en Nederlandse achtauto stolen OU EN...? Vanaf 1 januari 1973 tot deze week werden in Italië 147 buitenlandse vrachtwagens gestolen. Daarvan zijn er 22 nog spoorloos. Van de gestolen vrachtwagens er zijn combinaties bij van meer dan twee ton, nog afgezien van de waarde van de lading maken de Nederlandse het grootste deel uit. Begrijpelijk, want Nederland domineert in het Westeuropese vrachtvervoer. De chauffeurs, maar ook de Italiaanse autoriteiten, zijn er van overtuigd dat de diefstal van de vrachtwagens een geor ganiseerde aangelegenheid is. De naam „Mafia" is gevallen. De Nederlandse chauffeurs zijn nu vrijwel aan het einde van hun geduld. Velen weigerden reeds op Italië te rijden, anderen maken hun reis, terwijl wantrouwen, frustraties en angst hun passagiers zijn. Angst voor de misdadigers, wantrouwen tegen de douane van de Brennerpas. Want worden vandaar de tips doorgege ven over wat de vrachtwagens aan lading hebben? Haast iedere chauffeur gelooft het. Een onzer verslaggevers reisde met een Nederlandse vracht wagen mee naar Italië. Hij was getuige van het lange opont houd aan de grenzen en sprak met vele chauffeurs. Daarbij waren er twee van wie zeer onlangs hun wagen gestolen was. Onafhankelijk van elkaar zeiden zij: ,,Ik heb staan janken. Brennerpas: hoofdkwartier van de Mafia? ensdag 19 december van het vorige jaar laadde chauffeur Henny Wübbels (31) hem in de grote oplegger, die aan zijn Scania-trekker stond gekoppeld, een lading iden. Het gebeurde in Milaan. Nadat de volgeladen oplegger was afgesloten, begaf Wübbels zich naar de douane om „vrijgemaakt" te worden. ieren in orde maken, simpel gezegd: stempelen, nieten en perforeren. Daar ging naai mee heen. Donderdagavond om negen uur mocht Henny Wübbels op kantoor om de bundel papieren af te halen, waarmee hij de terugreis naar Holland kon Hij bleef een kwartier op het douanekantoor. ïania had hij tien meter van het kantoor geparkeerd. Toen hij om kwart over ne- opgelucht, want eindelijk met de papieren in zijn hand weer buiten kwam was »te vrachtwagen verdwenen. zo vaak van collegas tord; zegt Wübbels,' ik had elachen, nooit 'gedacht dat ton overkomen. Maar het is gebeurdmijn wagen ge- fa staan Janken.' Wübbels rijdt al acht talie. Hij zit tegenover ons in een eethuis in Kiefers- in de Duits-Oostenrijkse wordt bijkans paars als it hoe het verder ging, die imber. as op de Via Valtelino in bij het grote douaneter- i barst het altijd van de dse vrachtwagens en daar >rig Jaar ook de meeste ge- ou, daar stond ik dan met en een klauw vol pa laar zónder mijn wagen. Ik naar de politie gegaanover rug bij de Via Valtelino, te- tet kerkhof links af en toen ebureau in. Binnen vond ik tdoende Itakker...' dit voor goed begrip, is de waarmee de Nederlandse Eenchauffeur, die op Italië Italiaan, met of zonder aanduidt. De uitspraak ird druipt van haat en Men zégt niet 'Itakker', spuugt het uit.) it dus die Itakker,' vervolgt tobbels, 'ik vertelde 'm dat was gestolen en hij m krabbeltje. Hij smoesde zich uit en probeerde toen maken dat ik niet zo'n moest hebben. Een Neder- ihtwagen gestolen: nou band-werk: Je kon het r zien denken," zegt Wüb- waren er dat Jaar al meer iolen en er was ook nog Èfteur, een Zweed, doodge- i politieman dacht: kijk. e weer zo'n Hollandse zeik- fa een gestolen vrachtwagen, i, NIETS!", j eetlokaal in Kiefersfeldeti l andere chauffeur„Allicht, fa de mafia een beetje voor- Wübbels: "Zal wel! Wat doe ik dus vervolgens? Ik ga een telefoon zoe ken om mijn baas in Holland in te lichten. Maar ik had t kunnen we ten: in Italië was de telefoondienst natuurlijk weer eens aan het sta ken „Allemaal invloed van de mafia, gooit die andere chauffeur aan onze tafel, ertussen. „Ik ben dus weer terug gegaan Door Aad Wagenaar naar die Itakker op het politiebureau. Ik vroeg of ik zijn telex mocht ge bruiken. Nee, zei de knakker, die te lex is alleen voor politiezaken. Ik was woest". „Praten we dan niet over politiezaken als mijn vrachtwagen vlak voor m'n neus door jouw broers gejat wordt? riep ik, „laat me dan even telexen naar de politie van Lochem in Holland, daar weten ze wèl hoe 't moet!". De „Itakker" maakte naar Wübbels het gebaar van wegwezen. De Ne derlandse chauffeur verliet het poli tiebureau, vond een bed in een klein hotel en begon te Janken. Opnieuw De andere morgen vroeg meldde hij zich bij de Nederlandse consul in Milaan. Hij kreeg een voorlopig pas poort al zijn persoonlijke papieren waren met de vrachtwagen verdwe- „Op advies van de consul ben ik toen weer teruggegaan naar het po litiebureau. Daar zat toen een an dere Itakker. Het papiertje met de notities, die zijn collega de andere avond gemaakt had. zat onder zijn asbak geschoven. Er was nog steeds niets gebeurd. NIETS!". „Mafia, puur Mafia!" zegt de an dere chauffeur in het eetlokaal in Kiefersfelden. „Kom nou," zegt weer een ander. „Hij wel!" zegt Bert. (Bert is de chauffeur, bij wie we woensdag in de cabine mochten klimmen om zo'n tocht mee te ma ken naar het land van de „Itakkers": over Frankfurt, München, Innsbruck en Kiefersfelden, door Oostenrijk heen naar de Brennerpas. De Brennerpas, waar zo. zei den alle Nederlandse chauffeurs, waarmee we onderweg spraken de mafia zijn hoofdkwartier heen ver plaatst heeft. Bert had 22 ton rauwe hammen in zijn oplegger, bestemd voor een be drijf in Triëst. 'n Lading, die er om vraagt om gestolen te worden; vlees en electronica scoren als lading het hoogst in de georganiseerde diefstal van vrachtwagens. Van Bert's bedrijf werd Juni vorig Jaar in Milaan - op diezelfde Via Valtellina - een Scania met oplegger gestolen. Er zat voor 150.000 gulden vlees in. De trekker werd geruime tijd later in Napels teruggevonden; de oplegger is nog steeds zoek. Er is een beloning van 3000 gulden uitge loofd voor de chauffeur, die hem te rugvindt. Bert kwam overigens deze reis be houden in Triëst aan. Bert zei: 'Hij wel!' Dat was een stopwoordje van hem. Rond de ta fel in het eethuis te Kiefesfelden hadden meer Nederlandse chauffeurs plaatsgenomen. Er werd immers over het stelen van vrachtwagens gespro ken - en dat gaat een ieder aan. Henny Wübbels was nog steeds aan het woord. Hij vertelde hoe hij op last van zijn baas teruggevlogen was naar Nederland, daar de bood schap kreeg dat zijn Scania bij het Milanese vliegveld Linate was terug gevonden en zodoende op Tweede Kerstdag wéér in Milaan was. 'Er waren kinderen aan het spelen In mijn auto, toen ik hem terugzag. Hij stond pal bij het vliegveld. De he le lading was verdwenen. En mijn cabine was leeggesloopt. Alleen mijn papieren hadden ze laten liggen, maar voor de rest...' Wübbels' kostbare fototoestel met zoomlens was verdwenen, zijn cas setterecorder met 50 bandjes ('Zeer Persoonlijke' - het waren opnames van een familiefeest') gestolen. Voorts had Wübbels in de dagen vóór de diefstal 'kerst gereden'. De ca deaus, die hij had gekregen van zijn klanten, vier flessen champagne, een gevulde varkenspoot, een fles zeer oude cognac, alles weg. 'Niet om het geld,' zegt Henny Wübbels, 'maar Je jankt als een klein kind op zo'n moment.' 'Rottige Itakkers.' zei een andere chauffeur vol medeleven. Bert vertelde toen dat hij gehoord had dat drie Engelse vrachtwagen chauffeurs zo'n autodief op een par keerterrein te grazen hadden ge had. Ze hadden hem uit de cabine gesleurd, waar hij Juist was ingebro ken en hem met z'n driën efficiënt in elkaar geramd. En om hem het stelen voorgoed af te leren, hadden twee van de chauffeurs de Italiaanse dief tegen de grond gedrukt om de derde collega gelegenheid te geven om met het lin ker voorwiel over des diefs rechter hand te rijden. „Dat is de manier," zei men aan tafel enthousiast. Brenner Wat later verlieten we Kiefersfel den. Een veearts was geweest om Bert's lading hammen te keuren. Zonder een blik in de oplegger te werpen, had hij zijn handtekening op een van de vele ladingdocumen ten gezet we hadden vijf uur op die krabbel moeten wachten. „Nor male zaak," zei Bert, ,veel erger wordt het straks op de Brenner". De Brenner is de pas, waarover het internationale vrachtverkeer van uit Oostenrijk in Italië komt. Er zijn twee grensposten: de „nieuwe Brenner." die twee Jaar oud is en waarvan personenwagens gebruik maken, alsmede het vrachtvervoer met niet-bederfelijke lading. Over de „oude Brenner" gaat al het transport, dat een goedkeuring van de „plantendokter" of de „vlees dokter" behoeft. „Je wordt hier als een slaaf behandeld," zei Bert, ter wijl hij zijn zware combinatie moei zaam door de besneeuwde Dolomie ten omhoog stuurde, „en bovendien is hier het hoofdkwartier van de Mafia gevestigd". De Brennerpas: we treffen er een vuil dorpje. Hoge dienstgebouwen met houten opbouw, vies getint door uit laatgassen van decennia. Slagbomen en douanemannen met de onvrien delijke smoelen van een bezettingsle ger. Ze schreeuwen en gebaren als wij een foto pogen te nemen. „Slecht geweten," zegt Bert. Brennerpas: hoofdkwartier van de Mafia? Het is maar een gezeg de onder de chauffeurs. Natuurlijk wordt hier, in dit poepbruine berg dorp, dat zo onsmakelijk afsteekt te gen de sneeuw van de hellingen ron gen de sneeuw van de hellingen rond om, niet 't bestuur gevoerd van de ge organiseerde diefstal van vrachtwa gens. Maar en daar was iedere chauffeur, waarmee we spraken, vast van overtuigd hier worden wel tips doorgegeven naar het Ita liaanse achterland. We spraken die avond met Alex Bunschoten uit Eindhoven. Op 6 februari dit jaar werd van hem bij het douaneterrein Concorrezzo in Milaan zijn trekker met oplegger ge stolen. Zijn lading was fosfor. Alex Bunschoten, een zware, wat boerse man met een gelaatsuitdruk king van constante verontwaardi ging is er zeker van dat hier. vanaf de Brennerpas, naar Milaan de bo de is uitgegaan dat hij er met zijn vrachtwagen aankwam. Hoe hij dat weet? "Nou, gewoon", zegt Bunschoten, "omdat wij de Maffia op onze ma nier eigenlijk nog hebben kunnen belazeren". "We reden met twee wagens van onze firma. Ik had fosfor en mijn collega op de andere auto had tele- visitoestellen geladen. Aan de bui tenkant kon je niet zien wat er in de verschillende wagens zat. Toen ik op Concorrezzo aankwam, kwam er ge lijk een Itakker naar me toe en die zei: Jij hebt televisies geladen hè? Dus ze wisten in Milaan al dat een van onze twee auto's dat spul aan boord had! Hoe? Op de Brenner wa ren de enigen, die onze ladingdocu menten gezien hadden, die lui van de douane. Bunschoten en zijn collega, wijs geworden door de opmerking van de "Itakker", besloten om de wagen met de kostbare tv's in een loods te zetten. De wagen van Bunschoten, gela den met het voor een dief aantrek kelijke fosfor, werd op de boulevard bij Concorrezzo geparkeerd, dicht bij een straatlantaarn. "Twintig meter daar vandaan ging ik met mijn collega in een zaak je wat eten. Toen we een half uur tje later buiten kwamen was er op de natte straat alleen nog maar een droge plek, waar mijn wagen ge staan had. Ze hadden weliswaar de verkeerde auto gestolen, maar toch: weg is weg". Ook Bunschoten had tranen in de ogen, die avond. Hij is met een colle ga teruggereden naar Nederland, 'n Week later kwam het bericht, dat Bunschoten's wagen was teruggevon den. "Hij was toch helemaal leeg Wat moeten die Itakkers in gods naam met fosfor doen? Ook de ca bine was leeggesloopt. Mijn koffei met kleren, al mijn papieren, alles weg. Ook mijn trouwring.ik ben anderhalf Jaar getrouwd.Dat zijn toch dingen, waaraan Je hecht". Alex Bunschoten begint opeens heftig te vloeken. Als dat voorbij is, zegt hij verklarend: "Ik mocht op 14 februrai bij de politie in Müaan mijn wagen weer ophalen. Maar ik moest 130.000 lire parkeergeld beta len. Dat is meer d»n 500 gulden voor twee dagen staan! Kijk, daar heb ben die Itakkers ook weer van kun nen delen. Emoties Bunschotens verhaal maakte die avond bij de andere Nederlandse chauffeurs, die op douane-afhande ling wachtten, de emoties weer los. Iedereen wist wel wat. Een sproetige chauffeur van Wet- nam: 'Als er bij ons een wagen met sigaretten voor Italië wordt klaar gemaakt, meldt iedere chauffeur zich ziek. Ze gooien tegenwoordig dus maar broekjes achter het stuur, die nog niet weten wat de Itakkers uithalen...' 'n Andere chauffeur: "Ze vertrou wen elkaar trouwens ook niet. Als je 's-avonds in Zuid-Italië wilt tan ken, zie je een pompbediende met twee revolvers, een jachtgeweer bij de deur en twee grote honden. Zó bang zijn ze van elkaar...' 'Ik heb een tijd lang polaroid ge reden naar Italië. Als ik dan aan kwam, maakte ik een keer mee dat er een snuiter rondliep met een pa piertje met mijn autonummer er op. Ik ben toen-een flink stuk weggere den en ik ben niet durven gaan eten tot de andere morgen, dat ik gelost werd. Ik bleef in de cabine en ik heb ook niet kunnen slapen.' Er was een chauffeur op de Bren nerpas, die ons zei: "De tijd, dat Je hier met porno-blaadjes de gunst van de douane kon kopen, is óók voofbij. Dat mag nou meer in Italië of misschien hebben ze de Deense standjes tegengegeten. Maar nog geen jaar geleden was het heel ge woon als een Itakker aan de grens vroeg: 'Haben Sie strip-tease?' En dan gaf je maar weer een paar van die blaadjes, 't Scheelde Je soms drie uur wachten...' Het werd ons die avond op de 'oude Brenner' duidelijk, dat de Ne derlandse chauffeur, die op Italië rijdt, een gefrustreerd en bang mens is. In alle verhalen l"g allicht een stuk overdrijving. Maar niemand knipoogde of relativeerde als iemand aan tafel vertelde van die chauffeur, die in Napels met een mes in zijn rug achter het stuur van zijn wagen was gevonden: "Een maat van mij ontdekte dat. Hij dacht wat zit die jongen lang te slapen, zo ongemak kelijk over zijn stuur heen...' *En die Zweedse chauffeur dan, die ze doodgeschoten hebben... Als „Het gaat ook om de rotma nier waarop wij aan de Italiaanse grens worden behandeld ik de bandieten een keer tref, mo gen ze alles zomaar van me hebben, mijn wagen, m'n papieren, alles. Ik wil heel thuiskomen.' Alex Bunschoten zei: "Er komt een dag dat er geen chauffeur meer op Italië wil rijden. Als er wéér wat ge beurt moeten we Italië besmet ver klaren. Gewoon weigeren om erheen te rijden totdat ze de Mafia hebben opgerold.' Hemiy Wübbels: "Drie dagen niet op Italië rijden en ze sterven er van de honger". „Rotmanier" 's Anderendaags, na 16 uur opont houd aan de Brennerpas. uren waar in gewacht moest worden op de plantendokters en de vleesdokters en- andere "dottores" die allesverlossen- de stempels mochten zetten, reden we naar Milaan met een chauffeur, die Hans heette. In zijn oplegger had hij rabarber, wortelen en 160 telmachines. „Je komt eigenlijk een week te laat," zei Hans tegen ons. ,Het is niet alleen om die diefstallen, dat wij op de Itakkers vloeken. Het gaat ook om de rótmanier, waarop wij aan de Italiaanse grens behan deld worden. Vorige week was er weer eens een langzaamaan-actie bij de Brenner. Ik mocht over de nieuwe Brenner, want ik had een roltrap voor Milaan bij me. Bij de grens stond door die vertraging een file van vijftien rijen dik. Ik stond in de vierde rij, precies vooraan, maar met mijn wagen één meter over de streep. Toen werd ik er uitge haald. Ik moest helemaal terugrij den en achteraan aansluiten. Toen kon ik tóch nog in een rij een heel eind oprukken. In de achtste rij of zo. Maar toen ik aan de beurt was, herkende een Itakker me. Hij smeet m'n papieren in de hoek van zijn kantoortje en ik moest wéér omrij den. Pas de andere morgen hebben ze me doorgelaten". "Nee", zegt Hans, "ik ben daarna niet óók nog eens gekaapt. Allicht: wat moet de mafia met een roltrap? Want ze wisten natuurlijk allang wat ik voor lading in had. „Dat is tenminste één ding, i mafia geen hand in heeft".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1974 | | pagina 13