um Lande eindexamen voor de ruimte iddenstand: niet willen eten wat je uurloon is 'kylab opent weg naar grotere avonturen ZEKE DAG 9 FEBRUARI 1974 jn paar jaar komt er een onbewoonde vierkamerflat annex garage voor ruimtetaxi kostbaar geoutilleerd wetenschappelijk laboratorium en een sterrekundig obser- i uit de ruimte de atmosfeer binnen tuimelen om daar met een vurige staart te svden. Meer dan achtmiljard gulden gaat dan in vlammen op. Niemand zal er een n laten, want Sky lab, het eerste Amerikaanse ruimtestation, heeft zijn taak vol- Meer dan dat zelfs, want negen astronauten hebben er sinds 25 mei vorig jaar een aarder gebruik van gemaakt dan men bij de lancering heeft durven hopen. Het sta in de negeneneenhalve maand, dat het thans in de ruimte is geweest, zes maanden geweest, waarbij Amerika meer dan twaalfduizend man-uren ruimte-ervaring gedaan, ruim het dubbele van al'le man-uren ruimte-ervaring van de Russen e eerste historische vlucht van Gagarin in 1961. dagen voordat de eerste manning op 25 mei Jl. tien dagen eerder gelan- ylab werd gestuurd, ver- je Russische kosmonaut Filiptsjenko, commandant ojoez-7-vlucht in oktober verblijf van enkele we- ruimte is mijns inziens on- Niet omdat de mens een /an gewichtsloosheid ge- nkele weken niet zou kun- taan, maar omdat zich on- ijke moeilijkheden met de aan normaal gewicht eilErdoen, wanneer hij weer de terugkeert. De beman- en van Skylab houden Ulpiens e m onverantwoord van de waardevolste ran het Skylab-experi- eest, dat dergelijke sombe- zichten voor de bemande rt naar het rijk der fabel en verwezen. Afgewacht fraard nog worden, hoe de 'I lab-bemanning zich op de stelt van het verblijf van ten in de ruimte, maar de trio's hebben het er, on- bhtem van resp. vier en 'ft ken, voortreffelijk af- Er zijn aanwijzingen dank irende telemetrische con- de lichamelijke condiUe, ytatste Skylab-trio fysiek na ken niet in mindere staat keerd, dank zij een op er- rustende aanpassing van ftfca voor conditietraining, tijdens hun vlucht id de hand moesten hou- belangrijke kant van het iject willen wij nog even alvoren de andere vruch- et experiment in grote lijn ien. ;D eginJaren van de bemande M rt werd door beslist wel ai eerde medisch-deskundi- jiard, dat de mens het met u moeten bekopen, hij langer dan vijf dagen tsloze toestand door de vliegen. Dat leek iets op 'lngen van serieuze medici van de eerste stoomtrei- Ingeland, dat de snelheid er mocht worden dan 35 ize redacteur happen P. Bok kilometer per uur, omdat anders de dood onherroepelijk zou volgen. Le den van het Engelse Koningshuis mochten dan ook aanvankelijk om deze redenen niet met een trein rei zen. Dergelijke verklaringen zijn voor hun tijd niet geheel zonder grond. Men wist eenvoudig nog te weinig over de reacties van het menselijk lichaam op tot dat ogenblik onge kende omstandigheden. Steeds langer Het bleek allemaal nogal mee te vallen voor de ruimtevaarders. De Russen vestigden een duurrecord in de ruimte van 119 uur in 1963, de Amerikanen maakten er 190 van in 1965, en nogmaals de Amerikanen 330 uur ofwel ongeveer veertien da gen in datzelfde jaar. Dit record hield lang stand en werd zelfs niet door de Amerikanen verbeterd tijdens hun Apollo-maan- vluchten. Het werd pas gebroken in juni 1970 door de Russen, die twee man in een Sojoez 425 uur in de ruimte lieten blijven, dat wil zeggen bijna 18 dagen. De Russen verbeterden het re cord in juni 1971 toen ze het met de vlucht van de Sojoez-11 op 569 uur brachten, ruim 23 dagen. De vlucht eindigde in een tragedie doordat de kosmonauten bij de landing om het leven kwamen, niet door de langdu rige gewichtsloosheid, maar door 'n technisch mankement. Pas afgelopen jaar nam Amerika het duurrecord weer over tijdens de eerste Skylab-vlucht in mei-Juni die fuim 672 uur duurde. Het twee de Skylab-trio bracht het record af gelopen zomer op 1427 uur (56 da gen) en de derde Skylab-beman- ning heeft daar nu twaalf weken ol 84 dagen van gemaakt. Aanpassing De tijdsduur van de vluchten werd derhalve zeer geleidelijk opgevoerd. Daarbij deed zich een merkwaardig verschijnsel voor. Zowel de Russen als de Amerikanen bleken wel aan passingsmoeilijkheden te hebben bij terugkomst op aarde, maar de Russische moeilijkheden waren veel groter. Ook de Amerikaanse astro nauten moesten wel weer even wen nen, hun calciumvoorziening moest op peil worden gebracht en de bloed circulatie kwam pas na enige tijd weer op goed niveau, evenals de spierfunoties en de evenwichtsorga nen. Maar bij de Russen waren de problemen kennelijk veel ernstiger dan bij de Amerikanen. Vermoede lijk is het trainings-schema hiervan de oo'rzaak. Het is echter (afgezien van de la tter blijkende gevolgen van de der de Skylab-missie) zo, dat men niet meer beducht hoeft te zijn voor zeer langdurige vluchten, bijvoorbeeld van jaren, naar de buurplaneten, omdat er geen blijvende schade blijkt te ontstaan. Een „kleine" moeilijk heid daarbij is natuurlijk wel, dat ruimtevaarders, die na een vlucht van een jaar landen op Mars, daar niet gelegenheid vinden om eveti uit te blazen en op verhaal te komen voordat zij aan het werk gaan Overigens zijn, afgezien van hun sceptische opmerkingen over Skylab ook de Russen al bezig aan de voor bereiding van zeer langdurige ruim te vluchten, die nodig zijai om bijvoor beeld de planeet Mars te bezoeken. In deze opzichten heeft Skylab derhalve een belangrijke bijdra ge geleverd tot een verdere ontplooi ing van de bemande ruimtevaart. Improvisatie Een tweede waardevolle ervaring dankzij Skylab is, dat de mens blijk baar in staat is, zonder of met be trekkelijk eenvoudige hulpmiddelen in de ruimte te improviseren wan neer er moeilijkheden optreden. Eerlijk gezegd was het Skylab-pro- ject met een (groot) beetje noncha lante bravour opgezet. Het ruimte station bestond uit een verbouwde Saturnus-trap, een door de bezuini ging op het maanproject overgeble ven restant. De Apollocapsule, waar mee de bemanningen naar het ruim testation reisden en terugkeerden naar de aarde was evenmin voor dit doel ontworpen. Het hele project was niet meer dan een (wetenschappelijk veelbelovenderestantenopruiming. Dat bleek al voordat de eerste be manning naar de ruimte werd ge stuurd. Een van de zonnepanelen klapte niet uit, het hitteschild ver dween tijdens de lancering, een van de drie gyroscopen werkte niet, het koelsysteem haperde etc. etc. etc. Maar juist die dingen hebben van Skylab een groot succes gemaakt. Het bleek, dat de mens in de ruim te meer is dan een goed getrainde en geprogrammeerde machine. De eerste bemanning wist met eenvoudige middelen en een grote dosis durf en initiatief Skylab weer bewoonbaar te maken en het hele project te red den. De tweede bemanning profiteer de daarvan en kon vrijwel het gehele programma uitvoeren. De derde be manning slaagde er zelfs in veel lan ger in de ruimte te blijven dan aan vankelijk was geweest (56 dagen), namelijk 84 dagen of bijna een kwartaal. Dat het wetenschappelijk waarnemingsprogramma voor deze ploeg op de valreep kon worden om geturnd op de (later teleurstellende) komeet Kohoutek, was een extra prestatie, die niet was voorzien. Drie pluspunten dus op het mense lijk vlak: bewijs dat de mens de ruimte, fysiek aan kan, dat zijn im provisatietalent technische onvolko menheden kan rechttrekken, dus dat hij ook in het vijandige milieu van de ruimte de baas over de tech niek kan blijven, en dat zijn gees telijke souplesse de mens ln de ruim te tot een beter "instrument" maakt dan de automatische machine. Geslaagd De Amerikanen zijn door het vol tooien van het Skylab-project als het ware cum laude geslaagd voor het eindexamen ruimtevaart. Dat be stond uit drie delen: het maanpro ject dat zijn technische vaardigheid bewees, de vlucht van de veronge lukte Apollo13 waarin hij een tien met een griffel voor koelbloedig overlevingsoperaties verwierf en tenslotte Skylab, waarin hij toonde, als mens de ruimte aan te kunnen. Het is spijtig, dat de Russen na 'n goede start van hun ruimtescholing een paar keer zijn blijven zitten en nog niet aan dit eindexamen toe zijn. Dit eindexamen betekent, evenmin als een gewoon eindexamen van 'n aardse school niet, dat men nu ver der geen problemen heeft. Ook in de aardse maatschappij is het eindexa men slechts een begin en is het ver dere leven een grote reeks nieuwe en veelal grotere opgaven waartoe men dan in staat wordt geacht. Skylab is dan ook "slechts" 't ope nen van de deur geweest naar veel gecompliceerdere en gedurfder on dernemingen in de kosmos. Deze drie astronauten zullen de enige Amerikanen zijn, die na het geslaagde Skylab-eindexamen de ruimte in gaan alvorens het nieuwe shuttle-tijdperk aan het einde van de jaren zeventig zijn intrede doet. Het zijn van links naar rechts Donald Slayton, Vance Brand en Thomas Stafford, die in juli volgend jaar een (laatste) Apollovlucht zullen mo,ken voor een koppeling aan een bemande Russische Sojoez. Het is niet geheel uitgesloten, dat zij na de korte gezamenlijke vlucht met de Russen ook nog een bezoek zullen brengen aan Skylab, maar dan niet voor een langdurig verblijf. "De sleutel ligt onder de mat bij de voor deur" hebben de huidige Skylab-astronauten al bij voorbaat verklaard. Het Skylab-project werd uitge- gevoerd door negen astronauten. In de eerste periode waren dat Charles P. Conrad, dr. Joseph P. Kerwin en Paul J. Witz, van wie alleen de eer ste een ruimteveteraan was. Zij be manden Skylab gedurende vier we ken sinds 25 mei j.l. Aan hun gedurf de improvisatie is het te danken ge weest dat de rest van het project niet de mist in ging. De tweede ploeg, bestaande uit de veteraan Alan L. Bean en de debu tanten dr. Owen K. Gerriott en de Nederlander van afkomst Jack R. Lousma bleef 56 dagen in de ruimte zonder al te grote onvoorziene moei lijkheden. De derde en laatste ploeg-hield het 84 dagen uit, vier weken langer dan aanvankelijk op het programma stond. Deze ploeg bestond uit de ruimte-debutanten Gerals P. Carr, Edward G. Gibson en William R. Pogue. Zij hadden aanvankelijk nogal wat aanpassingsmoeilijkheden, waren misselijk, sloom, slaperig, slor dig en uitermate lui. Later hebben zij zich aardig hersteld, vooral door dat de medische dienst van de vluchtleiding in Houston enkele ern stige woorden met dit trio wisselde. Het was overigens voor het eerst dat de NASA bij een meermansvlucht een ploeg van louter debutanten de ruimte in stuurde. Alleen tijdens de eerste eenmans-Mercuryvluchten gingen er telkens debutanten de ruimte in, maar dat was dan ook voor het laatst meer dan tien jaar geleden, namelijk in 1963. Wetenschap Al de opgesomde vruchten van 't Skylab-project betroffen de mens. Heel veel is echter ook op niet-men- selijk wetenschappelijk terrein ge presteerd. Er zijn honderdduizen den foto's in alle mogelijke spec- traalgebieden gemaakt van de aar de, de zon en de kosmos. Deze gege vens zullen de geleerden nog tiental len Jaren werk geven om ze goed te interpreteren. Door de Skylab-experimenten krijgt men een beter inzicht in de proces sen die zich op en in de zon afspe- ilen, hetgeen belangrijke gevolgen ,kan hebben voor allerlei aardse za ken zoals weersvoorspellingen, en vooral energievoorziening door mid del van kernfusie. Over de aarde zijn gegevens verkregen, die de toegang tot nieuwe delfstofvoorraden moge lijk maken, een beter begrip van de waterhuishoudkunde van de aarde in het vooruitzicht stellen, watervoor raden diep in de bodem van droge gebieden aan het licht brengen, en van belang zijn voor een doeltreffen de milieu-beheersing. Niet direct "nuttig" zijn zeer waardevolle ge gevens over de kosmos, die kunnen leiden tot een beter begrip van het heelal, de ontstaansgeschiedenis van ons zonnestelsel en onze eigen aar de en dergelijke zaken. Het zal pas over geruime tijd mo gelijk zijn, de resultaten van deze Skylab-experimenten behoorlijk te evalueren. Skylab is met de landing van de derde ploeg bepaald nog niet „uit de wei'eld", ook al doordat er talrijke proeven in het ruimtelabo ratorium zijn genomen op biologisch en fysisch-technisCh gebied, waar van de resultaten later pas zullen blijken. Records Tijdens de laatste Skylab-missie zijn er ruimterecord gesneuveld aan de lopende band. Alle drie bemanningsleden hebben het persoonlijk duurrecord voor ver blijf in de ruimte op hun naam ge kregen, voor het eerst meer dan 2000 uur. De Amerikaan Bean (van Sky- lab-2 en van een maanvlucht) was voordien recordhouder met ruim 1671 uur. Alle drie hebben zij het duurrecord voor één vlucht op hun naam. Zij hebben het grootste aan tal ruimtewandelingen gemaakt en daarbij ook de langdurigste ruimte- wandeling van bijna zeven uur. Er zijn talloze andere records geboekt, maar het heeft weinig zin die alle maal te vermelden. Een facet van de laatste Skylab- missie is nog wel interessant. Op 21 januari jl. presteerden zij (waar schijnlijk ongeweten) iets zeer bij zonders. De drie mannen van Skylab -3 hadden toen (als debutanten) sa men meer man-uren ruimte-erva ring achter de rug in deze ene vlucht dan alle 29 Russische kosmonauten in hun voorgaande twintig beman de vluchten sinds de historische pri meur van Joeri Gagarin Gewonnen strijd Het aantal man-uren ruimte-erva ring van de Amerikanen bedraagt thans ongeveer 22000, dat van de Russen ongeveer 4900. Dat wil zeg gen voor de Amerikanen ongeveer tweeëneenhalf Jaar, voor de Russen ongeveer driekwart jaar. Het lijkt er in dit licht bezien echt wel op, dat Amerika de wedloop in de ruimte gewonnen heeft ondanks 'n aanvankelijke handicap door een ver traagde start. Daartegenover staat zelfs niet een overwicht van de Rus sen in de onbemande ruimtevaart, hoeveel (altijd tijdelijke) primeurs zij ook boeken door toepassing van onbemande ruimte-experimenten, op welk gebied Amerika zeker hetzelfde presteert. Vacuum Wat de bemande ruimtevaart be treft staat Amerika thans een beetje voor een vacuum. Volgend jaar is nog een (laatste) Apollovlucht ge projecteerd voor een ontmoeting, met een bemande Russische Sojoez een koppeling tussen beide ruimte vaartuigen en een uitwisseling van bemanning. Daarna komt er geen bemande Amerikaanse vlucht meer, voordat de eerste shuttle bemand gaat experimenteren. De shuttle is een meermalen bruikbaar ruimte vaartuig, dat kan landen als een vliegtuig op welk vliegveld ter aarde ook, mits het maar aan bepaalde afmetingen voldoet. Dan treedt een geheel nieuw ruimtetijdperk in, dat de mogelijkheden vergroot en de (enorme) kosten van bemande ruim tevaart aanzienlijk vermindert. Op het geheel andere terrein van de onbemande ruimtevaart treedt Ame rika al binnenkort een nieuwe fase in, wanneer de eerste Titan-Centaur raket operationeel is. Deze moet 't tijdperk tot het gereedkomen van de shuttle voor de onbemande ruimte vaart aan het eind van de jaren ze ventig overbruggen. Dat is echter 'n h^fstuk apart, waarover binnen kort meer. >en ze het nou echt zo slecht, die klagende mensen van dden- en kleinbedrijf? Is een middenstander niet altijd zeurpiet, een krententeller geweest? Als hij het dan it heeft, immers, zeggen wij, waarom neemt hij dan niet een baan, zoals wij? Nee, de middenstander kan het cht hebben. Anders liet hij ons zijn huishoudboekje wel ons te overtuigen. Dat doet hij niet, dus Door Aad Wagenaar conclusie! Het blijkt sijn: „de verpaupering van niddenstanders is hun niet Hij loopt niet met zijn Zijn aard, die van nemer, is van een hang cht en aanzien. Liever dan buigen en zullen weigeren die lasten nog langer te aanvaarden". „Ik was stomverbaasd", zegt de man, w met veel minder "moet ..<Ue massaliteit van de demonstra- houdt hl] zich groot, «e, die harde woorden De nood de „middenstander", net moet toch wel heel erg hoog zijn, iet volk en onder de het water tot aan de lippen, als een middenstander zo uit de hoek komt. heeft hij helemaal niet hij armoe lijdt. Dat hij it hij een inkomen van lden per jaar overhoudt, vergeet dat zijn klant 42 week werkt en hij in een val minstens 70 uur. Ijn vrouw ook nog eens 40 met de winkel bezig is. bedrijfsblindheid van de inder hij wil niet weten uurloon is. Hij werkt hard hij, dat hoort ook zo. En aar dan 20.000 gulden mee hij tevreden. Nee, hij is jstinginspecteur zei laatst .jullie zijn de Chinezen udand. De enigen, die nog •en zonder te mopperen", h een grens natuurlijk üe ons dit vertelt, was week in Den Haag, waar denstandsorganisaties een rgadering hielden. De „Chi- ftren eindelijk gaan moppe- is vol!" werd daar .Wij hebben de regering iuwd dat wij niet ver d zijn van het punt, I middenstanders onder p van voorschriften zullen Heksenjacht Het werd zo langzamerhand tijd dat die heksenjacht op ons gaat eindigen, dat de mensen doorkrij gen, dat niet wij de zondebokken zijn, die de prijzen maar opjagen. Het is daarom dat ik voor het eerst in de tijd, dat ik ondernemer ben, nu eens een boekje open wil doen. Ik ben blij dat u gekomen bent". Bij het Koninklijk Verbond van Ondernemers in Den Haag hadden we gevraagd ons in contact te brengen met een middelgroot detaillistenbedrijf, dat representatief is voor de zich in het nauw gébracht voelende middenstand. Een bedrijf dus dat tot de tien procent behoort, die (in de niet-voedselsec- tor) een jaaromzet heeft, groter dan 350.000 gulden en dus gedurende vier weken zijn gestegen kosten niet in de prijzen mag doorberekenen, maar de „wachtkamer" in moet. Het kostte moeite om zo'n bedrijf te vinden, dat bereid was zijn cijfers op tafel te leggen. De middenstand loopt niet met zijn armoe te koop De man, in wiens kantoor wij binnenkomen, heeft ook lang nage dacht. Maar na overleg met zijn mee werkende vrouw en zijn 3 aoous v«ya 30, 28 en 26 besloot hij„Het is nuttig om eens in je leven met '11 traditie te breken. Hier zijn de boeken en neus er maar in". We mochten er, als we daaraan behoefte hadden, best een accoun tant bijhalen. Eén voorwaarde werd gesteld: anonimiteit. „Je blijft altijd beducht voor de concurrentie De man is 60 jaar. Hij staat aan het hoofd van een bedrijf in huishoudelijke artikelen en speel goed. Hij heeft een gloednieuw kantoor met magazijn en verkoopt zijn artikelen m twaalf filialen, niet ver van elkaar in het centrum van de Randstad. We noemen hem de heer Huishoud. Zijn „staf" bestaat uit zijn vrouw en zijn drie zoons. Alle vijf werken zij per week zes dagen, die tien tot elf uur duren. Zij betalen zichzelf voor die arbeid een jaarsalaris van bruto 25.000 gulden. Het bedrijf had in 1973 een omzet van 4 miljoen gulden. Er zijn 65 personeelsleden. Dat ziet er gezond uit, zou men zeggen. Om aan te tonen dat dit een misverstand is, komt de laatste balans op tafel. Daaruit blijkt dat de omzet in 1973, exclusief BTW, 2.640.000 gulden bedroeg, de inkoop 1.697.000 gulden en er dus een bruto-winst is van 943.000 gulden. Van dat bedrag worden afgetrokken de kosten: 675.000 gulden; de rente: 58.000 gulden en de afschrijvingen 171.000 gulden. Rest een netto-winst van 39.000 gulden. Dat is een winst van 1,47 procent op de jaaromzet. Geflatteerd „In een normale vennootschap zou er dan niets uit te keren zijn aan de aandeelhouders", zegt de heer Huishoud. „Wat? De aandeelhouders zouden zeggen: ga snel geld lenen, anders red je het niet dit jaar!" Een zoon, die ook aanwezig is, vult op de balanscijfers aan, dat de vijf deelhebbers in de familie-onderne ming (sinds vorig jaar overigens een besloten vennootschap) de rente op hun geïnvesteerd kapitaal op slechts vijf procent hebben gefi xeerd. De post rente op de balans is daardoor geflatteerd laag. Ook zegt hij dat hij en zijn familieleden hun salaris van 25.000 gulden al twee jaar bevroren hebben, ondanks de sterk gestegen kosten van levenson derhoud en de inflatie. „En nu zeggen de mensen natuurlij- k: nou 25.000 gulden is nog steeds niet niks. Maar dan moet ik er op wijzen, dat wij alle verzekeringen zélf moeten betalen. Als zelfstandi ge ondernemers vallen we buiten de collectieve voorzieningen, en als we al iets overhouden, dan horen we dat weer te investeren". Groei Iets over de groei van het bedrijf. De heer Huishoud verloor in de crisisjaren voor de oorlog zijn betrekking als timmerman in de bouw. Met 100 gulden gespaard en een lening begon hij een doe-het-zelf-winkeltje in het cen trum van Rotterdam. Hij werd daar weggebombardeerd en begon elders een zelfde winkel. Hij nam er ook huishoudelijke artikelen bij. In 1948 stichtte hij zijn eerste filiaal in een andere stad. In 1955 het tweede, en in '56 het derde. In 1963 begon de verdere uitbouw van zijn bedrijf met een vierde winkel. De zoons werkten inmiddels in de zaak. In '65, '67, '69, '70, '71 en '72 opende hij nieuwe winkels en het afgelopen jaar kwamen er nog twee bij. Die uitbreidingen: bezitsdrang of noodzaak? Wij moeten zelf die prijs kunnen maken, om goedkoop te zijn. Dus kopen we groot in. En om het af te zetten hebben we die filialen nodig. geld Vier weken „Bittere noodzaak", zegt de zoon. „In een populair bedrijf als het onze moet je goedkoop zijn. Dat betekent dat je zelf moet gaan inkopen, je eigen groothandel zijn. Als wij in Hongkong 10.000 batterijen bestellen, ben je geen klant. Als Je er 100.000 koopt, gaan ze op Je letten. Maar als je er een half miljoen koopt niet dat we dat doen ben je een klant en kun Je zelf je prijs gaan maken. Vier weken mag de firma Huishoud de gestegen bedrijfskosten en inkoopsprijzen niet doorberekenen. Van de gestegen loonkosten mag een derde worden verdisconteerd. Vader en zoon: „Dat is catastrofaal, die prijsstop". De boeken gaan weer open. Nu de lonen: een winkelchef fin bij Huishoud verdient 1250 gulden per maand. Een eerste verkoopster negenhon derd gulden, een verkoopster van 17 jaar 580 gulden, een van 16 (met 'n verplichte schooldag per week) 400 gulden en een meisje van vijftien 320 gulden. Van de 65 personeelsleden zijn er bij Huishoud 43 jeugdloners. Aan hen ging Huishoud per 1 januari het verplichte minimum-jeugdloon betalen. Op de totale loonsom van het bedrijf betekende dat een stijging van 20,9%. „U ziet!" zegt zoon Huishoud. „Maar van die loonkosten mogen we tenminste nog eenderde doorbereke nen in de prijs. Maar nu de gestegen inkoopprijzen Andere boeken, stapels facturen. „Tussen het moment van inkoop en aflevering behoudt de buitenlandse leverancier zich het recht voor, prijsstijgingen door te berekenen. Dus kijk: sisaltouw, ingekocht voor tachtig cent per tweehonderd gram, afgeleverd voor 140 cent. Komt uit Afrika, Dichter bij huis: Belgie Een pak broodzakjes schiet opeens van 55 naar 85 cent. Een dozijn speelgoedpoppen, in Hongkong ge kocht voor 12,30, afgeleverd voor f 17.30. „En dan", zegt zoon Huishoud, „hoe bereken je door? Je kunt toch niet van de ene dag op de ander, als die vier weken voorbij zijn, de volle mep op het produkt leggen. Dat moet geleidelijk gaan, wil je Je populariteit behouden". „En daar ben je dan ook gelijk bij de ellende van de kleine midden stander, de man die niet zoveel adem heeft als wij. Op loopafstand is er bij ieder filiaal van ons wel een bedrijf in dezelfde branche te vinden, dat door zijn kleine omzet van de prijsstop fs uitgesloten. Durft die, nu hij het .mag, zijn prijzen te verhogen? Ben je gek! On?p mink-pl TiigLfr tÜQOÏ riio groothandelsfunctie van ons toch al groter dan de zijne. Moet hij nu het prijsverschil nog eens groter gaan maken? Hij kijkt wel uit". „De malaise", zegt vader Huishoud, „is bij hem, de zogenaamde vrijgestelde het grootst. Al die kleine middenstanders in de oude wijken, met supermarkten en warenhuizen op bereikbare afstand, zullen niet durven. Hij zal wel weer iets toegeven, met zijn vrouw wat harder werken en weer wat minder verdienen. Maar hij denkt nog steeds aan zijn trots: ik blijf overeind, ik ben middenstander". De zoon: „Wij in Nederland lopen in de wereld zo'n beetje voorop bij het bewustmaken van de ontwikke lingslanden. Natuurlijk keur ik dat niet af. Maar wat gebeurt er? Eenmaal bewust, gaan die landen terecht de prijzen verhogen van de grondstoffen, die zij hebben en die wij nodig hebben. De prijsstijgingen zijn zo onze gezonde schuld. Je' hebt ze te aanvaarden, maar Den Uyl heeft gezegd dat de verarming die wij er door ondergaan, gelijk moet worden verdeeld. De sterkste schouders moeten de zwaarste lasten dragen enzovoorts". „En", neemt vader over, „men gaat er dan gemakshalve maar vanuit dat wij die sterkste schouders hebben. De middenstand, die altijd heel stil klaagde, zo stil dat niemand het hoort". „Nou, die tijd is voorbij ADVERTENTIE f auto-inzittenden brand glas inbraak h ongevallen UED rechtsbijstand wettelijke aansprakelijkheid voor particulieren KlilU vraag inlichtingen aan uw as in of eventueel aan n.v. verzekeringsmaatschappij V^-gravendljkwal 66 r'dam-3 tel. 010-366844^

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1974 | | pagina 15