitputtelijk
ijgbaar, zéker niet als deze
er verontreinigd worden
de afval van onze technologische
(laving.
daarentegen protesteren
tegen dit streven van milieu-
ermers. Stilstand, zeggen zij, is
ruitgang. Zij zijn, evenals U en
pgevoed in het vooruitgangsge-
Premies werden (en worden)
ld op alles wat de groei stimu-
burgemeesters streven naar
tiding van het gemeentelijk wo-
estand, waardoor het inwonertal
emt. Hun beloning: méér sala-
kinderbijslag is zó opgebouwd,
F voor het achtste kind véél meer
dan voor het eerste of twee-
en electratarieven zijn de-
hoe meer U verstookt, hoe
foper. Zo is onze hele maat-
•pij ingesteld op bevordering
t groei, in allle opzichten,
milieubeschermers protesteren
't tegen deze ideologie. Hun
laamste organisatie, de Vereni
voor Milieu-Defensie, He-
ftcht 109, Amsterdam (tel. 020
heeft nog slechts 12.000 le-
®aar elke dag komen er bij. Zij
de strijd aan tegen allerlei
^verpestende activiteiten, va-
ad van kerncentrales tot bevol-
Sroei. van bomen kappen tot be-
orten. van uitlaatgassen tot in-
tiden.
larisatie dreigt tussen vóór- en
standers van de vooruitgang,
bijvoorbeeld bleek uit de felle
ssies over al dan niet invoering
*n autoloze zondag,
schoon ik aan de kant van de
^beschermers sta, wil ik toch
een poging doen de tegenstellingen
wat te verzachten. Vooruitgang hoeft
mijns inziens niet altijd te be
tekenen: méér. De welvaart kan ook
toenemen door de nadruk te leggen
op béter. Vooruitgang niet in kwan
titeit maar in k w a 1 i t e i t.
Enkele voorbeelden:
1. Niet méér bouwen, maar bé
ter. Betere isolatie tegen warmte
verlies en lawaai; beter bouwen ook
in die zin, dat gebouwen zó worden
geconstrueerd, dat zij met betrekke
lijk eenvoudige aanpassingen voor
meer dan één doel geschikt kunnen
worden gemaakt: kantoor, werk
plaats, school, woning, clubhuis. Een
iets grotere flexibiliteit is technisch
zeer wel uitvoerbaar en komt hier
en daar al voor. Wellicht kan zo de
i honderden huizen op
de éne en van grote kantoorpanden
op een andere plaats enigszins wor
den verkleind. Natuur en milieu wor
den dan niet méér aangetast dan
strikt nodig is.
2. Niet méér wegen, maar bétere.
Zonder dat een kilo asfalt hoeft te
worden gestort of maar één boom
gekapt, kan ons wegennet in vele
kleine details verbeterd worden. Uit
gekiende stoplichten, goede verkeers
geleiding, duidelijke wegwijzers en
spreiding van de pieken kunnen de
capaciteit vergroten en files verkor
ten.
3. Niet méér auto's maar bétere.
Fabrikanten kunnen zeer wel auto's
produceren, die 20 Jaar meegaan,
uitgerust met schone motoren en
weinig onderhoud vragend. De bespa
ring aan grondstoffen en de be
scherming van het milieu zijn de ex
tra kosten dubbel en dwars waard.
4. Niet méér mensen, maar "bé
tere." De daling van het aantal ge
boorten brengt het moment nader
bij, dat het dichtstbevolkte land ter
wereld een stabiele bevolking krijgt.
Minder kinderen betekent de moge
lijkheid voor beter onderwijs, klei
nere klassen en extra zorg voor die
kinderen, wier opvoeding speciale
aandacht vereist. Verbetering van de
kwaliteit van ons bestaan is óók een
soort van vooruitgang, niet statis
tisch, in aantallen maar in meer wel-
ajn, meer geluk. Stopzetting van de
economische groei en vervanging,
door andere waarden zal geleidelijk
moeten gaan, want ik hóór al de
waarschuwingen tegen grote werk
loosheid in vele sectoren.
Enige weken geleden publiceerde
u een artikel over het werk van de
heer Van Riethoven. Hij maakt zich
zeer verdienstelijk voor zwakzinni
gen. Was de belangstelling 25 Jaar
geleden minimaal, nu is de situatie
heel wat gezonder. Ook durven
«ouders, geconfronteerd met een
zwakzinnig kind, nu met hun pro
blemen te voorschijn te komen.
Veel is er veranderd. Veel belang
stelling veroorzaakt ook veel ver
schillende meningen.
Men wenst inpassing van de
zwakzinnige in het arbeidsproces.
Men wenst ook zoveel mogelijk be
scherming, dus vervoer per speciaal
busje, plaatsing in beschutte werk
plaatsen.
En zo zijn er vele met elkander in
strijd, over wat wel en wat niet wen
selijk is voor de zwakzinnige. Na
tuurlijk is het in het geheel niet
slecht als er rondom dit probleem 'n
gezonde discussie plaats heeft.
Wel is het gewenst dat er bij de
verschillende departementen, die
met dit probleem te maken hebben,
een grotere mate van overleg plaats
vindt. Het departement van Onder
wijs, dat van Cultuur, Recreatie en
Maatschappelijk Werk, dat van
Volksgezondheid, dat van Sociale
Zaken, en ook nog dat van Justitie
hebben hun eigen opvattingen over
het begrip zwakzinnigheid. En be
palen op him eigen zienswijze een te
volgen gedragslijn.
Om een voorbeeld te geven: "On
derwijs" meent goed te doen met 't
oprichten van allerlei speciale scho
len voor zwakzinnigen. En wenst dat
de leerkracht een zo goed mogelijk
aangepaste opleiding heeft ge
volgd, na het behalen van het bre
vet van onderwijzer.
CRM, dat de super-visie heeft
over de kinderdagverblijven voor
gehandicapte kleuters en over de
dagverblijven voor volwassen gees-
Arbeidstijdverkorting en om
scholing zullen noodzakelijk zijn.
Vooral omscholing, want er komen
duizenden arbeidsplaatsen beschik
baar: boomkwekers, ontwerpers en
uitvoerders van landschapsparken,
houtvesters, boswachters etc.
Als we dóórgaan op de heilloze weg
van economische groei, Jaarlijks,
meer tranquilizers slikkend en/of
hartinfarcten kwekend waar ko
men we dan uit? Misschien krijgt
dr. Sicco Mansholt dan gelijk, die
zegt:
"Als we niet snel een andere koers
inslaan, zullen wre zachtjes jan
kend ten onder gaan".
(geciteerd in de Humanist d.d. 15
5—1974).
DR. A. WEILAND
Witte de Withlaan 21
telijk minder validen en over de
gezinsvervangende tehuizen voor
zwakzinnigen, zegt: Zwakzinnigen
moeten we zoveel mogelijk als nor
maal in ons levenspatroon opnemen
en ook laten meedraaien. Dus moe
ten we, ofschoon er speciale oplei
dingen zijn ontstaan voor de perso
nen die werkzaam zijn in deze ver
blijven, toch trachten deze opleidin
gen te miniseren, want een ieder die
van de bestaande normale opleidin
gen in Nederland afkomt, moet de
verschillende levensvormen aan kun-
U bemerkt hoe twee departemen
ten tot geheel verschillende uitwer
kingen komen rondom dit probleem.
Voorts is het zeer gewenst dat de
zwakzinnige niet wordt omringd
door mensen vol emoties. Een grote
mate van gezond verstand en rea
lisme is gewenst. Vele personen voe
len zich tot deze taak aangetrok
ken, omdat men toch ook wel iets
voor deze mensen moet doen. Dat
staat een beetje dierbaar.
Besturen van de instanties bij on
derwijs, bij gezinsvervangende te
huizen enz. moeten wel degelijk
over het nodige zakelijk inzicht be
schikken. Om u een voorbeeld te ge
ven. Uit de notulen van de in Lei
den optredende Ver. voor Prot. Chr.
BLO met haar school voor debielen,
deze liet in één Jaar een bedrag van
f 11000 schieten, omdat het niet op
tijd voor de leerlingen was besteed.
Uit de notulen blijkt dat men ge
durende drie Jaar geen pensioen
bijdrage van de leerkrachten stort
te bij het Alg. Burg. Pens. Gevolg"
een rente te betalen van ruim
f 10.000. En dat alles van de gelden,
welke beschikbaar worden gesteld
voor de leerlingen.
Het is verheugend dat er alom be
langstelling is voor de zwakzinnige.
Om werkelijk hulp te bieden is het
zitting nemen in een bestuur niet
voldoende. Dan moet er worden ge
werkt.
En daarom vind ik uw artikel
over de heer Riethoven zo zeer te
waarderen. Hij is geen hooggeleer
de, in het recht bijv., maar een
man die in alle stilte op de bres staat
voor de zwakzinnige.
A. HUIGENb
J. P. Heijestraat 9
Hazerswoude-
In uw blad van donderdag 9 mei
Jl. kwam een ingezonden stuk voor
betreffende bereiding van recep
ten. Inderdaad werkte dit verhelde
rend.
Trouw zitten voor mij de plakker-
tjes er op, dat de rijvaardigheid
beïnvloed kan worden. Als patiënt,
die (schrik niet) ongeveer 4.500,
(vijf en veertig honderd) tabletten in
5 soorten per jaar slikt en (tussen
twee haakjes) zich daarbij heel wel
voelt, dit tot troost van "mede-slik
kers", heb ik ook enige ervaring.
U zult begrijpen, dat ik niet op
een paar tablet-en meer of minder
kijk! Mistellen kan ik begrijpen,
vooral als er haast is. Omdat ik al
tijd wel even vooruit kan, gun ik
daarom de apotheek de tijd om het
recept gereed te maken-
Mijn laatste recept bijv. bracht ik
dinsdags om op vrijdag de tabletten
te halen. Van de 180 stuks miste ik
er negen. Ik heb niet gereclameerd,
gezien mijn verbruik en vergissen is
menselijk. Bovendien ga ik niet in
de apotheek staan natellen.
Een andere kwestie is dat ik op een
recept waarop dyta;-urese was voor
geschreven in plaats daarvan dytac
kreeg. Ook niet zo erg, want Je
gaat daar niet dood van, omdat het
wel soortgelijk is, maar het was
toch niet juist.
Verder zou ik graag ingelicht wil
len worden door de ondertekenaars,
waarom recepten "gebroken" wor
den? Is dat om meer z.g. dispen
seer- of andere kosten in rekening
te kunnen brengen?
Als men meemaakt, dat aan
iemand, die een recept brengt, ge
vraagd wordt of er bezwaar is om
het recept in gedeelten af te leve
ren en men bemerkt aan de toon van
de vraagstelling dat als er bezwaar
is, het gehele recept (45 stuks) wel
afgeleverd kan worden, waarom dan
de patiënt twee keer laten komen?
Tenslotte zou ik gaarne willen we
ten of by afleveringen van sommige
recepten, waar 50 of bijv. 100 stuks
op vermeld staan, 60 resp. 120
stuks enz. in rekening gebracht wor
den aan de ziekenfondsen omdat de
tabletten in eenheden van 30 stuks
berekend worden? Het in rekening
brengen van niet afgeleverde tablet
ten kan aardig in de papieren lo
pen!
Indien dit juist is, zouden de he
ren artsen hieraan iets kunnen doen
door de recepten in 30-tallen uit te
schrijven, dus 30, 60. §0, 120 stuks,
enz. voor zover het betreft tabletten,
die niet in originele fabrieksver
pakking worden afgeleverd? Deze
laatste zouden voorgeschreven kun
nen worden in fabriekshoeveelhe-
den, enkele uitzonderingen daargela
ten. Misschien ligt op dit terrein een
taak voor de Medische Controle
dienst.
Nadere informatie door de onder
tekenaars van 9 mei j.l. zal zeer ge
waardeerd worden door
T. VAN DEN BERG
Kennedylaan 16
Leiden
Naar aanleiding van het schriu-en
van prof. dr. Bastiaans omtrent
"Verzetsmilitairen" van 16 mei jl.
deel ik mede met respect kennis te
hebben genomen van het loffelijk
streven van prof. Bastiaans, en met
verontwaardiging over de inhoud
van dat schrijven. Het is haast on
denkbaar dat het Nederlandse Volk
deze betrekkelijk kleine groep "Ech
te" verzetsmensen al die tijd in de
ko uheeft laten staan. Het is, na bij
na 30 jaar, te laat om deze schande
nog uit te wissen, men kan alleen de
situatie wat verzachten als er di
rect maatregelen worden genomen,
en hun de rechten die ze zo dub
bel en dwars hebben verdiend wor
den toegekend.
Het is allemaal geen stimulans
om, als het nog eens nodig mocht
zijn, (God verhoede het) zijn leven
in te zetten voor volk en vaderland.
Het is bijna niet te geloven dat de
ze groep loyale Nederlanders ook
nog met de nek zouden worden
aangekeken door hun collega's, die
zich zeer gedwee in hun beste uni
form (met of zonder sabel) hehsen
gemeld voor krijgsgevangenschap.
De stelling dat ze hun erewoord
zouden hebben gebroken tegenover
de bezetters is, ook met verwijzing
Winkelman over dat onderwerp, ge
woon belachelijk.
Trouwens ik ben van mening dat
deze helaas grote groep "passive"
beroepsmilitairen zich maar beter
stil kan houden, want velen onder
ons kunnen nog steeds maar weinig
respect en waardering voor hen op
brengen.
P. VAN DOURLEIN,
Ridder 4e klasse der Militaire
Willemsorde,
Wijborghstraat 22,
Katwijk a. Zee.