Nederlandse reders bouwen veel te grote kotters Vier maart hearing Nieuw Schoonoord Secretaris stapt uit de Leidse Milieuraad St. Agnes afgekeurd, met Nieuw Schoonoord is niet iedereen even gelukkig: wat nu? WOENSDAG 13 FEBRUARI De realisering van een nieuw be jaardencentrum in Voorhout werd noodzakelijk nadat de provincie in 1965 het huidige Huize St. Agnes had afgekeurd. Nadat een aantal brand- preventieve maalt/regelen werd ge troffen, kreeg men toestemming St. Agnes als bejaardentehuis voort te zetten, echter uitsluitend omdat men bezig was met de realisering van een nieuw bejaardencentrum. "Niet Over De Brug" meent bij monde van J. P. van Eijk, dat het best mo gelijk is op en rond de plaats van het huidige St. Agnes een complex op te trekken voor bejaarden. Broeder Willekens, werkzaam op de economische afdeling van St. Ag nes en spreekbuis van het huis. om dat directrice zuster Jacobina doen de is met de voorbereiding van een toneelavond voor de bewoners, zegt: "Momenteel zitten er 66 bejaarden in St. Agnes, de capaciteit is 68. De istichting bejaardencentrum Nieuw (Schoonoord, dat een samengaan is van de bejaardenorganisatie van de inwoners in Voorhout en van de broeders van de Bisschoppelijke Nij verheidsschool wil een centrum bou wen met een capaciteit van 70 met daaromheen op het BNS-terrein een vijftigtal huisjes voor bejaarden die zelfstandig zijn, maar die wanneer dat nodig is hulp kunnen krijgen vanuit het grote gebouw". "Herbouw hier is nauwelijks mo gelijk. Dan moeten er tuintjes wor den onteigend van de mensen aan de Boerhavelaan, achter St. Agnes. De bejaarden komen dan pal tegen de tuintjes van die straat te zitten en kijken dan precies bij die mensen daar naar binnen. Een ander gedeel te van het hier te bouwen nieuwe gebouw zou uitzicht krijgen op het kerkhof, en dat kan toch niet? Als je een bejaardencentrum wilt ex ploiteren moet Je uitgaan van 60 bedden. Dat kunnen de mensen ln Voorhout nooit opbrengen. Er zitten daarom ook mensen uit Leiden in de Agnes, uit Noordwijk. Noordwijker- hout, Lisse, één uit Den Haag zelfs, en natuurlijk de broeders. Met el kaar kunnen ze dat best waarma ken". "Men wil het grote schoolcomplex op het BNS-terrein afbreken en op die plaats het hoofdgebouw van het bejaardencomplex laten verrijzen De broeders van Amsterdam heb ben zich altijd bezig gehouden met de opvoeding van verwaarloosde Jeugd. De BNS was echter een be tere school van de congregatie waar kinderen "uit de betere standen" een opleiding kregen. Bij de school was een internaat waar de leerlingen, die uit het gehele land kwamen, wer den gehuisvest. Dat is reeds lang niet meer nodig, omdat er nauwelijks meer gebruik werd gemaakt van de mogelijkheid "intern" te gaan naar de Voorhoutse L.T.S. Elders in "Nieuw Schoonoord" wil men een nieuwe L.T.S .bouwen". „Niet Over De Brug"-voorzitter J. P van Eijk: "Broeder Stefanus heeft zich geërgerd dat het bejaardencen trum weg moet. Het terrein van de BNS was beschikbaar en in samen werking met de broeders, die eige naar zijn van de grond, kon men 'n bejaardentehuis stichten. Econo misch was dat een goeie greep van de gemeente. Maar men pakt niet meer alles wat economisch verant woord is. Je sluit de mensen in fei te helemaal af van de contacten met de dorpsgemeenschap. Ik heb 't nu natuurlijk niet over de film, het carnaval en die andere dingen die voor de bejaarden worden geor ganiseerd, maar over die andere 355 dagen van het Jaar. Waarom is het gebouw nou niet te modernise ren. Ik weet wel dat dat problemen geeft, maar zet ze nou eens in een andere omgeving. Dat is ook moei lijk. Kijk maar eens naar het Leid se Minnehuis. De mensen die daar in hebben gezeten, willen op hun blo te knieën terug. Ik heb zelf al moei te met de kruising van de Leidse Vaart. Laat staan een iemand. Nou kunnen ze wel zeggen: de kruising wordt gereconstrueerd en er komen stoplichten, maar die komen er alleen voor de auto's, want het wordt er steeds drukker. In Voorhout zeggen ze: bij de Na- gelbrug houdt Voorhout op. Voor hout groeit juist de andere kant op. Moeten we de bejaarden dan het bos in sturen?" "Op de stukjes van broeder Stefa nus in de "Voorhouter" hebben veel mensen gereageerd. Men heeft mij toen gevraagd voorzitter te worden. Het simpele jfeit dat we 20 enveloppen hebben verstuurd naar een aantal notabelen van het dorp en een paar instellingen heeft een enorme ket tingreactie teweeg gebracht. Het leek of iedereen het er mee eens was. Nu blijkt dat ineens niet het ge val. In Voorhout wordt nog gere geerd, meneer. Het is niet voor niets dat de burgemeester voorzitter is van de stichting". Van Eijk vindt dat rond de oude Agnes een nieuw moet verschijnen. "En laten we die naam dan maar vergeten. Die denkt terug aan de tijd van regenten. Voorhouts wethouder Huigsloot, die zittjng heeft in het bejaardencomité, een overkoepelend orgaan van alle Voorhoutse instellingen die zich met bejaardenwerk in welke vorm ook bezig houden en waarvan ook de stichting bejaardencentrum Nieuw Schoonoord een onderdeel vormt, heeft een vlotte verklaring voor het feit dat de burgemeester en de ge meentesecretaris in de stichting zitten: „Toen St. Agnes werd af gekeurd, zagen de zusters, die het complex beheerden, geen oplossing meer. Die hebben bij de gemeente aangeklopt. Zo is een stichting ontstaan, waar toen natuurlijk ook vertegenwoordigers van de gemeen te zitting in hebben genomen". Volgens Van Eijk zal binnenkort een school naast Agnes worden ge sloopt en dan zal er ruimte genoeg zijn voor een nieuw bejaardencom plex aan de Herenstraat. Broeder Willekens is het daar niet mee eens. Hij is het überhaupt niet eens met „Niet Over De Brug": „Het zijn ar gumenten, die wel mooi klin ken, maar die natuurlijk niet ter zake doen". Naar de mening van broeder Willekens krijgen de be jaarden in het nieuw te bouwen complex voldoende levendigheid. Er is een zwembad in de buurt en er komt een nieuwe L.T.S. Ook komt er een kantoorcomplex, wat de le vendigheid voor de bejaarden ten goede komt. De bejaarden gaan vrij wel niet meer naar buiten en als ze naar buiten gaan, worden ze gehaald met een auto. Volgens Van Eijk geldt dat niet voor de mensen die in de huisjes komen te wonen. „Die zijn nog zelfstandig. Alleen de mensen in de verzorgingsaf deling komen weinig buiten". Burgemeester Stolwijk, voorzitter van de stichting bejaardencentrum Nieuw Schoonoord, vindt de afstand geen overwegend bezwaar. „De af stand tot de kern is zeer gering, want onmiddellijk over de brug begint de winkelstraat. De gemeente had het plan op korte termijn de Nagelbrug te reconstrueren. Er zullen dan ook vrekeersliichtein op de kruising ko men". De burgemeester is van me ning dat dan de grootste bezwaren zullen zijn overwonnen. „Het is een uniek terrrein, waarop de broeders van de congregatie ook een bejaar dencentrum wilden bouwen. Het ligt naast een bosrand, zeldzaam mooi". Naar de mening van burgemeester Stolwijk is er geen ander terrein in de bebouwde kom van het dorp, waarop een dergelijk bejaardencom plex kan worden gebouwd. „Wel bui ten de bebouwde kom. Dan ligt het nog verder van de dorpskern". Alle betrokkenen hopen dat er veel Voor- houters naar de hearing zullen ko men, die op 4 maart om acht uur 's- avonds in St. Agnes wordt gehouden. „Ik hoop dat ze met vertrouwen komen", zegt de burgemeester, „en zich niet door emotionele argumen- „Het is een noodzakelijkheid", zegt de heer H. Stokman, een veel jonger ogende 75-jarige. „Maar wat mij betreft hoop ik dat ik er nooit hoef te komen. Ik zit hier geweldig. Als het bouw plan wordt afgeketst, dan wordt St. Agnes na verloop van tijd afgeschaft. Dan komt de één in Noordwijk en de ander in Sas- senheim. Dat is natuurlijk ook niet leuk. Voor mij hoeft het niet beter hier. Ik heb het vol maakt naar m'n ziin. Ik vermaak me schitterend, 's Morgens leg gen we een kaartje en drinken we gezamenlijk koffie. Ieder ogenblik stopt er hier een bus voor je deur. Ik zit hier heer lijk langs de weg. Ik hoopt dat ik er nooit vandaan hoef". ten laten leiden". Dat er uit de hea ring een andere oplossing zal komen acht de burgemeester niet waar schijnlijk. KATWIJK AAN ZEE/OOSTENDE In Belgische visserij kringen is men bepaald niet gelukkig met de toezegging van minister Van der Stee( landbouw en visserij) om anderhalf miljoen gulden meer subsidie toe te kennen aan de visserij mede met het oog op de sterk gestegen olieprijzen. Afgevaar digde-beheerder van de Belgische Rederscentrale en directeur van "Het Visserijblad" P. Vandenberghe (hij dient de Belgische visserij al 45 jaar) concludeert: ,,De steeds groter wordende financiële tussenkomst van de regeringen zijn daarom niet gelukkig te noemen, omdat het, om de visserij rendabel te maken, bepaald niet altijd moet worden gezocht in financiële steun, zoals dat onder andere in Nederland, Frankrijk en Italië wordt gedaan. Er zou in de eerste plaats een gezamenlijk stre ven moeten zijn in het zoeken naar middelen om de visgronden niet verder uit te putten, maar integendeel meer vruchtbaar en dus opbrengend te maken. Dan zou het financieel steunen van de visserij alleen nodig zijn om technische en wetenschappelijk verantwoorde vistuigen en vismethoden aan te moedigen. Vandenberghe is het beslist niet eens met de zienswijze van minister Van der Stee, dat met betrekking tot de rentabiliteit van de visserij de situatie niet al te somber is, omdat door de schaarste aan vis een prijs verhoging wordt verwacht. Ook niet met de uitspraak, dat het gevaar voor een verslechtering van de con currentiepositie van Nederland op de internationale markt niet erg groot wordt geacht, omdat ook andere vis- serijlanden met brandstofmoeilijk heden zitten. Exploitatie De Belgische visserijexpert: "De Nederlandse minister vergeet, dat wanneer er zich in de visserij 'n prijs verhoging voordoet dit in verhouding staat met de aanvoer zelf, zodat de rentabiliteit van een vissersvaartuig daardoor niet groter wordt als men in acht neemt de steeds duurder wordende materialen en thans de brandstof in het bijzonder. De ver hoging van de gasolieprijzen met zo'n 260 procent is enorm en speelt wel degelijk een rol bij de exploita tie van een schip. Het aangevoerde kwantum en de soms betere prijs 6taan, niettegenstaande een veel be tere uitrusting dan vroeger, niet in verhouding met de stijging van de exploitatiekosten". Onze Belgische visserij, zegt Van denberghe, moet het in hoofdzaak hebben van de rijkdom van de vis gronden in de Noordzee. Daarvan hangt haar rentabiliteit af, Daar om dienen op dat vlak alle ogen te worden gericht. Het is namelijk niet voldoende en bovendien niet logisch, dat elk land afzonderlijk gaat denken en handelen, zoals dat de laatste tij den het geval is, Iedereen wil zijn eigen visserij gaan beschermen door de visserij grenzen te gaan uitbrei den tot zelfs onaanvaardbare en on verantwoorde breedten, Op de vraag "Van wie is de zee?" antwoordt Vandenberghe: "Destijds was elk land gerechtigd de drie- mijlszone als territoriaal gebied te zien. Dat was internationaal aan vaard. Sinds enige jaren tnenen ech ter verschillende landen zich gerech tigd van deze internationaal vast gestelde grenzen te mogen afwijken. Ze doen dat op hun wijze en zon der zich te bekommeren tot wie die zeezone behoort. De zaak zou inter nationaal veel beter opgelost kun nen worden. Door zich te onderwer pen aan een internationale regeling op het gebied van de verbodstijd stippen en verbodszones op bepaalde tijdstippen van het jaar en voor ze kere kweekgronden. Reeds meer dan 25 jaar komen de wetenschapsmensen samen in Ko penhagen. Daar wordt elk jaar een genoegelijk nraatje gehouden, waar van helaas echter in de praktijk en in het belaag van de visstand in de zeeën, die ons omringen, niet veel te recht komt. ledei land laat zich veel te gemakkebjk leiden door het eigen belang. Proesten van vissers, wan neer bepaalde maatregelen worden overwogen, doen er dan nog een schepje bovenop en dus komt er van alle goede voornemens in de prak tijk niet veel terecht". Niet egoïstisch Steun aan de visserij noemt de Belgische visserij-expert goed, doch ze moet dan wel oordeelkundig en niet egoïstisch of avontuurlijk zijn ingesteld. De stelselmatige uitputting van de visgronden moet leiden tot gebrek aan rentabiliteit. Moet dat dan de aanleiding zijn om de rege ring te verplichten financieel tussen beide te konen? Ik meen van niet. Hij gaat voort: "Wat onze noorder buren betreft dient de evolutie en de vraag naar grotere financiële steun niet zozeer m het gebrek aan aanvoer te worden gezocht. Wel echter m de steeds toenemende bouw van grote re schepen en de inbouw van veel te sterke motoren. Van die maatrege len verwacht en verlangt men pen belangrijk grotere vangst. Vergeten wordt echter, dat dit ook veel hoge re exploitatiekosten tot gevolg heeft. Vandenberghe nadrukkelijk: "In Nederland hebben de vissers het ge luk dichter bij rijke vis- en garna- lengronden te zitten dan wij Bel gen. Wanneer men ziet welk een enorme uitbieiding de technische uitrusting heeft ondergaan ge wone scheepjes van 25 tot 27 meter worden voorzien van motoren van 500 tot zelfs 1000 pk dan mag de vraag wordeti gesteld of men niet aan overdrijving is gaan doen en of daardoor hec gebrek aan rentabili teit zich straks niet meer en meer zal laten voelen. Er worden in Nederland veel te grote schepen hij bedoelt kennelijk kotters-C. gebcuwd voor een vis stand, die steeds meer en meer wordt uitgeput. Hierbij mogen we ook vast stellen, dat veel kleine reders in het land van onze noorderburen veran kerd zitten aan schulden bij de banken met zeer hoge interesten en verplichtingen. Hier en daar zelfs aan maatschappijen, waartoe zij door de banken worden verplicht. Veel ho ger dan in België want bij ons is de coöperatieve geest met betrekking, tot verzekering en materiaalaan schaffing veel sterker uitgebouwd. Al leen de verkoop van het produ niet, zoals de Urker vissers dat stekend hebben aangepakt". Tenslotte stelt Vandenberghe klem, dat in België bij de bouw vi schepen en de inbouw van motore de hulp van de Nationale Mas schappij voor Krediet aan de Niji heid een zeer goede zaak is geweei De Belgische Staat heeft het do een tussenkomst bij de intereste die 4 tot 5 procent bedragen, gelijk gemaakt niet uitsluitend e vloot uit te breiden, maar zo te derniseren tegen voorwaarden, de Hollandse vissers helaas niet ke nen. Het is nodig, dat alle Noordzee gelegen landen zich ut alleen met het vraagstuk van de rs D tabiliteit, maar ook met dat beschermen van de paaigro: de paai tijdstippen gaan bezig houd en dat men zich dan ook zal gas a voegen naar de bepalingen, worden vastgesteld in het belang el de gehele Europese visserij gemees ai schap. Raad intern verdeeld LEIDEN De secretaris van de Leidse Milieuraad, de heer In 't Hart heeft zijn functie neergelegd en is uit de raad gereden. In een brief aan het college van B. en W. en de overig eleden van de Milieuraad zegt hij bijzonder teleurgesteld te zijn over hetgeen tot dusver is bereikt. Hij spreekt de vrees uit dat de Mi lieuraad ook in de toekomst niet goed zal functioneren, omdat de vergade ringen steeds slechter worden be zocht, er geen enkele bereidheid bij de leden bestaat om een bestuurs functie te aanvaarden en de raad bovendien intern zeer verdeeld is. Secretaris In 't Hart voorziet dat de Milieuraad niets zal kunnen on dernemen tegen de ronduit bizarre plannen van de gemeente Leiden m. b.t. de aanleg van bruggen en wegen in de stad, ook al omdat volgens In 't Hart de voorzitter op het punt van wegenaanleg blijk geeft van een Foto links de heer Stokman in zijn kamer in huize St. Agnes. Foto rechts het gebouw van BNS dat wellicht ver dwijnt voor een bejaardencomplex. Foto onder: Huize St. Agnes aan de Voorhoutse Herenstraat. VOORHOUT De stichting bejaardencentrum „Nieuw Schoonoord" heeft een plan ontwikkeld een nieuw bejaardencentrum te realiseren op het terrein van de Bisschoppe lijke Nijverheidsschool aan de Rijnsburger weg, even over de brug over de Leidsevaart, vanuit Voorhout bezien. Een actiecomité, dat zich van de toepasselijke naam „Niet Over „De Brug" bedient, is het met die plannen niet eens. „Niet Over De Brug" vindt dat de Voorhoutse bejaarden veel te ver weg komen te wonen van het Voorhoutse cen trum en dat de bejaarden, om het centrum van het dorp te bereiken, een veel te drukke kruising moeten oversteken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1974 | | pagina 4