>pii©n van \ket koninkrijk9
De koude Haagse
oorlog van een
geheim agent
E KANSELTRUCS VAN VOORGANGER BRIAN KAY
RDAG 9 MAART 1974
JO.OO
nton zou op een meter of twintig achter hen lopen en
g. t< it bijspringen als het nodig mocht zijn. Ze gingen op pad.
2 »t straatje, waar hij het pistool van zijn eerste achtervolger
verstopt, haalde hij het wapen onder het puin vandaan.
!5 oo uitlaadde het en probeerde of het niet van het stof had
?t f |en. Gelukkig niet, de patroonhouder gleed gemakkelijk
L- greep en het wapen liet zich zonder haperen op scherp
i, by n. Ze waren niet ver meer van de brug af; Anton liep wat
ier6' ger om dichterbij te zijn. Uit de schaduw van de brug ach-
ruS e tweec*e Pijler kwamen de twee achtervolgers tevoor-
inci i. Hij liet Anita los, siste een waarschuwing naar Anton,
'5.001 >nmiddellijk reageerde. Anton duwde de twee bundeltjes
?t v ge in Anita's handen en beet hem toe: "Ik, de langste, jij
irtste".
Lfce®. e tegenstanders er op bedacht
hadden ze leder de loop van
'hc 1st ooi in hun maag. Anton
)8-OOfc korte metten; hij snauwde
zich moesten omdraaien en
kolf van zijn wapen op hun
bonken. Ze gingen als
2e £ken tegen de grond. Will
loorlop<
!5.O0ie lichamen op
dtU innen die lui niet hier laten
?rt Als ze straks weer bij hun
hg iren komen, breekt de hel los."
pakte de bundeltjes van de
li (eschrokken Anita over en
pistool weg.
5 O0fcek hem eens aan, hij voelde
•t op zijn gemak. Wat Anton
laan, was toch eigenlijk geen
t twee kerels in koelen bloede
en. terwijl ze toch al buiten
waren. Er was toch wel een
oplossing geweest? Het zou
groltjl van werken niet worden;
bei d het op deze manier zeker
rc daan.
wegh daar door de straten sloop en
er in slaagde twee mensen aan
boord mee te smokkelen.
„Den Haag" had hem dat bevolen
dat wil zeggen; over Anta was niet
gesproken, het ging er om de
Amerikaan achter het IJzeren
Gordijn weg te halen.
Anton pakte Gunnewegh, betrouwbare vent, had
et ze over „Den Haag" weer eens op zijn
de brug in het water wenken bediend: pagina 6566 van
„Sorry, maar zeker is zeker, het boek „Spion van het Koninkrijk",
dat deze maand is verschenen bij
Uitgeverij Contact. Amsterdam.
Puinhoop
De Journalist Henk Uilenbroek heeft
het met hem geschreven, op basis
van een manuscript van Will
Gunnewegh zelf. Uilenbroek kwam
als verslaggever van De Volkskrant
in contact met Gunnewegh. „Hij
had een manuscript over „de dienst"
geschreven; als wraak, als herleving
en ook misschien wel als zelfbevrij
ding. Het was geen literair
meesterwerk, omdat literatoren niet
spioneren. Het was wel een enorm
3 i jen verder, kwamen bij het stuk echtheid. Het wa
boeiend
het werd zijn beurt
'O.OOf de tang en terwijl Anita en
weg afkeken, of er
aan kwam, knipte hij
00 Wagenaar
^Jeen staander het gaas door.
ichtelingen kropen door het
2 oc lat hij zo goed mogelijk De MID.
.isla aakte. Hij vertelde
t V(j op het terrein moesten
pen en ging toen met
lder ld hart naar de poort,
f st< e viel enorm mee, hij hoefde
10.00 ^t eens uit te kleden
te zich niet in een verklaring
want eerst moesten die twee
►der^rirt. aan boord worden
1, topt. He geluk zat mee. want
chtsman van het schip was
Xi s te bekennen Anton en Anita
iO.oop in minder dan geen tijd
door het gat in de gemaakte
llaats. Ze lagen
ipen, maar daar viel niets
te doen. Hij stapelde het
hout door het gat, trok er
planken voor en als het
nu verder werd geladen, zou
schuilplaats nog een flinke
worden gelegd."
gea malve bladzijde in een boek,
- oo 270 telt' Anita 18 een Pools
3' Anton is een Amerikaan,
stI ent van de inlichtingendienst
WÜ1 is
gevecht van de kleine spion tegen
zijn ongrijpbare opdrachtgevers. Het
was de basis voor dit boek, waaruit
blijkt dat spionage geen weelde,
maar een puinhoop is", aldua
Uilenbroek.
Will Gunnewegh heeft van 1957 tot
1962 als spion gewerkt voor de
Militaire Inlichtingen Dienst (MID).
Als zeeman reisde hij naar landen
als Rusland, China, Polen, Oost-
Duitsland en Egypte en fotografeer
de daar militaire objecten, havens
vliegvelden.
samenwerkend met
buitenlandse inlichtingendiensten,
waaronder de CIA, was op
Gunnewegh's mogelijk nut als spion
attent gemaakt, omdat hij af en toe,
tussen twee zeereizen door, filmrol
letjes liet ontwikkelen op het
Schiedamse politiebureau. Zijn broer
Cor was daar brigadier en had iets
te zeggen op de fotografische dienst.
Van Maurik
Het boek; „Zijn eerste ontmoeting
met de inlichtingendienst zat
geraffineerd in elkaar. Nadat hij op
wat de uitnodiging eens te komen praten
naar het hoofdbureau van politie in
Schiedam was gegaan, werd hij
voorgesteld aan Koos Veraai, die
naar later bleek als inlichtingen
dienstman werkzaam was op dat
hoofdbureau en wat spionagewerk-
zaamheden aangaat, de touwtjes in
handen had
Veraai, bracht hem in contact met
Van Maurik, die een of andere baan
had bij een inlichtingendienst in
Rotterdamse Den Haag. maar dat vertelde hij bij
het voorstellen natuurlijk niet. Van
Maurik had afdrukken in zijn bezit
zichzelf had
gemaakt; hij was een indrukwek
kende man en een prater van de
bovenste plank."
Het is deze Van Maurik, die
de chternaam is Gunnewegh. Nu,
n m L 15 hl' 50 Iaar oud' v0lled|S van foto's, die hij
u "^ongeschikt verklaard en
het sociale werk in
wijk Crooswijk.
1959, was hij 35
Will Gunnewegh, een eenvoudige Rotterdamse zeeman, zo leek het al jaren. Maar vanaf
de schepen, waarmee hij voer, fotografeerde hij militaire installaties in Rusland, Polen en
de Chinese Volksrepubliek, pleegde hij sabotage.
Tótdat hij,geheim agent 57" te bekend raakte en zijn Haagse opdrachtgevers hem lieten
vallen. Na de „koude oorlog" begon toen de „Haagse oorlog".
Will Gunnewegh heeft het allemaal opgeschreven nu in zijn boek „Spion van het konink
rijk": een verbijsterend relaas van een Nederlandse geheim agent
(foto Panorama)
(een mini-camera, een infrarood-ca-
mera, filmrolletjes) en af en toe ook
een zakcent afschuift. Gunnewegh
heeft voorts ook nog contact met
een Woud van de Bos en een
Pas vele Jaren nadat hij zijn
spionagewerkzaamheden had moeten
staken, ontdekte hij de werkelijke
volgende Jaren namen: Mesdag. Van de Vos.. Van
f- Het schip lag in de Poolse Gunnewegh's contactman wordt, Maurik bleek Bas van Mourits te
Stettin, toen Will Gunne- hem opdrachten en materiaal geeft zijn, opperwachtmeester van de
van het vrachtschip gedurende de
afdeling speciale diensten van de
Marechaussee in Den Haag.
Negen jaar heeft Gunnewegh
moeten zoeken naar de ware
identiteit van Van Maurik, die hem
samen met Van de Bos voor vijf
Jaar spionagewerk, een goede baan
en een studiebeurs voor zijn dochter
hadden beloofd. Pas in oktober 1971
had hij Van Mourits in Den Haag
gevonden die ontdekking was
tenslotte de aanzet van herstel van
het onrecht, dat Gunnewegh was
aangedaan.
Men had hem, „Agent 57", in 1962 als
een baksteen laten vallen toen hij
vanwege de grote risico's, een
opdracht in Oost-Duitsland weiger
de. Vijf Jaar lang hield hij zich
koest, wachtte af tot er weer
contact gemaakt zou worden en hij
zijn beloning kreeg. Hij informeerde
af en toe naar Van Maurik, zonder
De ratten
Hij raakte overspannen, was agres
sief. vocht vaak, werd uit onbedui
dende baantjes ontslagen en zon op
wraak.
Het boek: De ratten hadden het
zinkende schip verlaten, maar God
nog aan toe, ze zouden er van
lusten. Morgen ging hij naar Den
Haag om de anderen, Van de Vos
en Mesdag, aan te pakken. Ze
zouden merken dat ze hem niet als
een paar oude schoenen konden
afdanken. Al zou hij ze bij hun
strot moeten pakken, hij zóu ze
morgen-
Het was morgen: 15 oktober 1967.
Hij stond ziek en misselijk op met
pijn door heel zijn lijf heen en sloeg
tegen de grond. Een golf bloed
kwam uit zijn mond. Zijn vrouw
belde de huisarts en een uur later
lag hij in het Eudokia-ziekenhuis.
Neergestort in een diepe duisternis."
Gunnewegh's invaliditeit was begon
nen; na aanvankelijk herstel, kwam
er een maagperforatie. Hij verhuisde
van Eudokia naar ziekenhuis
Dijkzigt. Hij werd arbeidsongeschikt
verklaard. Maar hij blééf vechten
voor zijn recht.
Pas in Januari 1973 kwam de
erkenning: de commissie Inlichtin
gen en Veiligheidsdienst van de
Tweede Kamer gaf toe dat
Gunnewegh medewerker was ge
weest van „enige Nederlandse
inlichtingendienst". Hem werd een
militair pensioen verleend, alsmede
een uitkering ineens voor de jaren,
dat hij zijn spionagewerk had
gedaan.
Te gek
Haagse oorlog
„Spion van het Koninkrijk" heet nu
het boek, waarin Will Gunnewegh
een verbijsterende revue opvoert,
een omgekeerde parodie wie
uitgaat van James Bond's fratsen als
de werkelijkheid van het spionage
werk, ontdekt bij het lezen van
Gunneweghs avonturen, dat be
schrijving van onbenul en anti
heldhaftigheid ook groteske effecten
opleveren kan. Men leest het boek
hoofdschuddend en zegt om de tien
bladzijden: „Dit is eenvoudig te gek."
Te gek: hoe amateuristisch de
mensen van het MID hun „spionnen"
aanwerven en op pad sturen.
Gunnewegh's eigen woorden: „Al het
geklungel, waar een padvinder zich
voor zou schamen."
Te gek: hoe zo'n inlichtingendienst
meent zijn „spion" Gunnewegh te
kunnen laten vallen, dom en
onbevreesd misschien wel onbe
wust? voor en van de speurzin,
die men bij de „spion" enkele Jaren
zodanig exploiteerde. Natuurlijk
zou Gunnewegh, het schuilevinkje
spelen meer dan zat, zijn voormalige
superieuren weten op te sporen.
Het boek bestaat uit drie delen. In
het eerste, dat het meest de toon
heeft van een jongensboek, worden
Gunnewegh's hee! bijzondere zee-
mansavonturen beschreven. Hoe
„Agent 57" mensen uit Polen
weghaalde, hoe hij in 't geniep foto's
en schetsen maakte in Rusland en
de Chinese volksrepubliek. Ook moet
hij in een Chinese haven, op last
van Van Maurik c.s. eens een brand
stichten en daarna noteren hoe snel
de brandweer ter plaatse was. Mao's
paraatheid testen zogezegd.
Het middendeel van het boek
verhaalt over Gunnewegh's doen en
laten in de oorlog, waarbij óók
weer een brandstichting, nu als
dwangarbeider in Maagdenburg.
Daarna zijn ontsnappingen, zijn
deelname aan het Franse verzet en
de lange weg, die hij aflegde om als
stoottroeper het nog bezette Neder
land te bereiken. Er volgt dan nog
Het derde deel van het boek is het
meest boeiende. Het beschrijft „De
Haagse oorlog" de moeizame
strijd, die Gunnewegh heeft doorge
maakt om tot erkenning te komen,
om de „padvinders" op te sporen, die
hem destijds de „Koude Oorlog"
deden beleven, toen ze hem keer op
keer met geladen camera het
spookhuis achter het IJzeren
Gordijn injoegen.
Ze hadden zich van „spion"
Gunnewegh ontdaan en waren in
het niets opgelost. Maar in oktober
had Gunnewegh zijn voornaamste
contactman Van Maurik (Bas van
Mourits) gelokaliseerd in Den Haag.
Hij gaat naar de marechausseeka
zerne, in de auto van een vriend,
met wie was afgesproken dat hij het
weekblad Panorama zou waarschu
wen, mocht Gunnewegh iets overko-
Het boek: „Will stapte de wacht
binnen en zei: „Goede morgen
heren, ik kom voor opperwachtmees
ter Van Mourits van de speciale
diensten." „Hoe is uw naam en waar
komt u voor?" vroeg de wacht. „Mijn
naam is Volger. A. Volger. Ik kom
voor interne aangelegenheden."
Hij kreeg een stoel, terwijl de wacht
de telefoon nam. Inwendig lachte
Will zich rot. A. Volger, achtervol
ger. Wanneer een inlichtingen
dienstman door zo'n naam niet
argwanend zou worden, was hij geen
knip voor zijn neus waard.
En dat was Bas van Mourits niet.
Will zag hem doodgemoedereerd uit
de poort van het hoofdgebouw
komen en op zijn gemak naar de
wacht lopen. Van Mourits keek op
weg naar binnen door een raam van
het wachtgebouwtje. zag Will en
stond ineens stil. Hij werd lijkbleek,
draaide zich om en struikelde terug
naar het hoofdgebouw.
„Wat heeft die nou?" zei de wacht
verbaasd. „Hij breekt zijn nek over
zijn eigen benen. Zeker wat
vergeten."
„Ja," zei Will, „inderdaad wat
vergeten. Het verleden en daar
breekt hij nu zijn nek over."
Haast 15 maanden later met de
identificatie van Van Mourits als
zijn contactman, had Gunnewegh
eindelijk een vuist kunnen maken in
zijn gevecht van de afrekening
zat drs. Joop den Uyl de commissie
Inlichtingen en Veiligheidsdienst
van de Tweede Kamer voor.
Gunnewegh kreeg zijn gelijk èn
zijn loon.
Een „spion van het koninkrijk" kon
eindelijk met pensioen. En tegelijk
kreeg de stapel vellen papier,
waarop Will Gunnewegh, in wan
hoop en soms toch ook trots, 25 jaar
van zijn leven had beschreven, ook
een paraaf van verificatie mee.
Het is nu een boek. „Ik heb het hier
en daar wat bijgeschaafd," zegt
journalist Henk Uilenbroek, „ik heb
niets mooier of lelijker gemaakt.
Het is Gunnewegh zijn eigen
verhaal. Hij moest 't een keer kwijt.
Het onrecht van toen blijft hem
achtervolgen. Vorig Jaar op Konin
ginnedag belde hij me opgewonden
op. „Zet gauw Je televisietoestel aan
voor het défilé op Soestdijk, want
ik heb 'm gezien. Hij staat op het
bordes!"
„Wie?"
„Nou, Van Maurik natuurlijk!".
00
aapfn Bay Wie de Britse
Brian Kay (40) een
mens vindt, overdrijft
Hij is wellicht de enige
knger ter wereld die regelmatig
kansel de toverstaf trekt om
ATI Wdige goocheltruc te verrich-
Jad heinde en verre komen de
zijn kerkje in Colwyn
klein plaatsje in het ruige
Wales aan de voet van
•1. o lowdonia-gebergte, om de met
tltrucs opgeluisterde diensten
wonen. De andere dominees
'e omgeving vinden de
van hun blozende con-
wel wat profaan, maar dit
hem niet in het minst. Hij
het niet voor de publiciteit
voor Onze Lieve Heer en
iSJ l»« ge eden
uit.
hij
mee
dag
de hij een schriftelijke
ilen en begon te oefenen met
balletjes, dozen, ringen,
enzovoorts. Na enige maan-
'am hij op het idee om met
vingervlugheid een extra
isie te geven aan zijn
tgwerk. Hij zag het helemaal
SVl öch. Het moest mogelijk zijn
'oor middel van goocheltrucs
jdftóe bijbelse en theologische
lak
onderwerpen wat
lijk te maken.
Hij startte simpel. Het was
omstreeks Pasen. De gemeente was
op zondagmorgen bijeengekomen om
te luisteren naar de prediking, die
zou handelen over het komende
feest. Halverwege de preek begon
dominee Kay te glimlachen, zette
een hoge hoed op, haalde een
toverstaf van onder zijn toga
vandaan, alsmede een zwarte lege
zak. Het aanwezige kerkvolk wreef
massaal in de ogen. Wat ging er
nou gebeuren? Dominee Kay liet de
mensen zien dat de zak geheel leeg
was. Vervolgens manipuleerde hij
wat en zie hij had plotseling een
spierwit ei in zijn hand. Hij
verklaarde het intermezzo met te
zeggen dat hij met het toveren van
het ei een tastbare verbinding had
gelegd tussen het kerkelijke paas
feest en het wereldse en hoe had hij
dit duidelijker kunnen doen dan
met een paasei?
Vanaf die dag worden er onder de
preken van voorganger Kay nog
maar weinig uiltjes geknapt.
Het nieuws ging als een prairie-vuur
rond. De volgende week was de kerk
tjokvol. Er waren echter ook mensen
die het een tikje verkeerd hadden
begrepen. Die dachten dat de
kanselgoochelarij slechts was be-
aanschouwe- doeld om het kerkvolk aangenaam een marmot tevoorschijn toveren,
te verstrooien. Maar domin
het niet om spectaculaire
te doen. Hij zal bijvoorbeeld een poes.
preek over „vertrouwen op God in In de meeste gevallen werkt hij op
de nood" niet onderbreken om de kansel met dieren. Dit heeft een
pakweg een weesmeisje door te praktische reden. De gemeente is
zagen. In dit specifieke geval zou hij arm en het salaris van de dominee
is niet erg hoog. Het is in elk geval
onmogelijk om kostbare goocheltrucs
ten laste van de kerkkas of het
huishoudbudget te laten komen. De
dieren zijn meermalen te gebruiken
en bovendien, zo vindt dominee
Kay, heb Je van dieren ook nog op
andere wijze plezier.
De dieren, die regelmatig meedoen,
zijn alle ondergebracht in het huis
van de dominee. Het zijn er nogal
wat. Drie honden, twee duiven, twee
konijnen, vier marmotten, vijf witte
een goudvis, een hazelworm,
wandelende tak en twee katten.
Voor bijzondere trucs heeft hij
bovendien de beschikking over een
geit. een ezel en een pony
Maar het werken met dieren levert
ook wel eens problemen op. Zo is
dominee Kay wel eens wat al te ruw
met een konijn geweest, dat wel de
truc maar niet de dag overleefd
heeft en dat terwijl het thema van
de preek „de Heer schenkt u het
eeuwige leven" was geweest.
Voorts is een half Jaar geleden een
van de twee duiven weggevlogen, die
waren losgelaten tijdens de predi
king over de „vrede" De opvolger,
die er voor in de plaats is gekomen,
is nog niet aan optreden toe.
Dominee Kay is namelijk bang dat
de nieuwe duif niet direct het open
raam in de kerk zal weten te vinden
en zich in paniek zal verwonden.
De dominee komt ervoor uit dat een
optreden met de kat een complete
mislukking is geweest. Tijdens de
repetities ging alles goed, maar bij
de eerste try-out tijdens een
kinderdienst, liep het dier weg,
waarna het aanwezige volkje en
masse de kerk op zijn kop zette om
de poes te vinden en er van de
preek niets terecht is gekomen.
Op hoogtijdagen heeft hij natuurlijk
iets bijzonders. Zijn mooiste truc tot
op heden is het tevoorschijn toveren
van het ezeltje op Palmzondag,
waarop de kinderen na afloop een
ritje konden maken door de straten
van Colwyn Bay.
Het slagen van deze meestertruc
heeft, dit Jaar echter wel aan een
zijden draadje gehangen. Tijdens de
preek stond het dier achter de
kerkdeur. Het werd in bedwang
gehouden door een ingewijd ge
meentelid. de eigenaar van de ezel.
Deze zou rnet zijn oor aan de
kerkdeur blijven luisteren en op het
moment dat de truc moest worden
verricht het dier naar binnen
sturen. Maar de ezel vond het
allemaal veel te lang duren. Hij
begon nukkig te worden. Omdat zijn
baas hem in bedwang moest houden
kon deze niet aan de dein- luisteren.
Toen dominee Kay de toverspreuk
liet horen gebeurde er aanvankelijk
niets. Maar weldra zwaaide de
kerkdeur open en de ezel stormde
binnen. Zijn begeleider had hem net
op tijd niet meer kunnen houden.