Gastarbeiders terug?
Voor geen geld
8 ERDAG 30 MAART 1974
PAGINA 15
et kabinet-Den Uyl wil aan buitenlandse werknemers, die na twee of drie jaar vrijwillig en blijvend naar hun land van herkomst terugkeren, een vertrekpremie
ven van vijfduizend gulden. Een wet, die dit mogelijk moet maken is in de maak.
erder wil de regering het aantal gastarbeiders per bedrijf en per nationaliteit tot een bepaald aantal beperken.
ons land zijn bijna evenveel werklozen als gastarbeiders. Er is echter geen sprake van dat door het wegsturen van de gastarbeiders, de werkloosheid direct zou
jn verdwenen.
ant de gastarbeiders doen doorgaans dat werk, waarvoor geen Nederlander is te krijgen. Nederland zou de gastarbeiders eigenlijk veel dankbaarder moeten behan-
Jen. Zonder gastarbeiders, zouden veel bedrijven niet eens kunnen draaien. De Nederlandse economie en onze welvaart zijn daardoor ook in grote mate afhankelijk
an de werklust van de gastarbeider.
7
(felkom in Turkije. Welkom,
om", riep een wildvreemde
mij uitbundig toe, toen ik
^oos in een ^ein s^a<^je' dieP
'urkije, mijn auto langs de
it parkeerde. Ontroerd druk-
j onze handen, omhelsde ons
En verheugd wees hij naar
Nederlandse nummerbord
mijn auto. In rap Nederlands
tide hij dat hij jaren in Ne-
ind als gastarbeider had ge-
adre t. Hij stond erop dat wij mee-
en naar een terras om met
vrienden kennis te maken en
djn belevenissen in Neder-
te vertellen. De gastvrije
bezorgde ons nog een aan-
ne en leerzame middag.
"toen we door een volgend -
reden, smeten een paar
jongens met stenen de
Psin van onze auto in. Voor hen
N n we ongewenste v reemdelin-
Van het ene uiterste waren we
t andere gevallen. Onbekend
t nu eenmaal onbemind,
dat geldt precies zo voor
rland. Hoe internationaal wij
toe ook menen te denken.
OF|t ook wij staan wel eens raar te
aar één van die ongeveer
00 buitenlandse arbeiders, die
het werk opknappen waar wij
voor ophalen.
;wee Marokkaanse mannen arm
f. m lopen, zoekt men daar al
wat achter. Als twee Turkse
an elkaar omhelzen, staan we
te kijken. Maar heel wat
nlanders kijken ook raar tegen
gebruiken aan.
lbarrière
men went snel aan elkaar,
bleek ons uit gesprekken met
ikkanen in Rotterdam en
ingen, met Turken in Leiden
Haag, met Spanjaarden in
ir en met Joegoslaven en
;rs in Den Haag. De taal is
uns de grootste barrière, die
•orden genomen,
de verhoudingen tussen gastar
en Nederlanders dan ook
de meeste buitenlanders
het hier wel een paar Jaar
voor de vertrekpremie van
D li zend gulden, die de regering
l\?t vooruitzicht wil stellen, halen
mooi hun neus op.
igens begrijpt vrijwel geen
buitenlandse arbeider nu
wat de regering met hem
deUj^eeft- Vooral n*et dat de we^«
alles gaat regelen, nog moet
in aangenomen.
die vijfduizend gulden premie
n zij allemaal wel iets vaags
rangen. Ze verkeren er door in
it 0( terheid.
lopig denken de meesten dat
•om gaat hen voor vijfduizend
uit het land te krijgen. En
inden zij geen beste handel.
Turk, die hier al negen Jaar
wel handel in: hij
ij voor ieder Jaar
li zend gulden zou krijgen,
immet Remzi Ozguz (33) woont
cht Jaar in ons land. Hij is
ten werkt als onderhoudsmon-
bij een Leids bedrijf. Het
t hem hier prima en hij wil
naai niet weg, ook niet voor
ilizend gulden.
ziet vanuit Nederland uitste-
wat er in de wereld gebeurt,
i één van de dingen, die ik
heb opgestoken, het wereldge-
dus", zegt hij als we met hem
in het Turkse centrum in
Bu: F
ïsen
Ie buitenlandse arbeider
lende kansen?
hangt helemaal van Jezelf af",
Muhammet. „Je moet om te
men niet zeggen, ik ben
irbeider, dus ben ik minder. In
begin heb ik wel iets gemerkt
discriminatie. Maar Je moet
;n vechten. Je moet Jezelf
maken. En iedereen wordt
in de maling genomen. Dat
geintjes, waar Je niet zo zwaar
moet tillen".
gastvrij zijn ze hier niet", vindt
ammet. „Daar hebben Jullie een
spreekwoord voor. De kat uit
om kijken. Na een tijdje wordt
soms wel iets vriendelijker,
warmhartigheid, echte belang
ing, dat zie Je hier niet".
Een Turkse familie in een Haagse huiskamer.
Intussen zijn landgenoten van
Muhammet om ons heen komen
staan. Het zijn Jonge vriendelijke
Turken, die een redelijke kijk op de
Nederlandse samenleving hebben.
„Het hele levenspatroon is hier zo
verschillend met dat in Turkije",
zeggen ze. Hier werk Je vijf dagen
en ga Je in het weekend uit. In
Turkije leef Je de hele week. Je gaat
veel meer uit, ook met vrouwen en
kinderen. Veel naar toneel en
muziekvoorstellingen. Elk stadje
heeft wel vijftien theaters. Het
leven speelt zich veel meer op straat
af. Dat missen we erg. De
gezelligheid op straat".
Geen respect
Waar deze Turken zich nogal eens
aan ergeren is de houding van de
Nederlandse kinderen tegenover hun
ouders. „Men heeft hier totaal geen
respect voor zijn ouders. Onbegrij
pelijk, die brutale houding vaak",
zegt een 22-Jarige Turk.
„Ik was laatst in een bejaardente
huis', vertelt een ander. „Daar was
een man aan het bidden om te
mogen sterven. Heb Je dan geen
kinderen meer, vroeg ik hem. Want
in Turkije verzorgen wij zelf onze
ouders. Daar kennen we geen
bejaardentehuizen".
De Turken hebben wel de indruk
dat zij in hun werk snel worden
ontslagen, als ze ziek worden.
„Gastarbeiders en profvoetballers
moeten beiden een hoge conditie
hebben. Anders vliegen ze eruit. De
personeelschef is onze trainer. Als
de produktie te laag is, worden we
ontslagen", legt een ander uit.
Later komt een Turks sociaal
werker erbij zitten, die zijn
spreekuur achter de rug heeft.
Door
Jan Kees Kokke
Raman Domanic (27)' is twee Jaar
in ons land en spreekt redelijk
Nederlands. buitenlandse arbeiders
zijn de slaven van deze eeuw. Ze
moeten het minste en het vuilste
werk doen voor het laagste loon.
Bovendien voelen ze zich door
allerlei aspecten zelden hier hele
maal thuis".
Hij zegt: „De doorsnee gastarbeider,
die hier komt, heeft slechts één
gedachte. Zo veel mogelijk sparen in
zo weinig mogelijk tijd. Hij heeft
soms twee banen, één overdag en
één 's avonds. Dat is een
uitputting van zijn werkkracht, als
na gebruik van doping".
Bewust maken
Zo gauw de Turken hun families
hier in Nederland om zich heen
hebben schikken zij zich makkelij-
ker in hun lot. Als we een Turks
gezin in Den Haag bezoeken zitten
de mannen apart in een kamer. Pas
als zij geroepen worden, komen ook
de vrouwe* erbij.
„Op een gegeven moment willen we
allemaal weer terug naar Turkije",
zegt meneer Deniz. Kritiek op het
leven hier heeft hij nauwelijks. Ook
de vrouwen knikken tevreden.
Wat zij wel een probleem vinden is
het ontbreken van een Turkse
school in Den Haag. De ongeveer
500 Turkse kinderen, die in Den
Haag wonen, moeten naar Neder
landse scholen. Maar als zij
terugkomen in Turkije zijn ze daar
weer een stuk achterop.
Op hat Arabisch centrum in
Vlaardingen houdt de Marokkaanse
sociaal werker Mohammed Asraouwi
(29) spreekuur voor zijn landgeno
ten.
„Het wordt steeds moeilijker voor de
buitenlanders om hier wat te
sparen", meent hij. „Vooral de
laatste tijd is het bijna onmogelijk,
omdat het leven hier steeds duurder
wordt. Vooral voor huisvesting
moeten ze vaak heel veel betalen".
Er zijn Marokkanen, die hier in
Nederland zelfstandig een be
staan proberen te vinden.
Meneer Hallhout (42) is bijvoorbeeld
in Rotterdam een eigen slagerij
begonnen, nadat hij enige jaren als
kraanmachinist bij de RDM had
gewerkt. In Marokko was hij 27 Jaar
lang slager, maar er was slechts
voldoende werk voor halve dagen.
Hallhout zegt, vriendelijk glimla
chend „De zaken gaan prima. Ik
heb goede hoop dat ik in mijn leven
succes zal hebben".
Allah
Binnenkort laat hij zijn gezin
overkomen. Is hij niet bang van zijn
land te vervreemden? Hallhout
schudt zijn hoofd. „Nee", zegt hij,
„waar ik ben is Allah altijd".
De Joegoslaaf Slobodan Radovano-
vio (30)„De mensen denken
allemaal dat Je alleen maar k~mt
om geld te verdienen", zegt hij.
„Maar dat is niet waar. Ik kom nier
om te leven. Ik hou van Hollandse
mensen en ik hou van Holland. In
Duitsland kan ik wel meer
verdienen. Maar ik leef niet alleen
voor het geld".
Een van de grootste werkgevers van
buitenlandse arbeiders in ons land is
de Hoogovens in IJmuiden. Er
werken daar 2.300 Spanjaarden. Dat
is tien proeent van het totale
personeel van de Hoogovens.
Onmisbaar
„Zonder de buitenlanders zouden we
op dit moment niet kunnn draaien",
zegt men bij Hoogovens. „Want
Nederlands personeel is heel moei
lijk of vrijwel niet te krijgen. Het is
een fabel dat de buitenlanders de
werkgelegenheid van de Nederlan
ders in de weg zouden staan. Het is
Juist omgekeerd. Zü zijn onmisbaar".
„Per saldo is het natuurlijk geen
ideale situatie, dat Je zoveel
buitenlanders in Je bedrijf hebt", zegt
men in IJmuiden. „De communicatie
geeft grote problemen. Aan intern
overleg nemen de buitenlanders
nauwelijks deel en hun promotie
kansen zijn door de taalbarrière
gering".
„Wij doen echter alles voor de
buitenlandse werknemers", zegt een
voorlichter van de Hoogovens.Dit
concern gaat inderdaad verder met
zijn voorzieningen dan de meeste
andere werkgevers.
Zo krijgen de Spanjaarden twee
maal per Jaar de gelegenheid om
met vakantie naar huis te gaan. De
reis wordt betaald en zelfs de
reisdagen worden vergoed. De
gastarbeider krijgt ook veel hulp als
hij zijn gezin naar Nederland laat
overkomen.
Gemiddeld kost een buitenlander de
Hoogovens per Jaar 7.500 gulden
extra. Dat is in totaal 15 miljoen
gulden per Jaar.
„Het is geen liefdadigheid", stelt men
bij de Hoogovens. „Ze hebben er
gewoon recht op".
Aan de huisvesting besteedt de
Hoogovens redelijk veel aandacht.
Als eerste bedrijf in Nederland heeft
de Hoogovens een woonoord laten
bouwen, dat geheel aan de door de
overheid als minimum gestelde eisen
voldoet.
Het is het Casa Arosa bij Alkmaar
dat op 4 april officieel wordt
geopend. Het woonoord bestaat uit
een aantal flats, die te zijner tijd
geschikt kunnen worden gemaakt
voor bewoning door Nederlandse
gezinnen. Via een tolk praten we
met een viertal bewoners van het
Cas Arosa.
De Spanjaarden hebben duidelijk in
de gaten dat zij de minste baantjes
moeten opknappen. „Degenen die
wat Nederlands spreken, krijgen
meestal wel beter werk. En als dat
zo is, wil Je dan nog terug? Voor
geen geldl"