'Van huis uit ben ik niet staker...9 zo n LAMER VERDEELD OVER STEUN AAN DAGBLADPERS [Kent) „Heath is een leu- Heb Je hem op de televisie Hij moest weer zonodig ver dat hij heus niet meer kan an hij heeft aangeboden. En ]kt er altijd zo treurig bij, 3 het uit zijn eigen zak moet Dat is nog tot daaraan toe. I üj moet niet liegen." van Heath voortreffelijk Schuu rmans ind, vervolgt hij„Onder ;es jaar Labourbewind hebben jnwerkers vier pond loonsver- g gekregen. Sinds de Conser- partij aan de regering is, nu drieëneenhalf jaar, heb- twintig pond meer gekre- De vuilnisbak! Als het waar »iet zei. zou een bovengrondse I3rker drie jaar geleden nog vijf pond geveer veertig per week hebben verdiend delver iets meer dan zeven (ongeveer 45 gulden). Ik heb mis uit zitten rekenen. Sinds hebben we precies 7.70 pond gekregen en geen penny En daarom willen we nu sta- od thee?" Burke is 59 Jaar. Sinds 1946 delver in de Betteshanger- in het lieflijke graafschap in het zuidoosten van Enge- De mijnwerkers van Kent zijn mdsher de meest militante, et minste of geringste staan >raan als het om acties gaat. ie laatste stakingsstemming 971 viel het hoogste percenta- orstemmen in Kent. De Bet- iger-mijn is wat de mijnwer- jetreft de meest representatie- n de 800 mijnen in Groot- nnië. Dat heeft een histori- ïhter grond. „Onze mijn is nog een Jon- 1928 opengegaan. In die Ja- i het in Yorkshire, Schot- fn Wales een geweldige troep, ellende, uitbuiting en noem I op. Onder de mijnwerkers zelf et ook niet alles. Er werd gestolen. Geen geld, maar ie- brood. Als iemand in de Dmkwam, moet je niet denken nog naar zijn vrouw werd eken. Dat gebeurde in sommi Portret van een Engelse mijnwerker: LONDEN - De kompels hebben gestemd. Engeland wacht in spanning af. De formulieren zijn in verzegelde, soms met koper beslagen kisten per trein onder weg naar de Britse hoofdstad. Vanuit Wales, Yorkshire, de Mid lands, Schotland, Durham, Cum berland, Nottingham, Derby shire, Kent en Northumberland. Klokke twaalf vannacht moeten alle stemmen binnen zijn, want daarna rijden er de eerste vier entwintig uur in heel Engeland geen treinen meer. De actievoe rende treinmachinisten kunnen voor hun vakbondsbroeders in de mijnen geen uitzondering maken. Morgen begint het tellen van de „ja's" en de „nee's". Blijken 143.000 mijnwerkers (55 pro cent van het totaal) voor een staking te zijn dan gaan op 11 februari de ongeveer 800 mij nen dicht, waarmee het drama voor Engelands kreupele econo mie pas goed begint. ge delen van Schotland, maar zeker niet in Yorkshire. Laat ik voorop stellen dat ik niet uit eigen erva ring spreek. Ik ben getrouwd met de dochter van een Schotse mijn werker. Die man heeft het meege maakt. De mijnen waren toen nog in particuliere handen. Als je die verhalen hoort, denk je mijn god, hoe was dat mogelijk. Ik geloof dat er-, alleen op zondag werd gegeten en dat ze doordeweeks net-alsof de den. De I meest-voortvarenden trokken naar het zuiden, waar de nieuwe mijnen, zoals de Betteshanger, open gingen. Zij namen de goede dingen van thuis mee. Hard werken bij voorbeeld. En dat kon die ouwe van mijn vrouw. In onze mijn werken zo'n 1100 mijnwerkers. Het zijn bij na allemaal zonen en schoonzonen van de pioniers uit die tijd. En die zijn allemaal bezield geweest van de gedachte de ellende van vroeger uit te bannen. Ik weet niet hoe je dat precies moet zeggen. Maar ik geloof niet dat er één mijn in het land is waar zo'n geweldige sfeer heerst als bij ons. Als er iemand met pensioen gaat, is het niet afgelopen. De oud jes staan in hoog aanzien, want zij hebben het in vroeger jaren voor ons op moeten knappen. We gaan met ze uit, verzorgen feestavonden en ze krijgen gratis steenkolen in de winter. Dat wordt betaald uit de bondskas. We geven daar allemaal wat extra's voor. Hoewel, allemaal, is ook niet waar. Je hebt altijd wel een paar stiekemerds. Militant, wat militant? Dacht je dat we hier soms de bazen met ge weren achterna liepen? Als de lei ding goed is, zijn hier geen proble men. Dan loopt alles op een rollet je. gaan zij de puntjes op de i zet ten, dan doen wij dat ook. Maar het is niet zo dat we beneden (in de mijn) met het handboek van de bond in de vuist kolen staan te hakken. Als ze het over Kent heb ben, wordt er altijd gezegd, dat is communistisch. Procentsgewijs heb ben wij minder communisten in de organisatie dan waar ook elders. Dat die van ons beter zijn, is een andere zaak. Maar ik schat dat ze ker negentig procent van ons La bour stemt. We hebben zelfs een paar Conservatieven rondlopen". Brian Burke is het mijnwerkersty pe, dat men zich voorstelt. Een open, vriendelijk gezicht met veel groeven. Een grijsbleke gelaatskleur, die hem ouder doet lijken. Zijn ademhaling gaat moeilijk. Dat is echter niet het gevolg van de „dust" (de populaire benaming van de mijnwerkers voor de gevreesde longziekte, die veel mijnwerkers als gevolg van het ongezonde werk op lopen) maar van het roken. Hij is geen telg uit een mijnwer kersgeslacht. Zijn voorvaderen dre ven hotels in Londen. Op Jonge leeftijd kwam hij bij de Britse ma rine, tot na de oorlog. Maakte ja renlang deel uit van de bemanning van een duikboot. Vocht zowel in de Spaanse burgeroorlog als in Pa lestina. Zag vrijwel alle landen van de wereld, behalve Australië, waar hij nog spijt van heeft. Het was tenslotte zijn vrouw, die er de oor zaak van was dat hij zich aanmeldde als leerling-delver bij de Betteshan ger. „Ik heb er nooit een moment spijt van gehad. Het is een prachtig vak en nergens is zoveel collegialiteit. En dat is overal. We zijn landelijk be slist niet de grootste vakbond, maar wel de meest hechte. Acties zijn bij ons acties en we gaan niet stiekem toch lopen te werken, zoals vaak bij andere bonden gebeurt. Ik ben er van overtuigd dat de sta king er door zal komen. Het zou zelf. Ik ben namelijk bang dat er trouwens beter zijn voor de bond een soort anarchie zal komen als uit de stemming blijkt dat men te gen staking is en die kans is echt niet gering. Hoewel je er van uit kunt gaan dat 70 a 80 procent van de ondergronds en bovengrondse mijnwerkers voor staking zijn, zit Je altijd nog met zo'n 20.000 zieken, gewonden of vakantiegangers, die niet kunnen stemmen en daardoor automatisch tegen zijn. Dan zijn er de vijfentwintigduizend leden, die als kantoorbedienden bij de Nationale Kolencommissie wer ken, waarvan wordt aangenomen dat ze tegen staking zijn. Er zijn er velen onder die nog nooit een mijn van binnen hebben gezien. De niet-stemmers en de tegenstemmen de kantoorbedienden vormen tesa- men bijna 20 procent van de 260.000 stemgerechtigden. En daar kan de weegschaal toch mooi op stuk gaan. En wat heb Je dan? Geen staking, terwijl de wettelijk bepaalde meer derheid (55 procent) van de mijn werkers staat te springen om de boel plat te gooien. En die gedachte maakt me wel eens bang. Van huis-uit ben ik niet zo'n sta ker, maar je wordt gedwongen. Al tijd maar beloften en er komt nooit niks van terecht. (Heath weer imi terend:) Als jullie nou eerst zoet weer aan het werk gaan, zullen we wel eens kijken. Wordt dat niet al tijd gezegd? En ook door Wilson, laten we de zaak stellen zoals die is. Ik heb hem nog liever dan Heath, maar dat is iets anders. Drie jaar geleden was er nog een rij voor de slagerswinkel op zater dag. Nu loop je er zo in. Weet Je dat het voor het eerst dit jaar is geweest d at de mijnwerkers geen kalkoen (Engelse kerstraditie) op tafel hadden? De roast (doorgaans een lamsbout) is allang van de zon dagstafel verdwenen. Het echte vlees van een paar Jaar geleden, komt nu uit een blik. Het plaatje er op is altijd erg mooi, maar het smaakt minder. Het is te ver ge gaan, allemaal. Ik geloof, ook al geeft de regering toe aan onze ei sen, dat we er dan nog niet zijn. De prijzen zijn omhoog gevlogen. Het is niet meer te doen. (Even later) In ons huwelijk heb ben we het nooit breed gehad. Tweehonderdzestig gulden in de week met drie kinderen is niet veel. En vergeet niet dat het gevaarlijk werk is wat wij doen. Daar wordt zo gemakkelijk overheen gelopen, maar weet je dat er nog steeds elk Jaar honderd mijnwerkers bij onge vallen in de mijn om het leven ko men. Dat er gemiddeld 700 pér Jaar aan de „dust" sterven. Een ver schrikkelijk lijden is dat. Ik heb er zoveel zien gaan. En dat voor 260 gulden in de week. We hebben altijd redelijk kunnen eten, maar een gezinsvakantie is el bijvoorbeeld nooit bij geweest. Ik heb twee jongens en een meid, die nog thuis is. Gelukkig konden de kinderen wel eens naar Schotland naar familie om toch nog een beet je vakantie te hebben. Mijn vrouw heb ik in de achtentwintig jaar dat we getrouwd zijn twee keer alleen met vakantie kunnen sturen, in to taal twee weken. Dat is toch niet veel, he? Een buitenlandse vakantie? „Je maakt zeker een grapje) (Er is een collega bij komen zitten. Hij heeft een brief van de Nationa le Kolencommissie bij zich, die alle leden van de bond van mijnwerkers aan de vooravond van de stemming over de post hebben gekregen). Brian: „Hier ben je weer zo'n stuk propaganda. Als Je het leest, denk Je misschien die mijnwerkers zijn hartstikke gek dat ze het niet ac cepteren". Hij noemt een paar cij fers op, die volgens hem niet klop pen. Dan zegt hij: „Hier staat dat in het loonvoorstel van de regering aan de mijnwerkers tevens een ex tra vakantiedag zal worden gegeven. Maar er staat niet bij dat met deze dag Nieuwjaar wordt bedoeld, die per 1 april van het vorig jaar voor alle Britten als betaalde vrije dag is gaan gelden...". Burke roert een beetje moedeloos in zijn koud geworden thee. „Heus, ge loof Brian nou maar, het is een grote propagandabende. Toen wij op 12 november onze overwerkweige- ring begonnen sloegen ze in Londen gelijk op hol. Twee dagen later werd de noodtoestand afgekondigd. Een voorzorgsmaatregel? Ik zal je wat anders zeggen: op dit moment zijn er bij de energiecentrales 2,5 miljoen ton meer kolen dan vorig Jaar om deze tijd en toen sprak niemand over een energiecrisis." Engeland krijgt waarschijnlijk een werkweek als jullie in gaan. Het gevolg: er zullen vele miljoenen werklozen zijn in tal van takken van industrie. Burke, fel: „Dat is niet onze schuld. Als ze daar in Downing Street eens wat beter him hersens gebruiken, komen ze er wel achter dat dit niet nodig is. Onze organisatie heeft uit gerekend dat het veel duurder is om olie van de sjeiks te blijven ko pen dan de mijnwerkers goed te betalen en er voor te zorgen dat de mijnbouw stevig wordt aangepakt. Maar ik geloof veel eerder dat ze in Londen slim willen zijn. Ons een beetje aan laten sjouwen, toch steenkool krijgen, totdat de Noord zee olie gaat spuiten en wij de moord kunnen stikken. Ik zeg het misschien wat cru, maar zo denken wij er over". Er is een telefoontje op het vak bondskantoor binnengekomen dat de London School of Economics een van de drie mijnen in Kent wil „adopteren" in geval van staking. De mijnwerkers hoeven maar te zeggen hoeveel studenten ze nodig hebben om bijvoorbeeld de sta- kingsposten te assisteren. Brian: „Je ziet, he, we staan niet alleen. Toen we de vorige keer het werk plat gooiden kregen we ook hulp van het publiek, maar nu be ginnen ze al voordat de staking een feit is. Dat sterkt ons in het gevoel dat we in ons recht staan". Het loopt tegen vijven. De produk- tie van de Betteshanger komt lang zamerhand tot stilstand. De ploegen komen omhoog. Moe en zwart. Er worden grapjes over Holland ge maakt. Wij hadden vroeger ook mijnen, of ik dat wist? Ze gingen dicht omdat er goedkope olie was, of ik dat wist? En ze zijn nu weer aan het studeren om ze open te krijgen, of ik dat ook wist? Brian laat nog een keer thee halen. Hij moet opschieten, want de canti- ne gaat dicht. Ook daar wordt niet overgewerkt. Er zal 's avonds een vergadering van de plaatselijke bondsbestuurders worden gehouden. Bij het licht van een kaars en met meegebrachte koffie. Voornaam punt op de agenda: wie zijn de zwakke broeders, die wellicht tegen staking zouden kunnen stemmen. Wat gebeurt er met hen? Brian: „Er wordt met hen gepraat. Ze worden niet bedreigd of iets dergelijks. Wat dat betreft doen er over Kent de meest krankzinnige verhalen de ronde. Mensen zouden geslagen worden en ga zo maar door. Daar heb je niet zoveel aan. De stemming is geheim en je weet nooit of iemand die gezegd heeft voor te zullen stemmen, op zijn stemformulier „nee" invult. Hoewel we het meestal vrij zeker weten. De meeste collega's gaan niet het stemhokje in. Ze vullen het papier op tafel open en bloot in. Zij die wel het hokje ingaan, zijn de twij felgevallen. We hebben ze bij de vorige stemming in 1971 geteld. Toen we later de uitslag wisten, bleek dat aardig overeen te komen. We lopen over het grote terrein, de zogenaamde pit-head (letterlijk: mijnhoofd). De laatste ploegen ko men omhoog. Er wordt vrijwel niet over de stemming gepraat. Ze heb ben stuk voor stuk haast om naar huis te komen. Hoe is de stemming onder de mijnwerkersvrouwen? Brian: „Ik geloof dat je kunt zeg gen dat ze achter hun mannen staan. Dat hebben ze altijd gedaan. Bij een staking krijgen ze natuur lijk nog minder dan nu (de kom pels krijgen al twee maanden geen overwerkgeld meer) en de uitkering van de regering is voldoende om al thans te eten". De regering zou overwegen die uit kering stop te zetten? „Laten ze dat niet proberen. Nee, jongen, ais ze aan onze vrouwen en kinderen komen zit Heath niet lang meer op zijn troon. Als Heath de uitkerin gen stopzet, of wie dan ook, dan gaat het hele bedrijfsleven plat. Ik geloof niet dat er één bond is die dat zou tolereren..." Bij het hek herinnert Brian zich een uitspraak van de legendarische Will Paynter, de mijnwerkersleider uit de jaren zestig en voorganger van Joey Gormely, de huidige bondspresident. Paynter zei in juli 1960: „Als jullie de regering (van Conservatief Harold McMillan) nu aan laat rommelen met de kolen- industrie, zijn het jullie kinderen die ervoor zullen moeten boeten en ze zullen jullie niet dankbaar zijn Brian: „Dat was een vent, dia Paynter. En hij heeft gelijk. Veel mijnwerkers zijn gevoelig op het punt van hun kinderen. Daar willen ze voor vechten. Aan de andere kant heb ik ook twee jongens. De oudste wilde per se mijnwerker worden. Maar na de middelbare school veranderde hij van gedachten. De jongste heeft het nooit gewild. Die is een houthandel begonnen. Als het straks tot staken komt heb je alle kans dat er klap pen vallen bij de poort. Er zijn al tijd werkwilligen en heethoofden. En posten zoals we dat vroeger ge wend waren met af en toe een duwtje voor een werkwillige mag tegen woordig niet meer. Je mag ze niet eens aanhouden. Maar dat gebeurt natuurlijk toch. Gevolg is uiteraard dat de politie komt. En mijn oudste zoon is bij de politie. We hadden het er laatst thuis nog over. Ik keek naar zijn handen en zei: „Die hadden we beter zelf kunnen ge bruiken..." ter van Doorn (CRM) zal het tde week dinsdag in de Twee- tmer niet gemakkelijk krijgen iet persdebat. Zelden zijn de [gen tussen de fracties zo ver- geweest als over de subsidië- van de pers in het algemeen in het bijzonder van de Ijdende bladen. iy Dijkman jewindsman vat hiermee de weer op van een al zes Jaar ,k. Steunmaatregelen ie pers kwamen namelijk voor :rst ter sprake na de invoering Ster-reclame op de televisie lgang van 1 Januari 1967. maanden later zette de Ne- 5e Dagbladpers het sein al tod. De advertentie-opbrengst ie landelijke bladen liep in de '67—'69 met gemiddeld dertien terug; voor de regionale lag dit percentage iets Laser, bleek de STER-reclame een Invloed te hebben op de aan- grootste kranten. Deze cer- erd al een paar maanden na voering van de etherreclame Voor de kranten, waar van vele het toch al financieel moeilijk hadden, een zeer nadeLge ontwikkeling. Marga Klompé destijds CRM-minis ter, deed begin '68 de eerste toezeg ging aan de dagbladen. Voor de kranten kwam er een uitkering van 13 miljoen, die verdeeld werd op basis van advertentiepagina's. Het was de eerste druppel op een gloeiende plaat. Kranten die het "fi nancieel zwaar hadden door een ge ringer advertentie-aanbod en terug lopend abonnétal, kregen verhou dingsgewijs minder steun dan de "rijke" bladen. In de Jaren '67 tot '70 werd uitein delijk veertig procent van de STER-pot onder de dagbladen ver deeld. Geen steun werd er gegeven aan de opinie-, nieuws- en geïllu streerde bladen. De gedachte van de regering dat de dagbladpers in 1970 na drie Jaar STER-compensatie weer selfsuppor ting zou zijn, bleek een schone illu sie. In dat Jaar had het adverten tie-aanbod zich nog geenszins her steld of was het weer vergelijkbaar met de situatie van vóór '67 toen het advertentiebudget een stijging vertoonde van zes procent per Jaar. Wel was 't aanbod van personeels advertenties sterk toegenomen. Intussen deden zich in de dagblad wereld tm aantal opzienbarende verschijnselen voor. Het grote lan delijke blad Het Vrije Volk had ooit een top gekend van ruim 300.000 abonnees, maar kreeg de nekslag doordat het verscheen in maar liefst 42 verschillende editxes. Veel meer dan de regio Rotterdam hield het socialistische blad als ver spreidingsgebied niet over. Het trot se bolwerk Amsterdam werd prijs gegeven. In 1970 kwam er een samensmelting van de elitaire bladen NRC en Handelsblad. Het Vaderland werd ingelijfd bij het Algemeen Dagblad en verschijnt sedertdien als och tendblad. Ook ontstond er een in tensieve technische en commerciële samenwerking tussen Het Parool en de Volkskrant. Al deze verschijnselen zijn onmoge lijk alleen terug te voeren op het ontstaan van de STER. In 1970 was de officiële termijn verstreken waarover steun was toe gezegd. Regering en parlement bo gen zich wederom over de verkom merende media. Het idee van Klompé dat de ondersteuning geer zaak van eeuwigdurende bijstand mocht worden, was voorlopig van de baan terwille van de diversiteit in de dagbladwereld. De Persraad. de interdepartementale commissie concentratietendensen en een deel van de Kamer adviseerden de rege ring een andere verdeling te vol gen: méér geld voor de noodlijden de bladen en een geringere compen satie vodr de andere kranten. Over 1970 en '71 werd per Jaar 10 miljoen uitgetrokken, waarvan de helft ten goede kwam aan de nood lijdende bladen. Het overige deel werd onder alle kranten verdeeld op basis van het aantal redactionele pagina's. Dit bedrag werd over '72 en '73 uitgebreid tot 15 miljoen per Jaar en via dezelfde verdeelsleute' toegewezen. Dit heeft de woede gewekt van de bladen die zichzelf wel konden oe- druipen. Er groeide een controverse tussen de dagbladen die zich staan de konden houden of nog winst wisten te maken en anderzijds de bedrijven die worstelden om het hoofd boren water te houden. "Voor het eerst valt het woord "con currentievervalsing", namelijk van uit de hoek van de draag krachtiger bladen en ook vanuit de Kamer. Op het ogenblik is voor Van Doon het uitgangspunt de bestaande 'an- delijke dagbladen te handhaven. Vooruitlopend op de nota mediabe leid, die rond het zomerreces za! verschijnen, zegde de minister het dagblad De Tijd een subsidie toe van 2 miljoen. Een bedrag dat dit dagblad drie Jaar achterelkaar zal fxitv&ngen* wanneer het aan enk&e minimumeisen weet te voldoen. Zo mag het abonneebestand niet onder de 55.000 zakken. In de dagbladwereld wekte dit be roering. Niet dat men het De Tijd niet gunt, maar bij kranten die op eigen kracht reorganiseren en moeten investeren, zou een dergelijk bedrag ook welkom zijn. De vaste commissie voor CRM, die vorige week met de bewindsman hierover een gesprek had, hield rest aan een openbaar debat "omdat een dergelijke toezegging niet in een onderonsje kan worden afgedaan. De aanvraag van een renteloze le ning door Trouw/Kwartet voor in tegratie met de Perscombinatie (Volkskrant-Parool) zal nu eerst in de Kamer worden behandeld. Een vergelijking tussen de situati. waarin De Tijd en Trouw nu verke ren, is amper mogelijk. De Tijd verloor door de invoering van een nieuwe redactionele formule ruim 25 procent van zijn abonnees en schommelt thans rond de 65.000 Trouw, daarentegen, hield zijn 100.000 abonnees maar ondervinai financieel nadeel door de sterke te rugloop van het abonneebestand van het Kwartet. Daling van het aantaJl abonnees van een krant gaat gepaard met daling van de advertentieprijzen en vaak met een terugloop van het ad vertentieaanbod. Zolang de abon nees slechts 40 procent van de Kos ten dekken en de adverteerders 60, zal er nog geen sprake kunnen zijn van "de abonnee is koning". Veel vaste lezers betekent een groot be reik voor de adverteerder - de ad verteerder geeft zijn opdrachten liefst aan kranten met een groot bereik. Het Kamerdebat dat aanstaande dinsdag wordt gehouden zal primair over De Tijd en Trouw gaan. Voor een eventuele ondersteuning van de andere bladen moet worden gewacht op de nota van de minister. Toch zullen enkele fracties op die dag het totale mediabeleid ter sprake brengen. Het PvdA-Kamerldd Roethof wenst steunmaatregelen via een reclame- belasting; een heffing op het ad vertentiebudget dat thans ongeveer 1,6 miljard bedraagt. Hij wenst ren duidelijk onderscheid tussen de op commercie gerichte bladen en krak ten die dat niet zijn. De consequentie van de reclamebe lasting zou zijn, dat bladen die - misschien met moeite - het hoofd boven water weten te houden, moe ten gaan betalen voor andere aag- bladen die het misschien niet mee' kunnen. Daarbij is het criterium "commer cieel" heel moeilijk te hanteren doordat alle dagbladen met ad?er- teerders te maken hebben. De WD is van mening dat dagbxa- den zichzelf moeten bedruipen. Het Kamerlid Van Dijk: „Ik wens geen enkele krant subsidie toe, vanwege de afhankelijkheid die daardoor ontstaat. Ook vind ik het fout uat de STEK, voor steun aan de dagbla den wordt gebruikt. Dat is een pot voor de omroep. Ik vraag me af of het oirbaar is omwille van de pers de omroeptarieven te verhogen" Een krant, zegt Van Dijk, "is er primair om nieuws te brengen en niet om op te voeden. Merkwaardi gerwijs gaat het juist die bladen en emroepvereigingen goed die z.ch aan die nieuwsformule houden". De KVP-er Van der Sanden '«1 volgende week vast houden aan zijn motie van 1972. Hij wenst wel 3en afspraak op de STER-pot voor de dagbladen en wil een bedrijfsfonds gevoed door de opcenten van dc 3TER voor de noodlijdende bladen. Een dergelijk fonds bestaat op net ogenblik wel, maar de KVP-er wenst dit uit regeringshanden te halen en aan een onafhankehjke commissie over te dragen. KVP en WD zijn dan ook duide lijk niet van plan om op de media nota van Van Doorn te wachten om het persbeleid in het algemeen ter sprake te brengen. Het kan een boeiend debat worden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1974 | | pagina 13