Nederlands persoonsbewijs
as het beste ter wereld
L. de Jongs bijdrage ter
verbreding van de kloof
)orre maniak cloor Duitsers bewonderd
mmw
HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN
IN DE TWEEDE WERELDOORLOG
Boekhandel
de Kier
L
ftpERDAG 21 MAART 1974
extra
PAGINA 15
|de eerste wereldoorlog die op tal van terreinen tot een
[en ongekende mate van overheidsingrijpen geleid had,
1 men in overheidskringen steeds sterker tot het besef
[de invoering van een nieuw en volledig systeem van be-
gsregistratie wenselijk was waarbij elke inwoner een
registratiekaart zou krijgen. Van de nadelen van het
jande, onvolledige en per gemeente verschillende sys-
was men zich op menige gemeentesecretarie wel be-
maar de meeste ambtenaren die bij de bevolkingsre
latie betrokken waren, braken zich het hoofd niet over
ag hoe een beter systeem er uit moest zien. Wie dat
deed, was een ambtenaar van de Haagse gemeente-se-
Jacobus Lambertus Lentz hèm moeten wij zien
bschepper van het persoonsbewijs.
,die in '94 in Den Haag geboren was, had in '1 3 een
felling gekregen als .schrijver" bij de hulppost-Sche-
ingen van het Haagse bevolkingsregister. Hij ontpopte
hls een niet alleen buitengewoon ijverig maar ook bui-
pyvoon bekwaam ambtenaar.
B2 werd hij met zijn inspectie
megd aan het departement
Hienlandse Zaken. Nu kreeg
de gelegenheid, een nieuwe
»e regeling te ontwerpen en op
roering aan te dringen. Die
werd neergelegd in het Be-
Bevolkingsboekhouding1936
bepaalde dat alle ge-
B van 1 Juli 1936 af per inwo-
I aparte kaart moesten aan-
van formaat en indeling
jhreven waren. Op de voor-
an die kaart werden de gege- ke burger als een potentiële misda
an de betrokken inwoner (ook diger beschouwd werd. in strijd zou
kes natuurlijk, alsmede 't kerk ^jn met de Nederlandse tradities.
Lentz nam van die beslissing met
Iti vermeld, op de achterkant teleurstelling kennis, wellicht zelfs
de eventuele echtgenoot (of met; verontwaardiging. Zij was hem
bewijs dat er van de Nederland-
parlementaire democratie niet
Vandaag verscheen het eer
ste boek van het vijfde van het
standaardwerk "Het Koninkrijk
derNederlanden in de Tweede
Wereldoorlog". Uitdit werk van
de hand van prof. dr. L. de
Jong, directeur van het Rijksin
stituut voor Oorlogsdocumenta
tie, lichtten wij het hoofdstuk
over het persoonsbewijs.
notei en kinderen (die elk ook
egistratiekaart kregen) j
rerd bewaard iin het bevol- veej deugde.
igister van de gemeente waar In ^et Derde Rijk moest iedere
®er woonachtig was; verhuis- burger steeds een identiteitsbewijs-
naar een andere gemeente dan "friet-foto de z.g. Kennkarte, bij zich
het bevolkingsregister van die hebben. Dat was een belangrijk hulp
gemeente zijn kaart toegezon- mjddel voor de Sicherheitspolizei
de eerste gemeente behield geen wonder dan ook, dat de hoogste
lui een afschrift van. Persoons functionarissen van de Sicherheits-
i van overledenen, van diege-
polizei ontstemd waren, toen zij, in
het land blijvend verlaten Den Haag hun taak aanvaardend,
maar ook van allen die geen constateerden dat (zo zagen zij het)
Komplaats bezaten, werden be- de Nederlandse autoriteiten de laks-
1n een "centraal bevolkingsre- heid zo ver doorgedreven hadden dat
dat toegevoegd was aan een Nederland niet eens een waterdicht
dienst die op de uitvoering identiteitsbewijs kende. Zij wendden
et gehele systeern contro e to^ de secretaris-generaal van
uitoefenen: de m Den Haag justitie Tenkink>
n deze berichtte
!de Rijksinspectie vapde Be- Qp M juni ,40 per brief aan
registers, die ressorteer aml)tgen00t van Binnenlandse Zaken,
de minister van Binnenlandse Prederiks dat ,.de Duitae DoUtje.
Lentz werd hoofd van d» aut0riteiten namens de Duitse over-
^ectie. Hij had als -• heid de wens te kennen hebben ge-
inieuwe systeem geven dat zo spoedig mogelijk wordt
fcbiidmg een tomnUuke tot tavoering van de
fading ontvangen ridder in ldentiteltskaart hier lande.. Men
wian Oranje-Nassa zie: hier was sprake van een Duit-
se "wens" het was geen bevel; bo-
vendien was het een wens van "de
ihij voldaan? Geenszins. Want Duitse politie-autoriteiten": die wens
Idit dan wel bereikt hebben, vervullend, zou men dus bij uitstek
ktawoners van Nederland vol- die politie-autoriteiten ("de Gestapo"
sa geüniformeerd systeem ge- zoals men toen nog zei) een dienst
ttrd stonden, dat betekende bewijzen. Maar Tenkink noch Fre-
ietdathun identiteit in 't maat deriks beriepen zich op het negatie-
peBjk verkeer steeds onomsto- ve standpunt dat de regering enkele
T«st stond. maanden tevoren ingenomen had.
het departement van justitie integendeel: Tenkink wees Frede-
i men zich daar al jarenlang uitdrukkelijk op het rapport van
over: verdachten zou men de interdepartementale commissie,
makkelijker kunnen opsporen dat door de regering afgewezen is.
k Nederlander verplicht wera, De houding van beide secretarissen-
leen identiteitsbewijs bij zich generaaj moet men als uitvloeisel
*1wi waaruit die identiteit on- zien yan het algemene beleid dat het
eüjk zou volgen. Zulk n iden- allege van secretarissen-generaal
bwijs zou in het maatscnap- in ,40 voerde; maatschappelijke on-
verkeer ook allerlei nuttige rust moest tegengegaan worden; 'n
0 kunnen bewijzen. Men zo algemeen identiteitsbewijs dat be
deeld voorkomen a °n ter was dan de distributiestam-
1 postwissels en postchèques. kaart werd kennelijk als een mid.
i-en zo zaten er aan del gezien om de bevolking effec-
Binvoering van een eue J tiever te kunnen controleren.
Btsbewijs nog wel meer posi-
taten. Die invoering werd dan Stamkaart
i maart '39 door een mterde-
Bmtale commissie met na- Het werd spoedig duidelijk dat de
Mnbevolen. Het vierde kabinet- invoering van zulk een nieuw bewijs
(hield dat advies in beraad. maanden, misschien wel meer dan
van de overwegingen was een jaar zou vergen: die bewijzen
I] dat men, met het oog op de moesten ontworpen worden en ge
tal van oorlog te verwachten drukt, en vervolgens zou de uitrei-
toer ing, met spoed de uitke- king aan ca. zeven miljoen Neder-
fen een ander, veel simpeler landers (kinderen zou men er bui-
ptsbewijs, de distributiesta ten laten vallen) zeker een half jaar
voorbereiding moest ne- beslag nemen. Zo lang wensten
Die distributiestamkaart zou "de Duitse politie-autoriteiten" niet
!«o bevatten hij kon dus on- te wachten. Vandaar dat Tenkink en
k als een overtuigend identi- Frederiks op 1 oktober '40 bepaalden
Us beschouwd worden. Of 't dat voorlopig het paspoort of de dis-
Colijn tegen de invoering tributiestamkaart als identiteitsbe-
een bewijs ook meer princi- wijs zou gelden; aan de stamkaart,
bezwaren had, weten wij zou dan een foto gehecht worden.
feit is dat die bezwaren. Hier vloeide uit voort dat alle Ne-
«ccden bij het kabinet-de derlanders boven de veertien jaar die
Het rapport van de interde- Keen paspoort bezaten, zich in de
■Utale commissie kwam hier winter van '40 op '41 met hun stam
kaart '40 ter discussie. Daar- kaart en een foto bij de bevolkings-
Me het kabinet zich op het registers moesten melden; de foto
dat de invoering van een werd daar op de stamkaart vastge-
tebewijs als door de com- hecht maar voor die stamkaart
bepleit, waarbij eigenlijk el- gold hetzelfde als voor het paspoort:
men kon de foto met weinig moeite
door een andere foto vervangen. De
"Duitse politie-autoriteiten" waren
dan ook niet tevreden en Lentz
evenmin.
Lentz was er in de zomer van '40
van overtuigd dat Duitsland de oorlog
praktisch al gewonnen had. Er
moest een nieuw Nederland ontstaan
een Nederland dat in het nieuwe
Europa een ereplaats zou innemen
doordat er een identiteitsbewijs zou
gelden, beter dan men het waar ook
ter wereld bezat I
Aan welke eisen zulk een identiteits
bewijs moest voldoen, wist Frederiks
niet in bijzonderheden: hij gaf Lentz
Het persoonsbeivijs, zoals iedere Nederlander van 14 jaar en
ouder, in de Tweede Wereldoorlog bij zich diende te dragen.
De afbeelding is op ware grootte.
te verdiepen. En Lentz toog aan het
werk. Voor het identiteitsbewijs dat
hem als ideaal voor de geest zweef
de (hij vond er ook een passende
naam voor: 'persoonsbewijs'), koos
hij in overleg met het Rijksvezclin-
stituut en met een deskundige van de
Drukkerij Enschedé te Haarlem
een speciale kartonsoort uit van een
samenstelling die radéren zonder
sporen na te laten practisch onmo
gelijk maakte. In dat karton zou de
Nederlandse leeuw als watermerk
aangebracht worden, 'een schaduw-
wabermeirk in dit karton vast te leg
gen, vereist vakmanskunst", schreef
Lentz in 'n rapport dat hij begin
augustus 1940 aan Frederiks uitbrach-
"iedere deskundige zal derhalve aan
afwijkingen terstond een falsificatie
kunnen herkennen". Dat karton zou
ADVERTENTIE
Dr. L. DE JONG
Deel 5 (eerste helft) maart'41juli'42
Deel 5 (tweede helft) verschijnt 2 mei a.s.
2 banden (niet los) f45,—
Prijs
Verkrijgbaar bij:
Nieuwe Rijn 45
Leiden
Telefoon 20885
ADVERTENTIE
Ook het verschijnen van
Dr. L. DE JONG
hninkrük der Nederlanden in
tweede Wereldoorlog deel V
(in 2 banden)
EEN GEBEURTENIS
Wij hebben dit boek.
Hand I kost f24,—;
'I (verschijnt 2 mei) f21,
nieuwe boekhuis
BREESTRAAT 52
hoek Vrouwensteeg
- TEL. 26977 opdracht, zich in die problematiek
In wezen levert het
verschenen vijfde deel van De
Jong's geschiedenis over Neder
land in de Tweede Wereldoorlog
een bijdrage om de kloof te ver
breden tussen hen diie alsmaar
meer willen weten en de grote
groep anderen die het onverschil
lig laat. Die laatste categorie is
als men naar de verkoopcijfers
van vorige delen kijkt, groeiende.
Toch is ook weer dit deel, of
liever het eerste stuk, het andere
verschijnt in mei, een weergaloos
beschreven stuk geschiedenis. Het
handelt over de periode maart '41
juli '42 en bevat zowel literair
ais journalistiek gesproken een
aantal nu al klassieke bladzijden
Het hierbij afgedrukte stuk over
het persoonsbewijs is er één voor
beeld van. De bijna maniakaal to
noemen ontwerper Lentz lijkt een
surrealistische figuur. De Jong
neemt aan dat de man door zijn
bezeten perfectionisme met het
persoonsbewijs de dood van dui
zenden mensen op zijn geweten
heeft. Lentz heeft het op de top
pen van zijn administratieve
creativiteit waarschijnlijk nooit
beseft. Toen de druk vanuit de
illegale pers steeds sterker werd
en waarschijnlijk iets van de
waarheid die achter de dingen
schuilgaat tot hem doordrong,
werd Lentz ineengefrommeld.
De trouwe lezers van de serie
krijgen naarmate meer delen uit
komen, meer de niet te verzadi
gen nieuwsgierigheid om te weten,
wat er later van al die flinke
mensen van het eerste uur, maar
ook van de prominente meelopers
en judassen geworden is. Als het
klinkende namen zijn, heeft men
de extra informatie niet nodig,
maar veel van de figuranten van
toen zijn weer met de grauwe
paardedeken van de anonimiteit
bedekt. Een enkele keer vertelt De
Jong ook in dit deel over het
verdere wedervaren van zijn dra
matis personae. Meestal doet hij
dat niet. „Het ligt niet op mijn
weg om dat te doen", zegt hij op
een persconf eerntie afgelopen
woensdag, „maar in de lente van
1985 komt het twaalfde deel van
de serie, een epiloog, en dan wil
ik van de belangrijkste figuren de
verdere lotgevallen beschrijven".
Zo blijft voor wie het niet uit
andere hoofde weet, verborgen dat
Lentz na de oorlog veroordeeld is.
Kleine baasjes, individuele NSB-
verradert jes laat De Jong met op
zet onherkenbaar om hen, zoals
hy letterlijk zegt „het leven nog
niet zuurder te maken".
Deze eerste helft van deel V
heeft vooral de „gelijkschakeling"
tot onderwerp. Gelijkschakeling
van kunst, pers, onderwijs, vak
beweging. Het is de tijd van de
grote verwarring en de hoop ge
baseerd op één bericht van BBC
of Radio-Oranje. Het boek is vol
van anekdotes op dot gebied en
De Jong noemt het op zijn pers
conferentie de „argeloosheid van
reageren" in die eerste tijd. Aan
dat persoonsbewijs werd zonder
morren medewerking verleend.
Zelfs de illegale bladen wijdden er
geen woord aan. Verbijsterender
blijft zijn mededeling dat van de
ongeveer 160.000 Nederlandse Jo
den zich naar schatting hoogstens
50 niet meldden bij de verordon
neerde registratie.
Maar soms verandert de ge
schiedenis niets aan de mensen.
Ene M. A. Cageling, voor de oorlog
redacteur van het blad Onze Vloot
en lid van het anti-semitische
Zwarte Front werd door het hoofd
van de persdienst van Seiss-In-
quart aan het dagblad De Tijd
opgedrongen. Daar schreef hij dit:
„wie op dit ogenblik zich zover
door haatgevoelens tegen de be
zetter laat leiden dat hij de neder
laag van Duitsland tegen de Sow-
jets wenst, kiest voor de onder
gang van Nederland, kiest voor de
ondergang van de westerse be
schaving en voor de vernietiging
van de toekomst van zich en van
zijn nageslacht".
Een paar maanden geleden
kwam de man met een dergelijk
verhaal aandragen, maar nu ter
verdediging van het bestaan van
Portugese koloniën in Afrika.
H.M.
(Dr. L. de Jong: „Het Konink
rijk der Nederlanden in de Tweede
Wereldooriog, Deel 5, eerste helft,
Martinus Nijhoff, Staatsuitgeve
rij).
met een bepaald ondergrondpatroon
bedrukt worden.
Daar koos hij de woorden 'Bevol
kingsregisters van Nederland' voor.
Dit cliché zou op het karton gedrukt
worden met een paarse drukinkt die
de eigenaardigheid bezat dat hij on
zichtbaar werd als men hem tegen
een kwartslamp hield. De tekstdruk
('Gesl. nm', 'Voorn.', 'Geboren'. 'Ge
huwd met'. 'Beroep', 'Uitgereikt op',
enz) zou aangebracht worden met
een inktsoort die uiterst gevoelig was
voor aceton - het oplosmiddel dat
men zou kunnen gebruiken om ge
typte of geschreven gegevens te
verwijderen teneinde ze door andere
te vervangen. In het persoonsbewijs
zou de houdek voorts zijn handteke
ning moeten plaatsen en er zou over
een 'venster' in een der pagina's een
foto aangebracht worden: tenslot
te zou de houder op één der pagina's
ook de afdruk van zijn rechterwijs
vinger moeten plaatsen; diezelfde
vingerafdruk zou aan de achterzijde
van de foto komen. Verving men dus
de foto plus de vingerafdruk aan haar
achterzijde door een andere foto
plus andere vingerafdruk dan zouden
de beide vingerafdrukken niet klop
pen. Bovendien maakte Lentz het
verwijderen dan die foto bijzonder
moeilijk: hij zou namelijk aan de
achterzijde een doorzichtig zegel (de
vingerafdruk moest zichtbaar blij
ven!) over de foto laten plakken
met een kleefstof die afweken met
water of stoom onmogelijk maakte
zonder onmiddellijk zichtbare sporen
na te laten.
Paf
Aldus kreeg in de loop van Juli'40 het
persoonsbewijs vorm dat Lentz als
ideaal voor de geest zweefde: het zou
perfect beschermd zijn tegen namaak
of wijziging. Lentz liet bij de Alge
mene Landsdrukkerij enkel proefex
emplaren vervaardigen. En ging er
mee naar Berlijn.
De deskundigen van het Kriminal-
technische Institut der Sicherheits
polizei stonden paf: het door de Ne
derlander Lentz ontworpen persoons
bewijs was aanzienlijk beter dan
de Duitse Kennkarte!
Inmiddels was medio oktober een be
sluit van Frederiks afgekondigd 'be
treffende maatregelen met betrek
king tot de invoering van een als alge
Een pagina uit het persoonsbewijs van de historicus dr. J.
Presser, met de beruchte "J" naast de foto.
meen identiteitsbewijs geldend Per
soonsbewijs'. Dit besluit was door
Lentz ontworpen en hij zou bij de
uitvoering 'zomede het daaruit voort-
vloend toezicht of onderzoek' 'de
dagelijkse leididing* hebben: daar
bij zou hij 'namens de secretaris-ge
neraal' optreden. Iedere inwoner die
ouder was dan veertien jaar, moest
het in te voeren persoonsbewijs
steeds bij zich hebben; hij diende
ook de nodige medewerking te ver
lenen teneinde op zijn persoonsbe
wijs alsmede op de corresponderende
registratiekaart ('t Ontvangstbewijs-
Persoonsbewijs) de vereiste gegevens
te doen opnemen, foto, vingerafdruk
en handtekening inbegrepen. Elk
persoonsbewijs zou vijf jaar geldig
zijn. Van een overledene moest het
persoonsbewijs ingeleverd, worden
door degeen diie vaai dat overlijden
aangifte deed.
Het was een waterdichte regeling die
op overtreding der verschillende be
palingen slechts matige straffen stel
de: 'hechtenis van ten hoogste veer
tien dagen of geldboete van ten
hoogste honderd gulden'; alleen 'in
bijzonder zware gevallen' konden ho
gere straffen opgelegd worden: 'ge
vangenisstraf tot één jaar of geld
boete van ten hoogste tienduizend
gulden'.
Van het feit dat de bezetter bij
de invoering van het persoonsbewijs
in de hoogste mate geïnteresseerd
was, werd het publiek volledig on
kundig gelaten.
Geen land in bezet Europa, en ook
Duitsland niet, heeft in de periode
van het nationaal-socialisme een
identiteitsbewijs gekend dat tech
nisch en administratief zo perfect
was als het Nederlandse persoonsbe
wijs. Wij zullen in de eerstvolgende
delen van ons werk nog beschrijven,
welk een gigantische opgave het
voor de falsificatiegroepen ter ille
galiteit vormde om persoonsbewijzen
te wijzigen dan wel na te maken.
"Het is eigenlijk nooit gelukt", zei
later een van de topfiguren van de
Landelijke Organisatie voor Hulp
aan Onderduikers, "een persoonsbe
wijs te maken dat aan een serieuze
controle van de Duitsers kon ont
snappen". Ook in Engeland bleek
men nimmer in staat, de Nederland
se persoonsbewijzen zo volmaakt na
te maken dat zij tegen die controle
bestand waren. Dat zoveel tiendui
zenden toch met een onecht per
soonsbewijs de bezetting doorgeko
men zijn, lag uitsluitend aan het feit
dat de controle als regel, en onver
mijdelijk, een vluchtig karakter,
droeg: was dat niet het geval, dan
"hing" men.
Hoeveel duizenden mensenlevens
dit systeem gekost heeft, valt niet
nauwkeurig te schatten. Het latere
verweer van Lentz dat de Duitsers
gegevens betreffende door hen ge
zochte personen hadden kunnen
vinden in de normale bevolkingsre
gisters, op de lijsten van dienstplich
tigen, op de kiezerslijsten of in de ge
gevens bij de belastingen of bij de
Raden van Arbeid, dunkt ons in elk
geval irrelevant: afgezien van het
feit dat deze "normale" gegevens niet
in de verste verte zo volledig waren
als die welke zich in de collectie ont
vangstbewijzen- persoonsbewijs 't
OPB-register") bevonden (men den-
ke slechts aan de foto, de vingeraf
druk en de handtekening), bood
Juist het bestaan van die ene gecen
traliseerde collectie de Sicherheits
polizei de mogelijkheid tot snelle
verificatie en snel ingrijpen.
Dienstklopper
Hoe moet men nu deze Lentz
zien?
Men heeft, dunkt ons. bij hem te
maken met de dienstklopper in op
tima forma. Een NSB'er was hij
niet, hij was wél pro-Duits. Belang
rijker evenwel dan deze politieke ge
zindheid achten wij 's mans karak
ter: een dorre, eigenlijk van de we
reld vervreemde, zijn ambtelijke ide
alen najagende perfectionist die el
ke hem door wie ook verstrekte op
dracht met onbegrensde toewijding
wenste uit te voeren. "Ik zou het zo
willen voorstellen", verklaarde na de
oorlog een van de hoofdambtenaren
van Binnenlandse Zaken: "als mor
gen aan de dag Lentz opdracht
krijgt, zijn eigen doodvonnis te ma-
ADVERTENTIE
Boekhandel J. M. Haasbeek
ken, dan maakt hij 't zo dat hij met
geen mogelijkheid tussen de mazen
door kan glippen". De man was van
zijn taak bezeten. Regelmatig werk
te hij halve nachten door. Hij ver
waarloosde zijn gezin een gezin
dat zijn arbeid trouwens met af
schuw gadesloeg; zijn vrouw liet zich
van hem scheiden. Zijn inspectie was
zijn leven. Met haar gegevens speel
de hij als kind met zijn speelgoed.
Hij liet er een lijst uit opstellen van
alle Nederlandse familienamen (men
telde er 115.455), van alle Joodse fa
milienamen apart (men telde er
9696) ja hij ontwierp in de lente
van '43 een nog vollediger systeem
van bevolkingsboekhouding waarbij
hij voor zichzelf de functie en titel
van "directeur-generaal van de per
soonlijke staat" reserveerde. Wij
hebben de indruk dat de Duitse be
zetting in zijn dwangmatige geest
slechts een ondergeschikte rol speel
de. Eens ging hij, vermoedelijk in '43.
op een uitnodiging in om over zijn
systeem van bevolkingsboekhouding
een inleiding te houden in een van
de gijzelaarskampen in Noord-Bra
bant. Hij sprak er met vuur en ver
ve. maar, aldus zijn naoorlogse herin
neringen, één van mijn opponenten
maakte plotseling de opmerking dat
hij en anderen zich meermalen had
den afgevraagd of het niet het beste
zou zijn dat alle bevolkingsregisters
in de lucht vlogen, en vroeg mij hoe
ik daarover dacht. Een onderdrukt
gelacht hier en daar onderstreepte
deze vraag. Dit prikkelde mij uiter
mate en ik slingerde de opmerking
de zaal in dat ik hier niet was geko
men om dergelijke domme vragen te
beantwoorden en dom gelach aan
te horen".
Snikkend
Die "domme vragen" hielden even
wel aan. Van begin '43 af werd Lentz
in de illegale bladen steeds scher
per aangevallen. Die kritiek las hij
met verbijstering maar ook met be
zorgdheid voor zijn eigen leven. Her
haaldelijk werden hem bovendien
dreigbrieven toegezonden. Rauter gaf
hem een lijfwacht, maar zijn angst
verminderde niet. In de herfst van
'43 werd hij er door verpletterd: hij
stortte in en herstelde niet. In augus
tus '44 zat hij snikkend voor eeti van
Wimmers hoofdambtenaren, Ernst
Althaus. "Zijn zenuwaandoening en
zijn volledige uitputting ziet men
hem", schreef deze, "op het. .eer
ste gezicht aan". Ontslag werd hem
evenwel geweigerd, "omdat dat" al
dus Athaus, "anders navolging zou
kunnen vinden". En zo bleef Lentz,
gebroken en bevend, vastgeketend,
aan het systeem dat hij vier jaar te
voren met zoveel toewijding, voldoe
ning en ambtelijke stompzinnigheid
ontworpen had.
Het is alleszins denkbaar dat de
Nederlandse bevolking waakzamer
gereageerd zou hebben indien het
persoonsbewijs krachtens een ver
ordening van Seyss-Inquart inge
voerd was; de invoering door de
eigen secretaris-generaal, gekoppeld
als zij werd aan werkzaamheden van
de eigen, normale bevolkingsregisters
maskeerde de intense interesse van
de Sicherheitspolizei en werkte dus
bedriegelijk. Even bedriegelijk was
het effect van de opsomming der re
latief lage straffen die in het be
sluit van Frederiks voorkwamen. Ge
volg van een en ander was dat vóór
de herfst van '41 van enig verzet te
gen de invoering en gebruik van het
persoonsbewijs niets bleek; ook in
de illegale bladen werd in die perio
de dat onderwerp niet behandeld.
ADVERTENTIE
In Katwijk aan Zee
is dit boek verkrijgbaar bü:
Boekhandel A. v. d. BERG
ACHTERWEG 12 - TEL. 01718-12082
KATWIJK AAN ZEE.