Nederlands persoonsbewijs as het beste ter wereld L. de Jongs bijdrage ter verbreding van de kloof )orre maniak cloor Duitsers bewonderd mmw HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN IN DE TWEEDE WERELDOORLOG Boekhandel de Kier L ftpERDAG 21 MAART 1974 extra PAGINA 15 |de eerste wereldoorlog die op tal van terreinen tot een [en ongekende mate van overheidsingrijpen geleid had, 1 men in overheidskringen steeds sterker tot het besef [de invoering van een nieuw en volledig systeem van be- gsregistratie wenselijk was waarbij elke inwoner een registratiekaart zou krijgen. Van de nadelen van het jande, onvolledige en per gemeente verschillende sys- was men zich op menige gemeentesecretarie wel be- maar de meeste ambtenaren die bij de bevolkingsre latie betrokken waren, braken zich het hoofd niet over ag hoe een beter systeem er uit moest zien. Wie dat deed, was een ambtenaar van de Haagse gemeente-se- Jacobus Lambertus Lentz hèm moeten wij zien bschepper van het persoonsbewijs. ,die in '94 in Den Haag geboren was, had in '1 3 een felling gekregen als .schrijver" bij de hulppost-Sche- ingen van het Haagse bevolkingsregister. Hij ontpopte hls een niet alleen buitengewoon ijverig maar ook bui- pyvoon bekwaam ambtenaar. B2 werd hij met zijn inspectie megd aan het departement Hienlandse Zaken. Nu kreeg de gelegenheid, een nieuwe »e regeling te ontwerpen en op roering aan te dringen. Die werd neergelegd in het Be- Bevolkingsboekhouding1936 bepaalde dat alle ge- B van 1 Juli 1936 af per inwo- I aparte kaart moesten aan- van formaat en indeling jhreven waren. Op de voor- an die kaart werden de gege- ke burger als een potentiële misda an de betrokken inwoner (ook diger beschouwd werd. in strijd zou kes natuurlijk, alsmede 't kerk ^jn met de Nederlandse tradities. Lentz nam van die beslissing met Iti vermeld, op de achterkant teleurstelling kennis, wellicht zelfs de eventuele echtgenoot (of met; verontwaardiging. Zij was hem bewijs dat er van de Nederland- parlementaire democratie niet Vandaag verscheen het eer ste boek van het vijfde van het standaardwerk "Het Koninkrijk derNederlanden in de Tweede Wereldoorlog". Uitdit werk van de hand van prof. dr. L. de Jong, directeur van het Rijksin stituut voor Oorlogsdocumenta tie, lichtten wij het hoofdstuk over het persoonsbewijs. notei en kinderen (die elk ook egistratiekaart kregen) j rerd bewaard iin het bevol- veej deugde. igister van de gemeente waar In ^et Derde Rijk moest iedere ®er woonachtig was; verhuis- burger steeds een identiteitsbewijs- naar een andere gemeente dan "friet-foto de z.g. Kennkarte, bij zich het bevolkingsregister van die hebben. Dat was een belangrijk hulp gemeente zijn kaart toegezon- mjddel voor de Sicherheitspolizei de eerste gemeente behield geen wonder dan ook, dat de hoogste lui een afschrift van. Persoons functionarissen van de Sicherheits- i van overledenen, van diege- polizei ontstemd waren, toen zij, in het land blijvend verlaten Den Haag hun taak aanvaardend, maar ook van allen die geen constateerden dat (zo zagen zij het) Komplaats bezaten, werden be- de Nederlandse autoriteiten de laks- 1n een "centraal bevolkingsre- heid zo ver doorgedreven hadden dat dat toegevoegd was aan een Nederland niet eens een waterdicht dienst die op de uitvoering identiteitsbewijs kende. Zij wendden et gehele systeern contro e to^ de secretaris-generaal van uitoefenen: de m Den Haag justitie Tenkink> n deze berichtte !de Rijksinspectie vapde Be- Qp M juni ,40 per brief aan registers, die ressorteer aml)tgen00t van Binnenlandse Zaken, de minister van Binnenlandse Prederiks dat ,.de Duitae DoUtje. Lentz werd hoofd van d» aut0riteiten namens de Duitse over- ^ectie. Hij had als -• heid de wens te kennen hebben ge- inieuwe systeem geven dat zo spoedig mogelijk wordt fcbiidmg een tomnUuke tot tavoering van de fading ontvangen ridder in ldentiteltskaart hier lande.. Men wian Oranje-Nassa zie: hier was sprake van een Duit- se "wens" het was geen bevel; bo- vendien was het een wens van "de ihij voldaan? Geenszins. Want Duitse politie-autoriteiten": die wens Idit dan wel bereikt hebben, vervullend, zou men dus bij uitstek ktawoners van Nederland vol- die politie-autoriteiten ("de Gestapo" sa geüniformeerd systeem ge- zoals men toen nog zei) een dienst ttrd stonden, dat betekende bewijzen. Maar Tenkink noch Fre- ietdathun identiteit in 't maat deriks beriepen zich op het negatie- peBjk verkeer steeds onomsto- ve standpunt dat de regering enkele T«st stond. maanden tevoren ingenomen had. het departement van justitie integendeel: Tenkink wees Frede- i men zich daar al jarenlang uitdrukkelijk op het rapport van over: verdachten zou men de interdepartementale commissie, makkelijker kunnen opsporen dat door de regering afgewezen is. k Nederlander verplicht wera, De houding van beide secretarissen- leen identiteitsbewijs bij zich generaaj moet men als uitvloeisel *1wi waaruit die identiteit on- zien yan het algemene beleid dat het eüjk zou volgen. Zulk n iden- allege van secretarissen-generaal bwijs zou in het maatscnap- in ,40 voerde; maatschappelijke on- verkeer ook allerlei nuttige rust moest tegengegaan worden; 'n 0 kunnen bewijzen. Men zo algemeen identiteitsbewijs dat be deeld voorkomen a °n ter was dan de distributiestam- 1 postwissels en postchèques. kaart werd kennelijk als een mid. i-en zo zaten er aan del gezien om de bevolking effec- Binvoering van een eue J tiever te kunnen controleren. Btsbewijs nog wel meer posi- taten. Die invoering werd dan Stamkaart i maart '39 door een mterde- Bmtale commissie met na- Het werd spoedig duidelijk dat de Mnbevolen. Het vierde kabinet- invoering van zulk een nieuw bewijs (hield dat advies in beraad. maanden, misschien wel meer dan van de overwegingen was een jaar zou vergen: die bewijzen I] dat men, met het oog op de moesten ontworpen worden en ge tal van oorlog te verwachten drukt, en vervolgens zou de uitrei- toer ing, met spoed de uitke- king aan ca. zeven miljoen Neder- fen een ander, veel simpeler landers (kinderen zou men er bui- ptsbewijs, de distributiesta ten laten vallen) zeker een half jaar voorbereiding moest ne- beslag nemen. Zo lang wensten Die distributiestamkaart zou "de Duitse politie-autoriteiten" niet !«o bevatten hij kon dus on- te wachten. Vandaar dat Tenkink en k als een overtuigend identi- Frederiks op 1 oktober '40 bepaalden Us beschouwd worden. Of 't dat voorlopig het paspoort of de dis- Colijn tegen de invoering tributiestamkaart als identiteitsbe- een bewijs ook meer princi- wijs zou gelden; aan de stamkaart, bezwaren had, weten wij zou dan een foto gehecht worden. feit is dat die bezwaren. Hier vloeide uit voort dat alle Ne- «ccden bij het kabinet-de derlanders boven de veertien jaar die Het rapport van de interde- Keen paspoort bezaten, zich in de ■Utale commissie kwam hier winter van '40 op '41 met hun stam kaart '40 ter discussie. Daar- kaart en een foto bij de bevolkings- Me het kabinet zich op het registers moesten melden; de foto dat de invoering van een werd daar op de stamkaart vastge- tebewijs als door de com- hecht maar voor die stamkaart bepleit, waarbij eigenlijk el- gold hetzelfde als voor het paspoort: men kon de foto met weinig moeite door een andere foto vervangen. De "Duitse politie-autoriteiten" waren dan ook niet tevreden en Lentz evenmin. Lentz was er in de zomer van '40 van overtuigd dat Duitsland de oorlog praktisch al gewonnen had. Er moest een nieuw Nederland ontstaan een Nederland dat in het nieuwe Europa een ereplaats zou innemen doordat er een identiteitsbewijs zou gelden, beter dan men het waar ook ter wereld bezat I Aan welke eisen zulk een identiteits bewijs moest voldoen, wist Frederiks niet in bijzonderheden: hij gaf Lentz Het persoonsbeivijs, zoals iedere Nederlander van 14 jaar en ouder, in de Tweede Wereldoorlog bij zich diende te dragen. De afbeelding is op ware grootte. te verdiepen. En Lentz toog aan het werk. Voor het identiteitsbewijs dat hem als ideaal voor de geest zweef de (hij vond er ook een passende naam voor: 'persoonsbewijs'), koos hij in overleg met het Rijksvezclin- stituut en met een deskundige van de Drukkerij Enschedé te Haarlem een speciale kartonsoort uit van een samenstelling die radéren zonder sporen na te laten practisch onmo gelijk maakte. In dat karton zou de Nederlandse leeuw als watermerk aangebracht worden, 'een schaduw- wabermeirk in dit karton vast te leg gen, vereist vakmanskunst", schreef Lentz in 'n rapport dat hij begin augustus 1940 aan Frederiks uitbrach- "iedere deskundige zal derhalve aan afwijkingen terstond een falsificatie kunnen herkennen". Dat karton zou ADVERTENTIE Dr. L. DE JONG Deel 5 (eerste helft) maart'41juli'42 Deel 5 (tweede helft) verschijnt 2 mei a.s. 2 banden (niet los) f45,— Prijs Verkrijgbaar bij: Nieuwe Rijn 45 Leiden Telefoon 20885 ADVERTENTIE Ook het verschijnen van Dr. L. DE JONG hninkrük der Nederlanden in tweede Wereldoorlog deel V (in 2 banden) EEN GEBEURTENIS Wij hebben dit boek. Hand I kost f24,—; 'I (verschijnt 2 mei) f21, nieuwe boekhuis BREESTRAAT 52 hoek Vrouwensteeg - TEL. 26977 opdracht, zich in die problematiek In wezen levert het verschenen vijfde deel van De Jong's geschiedenis over Neder land in de Tweede Wereldoorlog een bijdrage om de kloof te ver breden tussen hen diie alsmaar meer willen weten en de grote groep anderen die het onverschil lig laat. Die laatste categorie is als men naar de verkoopcijfers van vorige delen kijkt, groeiende. Toch is ook weer dit deel, of liever het eerste stuk, het andere verschijnt in mei, een weergaloos beschreven stuk geschiedenis. Het handelt over de periode maart '41 juli '42 en bevat zowel literair ais journalistiek gesproken een aantal nu al klassieke bladzijden Het hierbij afgedrukte stuk over het persoonsbewijs is er één voor beeld van. De bijna maniakaal to noemen ontwerper Lentz lijkt een surrealistische figuur. De Jong neemt aan dat de man door zijn bezeten perfectionisme met het persoonsbewijs de dood van dui zenden mensen op zijn geweten heeft. Lentz heeft het op de top pen van zijn administratieve creativiteit waarschijnlijk nooit beseft. Toen de druk vanuit de illegale pers steeds sterker werd en waarschijnlijk iets van de waarheid die achter de dingen schuilgaat tot hem doordrong, werd Lentz ineengefrommeld. De trouwe lezers van de serie krijgen naarmate meer delen uit komen, meer de niet te verzadi gen nieuwsgierigheid om te weten, wat er later van al die flinke mensen van het eerste uur, maar ook van de prominente meelopers en judassen geworden is. Als het klinkende namen zijn, heeft men de extra informatie niet nodig, maar veel van de figuranten van toen zijn weer met de grauwe paardedeken van de anonimiteit bedekt. Een enkele keer vertelt De Jong ook in dit deel over het verdere wedervaren van zijn dra matis personae. Meestal doet hij dat niet. „Het ligt niet op mijn weg om dat te doen", zegt hij op een persconf eerntie afgelopen woensdag, „maar in de lente van 1985 komt het twaalfde deel van de serie, een epiloog, en dan wil ik van de belangrijkste figuren de verdere lotgevallen beschrijven". Zo blijft voor wie het niet uit andere hoofde weet, verborgen dat Lentz na de oorlog veroordeeld is. Kleine baasjes, individuele NSB- verradert jes laat De Jong met op zet onherkenbaar om hen, zoals hy letterlijk zegt „het leven nog niet zuurder te maken". Deze eerste helft van deel V heeft vooral de „gelijkschakeling" tot onderwerp. Gelijkschakeling van kunst, pers, onderwijs, vak beweging. Het is de tijd van de grote verwarring en de hoop ge baseerd op één bericht van BBC of Radio-Oranje. Het boek is vol van anekdotes op dot gebied en De Jong noemt het op zijn pers conferentie de „argeloosheid van reageren" in die eerste tijd. Aan dat persoonsbewijs werd zonder morren medewerking verleend. Zelfs de illegale bladen wijdden er geen woord aan. Verbijsterender blijft zijn mededeling dat van de ongeveer 160.000 Nederlandse Jo den zich naar schatting hoogstens 50 niet meldden bij de verordon neerde registratie. Maar soms verandert de ge schiedenis niets aan de mensen. Ene M. A. Cageling, voor de oorlog redacteur van het blad Onze Vloot en lid van het anti-semitische Zwarte Front werd door het hoofd van de persdienst van Seiss-In- quart aan het dagblad De Tijd opgedrongen. Daar schreef hij dit: „wie op dit ogenblik zich zover door haatgevoelens tegen de be zetter laat leiden dat hij de neder laag van Duitsland tegen de Sow- jets wenst, kiest voor de onder gang van Nederland, kiest voor de ondergang van de westerse be schaving en voor de vernietiging van de toekomst van zich en van zijn nageslacht". Een paar maanden geleden kwam de man met een dergelijk verhaal aandragen, maar nu ter verdediging van het bestaan van Portugese koloniën in Afrika. H.M. (Dr. L. de Jong: „Het Konink rijk der Nederlanden in de Tweede Wereldooriog, Deel 5, eerste helft, Martinus Nijhoff, Staatsuitgeve rij). met een bepaald ondergrondpatroon bedrukt worden. Daar koos hij de woorden 'Bevol kingsregisters van Nederland' voor. Dit cliché zou op het karton gedrukt worden met een paarse drukinkt die de eigenaardigheid bezat dat hij on zichtbaar werd als men hem tegen een kwartslamp hield. De tekstdruk ('Gesl. nm', 'Voorn.', 'Geboren'. 'Ge huwd met'. 'Beroep', 'Uitgereikt op', enz) zou aangebracht worden met een inktsoort die uiterst gevoelig was voor aceton - het oplosmiddel dat men zou kunnen gebruiken om ge typte of geschreven gegevens te verwijderen teneinde ze door andere te vervangen. In het persoonsbewijs zou de houdek voorts zijn handteke ning moeten plaatsen en er zou over een 'venster' in een der pagina's een foto aangebracht worden: tenslot te zou de houder op één der pagina's ook de afdruk van zijn rechterwijs vinger moeten plaatsen; diezelfde vingerafdruk zou aan de achterzijde van de foto komen. Verving men dus de foto plus de vingerafdruk aan haar achterzijde door een andere foto plus andere vingerafdruk dan zouden de beide vingerafdrukken niet klop pen. Bovendien maakte Lentz het verwijderen dan die foto bijzonder moeilijk: hij zou namelijk aan de achterzijde een doorzichtig zegel (de vingerafdruk moest zichtbaar blij ven!) over de foto laten plakken met een kleefstof die afweken met water of stoom onmogelijk maakte zonder onmiddellijk zichtbare sporen na te laten. Paf Aldus kreeg in de loop van Juli'40 het persoonsbewijs vorm dat Lentz als ideaal voor de geest zweefde: het zou perfect beschermd zijn tegen namaak of wijziging. Lentz liet bij de Alge mene Landsdrukkerij enkel proefex emplaren vervaardigen. En ging er mee naar Berlijn. De deskundigen van het Kriminal- technische Institut der Sicherheits polizei stonden paf: het door de Ne derlander Lentz ontworpen persoons bewijs was aanzienlijk beter dan de Duitse Kennkarte! Inmiddels was medio oktober een be sluit van Frederiks afgekondigd 'be treffende maatregelen met betrek king tot de invoering van een als alge Een pagina uit het persoonsbewijs van de historicus dr. J. Presser, met de beruchte "J" naast de foto. meen identiteitsbewijs geldend Per soonsbewijs'. Dit besluit was door Lentz ontworpen en hij zou bij de uitvoering 'zomede het daaruit voort- vloend toezicht of onderzoek' 'de dagelijkse leididing* hebben: daar bij zou hij 'namens de secretaris-ge neraal' optreden. Iedere inwoner die ouder was dan veertien jaar, moest het in te voeren persoonsbewijs steeds bij zich hebben; hij diende ook de nodige medewerking te ver lenen teneinde op zijn persoonsbe wijs alsmede op de corresponderende registratiekaart ('t Ontvangstbewijs- Persoonsbewijs) de vereiste gegevens te doen opnemen, foto, vingerafdruk en handtekening inbegrepen. Elk persoonsbewijs zou vijf jaar geldig zijn. Van een overledene moest het persoonsbewijs ingeleverd, worden door degeen diie vaai dat overlijden aangifte deed. Het was een waterdichte regeling die op overtreding der verschillende be palingen slechts matige straffen stel de: 'hechtenis van ten hoogste veer tien dagen of geldboete van ten hoogste honderd gulden'; alleen 'in bijzonder zware gevallen' konden ho gere straffen opgelegd worden: 'ge vangenisstraf tot één jaar of geld boete van ten hoogste tienduizend gulden'. Van het feit dat de bezetter bij de invoering van het persoonsbewijs in de hoogste mate geïnteresseerd was, werd het publiek volledig on kundig gelaten. Geen land in bezet Europa, en ook Duitsland niet, heeft in de periode van het nationaal-socialisme een identiteitsbewijs gekend dat tech nisch en administratief zo perfect was als het Nederlandse persoonsbe wijs. Wij zullen in de eerstvolgende delen van ons werk nog beschrijven, welk een gigantische opgave het voor de falsificatiegroepen ter ille galiteit vormde om persoonsbewijzen te wijzigen dan wel na te maken. "Het is eigenlijk nooit gelukt", zei later een van de topfiguren van de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers, "een persoonsbe wijs te maken dat aan een serieuze controle van de Duitsers kon ont snappen". Ook in Engeland bleek men nimmer in staat, de Nederland se persoonsbewijzen zo volmaakt na te maken dat zij tegen die controle bestand waren. Dat zoveel tiendui zenden toch met een onecht per soonsbewijs de bezetting doorgeko men zijn, lag uitsluitend aan het feit dat de controle als regel, en onver mijdelijk, een vluchtig karakter, droeg: was dat niet het geval, dan "hing" men. Hoeveel duizenden mensenlevens dit systeem gekost heeft, valt niet nauwkeurig te schatten. Het latere verweer van Lentz dat de Duitsers gegevens betreffende door hen ge zochte personen hadden kunnen vinden in de normale bevolkingsre gisters, op de lijsten van dienstplich tigen, op de kiezerslijsten of in de ge gevens bij de belastingen of bij de Raden van Arbeid, dunkt ons in elk geval irrelevant: afgezien van het feit dat deze "normale" gegevens niet in de verste verte zo volledig waren als die welke zich in de collectie ont vangstbewijzen- persoonsbewijs 't OPB-register") bevonden (men den- ke slechts aan de foto, de vingeraf druk en de handtekening), bood Juist het bestaan van die ene gecen traliseerde collectie de Sicherheits polizei de mogelijkheid tot snelle verificatie en snel ingrijpen. Dienstklopper Hoe moet men nu deze Lentz zien? Men heeft, dunkt ons. bij hem te maken met de dienstklopper in op tima forma. Een NSB'er was hij niet, hij was wél pro-Duits. Belang rijker evenwel dan deze politieke ge zindheid achten wij 's mans karak ter: een dorre, eigenlijk van de we reld vervreemde, zijn ambtelijke ide alen najagende perfectionist die el ke hem door wie ook verstrekte op dracht met onbegrensde toewijding wenste uit te voeren. "Ik zou het zo willen voorstellen", verklaarde na de oorlog een van de hoofdambtenaren van Binnenlandse Zaken: "als mor gen aan de dag Lentz opdracht krijgt, zijn eigen doodvonnis te ma- ADVERTENTIE Boekhandel J. M. Haasbeek ken, dan maakt hij 't zo dat hij met geen mogelijkheid tussen de mazen door kan glippen". De man was van zijn taak bezeten. Regelmatig werk te hij halve nachten door. Hij ver waarloosde zijn gezin een gezin dat zijn arbeid trouwens met af schuw gadesloeg; zijn vrouw liet zich van hem scheiden. Zijn inspectie was zijn leven. Met haar gegevens speel de hij als kind met zijn speelgoed. Hij liet er een lijst uit opstellen van alle Nederlandse familienamen (men telde er 115.455), van alle Joodse fa milienamen apart (men telde er 9696) ja hij ontwierp in de lente van '43 een nog vollediger systeem van bevolkingsboekhouding waarbij hij voor zichzelf de functie en titel van "directeur-generaal van de per soonlijke staat" reserveerde. Wij hebben de indruk dat de Duitse be zetting in zijn dwangmatige geest slechts een ondergeschikte rol speel de. Eens ging hij, vermoedelijk in '43. op een uitnodiging in om over zijn systeem van bevolkingsboekhouding een inleiding te houden in een van de gijzelaarskampen in Noord-Bra bant. Hij sprak er met vuur en ver ve. maar, aldus zijn naoorlogse herin neringen, één van mijn opponenten maakte plotseling de opmerking dat hij en anderen zich meermalen had den afgevraagd of het niet het beste zou zijn dat alle bevolkingsregisters in de lucht vlogen, en vroeg mij hoe ik daarover dacht. Een onderdrukt gelacht hier en daar onderstreepte deze vraag. Dit prikkelde mij uiter mate en ik slingerde de opmerking de zaal in dat ik hier niet was geko men om dergelijke domme vragen te beantwoorden en dom gelach aan te horen". Snikkend Die "domme vragen" hielden even wel aan. Van begin '43 af werd Lentz in de illegale bladen steeds scher per aangevallen. Die kritiek las hij met verbijstering maar ook met be zorgdheid voor zijn eigen leven. Her haaldelijk werden hem bovendien dreigbrieven toegezonden. Rauter gaf hem een lijfwacht, maar zijn angst verminderde niet. In de herfst van '43 werd hij er door verpletterd: hij stortte in en herstelde niet. In augus tus '44 zat hij snikkend voor eeti van Wimmers hoofdambtenaren, Ernst Althaus. "Zijn zenuwaandoening en zijn volledige uitputting ziet men hem", schreef deze, "op het. .eer ste gezicht aan". Ontslag werd hem evenwel geweigerd, "omdat dat" al dus Athaus, "anders navolging zou kunnen vinden". En zo bleef Lentz, gebroken en bevend, vastgeketend, aan het systeem dat hij vier jaar te voren met zoveel toewijding, voldoe ning en ambtelijke stompzinnigheid ontworpen had. Het is alleszins denkbaar dat de Nederlandse bevolking waakzamer gereageerd zou hebben indien het persoonsbewijs krachtens een ver ordening van Seyss-Inquart inge voerd was; de invoering door de eigen secretaris-generaal, gekoppeld als zij werd aan werkzaamheden van de eigen, normale bevolkingsregisters maskeerde de intense interesse van de Sicherheitspolizei en werkte dus bedriegelijk. Even bedriegelijk was het effect van de opsomming der re latief lage straffen die in het be sluit van Frederiks voorkwamen. Ge volg van een en ander was dat vóór de herfst van '41 van enig verzet te gen de invoering en gebruik van het persoonsbewijs niets bleek; ook in de illegale bladen werd in die perio de dat onderwerp niet behandeld. ADVERTENTIE In Katwijk aan Zee is dit boek verkrijgbaar bü: Boekhandel A. v. d. BERG ACHTERWEG 12 - TEL. 01718-12082 KATWIJK AAN ZEE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1974 | | pagina 15