akantie: alarm- eentrale Iwerkt cloor ANWB 11.000 hielp vorig jaar mensen De nertsen it het westen ie lies Ier- pesten ,r LTERDAG 27 APRIL 1974 EXTRA PAGINA 17 U ie DEN HAAG Vakantieplannen, reizen maken naar verre ^nden, met de auto op stap. Wie heeft daar geen zin in? ederlanders die met vakantie gaan. gaan dat dan ook héle maal: ze nemen alles wat ze twee of drie weken niet kunnen ssen mee (zelfs de erwtensoep wordt niet vergeten, als er jzen naar Spanje en Italië worden gemaakt) en laden dat lemaal zonder pardon in de auto. Niet iedere Nederlander iet dat, maar de groep die wél zo denkt en handelt is niet a ring. lodder jaar weer "gaan ze maar", niemand weten waar ze naar gaan. waar ze te bereiken zün, lang ze wegblijven. In de zomer- jjknden kan men regelmatig via de de oproepberichten van de rmcentrale van de ANWB horen. "Verkerend in Zuid- reizend in een blauwe ts wagen, kenteken onbekend", ce» dagelijkse kost. zijn eens gaan praten met de i-an de alarmcentrale van de WB. mejuffrouw Van Lennep. vertelt dat de verzoeken om in het vorig jaar ruim elfdui- keer zijn gekomen. De meeste a en verzoeken komen in de antieperiode binnen. Het grootste kan gelukkig met een advies den afgedaan. Voorbeeld: een man met een krijgt panne in Frankrijk. Na- lijk weet h'j niet waar de dichtst- jnde garage is die hem kan hel- IIij kan twee dingen doen: o*|eloos zoeken en vragen, óf even Den Haag bellen en vragen hij terecht kan. meeste klachten betreffen ka- auto's. Dat is heel vaak te i aan overbelasting van de of aan een kapotte koppeling, laatste komt het meeste voor m R >ergen. 00.000 miljoen zevenhonderdduizend jein heeft de ANWB. Het grootste and rydt auto. Vorig jaar zijn qeshanderdduizend reiskredietbrie ver kocht en tweeënzeventigdui- i-supplementen. komen de meeste verzoeken dJhulp vandaan? Van Lennep: "Dat is moei te zeggen. Kijk, als je naar hje gaat. moet je twee keer door "^ïkrijk heen. Als je naar Oosten- of Zwitserland reist, moet je twee door Duitsland. We kunnen wel an dat er ontstellend veel men- naar Spanje gaan, want in 1973 we erg veel gedaan in Frank- ïel erg kwetsbaar zijn caravans. Door Pau] Wolfswinkel Foto's Wim Dijkman en ANWB Er is snel kans dat er iets wordt ont zet. en, dat de aanhangwagen gaat slingeren. Het komt nog maar al te vaak voor dat een auto een te grote caravan trekt. De mensen weten het veelal niet, ondanks het feit dat ze heus wel informeren bij de ANWB. Waar mejuffrouw Van Lennep het helemaal niet op heeft begrepen is het reizen met twee auto's. "Kijk, zolang ze tegen elkaar zeggen om zo en zo laat zien we el kaar daar en daar, dan is er niks aan het handje. Je moet dan wel op een gunstige plek afspreken, het sta tion bijvoorbeeld of het postkantoor. Maar wanneer ze achter elkaar gaan rijden, dan gaat het onherroepelijk Ze kunnen dat onmogelijk doen. Er is altijd wel iemand die gaat in halen en dan ben je elkaar kwijt." Waar gebeurd Ze geeft een triest, maar wel teke nend voorbeeld: Twee families zijn met twee auto's op weg. Om het voor de kinderen wat gezellig te maken, werd één van de auto's als "kinder wagen" gebruikt. Op het eind van de dag waren de bestuurders elkaar kwijt. De één met een auto vol jengelende kinderen, de andere met een stel nukkige volwassenen. Wat te doen? Auto 1 belt naar de ANWB, vertelt het verhaal en zegt waar men hen kan vinden. Drie uur later belt auto 2 op. De ANWB kon meteen vertellen hoe en wat (op zich al uniek, maar dit hele voorbeeld is uniek. Nou ja) Auto 2 goedgeluimd op weg, maar belt niet veel later weer terug: nie mand te zien. Nergens. Overal goed rondgekeken. Wat bleek? Nummer 1 was het Mejuffrouw Van Lennep: Dierbare vijanden." rienden worden vurigste Het wegslepen van ge strande auto's wordt als een dankbare hulp gezien, zoals hier in Noorwegen. De samenwerking met de buiten landse zusterorganisatflfes noemt ze goed. Wanneer Nederlanders te ma ken krijgen met buitenlandse politie, worden ze meestal onhebbelijk. Er bestaat in ons land een onkunde van de landsaard van de zuidelijke vol keren, zoals ze het fraai weet uit te drukken. "Wanneer je in Spanje fout parkeert, gaat de agent tekeer, alsof je een moord hebt gepleegd, hoor je de mensen vaak zeggen. Dat is niet waar. Als je iets fout doet en je wordt erop opmerkzaam gemaakt, dan is dat toch een normale zaak?" Wegslepen wachten beu en moe geworden. En. maar weer terug gereden naar Ne derland. Een waargebeurde zaak. Op deze manier en nog op vele andere wijzen worden de meest dierbare harts vrienden de vurigste vijanden. Wie wil er zo op reis? Selectie De radio-oproepberichten die om 12, 18 en 23 uur zijn te horen via Hil- om 9 uur 's morgens via de Wereldomroep, worden geselec teerd. Er moet levensgevaar mee ge moeid zijn, of het moet een sterfge val betreffen. Het moet ook familie betreffen in de eerste of tweede graad. Geen ooms, neefjes en buren. Het is niet alleen het elkaar kwijt raken, waardoor vele Nederlanders ieder jaar teleurgestelde vakantie dagen hebben. Het kan ook vervelen der gaan. Men kan een auto-ongeval krij gen, men kan onderweg overlij den. Meer dan honderd sterfgevallen in 1973. Veelal mensen, die achter het stuur een hartaanval hebben gehad, of die in de bergen zijn verongelukt. Het beste is dat men in geval van overlijden meteen de ANWB belt Men moet dan ook beslissen of het lichaam ter plekke wordt begraven of dat het naar Nederland wordt ge transporteerd. Meestal wordt besloten tot een begrafenis in Nederland. In het buitenland zijn begrafenissen ontstellend duur. Zeker in landen zoals Spanje en Italië: daar moeten de lijken eerst worden gebalsemd, voordat ze in de lijkkist gaan. Reeds jaren gaat het verhaal van een Nederlands echtpaar, dat met schoonmoeder naar Italië is geweest en op terugreis is naar Nederland. Plotseling overlijdt schoonmama. Ze wordt in de caravan gelegd, 's Avonds, wanneer het echtpaar in een hotel overnacht wordt de cara/van gestolen. Met schoonmoeder. Een verhaal met vele varianten. Toch is mejuffrouw Van Lennep er van overtuigd dat gevallen, als hier boven beschreven voorkomen. Alleen je hoort er nooit iets van. Het wegslepen van gestrande auto's is een dankbare hulp die door de ANWB wordt gegeven. Van geval tot geval wordt bekeken wat er mo^t gaan gebeuren. In de zomermaanden zijn er 40 tot 60 hulpauto's op de weg door geheel Europa. Moeilijkheden met invoeren van voertuigen die totall-loss zijn komen keer op keer voor. Men moet invoeren. Het nalaten ervan kan zeer kwalijke gevolgen hebben. De boete is aanzienlijk namelijk. In Frankrijk kan het zelfs drie maal de aan schaf waarde van een nieuwe auto zijn. Om maar eens een voorbeeld te noemen. In Oosteuropese landen kan men de auto aan de Staat nalaten. Dat men echter moet oppassen wat men doet en welke formulieren men te kent, staat als een paal boven water. Een Nederlander die vorig jaar in Roemenië, nietswetend een papiertje tekende en bij thuiskomst te horen kreeg dat zijn auto niet meer van hem was. kreeg geen cent meer terug. "Dan houden ze zo'n ding onder je neus zeggen habbelebabskie en dan is het voorbij", zegt mejuffrouw Van Lennep. "De mensen moeten foto's nemen van de auto en heel goed nadenken wat ze gaan doen." Dat dat nogal misloopt is bekend- Dertig mensen zullen van de zomer 24 uur per dag de alarmcentale be mannen. Zeer waarschijnlijk zal het aantal verzoeken om hulp dit jaar fors toenemen. En de ANWB zou geen ANWB zijn als ze niets deden voor de wielrijders. Vorig jaar nog is er een bagagedrager naar iemand toegezonden die in Joegoslavië plotseling panne aan zijn fiets kreeg. a Tl :on Pfeiffer 99 Hendrik Folkers het vreet HAVELTE "Met mensen nit het Westen gaan we onze Drentse dor pen verpesten!" Een hoek op de kin van de Randstad, een regelrechte knock-out. Hij werd dezer dagen geplaatst, toen het gemeentebestuur van het lieve Drentse dorp Havelte met de bevolking de nota „Drenthe Anno" besprak. Dat is een werk stuk, waarin Gedeputeerde Staten proberen de ruimtelijke ordening in betere banen te leiden. De dichterlijke vechtjas, die zo fel in de aanval ging. was Hendrik Folkers. gemeenteraadslid voor de PvdA. Hij is de vriendelijkste mam ten noorden van Zwolle. Een grijze reus met een kop vol zorgen. Hij is bang voor de toekomst van zijn Drentse land, dat hij zo lief heeft. „Het vreet aan me, Je ziet gewoon aankomen, dat die dorpen kapot gaan." Folkers was een beetje onthutst, toen de kranten in het noorden het vertelden dat hij het gezegd had van die mensen uit het westen. Want die kranten zeiden niet alles. Alleen dat rijmpje zo ongeveer. En daarmee komt natuurlijk geen goe de bedoeling over. daarmee zet Je alleen kwaad bloed. „Het was een kreet, het was be doeld als schokeffect. Ik heb niets tegen westerlingen. Ik kan net zo goed zo'n rijmpje maken op lui uit het noorden. Ik heb in die bijeen komst ook meteen gezegd: Ik weet dat ik generaliseer, ik heb geen en kel bezwaar tegen mensen, van waar dan ook weg. En met dat schokeffect heb ik ze willen toeroe pen: Jongens, waarmee zijn we be zig Hendrik Folkers heeft dat toen nog eens uitgelegd. Een triest verhaal: „Door de sanering van het platte land zijn er veel kleine boerderijtjes en woninkjes van landarbeiders vrij gekomen. Die zijn haast allemaal opgekocht door mensen uit het wes ten. De financieel draagkrachtigen, de gearriveerden, die hebben het geld om ze te restaureren als twee de woning. Het zijn al wat oudere mensen, geen Jonge gezinnen. In de dorpen wordt praktisch niet ge bouwd. Het gevolg is dat het plat teland hier ontvolkt raakt. De Jonge mensen van hier trekken weg, want ze hebben geen huis. Die boerderij tjes kunnen ze niet betalen." Met lede ogen moet Drenthe aan zien, dat daar hetzelfde noodlot dreigt, dat zich over de zuidoost hoek van Friesland al heeft vol trokken: een veroudering van het platteland, een teruggang van de scholen, omdat er geen Jonge kin deren meer zijn, een doodbloeden van het verenigingsleven, omdat een vereniging zonder leden geen ver eniging is. Het is natuurlijk makkelijk om dit alles te constateren en vast te leg gen in een opstandige regel voor het Drentse poëzie-album. Maar Hendrik Folkers is niet een man, die het daarbij laat. „Als Je tegen iets bent, dan moet Je ook bedenken hoe het anders zou kunnen", dat is zijn stelregel. En dit heeft hij be dacht: „De meeste van die vrijkomende woningen komen terecht bij de Stichting Beheer Landbouwgronden, de SBL, dat is semi-overheid. Maar dan gaat het op dezelfde toer: ze worden openbaar verkocht. Aan de meest-biedenden. En dat zijn de mensen van buiten. Nu heb ik een voorstel: als de overheid die boer derijen tóch in handen heeft, ga ze dan verbouwen met subsidie, net als de woningwet- en de premiebouw. Stel ze beschikbaar aan mensen uit de streek, of althans aan gezinnen, die ze permanent bewonen. Dan zal de streek niet verder ontvolken, maar leefbaar blijven. De Jonge mensen zouden bar graag hier blij ven wonen, ze trekken alleen weg omdat ze geen huis hebben." Hij is droef omdat zijn noodsignaal amper weerklank vindt. Ja, zijn vijf-mans fractie staat achter zijn idee en dat doet eigenlijk de hele elfkoppige raad van Havelte. Maar er gebeurt niets. De mensen uit het westen, die alles verpesten. Het is wel duidelijk, dat Hendrik Folkers niet op kruistocht is tegen de boze horden uit de Randstad. Integendeel: hij vindt dat de botsingen, de weerstanden, die er wel zijn ten koste van alles moeten worden voorkomen. Dat moeten ze samen doende echte Drent en de geïmporteerde. „Als er wrijving is, komt die voort uit onbegrip voor eikaars gebruiken. Als Je hier pas woont heb je niet in de gaten dat Je in een dorpsge meenschap zit en dat het „ik ben mijn stukje ik" er niet bij is. Je moet met elkaar zo'n dorp overeind houden, dan is het nergens mooier wonen dan in Drente. Maar Je moet weten dat een boer met mest werkt, en dat er dan een ander luchtje hangt dan in het bos." Wat Folkers voor geen prijs zou willen is het stopzetten van de sa nering om de boeren maar vast te houden. Dat moet doorgaan, de leef omstandigheden van de boerenbe volking moeten verder worden ver beterd. Maar zou het daarbij echt niet mogelijk zijn om in die boer derijtjes, die vrij komen, plaats te maken voor Jonge gezinnen, die Drenthe levend kunnen houden? „Het is gewoon investeren in men selijk geluk", zegt het Havelter raadslid, „en dat is het mooiste dat op de wereld bestaat." Gebeurt dat niet, dan ziet hij de toekomst duister in. „Je kan met Je klompen aanvoelen, dat dan over een paar jaar alleen hier en daar nog een boerderij staat en dat verder de hele week overal de gordijnen en blinden dicht zijn", voorspelt hij. En hil is echt verdrietig als hij zegt: „De blinden dicht, dat deed Je vroeger alleen als er iemand dood was."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1974 | | pagina 17