TENEN TIJDPERK NU OFFICIEEL ERLEDEN TIJD "apoea Nieuw-Guinea onafhankelijk tpAG 9 FEBRUARI 1974 Wilko Bergmans Wilko Bergmans maakte op 1 december de geboortedag van de nieuwste wereld staat Papoea Nieuw Guinea mee en zag de laatste stenen mensen in vreugde bij een tijdens de onafhankelijkheids feesten in Port Moresby, de hoofdstad van Pa poea Nieuw Guinea. De president van de nieuwe staat, de gewezen onderwijzer en journalist, Michael Somare (37 jaar), stelde onze reporter in de gelegenheid een lange tocht te maken over het eiland, dat groter is dan Californië en waar twee miljoen zes honderd duizend mensen wonen, verdeeld over 700 stammen, waar honderd verschil lende talen worden gesproken. Het stenen tijdperk mag dan ten einde zijn en de Aus tralische vlag gestreken, toch zal het nog nog vele decennia duren voordat Papoea Nieuw Guinea ook economisch onafhankelijk zal zijn en Australië dat de afgelopen vijf jaar bijna twee miljard gulden in zijn vroegere kolonie heeft "gepompt", zal ook in de toekomst de nieuwe staat blijven steunen met geld en know how. de hoefijzervormige bar van hotel Papua in Port Mo- \j groept een stel ruwe kerels samen. Zij hebben gla- :huimloos bier in de handen en hun gelach verwaait rumoer van de zwetsende en zwetende andere blanke kers. Aan het plafond cirkelt een reuzenfan wat koel de ronde, maar het helpt weinig want de hitte blijft gelijk. Moresbey, hoofdstad van Papoea Nieuw Guinea, dat rrassend snel tempo bezig is zich te ontwikkelen tot e metropool, van waaruit de voortrekkers en pio- de laatste witte plekken op aarde willen bespringen en ceren, is tevens trekpleister geworden voor despera- navonturiers uit alle windstreken. 'op het einde van de we- Inden zij elkaar. De verlo kter uit Sydney..de deser- het Amerikaanse leger..de de uitgerangeerde ad- van de Londense ba- louche Nederlandse zaken- Cortom, aan de bars van iresbey. waar het bier in rij men vloeit en waar ijveri- ar stuntelige Papoeajongens mbladen rondsjouwen, komt aartje samen. Bij de kassa zit met geverfd haar. Zijn walen steeds in de richting, i halfnaakte papoea kellner. 't homofiel uit Marseille, die hotel een baantje vond als eur. erado's afgescheiden van de despera- elkaar altijd zoeken en ook staan jonge Australi- nbtenaren te discussiëren. Zij len zich weinig of helemaal iet de gelukszoekers-zonder- ist in hun buurt. Dat zijn de die uitzwermen naar de wit ten om in opdracht van hun ig Papoealand tot ontwikke- brengen. Zij dragen korte, kniebroeken en smetteloos irerhemden, die echter binnen mogelijke tijd grote natte lekken gaan vertonen. Port iey vijf uur in de middag, acht uur gaat het geroezemoes bar door. De ex-advocaat uit die er prat op gaat in Cam- te hebben gestudeerd, raakt choten. Hij slaat onverwacht om mijn schouder en zegt 'erslaande stem: "Wat heb jij geweten zoon.Het ls in zo'n geval een weder- "Wat zou je denken broer?" lachen om niets. 'ordt in het kringetje betrok- »aak kennis met de anderen. )r en vergeet hun namen op 'at is ook de bedoeling. Waar leven? Ze zeggen het niet. I? Duistere zaakjes? er gebeurt zoveel in Port Mo- ghetto bng staat vast. Zij haten allen tzettende klimaat, maar iets ben toch op de witte plek sa ffier is weinig controle. Je aaar wat doen. Je gaat de wil- 'to of je hangt de hele dag in ®nd. Bietsend en bedelend. De !s weinig actief.het is ook Dat is één zijde van Staat Nieuw Guinea. De andere zwart. Iers annex de bar voor n hebben de Papoea's vrijwil- bier-ghetto gevormd. Het is wat luidruchtiger. Om zeven zijn er verschillende donkere 11 puur dronken en worden Glazen vliegen door de lucht Wonden enkele mensen. Vecht- n zijn er het gevolg van Jloeit op het trottoir. Opeens erPend politiefluitje. Met gum- PPels gewapend dringen potige kijkt niemand op of om. Zij kennen het dagelijks terugkerende tafereel wel. Een tweehonderd meter buiten het centrum van Port Moresbey kabbelt de Koraalzee. De zon is bijna weg- gesist aan de einder. De schaarse lantaarns in Port Mo resbey zijn aangefloept. Het wordt gevaarlijk op straat. „Waag Je liever niet alleen in de buitenwijken," had men mij gewaar schuwd. „Je hebt de zwarte schadu wen, die Je overvallen niet in de ga ten. Roofovervallen behoren tot de orde van de dag". Aan het strand is nog net voldoen de licht om de uitvarende vissers boten te kunnen gadeslaan. In de vroege prille ochtend zullen de Pa poea's terug keren van hun stroop K- - - Voor de feesten op de onaf- in blauwe kniebroeken het hankelijJcheidsdag staken de deel- innen en ontruimen de boel. nemers zich in de kostuums zoals js weergekeerd. die al eeuwen op Nieuw Guinea net, bier-ghetto der blanken gedragen zijn. tocht met rode zeebaarzen, tonijnen en enorme schelpen, die zij aan vreemdelingen verkopen. In het hotel moet ik mijn kamer delen met drie andere mannen. Er is een ontstellend te kort aan kamers in Port Moresbey. Ik berg mijn ba gage onder mijn bed en sla het mus kietennet over de spijlen heen. Bui ten razen auto's voorbij. Ik hoor nog hoe de waterkraan boven de wasbak wordt opengedraaid en zie een figuur in nethemd zijn tanden poetsen Mount Hagen Ik heb mijn kamermaats nooit van dichtbij gezien, want toen ik 's mor gens om half zes opstond om mijn vliegtuig naar Mount Hagen te ne men, hoorde ik alleen maar diep en- toegewijd snurken onder de gazen he mels. Op het beton voor de wacht kamer stond de dakota. Trots prijk te de letters "Papuan Airlines" op de romp. Het is druk op de vlieghaven. Hier begint het stenen tijdperk al. Straks in Mount Hagen zo'n drie uur vlie gen noordwaarts boven de groene val leien en met oerwoud beklede ber gen en ravijnen zal de witte plek beginnen. Op het vouwstoeltje naast mij zit een Papoeavrouw met haar zogend kind. Haar gezicht is geta- toueerd. Zij is de echtgenote van de inheemse mandoer voor ons. Wat traag maar veilig trekt 't toe stel op. De baai van Port Moresbey is bevolkt met woonscheepjes, en loopplanken in het drabbige water. Zonder overgang is de jungle er. Ronde grashutten der inboorlingen, die soms wuivend, soms in paniek wegvluchtend, omhoog kijken naar de vreemde paradijsvogel. Dan een die pe onheilspellende kloof. Het avon tuur is pas goed begonnen. Draad In Papoea Nieuw Guinea, dat enkele malen zo groot is als Enge land, wonen ruim tweeenhalf mil joen mensen. Ergens in de lucht op de 141ste lengtegraad is de grens tussen West- en Oost-Guinea. Een onzichtbare draad tussen 't door In donesië beheerde gedeelte en tot voor kort het door Australië gecon troleerde land der Papoea's. We ra ken in een dichte wolk, die is sa mengepakt boven de bergen. Het vliegtuig begint té schokken. Het duurt gelukkig slechts kort en dan ligt het maagdelijke gebied onder de vleugels. "Wat wij willen is een vreedzame penetratie.had een Australisch ambtenaar mij gezegd toen ik hem in de bus naar het vliegveld ont moette. "Ik nodig U uit met ons an ti-malaria-team de onbekende ge bieden in te trekken. "Natuurlijk zijn we bewa pend, maar alleen in het uiter ste geval van zelfverdediging mogen we schieten. Ieder Jaar verschuiven we de mijlpaal der civilisatie en lang zal het niet duren of het gehele land is in kaart gebracht. Orde en regel brengen, dat is onze taak. Stamoor- logen uitroeien en pionieren op elk terrein. Je zult het wel zien". Ik was blij met dit contact en het bracht mij tot bij de "stenen" men sen, die getooid met de veren van paradijsvogels ons stonden op te wachten. Het was klam en nat in de bergen. Maar in de verte hoorde ik de trommen en oorlogskreten van de ■men mensen. Nadat de Dakota was geland in Mount Hagen, was ik met een goed uitgeruste stationcar van mijn gast heer naar het kamp gereden, van waaruit we het nieuwe districtsge- bied zouden gaan verkennen. De rupsbanden zwoegden zich door het slijk en ik zat op een voorraad bijlen, spiegeltjes, zout en glaskralen. Onbedreigd en verschrikkelijk mach tig troonde de zon aan de hemel. De waterdamp loste zich op en het zweet brak uit alle poriëen. „Onze kolonisatie of noem het ei genlijk beter beschavingsproces is totaal onbloedig. Tenminste vergele ken met Zuid-Amerika en Azië. Merkwaardig is, dat zelfs de meest vijandig gezinde stammen beseffen, dat zij van ons geen kwaad te duch ten heeben. Maar Papoea's zijn grote individualisten. Zij willen zichzelf blijven. Daar hebben wij niets op te gen, zolang zij het gezag niet kren ken en geen kannibalisme uitvoeren. Wij willen de mensen wennen aan het nieuwe tijdperk, dat toch onher roepelijk ook voor hen aanbreekt. Hun eeuwenoude tradities moeten worden aangepastdat is alles... maar dat is een opgave, die vele tientallen jaren in beslag zal nemen,' vertelde Dr. Jim Butts toen we kilo meter voor kilometer dieper de witte plek indrongen. „Wist je, dat in dit land tiendui zenden jonge Australiërs zijn gesneu veld toen de Japanners in opmars waren. Verder dan deze plek zijn ze nooit gekomen, maar dat heeft enor me offers gekost. Twintig mijl buiten Port Moresbey hebben we een ere begraafplaats opgericht voor de sol datendaar ligt de bloem van Australië". De traditionele tooi voor feestelijke gelegenheden: paradijsvogel-veren. Stenen tijdperk We volgen de loop van de Tagari- rivier en bivakkeren enkele dagen in de jungle. De nachten zijn inkoud en pas als de zon de kleumerige ne vels heeft verdreven komt er bewe ging in mijn bloed. Wij staan nu midden in het ste nen tijdperk. Als we aanstalten ma ken op te breken, groepen plotseling wat naakte kinderen om ons heen. Zij hebben zoete aardappelen en wa ter bij zich. Dr. Butts geeft hen zout en twee spiegeltjes. De kinderen zijn de voorboden van drie mannen, die grasrokjes dragen. Opeens zijn ze er..de hoofdtooi van de oudste is prachtig en kleurrijk. Paradijsvogel tjes leverden de veren van zijn uit monstering. Hij grijnslacht en steekt de hand uit. Het zout, dat Dr. Jim er in deponeert likt hij met gretige smakken op. Slang Ik wil een foto van de stenen man nemen en zet mijn cameratas even naast me in het gras. Net boven de staart van een verborgen slang, die bliksemsnel in mijn rechterduim bijt. Ik geef een kreet van pijn en zie nog net hoe de Papoea's in pa niek op de vlucht slaan. Een van de twee donkere politie mannen uit Mount Hagen, die bij de expeditie horen, snijdt het ondier de kop van romp met een vlijmscherp mes en geeft vervolgens een paar fikse sneden op de plaats waar de slang mij heeft gebeten. Zijn dikke lippen zuigen het bloed tegelijk met het gif naar buiten en spuwen het op de grond. Kolbo de Papoeagent, redde door zijn ingrijpen mijn le ven en Dr. Jim Butts geeft mij een anti-slangenbeet injectie. Hoewel ik geen moment buiten ken nis ben geweest, heb ik twaalf uur lang liggen rillen als een espen blad. Mijn arm zwol angstwekkend op. maar slonk weer verrassend snel. Pas tegen de nacht, toen de koude berglucht door de tent zweefde voel de ik mij wat beter. Dat was mijn kennismaking met het stenen tijd- per in Papoea Nieuw Guinea. "Het was op het kantje af. Een black Papuan, die je heeft gebeten, behoort tot de giftigste exempla ren van de hele jungle". Dat was de afscheidsgroet van de Australische arts, die mij bij de stenen mensen van de laatste witte plek op deze aarde bracht, waar de nieuwe toe komst er hoopvol en toch ook wat onzeker uitziet. 1 december 1973het moment waarop de Australische vlag in Port Moresby werd gestreken met op de achtergrond geen tromge roffel, maar doedelzak-muziek.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1974 | | pagina 13