Kermismens voelt zich buitengeslotei niiüutjy „Altijd eigen boontjes willen doppen" HET KLEINSTE KRANTJE IS NIET NOODLIJDEND ZATERDAG 16 FEBRTJJ De Raad van Overleg en Advies (ROA) een semi-gemeen- telijke instelling in Apeldoorn, heeft een werkgroep een rapport laten samenstellen over de situatie van de kermis exploitanten in Nederland. Een initiatief, dat in Apeldoorn werd geboren omdat daar van oktober tot Pasen steeds de grootste groep kermismen- sen zijn winterkamp opslaat. Er staan daar dan een kleine 1 50 gezinnen met hun woon wagen en hun attracties. Het rapport spreekt over het iso lement van de kermismensen, over hun huisvestingsproble men, over hun moeilijkheden met het onderwijs, over hun behoefte aan informatie en het doen een aantal sug om deze geheel aparte groep een beetje meer in de c bevolking te kunnen integreren. In de werkgroep zaten sociale werkers, politiemens) cioligen, onderwijzers, een aalmoezenier, gemeentes naren. En natuurlijk vertegenwoordigers van de kermis\ Bertus Donks was daar één van. Hij is voorzitter i Bond van Kermisbedrijfhouders, waarin tweederde i ongeveer 1 200 exploitanten is verenigd. Wij sprake hem. Bertus Donks, voorzitter van de Bond van Kermishouders. In de winter zijn de meeste kermisexploitanten te vinden in Apeldoorn. APELDOORN "De mensen hebben een verkeerde indruk van ons. Ze denken „dajur komen die lui met de wagens". Als er eei komt rijden, ook van de wegenbouw, dan is dat „een ander soort; mensen" in het burgergezichc. Maar een kermisman ls gewoon een middenstander die een beetje een mobiel karakter heeft. Er zijn zaken die een kwart miljoen of meer kosten, ze investeren tonnen". Bertus Donks praat over het isolement van de kermisbedrijfshouders. Hij is voor zitter van hun grootste bond. Kermismensen, een groep, die afgesloten is van de overige bevol king. Als Je met hen over integratie praat worden het weifelmoedigen: ze willen die wel en ze willen die niet. „In zijn bedrijf heeft elke exploitant zijn beroepsgeheim: „Niemand ziet wat ik doe", dat wil hij graag," zegr Bertus Donks, „maar in de dagelijkse samenleving is hij gebon- Door Anton Pfeiffer den aan de mensen om zich heen. al die mensen op de kermis. En dat missen ze sterk als ze op de winterplaats staan: dan zitten ze in die kleine concentratie van eigen mensen." Er zijn er maar weinig, die daar dan proberen uit te breken. De Jongelui doen het weldie gaan naar een voetbal- of klaverjasclub. Kijken wat daar te beleven valt. Donks linde dat een goed iets, dat doorbreken van het eigen kringetje. Zijn vrouw was op een gymnastiek vereniging var kermismensen en die werd door een burgervrouw gedaan en hijzelf heeft altijd op een sportschool van burgermensen geze ten. Een Jaar of tien geleden was het isolement veel sterker. De kermis gasten worden makkelijker geaccep teerd dan toen. Omdat hun materiaal beter en mooier ls. En omdat de burgers zakelijker tegen over hen zijn gaan staan. Donks zegt cat de exploitanten zelf ook schuld hebben aan hun uitzonderingspositie: ze hebben al tijd op een eilandje gewoond, hun eigen boontjes willen doppen. Het is aan de jeugd om mee te werken daarvan af te komen. In zakelijk opzicht zullen ze tegenover elkaar de geslotenheid nooit doorbreken Vooral niet als ze met een nieuw spul bezig zijn. Er zijn veel ce grote belangen m^e gemoeid, een attractie is zo gecopieerd. „Ze laten in het geheim een spul bouwen van een paar ton. Maai zodra er verpachting is weet iedereen: die komt met een Superjetbob, een Reactiefotoflitsspel, een Matterhorn. En dan willen ze weten: hoe zit dat. wat is dat? Waar is dat een concurrent van? Ze gaan spitten: waar is-ie in aanbouw? Eu na een maand weet Je in grote lijn wat die collega brengen gaat." De kermismensen houden hun kring ook besloten uit zelfbescherming. Met wantrouwen is er de laatste jaren nog al wat vers bloed ingekomen. Maar ook van buiten dringt meer concurrentie op. Daar om wil men iets als een bedrijfsstop. „Als Je geld hebt kan Je kermisexploitant worden. Er is geen bedril fsbescherming. Als Je een autoscooter koopt dan mag een ander met zo'n ding al drie generaties in het kermisbedrijt zitten: als die nieuwe bij de verpachting één gulden hoger is, heeft hij de plaats." De mensen van de kermis zien de naaste toekomst zorgelijk tegemoet. Ze staan elk seizoen voor investerin gen, moeten van tevoren hun plaatsen pachten, leven met alle risico's van een seizoenbedrijf. Dat in een tijd, die economisch niet rooskleurig is „Iedereen moet de buikriem aanha len. Hoeveel gaatjes dat voor ons wordt weet ik niet. Kermis is een luxe en op luxe gaan de mensen het eerst bezuinigen," voorspelt de beer Donks, „Als je dit Jaar hetzelfde vangt als vorig Jaar, toen het geen slecht seizoen was dan vang Je toch dertig procent minder. De plaatsgel den gaan weer omhoog, er komen meer tentei, maar je stukje grond blijft evenveel meter." Geen bedrijfsbescherming. Ook dat heeft de kermisman gedeeltelijk aan zichzelf te wijten. „Het komische is: vlak na de oorlog zaten we in een vakgroep. Maar wij wilden weer vrije vogels worden. Toen wisten we natuurlijk niet dat het zo'n sprong zou nemen," geelt Donks toe, „En nu wil de regering een paar beroepen houden waar iedere staatsburger kan intrekken." Nieuwelingen in het vak. De gevestigde longens zullen het hun niet moeilijk maken, maar makke lijk ook niet. Boycotten is er echter niet bij. „Bij ons komt het menselijke boven. Kermislui zijn menselijker dan wie ook. In tijd van nood zal Je ver moeten zoeken om zo'n homogeniteit te vinden ais op de kermis. Je kan ruzie hebben met Je collega maar als er een storm komt spring je op z'n dak om te helpen, omdat je verwacht dat hij dat ook voor Jou doet." Alleen als het op een nieuw spul aankomt en bij de verpachting, dan zijn de kermismensen keihard tegen elkaar. „Als je zelf uit het bedrijf komt ken je de listen en trucjes bij zo'n verpachting van alle kanten. Het gaat wel eerlijk hoor, maar iedereen kijkt hoe hij het zakelijk kan redden. Zet hier op het bondskan- toor eens ^en advocaat neer: die kan niet door zo'n pachtbrief heenkijken. En dat moet je wel kunnen. Die advocaat kan nog zc geschoold zijn, hij loopt hier in drie dagen weg". De verpachtingen, het harde spel dat juist in deze weken wordt gespeeld. De aanloop naar een nieuw voorjaar en een nieuwe zomer, waarin de kermis weer volop gaat draaien. Het besluit van een overwintering, die voor de kermis mensen ieder jaar weer problemati scher wordt. In de winter merken ze pas hop alleen ze eigenlijk zijn. „Voor onze buisvesting bestaat geer enkele vaste richtlijn. In de woonwagenwet zijn we gewoon vergeten. Dat geven ze op het ministerie toe: „Ergens zijn Jullie vergeten, we wisten niet dat Jullie groep zo groot was". Op de woonwagencentra horen wij niet thuis maar buiten dat: wij kunnen er met al ons materiaal nooit terecht," aldus voorzitter Donks. De gemeenten zijn niet onwihig, zeker een gemeente als Apeldoorn niet, waar van oudsher de grootste concentratie van overwinteraars zit. Maar moet men met alle woning nood die mensen voor een paai wintermaanden een huis met grond geven? Moeten ze allemaal maai een huis kopen voor die korte tijd? Wat betekent dat dan verhoudings gewijs aan huur per maand? En elke andere middenstander moet toch ook niet gedwongen een eigen zakenpand kopen? Geef ze lan grond in huurkoop. Makkelijk gezegd, maar in Apel doorn met 145 kermisgezinnen geen peuleschilletje. En iedereen wil apart staan, alleen. Elke won brengt vrachtwagens mee. sj vijf. Meerjarige vergunning den niet gegeven omdj bestemming '*an de terreinen] dag kan veranderen. Een hl en dan maar kijken of het] Jaar weer kaa. Het gevolg is, dat de explol maar weinig kunnen doei terreinen. Een beetje p risch verharden, daar het bij. Verandering van I betekent telkens nieuwe aaa gen op gas, licht, water, telefoc Wat willen de overwinteren Een langere zekerheid, in voor vijf, misschien voor tic En dan met niet meer dan di gezinnen bij elkaar. „Wij bi wel dat het moeilijk is. Alle volgebouwd: het kan niet m) pluk wagens midden in het ce Bertus Donks kan daar in kom Maar wat dan0 Alles bij elk» kilometer buiten ae stad? winkels, geen schooltje erbij? ouden van dagen dan 1 kinderen? Jc krijgt een recht se getto-vorming. Er zijn er, die naar vrije zoeken en t zijn er ook, i laten bouwen. De financieel ren. Voor wie dat niet kan er wat plekjes moeten kom voor langere tijd zekerheid bte „Die mensen stellen weinig willen er wat aan doen ook maar een plaatsje hebb redelijk is te noemen." De steeds terugkerende winti hebben sterke binding t plaatselijke winkels en i Tijdens de kermismaanden vijf rijdende scholen de kindi Dat is moov maar het is weinig. D^#.holen gaan n»l naar de grootste kermissen.' meeste kini°ren zitten. Mu komen niet de kleine spulle de provincie- en streek reki Juist hun kinderen hebbJ school het meest nodig. Steeds meer kermisgezinnen hun kinderen naar intern»! pleeggezinnen, wat door een ke subsidie voor mogelijk is. Df mentaliteit" kinderen hebben onderwijs nen, vader en moeder hebt geen HBS gehad" veramdi kinderen hebbeo onderwij» Ze moeten zien, dat andere wereld bestaat. Dat kan misschien mede vormen, van waaruit de problemen van de ni isolement geklonken kermi tot een oplossing kunnen kon» Nu staan die problemen levensgroot. „Het is met een kermis ni" komt aanrijden en een en dan zegt: kom, i maar eens op zo vat Bert® ze allemaal samen. SITTARD Nederlands kleinste krant telt slechts twintig abonnees, maar de regering hoeft niet met sub sidie bij te springen. Want het kran tje, 'De Nieuwsheuvel, kan zichzelf net bedruipen. En als er iets nieuws aangeschaft moet worden, gaat men gewoon met de pet rond bij de abonnees. Wat gemakkelijk kan, omdat de abonnees allemaal familie van elkaar zijn. De Nieuwsheuvel is dus een fa miliekrant, de krant van de familie Van de Heuvel, die verspreid is over de drie zuidelijkste provincies. De Nieuwsheuvel is aan zijn vierde Jaargang bezig, onlangs verscheen het vijftigste nummer. De huidige hoofdredacteur, Albert van de Heuvel uit Sittard. vertelt: 'Onze krant is min of meer uit be hoefte ontstaan. In de loop der Jaren werd onze familie steeds groter. Denk maar eens na: twaalf kinderen en dan nog de aanhang. Ze trokken ook steeds verder weg. Mijn inmiddels overleden vader heeft ons toen allemaal voorgesteld een familiekrant op te richten om het onderling contact te verstevigen. Dat gebeurde in Wychen via een officieel contract, waarin we stuk voor stuk beloofden aan de krant te zullen meewerken.' De Nieuwsheuvel. die eens per maand verschijnt, wordt dus geheel door de abonnees gevuld. Elk fami lielid heeft zijn eigen rubriek. Tante Ria verzorgt een kinderhoekje, tante Willy de sexuele voorlichting, iemand anders de ongelukken in de familie Verder zijn er de sportkolommen. de ingezonden stukken en de laatste nieuwtjes uit de familiekring. Maar men kan ook lezen wat de kleine Ol- lette graag voor haar verjaardag wil hebben. 'En op deze manier hou Je een stevig contact', weet hoofdredac teur Albert. De werkwijze is bijna professioneel. Nadat alle nieuws, rubrieken en be richten op het hoofdkantoor in Wy chen (de woning van moeder) zijn verzameld, wordt de kopij doorge stuurd naar Sittard. waar de krant pagina voor pagina gestencild wordt. Albert, zijn vrouw en zoon hebben het er druk mee. 'Als iedereen zijn stukje maar op tijd zou insturen was er geen vuiltje aan de lucht. Maar daar mankeert nog weieens wat aan,' aldus de hoofd redacteur. 'Dat ontneemt ons trou wens het plezier niet. Als iedereen de krant gelezen heeft, zijn we weer bijgepraat. Je hebt namelijk gewoon een aantal zaken, die Je niet per te lefoon kunt vertellen of vergeet te zeggen als Je elkaar hoort of ziet. Het is voor ons zo, dat we via de krant een kijkje bij elkaar nemen. We kunnen ook bepaalde voorvallen illustreren. Dat is een voordeel. Zo hebben we laatst een verhaal met prachtige foto's gehad toen' de poes van moeder, Jongft Zoiets is toch geweldig?' Dat de familie veel waard aan deze vorm van contact I er iets aan de bezorging T)an hangen ze meteen aan lefoon om te vragen waar blijft. Nee, ze kunnen hem

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1974 | | pagina 14