Echtpaar
ging naar het galgenveld
kreeg de
strop en
Dure vloerbedekking
BINNENSTAD
ONDER DE LOEP Jan Holvast
LEIDEN IN
LOOP DER
fflSTORIE (5)
Voor het stelen van
groente, bier, wijn
en stoffer en blik
Krot o]
[ERDAG 23 FEBRUARI 1974
LEIDEN
Door
Sam Platteel
Het galgenveld, (zie pijl op af
beelding links), waar de ter echt-
gestelden "ten prooye van de vo
gelen des hemels" soms zes maan
den "ten afschrik van andere
boosdoeners tusschen hemel en
aarde werden gehangen" bevond
zich even buiten de Mor spoort,
ter hoogte van het huidige ter
rein (botenhuis) van de studen
tenroeivereniging Njord foto
rechts). Op de voorgrond de Koe
poort, met daarachter de Leidse
academie en de Pieterskerk.
De NOS-televisierubriek 'Pano-
zal komende zondag onder de
Twee delen koninkrijk' ingaan
1 verhouding tussen Nederland
'Suriname. Dat zal gebeuren
aanleiding van de regerings
kring door minister-president
van Suriname in de Suriinaam-
'ten op 15 februari j.l.
'Uniek' wordt zondag van af
uur uitgezonden op Nederland
is opvallend hoeveel winkel-
uden er momenteel leeg te
)p of te huurstaan in de
idse binnenstad. De Haarlem-
rstraat heeft er minder last
i dan (het eerste deel) van
Breestraat. In het wandelge-
d blijken panden ook eerder
i nieuwe bestemming te krij-
uoet men toch wel bedenken
men stelt, dat die Leidse
inenstad zo gezellig is. Dege-
n, die nu protesteren tegen de
uwbouwplannen van C&A in
Breestraat. doen dat.
is goed, dat er groepen zijn,
het beeld van de binnen-
d in de gaten houden. Er is
ierdaad bij nieuwbouw meer
pest dan opgeknapt als men
?aat van stadsgezichten,
ar stellingen als zou die
dse binnenstad zo gezellig
i. gaan niet helemaal op.
alle voorzichtigheid, die een
e binnenstad vraagt, moet
n openstaan voor plannen,
et men blij zijn met initia
len, die ertoe kunnen bij-
i?en het centrum gezelliger
maken.
ïstiging kortgeleden van een
ital horecabedrijven, aange-
st aan deze tijd, is een plezie-
noot om mee te besluiten.
H.M.
De Haarlemmerstraat is nu al en
kele jaren afgesloten voor verkeer,
maar een echte promenade is het
nog niet geworden. De smalle winkel
straat is er uitstekend geschikt voor,
maar mist de „aankleding". De de
tailhandel is in het algemeen tevre
den, de consument is eraan gewend
een plekje voor de auto te zoeken.
Wie in andere steden kijkt, ziet der
gelijke straten „opbloeien". Dat mist
de Haarlemmerstraat nog.
De aankleding is natuurlijk een
kwestie van geld. Een geasfalteerde,
precies een kilometer lange straat
omtoveren in een aangenaam wan
delgebied kost veel. Er worden po
gingen gedaan om dit geld te peu
ren uit de extra injectie, die Leiden
in verband met de werkloosheid
krijgt. De middenstand heeft een
flink bedrag op tafel.
Volgens het plan van de gemeente
moet deze zaak een miljoen kosten.
Dat is de dure vloerbedekking als je
het per vierkante meter uitrekent.
Moet het zo duur? Moet het asfalt
eruit? In de Groningse Heerestraat
is tot genoegen een sierbestra
ting op het asfalt gelegd. Kan dat
hier niet? En verder is er nog de
mogelijkheid een eenvoudige bestra
ting aan te leggen, zoals nu op de
„koppen" (op foto boven). Volgens
een deskundige zou dat de helft sche
len.
Stadsvernieuwing staat in het cen
trum van de belangstelling. En niet
ten onrechte. We hebben de periode
van de bulldozer, van de algehele
kaalslag gelukkig achter de rug.
Oude stadswijken kimnen worden
vernieuwd en worden dat ook.
Een publicatie, die zeker tot de dis
cussie kan bijdragen, is „Krot op"
van Thom Koot en anderen. Aan
vankelijk zou het een verslag worden
van een werkconferentie, die betrek
king had op verbetering van het
woon-- en leefmilieu in oude stads
wijken.
Koot, medewerker van de Vereni
ging van Nederlandse Gemeenten,
„AViUl
heeft er een verhandeling van ge
maakt, waarbij hij uitging van wat
op de conferentie aan de orde kwam,
maar waarbij hij ook veel ander ma
teriaal gebruikte. Met na me was van
belang het congres- over stadsver
nieuwing, dat in 1972 werd gehouden.
Uit deze gegevens is een filosofisch
verhaal ontstaan met een aantal uit
spraken in heldere taal. Het is zo
begrijpelijk, omdat Koot uitgaat van
één geval, één wijk. Daarin heeft hij
de problematiek van honderd wijken
gelegd. Wie het boek leest en je
leest het als een roman komt op
elke bladzijde herkenbare zaken
tegen.
De anderen, die mede voor het boek
tekenen, zijn de inleiders op de werk
conferentie, wier stellingen worden
gepubliceerd. Het is een fragmenta
rische, maar toch nuttige afsluiting
van deze uitgave.
„Krot op" is verschenen in de so
ciale en culturele reeks van Samsom
Uitgeverij in Alphen a.d. Rijn en
kost l.
Voor het 's Gravenstein aan de zijde van het Pieterskerk
hof werd op 9 juli 1856 het laatste doodvonnis voltrokken.
Janus Blom. die onder Hazerswoude een meisje vermoordde,
icerd toen tot de strop veroordeeld.
omme geleid en gebragt te worden op de publicq schavot
,r 't Gravenstein alwaer men gewoon is de quaetdoenders te
iffen en aldaer door den scherprechter aan een galge tus-
en hemel en aarde gehangen en met den koorde gewurgt te
rden, dat er de dood navolgt, dat wijders na verloop van
uuren het doode lichaam als de begraafenisse onwaardig,
worden gevoert na het galgenveld buyten deze Stadt en
aer weder aan een galge gehangen, omme te sijn ten spiegel
afschrik van andere boosdoeners en ten prooye van de vo-
en des hemels. aldus luidde het vonnis, dat schepenen
stad Leiden op 22 juli 1757 uitspraken tegen Cornelis
ickesteyn (61), warmoezenier te Leiden en tegen diens echt-
Jobje Roosenburgh.
dat dit drietal zich had schuldig ge
maakt aan diefstal van groenten
van tuinderijen en van flesjes bier,
twee flessen wijn en een stoffer en
blik uit buitenverblijfjes van welge
stelde Leidenaars. De „gerechtig
heid" uitroepteken, vraagteken
sloeg in die tijd wel hard toe
:0te
tegen de dochter van dit echt-
Maartje Vinckesteyn, was de-
straf geëist, doch zij werd niet
ood gebracht maar op het scha-
net een strop om de hals „stren-
gegeeseld", gebrandmerkt en
toen veertig jaar tuchthuis,
vonnis, dat er niet om loog
och wel overeenkomstig moet
net een zware misdaad,
tegen de staat der Nederlan-
samenzwering tegen het
ezag. Niets van dit al. In
idere motivering van dit vonnis,
voorbereid door mr. Johan
der Marck Aegidiusz, hoofdoffi-
de stad Leiden, lezen wij,
Galgenveld
Alvorens wij verder uitweiden over
de terechtstellingen, die in voorgaan
de eeuwen op het Gerecht (het groe
ne zoodje) plaatsvonden, eerst iets
over het galgenveld, waartoe de ge
meente in 1659 een stuk grond aan
kocht aan de overzijde van de Rijn
(Galgewater) buiten de Morspoort
„teneinde de lijken der op de ge
rechtplaats veroordeelden te pronk
te stellen en te begraven". Met dit
„te pronk stellen" was soms een half
jaar gemoeid. De plek van het gal
genveld en hier citeren wij dr.
H. C. Jelgersma, die daarover in één
van de Leidse Jaarboekjes uitvoerig
publiceerde was met overleg ge
kozen. Het was de bedoeling de galg
zo veel mogelijk in het gezicht te
plaatsen en in dit geval had men een
kruispunt van wegen gekozen (het
terrein waarop zich thans de Studen
ten roeivereniging Njord bevindt,
red.). Wie van de Lage Morsweg
naderde zag de lijken bungelen, even
als de passanten van de Morsdijk.
En bovendien hadden de inzittenden
van zeil- en roeiboten op het Gal
gewater een uitstekende gelegenheid
om zich aan het schouwspel te ver
gapen en de morele lessen ter harte
te nemen. In 1795 is het veld buiten
gebruik gesteld.
Omstreeks 1882 heeft Njord het
terrein voor honderd gulden per jaar
gehuurd, waarna in 1904 deze roei
vereniging voor f.1200.— eigenaresse
van het terrein werd.
Door de Diefsteeg
Na de terechtstelling op het Ge
recht volgens de bekende ge
schiedschrijver Orlers vond de exe
cutie in het midden van de vijftien
de eeuw op de blauwe steen in de
Breestraat plaats „werd het lijk
van de gehangene" (veelal dieven)
afgevoerd via de Diefsteeg, Bree
straat en Galg (Mors) straat naar het
galgenveld. Men koos deze route „om
dat de half-aristocraten van het Ra
penburg bezwaar maakten om deze
vuiligheid langs hun ramen te zien
trekken".
Duyvels ingevinge
Teneinde de straf van de justitie,
die hem „over het hoofd hing te ont-
gaen" pleegde op 21 oktober 1669
Abraham Sabyn zelfmoord „boven
op de solder van syne huysinge aan
een kleyn coordiken". De man, die
vermoedelijk geestelijk gestoord was,
vermoordde zyn zoontje.
Hoewel de man dood in handen
van de „Hooge Overigheyt" viel, luid
de de eis van de hoofdofficier als
volgt: „dat de voornoemde Sabijn
zich vervordert heeft in de nanacht
tusschen 20 en 21 october tsijnen
huys syn eigen kint, sijnde een
soontje, leggende in een kribbe, den
hals aff te snijden en alsoo onmen-
schelijk te vermoorden: brengende
naderhand om het schrikkelijk feyt
te verduysteren de kribbe met het
kint uyt de keucken alwaer de kribbe
stont na achteren in het backhuys
te versieepen. Waarop hy het ande
ren daeghs siende dat het afgrijslijck
stuck niet verholen conde blijven,
ja airede bij sommige bekent was,
ende hy Sabijn daerenboven op de
afvraginge van eenige syner vrien
den bekent hadde. dat hij het feyt
door Duyvels ingevinge hadde ge-
daen; hij om de straffe te ontgaen
hem selven 't leven benomen heeft
stelle ik als eis dat voornoemde
Sabijn uyt het Gevangenhuys oft
's Gravenstein gesleept sel worden
buyten deser Stadt opt Galgenveld
ende aldaer gehangen in een mick.
Conform deze eis luidde het vonnis.
Hoewel er in de loop der jaren
rond Gravenstein nog vele doodvon
nissen zijn voltrokken het laatste
vonnis werd op 9 juli 1856 voltrok
ken: Janus Blom werd toen tot de
strop veroordeeld omdat hij onder
Hazerswoude een meisje had ver
moord paste men ook „mildere"
straffen toe.
Zo was er op 18 maart 1757 een
uitspraak tegen Hendrick Hoftuyn,
gevangenbewaarder in
's Gravenstein, die nog maar ternau-
dernood aan de doodstraf ontkwam.
De man gaf gelegenheid tot intiem
verkeer tussen de mannelijke en
vrouwelijke gevangenen en maakte
één der gevangen vrouwen zwanger,
die in de gevangenis beviel. Tegen
Hendrik werd onthoofding geëist,
doch hij kwam eraf met geseling,
brandmerking en verbanning ten
eeuwige dage. De vrouw, die Hen
drick een kind schonk, een zekere
Johanna Maria Bedeys, was in
's Gravenstein gevangen gezet op
verzoek van haar eigen man, wegens
haar ontuchtig leven en voortduren
de dronkenschap. Zij werd voor vijf
tig jaar verbannen, vermoedelijk tot
vreugde van haar man.
Armdiever ij e"
Tenslotte nog een vonnis van 9
oktober 1759. Op die dag stond te
recht Maria Koopman „ter sake van
valsche voorgeeven soo bij den Heer
van haar gebuurte, de armvader, als
Stadsdoctor, een ziekenbriefje en or
donnantie off recept versogt, gekre
gen en daar op in de stadsapotheek
een drank gehaald en het dan aan
een buurvrouw van haar, sijnde van
de roomsche religie en dus niet van
de publieke armen deeser stad kon-
nende trekken, voor twee stuyver
overgegeeven en zich dus aan arm-
dieverije schuldig gemaakt te heb
ben. op haar gevangens confessie ge-
confineert voor den tijd van twee
jaren op 's Gravenstein om aldaar
gedurende dien tijd met haar han
den arbeid de cost te gewinnen
Het Gerecht, een historisch p^in
in het hart van de stad. dateert uit
een tijd, dat vrouwe Justitia er recht
sprak en waar velen hun leven met
de dood-door-ophanging moesten
laten. Trieste plek uit een ver ver
leden
Op 5 mei 1623 werden op het Gerecht (groene zoodje) onthoofd Jan Pieterszoon, lyndrayer, Ger-
rit Korneliszoon, kleermaker (links) en Samuel de Plecker, saywercker (boven rechts) op beschul
diging van een samenzwering tegen prins Maurits. Achter de geknield liggende veroordeelde
staat de beul klaar om hem te onthoofden. Eenzelfde lot trof Klaes Michielszoon Bontebal,
oud-secretaris van Sevenhuysen (onder rechts),die gelijktijdig in Rotterdam werd onthoofd