'Van huis uit
ben ik niet
staker...9
zo n
LAMER VERDEELD OVER STEUN AAN DAGBLADPERS
[Kent) „Heath is een leu-
Heb Je hem op de televisie
Hij moest weer zonodig ver
dat hij heus niet meer kan
an hij heeft aangeboden. En
]kt er altijd zo treurig bij,
3 het uit zijn eigen zak moet
Dat is nog tot daaraan toe.
I üj moet niet liegen."
van Heath voortreffelijk
Schuu rmans
ind, vervolgt hij„Onder
;es jaar Labourbewind hebben
jnwerkers vier pond loonsver-
g gekregen. Sinds de Conser-
partij aan de regering is,
nu drieëneenhalf jaar, heb-
twintig pond meer gekre-
De vuilnisbak! Als het waar
»iet zei. zou een bovengrondse
I3rker drie jaar geleden nog
vijf pond geveer veertig
per week hebben verdiend
delver iets meer dan zeven
(ongeveer 45 gulden). Ik heb
mis uit zitten rekenen. Sinds
hebben we precies 7.70 pond
gekregen en geen penny
En daarom willen we nu sta-
od thee?"
Burke is 59 Jaar. Sinds 1946
delver in de Betteshanger-
in het lieflijke graafschap
in het zuidoosten van Enge-
De mijnwerkers van Kent zijn
mdsher de meest militante,
et minste of geringste staan
>raan als het om acties gaat.
ie laatste stakingsstemming
971 viel het hoogste percenta-
orstemmen in Kent. De Bet-
iger-mijn is wat de mijnwer-
jetreft de meest representatie-
n de 800 mijnen in Groot-
nnië. Dat heeft een histori-
ïhter grond.
„Onze mijn is nog een Jon-
1928 opengegaan. In die Ja-
i het in Yorkshire, Schot-
fn Wales een geweldige troep,
ellende, uitbuiting en noem
I op. Onder de mijnwerkers zelf
et ook niet alles. Er werd
gestolen. Geen geld, maar ie-
brood. Als iemand in de
Dmkwam, moet je niet denken
nog naar zijn vrouw werd
eken. Dat gebeurde in sommi
Portret van een Engelse mijnwerker:
LONDEN - De kompels hebben
gestemd. Engeland wacht in
spanning af. De formulieren zijn
in verzegelde, soms met koper
beslagen kisten per trein onder
weg naar de Britse hoofdstad.
Vanuit Wales, Yorkshire, de Mid
lands, Schotland, Durham, Cum
berland, Nottingham, Derby
shire, Kent en Northumberland.
Klokke twaalf vannacht moeten
alle stemmen binnen zijn, want
daarna rijden er de eerste vier
entwintig uur in heel Engeland
geen treinen meer. De actievoe
rende treinmachinisten kunnen
voor hun vakbondsbroeders in
de mijnen geen uitzondering
maken.
Morgen begint het tellen van de
„ja's" en de „nee's". Blijken
143.000 mijnwerkers (55 pro
cent van het totaal) voor een
staking te zijn dan gaan op 11
februari de ongeveer 800 mij
nen dicht, waarmee het drama
voor Engelands kreupele econo
mie pas goed begint.
ge delen van Schotland, maar zeker
niet in Yorkshire. Laat ik voorop
stellen dat ik niet uit eigen erva
ring spreek. Ik ben getrouwd met
de dochter van een Schotse mijn
werker. Die man heeft het meege
maakt. De mijnen waren toen nog
in particuliere handen. Als je die
verhalen hoort, denk je mijn god,
hoe was dat mogelijk. Ik geloof dat
er-, alleen op zondag werd gegeten
en dat ze doordeweeks net-alsof de
den.
De I meest-voortvarenden trokken
naar het zuiden, waar de nieuwe
mijnen, zoals de Betteshanger, open
gingen. Zij namen de goede dingen
van thuis mee. Hard werken bij
voorbeeld. En dat kon die ouwe van
mijn vrouw. In onze mijn werken
zo'n 1100 mijnwerkers. Het zijn bij
na allemaal zonen en schoonzonen
van de pioniers uit die tijd. En die
zijn allemaal bezield geweest van de
gedachte de ellende van vroeger uit
te bannen. Ik weet niet hoe je dat
precies moet zeggen. Maar ik geloof
niet dat er één mijn in het land is
waar zo'n geweldige sfeer heerst als
bij ons. Als er iemand met pensioen
gaat, is het niet afgelopen. De oud
jes staan in hoog aanzien, want zij
hebben het in vroeger jaren voor
ons op moeten knappen. We gaan
met ze uit, verzorgen feestavonden
en ze krijgen gratis steenkolen in
de winter. Dat wordt betaald uit de
bondskas. We geven daar allemaal
wat extra's voor. Hoewel, allemaal,
is ook niet waar. Je hebt altijd wel
een paar stiekemerds.
Militant, wat militant? Dacht je
dat we hier soms de bazen met ge
weren achterna liepen? Als de lei
ding goed is, zijn hier geen proble
men. Dan loopt alles op een rollet
je. gaan zij de puntjes op de i zet
ten, dan doen wij dat ook. Maar
het is niet zo dat we beneden (in
de mijn) met het handboek van de
bond in de vuist kolen staan te
hakken. Als ze het over Kent heb
ben, wordt er altijd gezegd, dat is
communistisch. Procentsgewijs heb
ben wij minder communisten in de
organisatie dan waar ook elders.
Dat die van ons beter zijn, is een
andere zaak. Maar ik schat dat ze
ker negentig procent van ons La
bour stemt. We hebben zelfs een
paar Conservatieven rondlopen".
Brian Burke is het mijnwerkersty
pe, dat men zich voorstelt. Een
open, vriendelijk gezicht met veel
groeven. Een grijsbleke gelaatskleur,
die hem ouder doet lijken. Zijn
ademhaling gaat moeilijk. Dat is
echter niet het gevolg van de
„dust" (de populaire benaming van
de mijnwerkers voor de gevreesde
longziekte, die veel mijnwerkers als
gevolg van het ongezonde werk op
lopen) maar van het roken.
Hij is geen telg uit een mijnwer
kersgeslacht. Zijn voorvaderen dre
ven hotels in Londen. Op Jonge
leeftijd kwam hij bij de Britse ma
rine, tot na de oorlog. Maakte ja
renlang deel uit van de bemanning
van een duikboot. Vocht zowel in
de Spaanse burgeroorlog als in Pa
lestina. Zag vrijwel alle landen van
de wereld, behalve Australië, waar
hij nog spijt van heeft. Het was
tenslotte zijn vrouw, die er de oor
zaak van was dat hij zich aanmeldde
als leerling-delver bij de Betteshan
ger.
„Ik heb er nooit een moment spijt
van gehad. Het is een prachtig vak
en nergens is zoveel collegialiteit. En
dat is overal. We zijn landelijk be
slist niet de grootste vakbond, maar
wel de meest hechte. Acties zijn bij
ons acties en we gaan niet stiekem
toch lopen te werken, zoals vaak bij
andere bonden gebeurt.
Ik ben er van overtuigd dat de sta
king er door zal komen. Het zou
zelf. Ik ben namelijk bang dat er
trouwens beter zijn voor de bond
een soort anarchie zal komen als
uit de stemming blijkt dat men te
gen staking is en die kans is echt
niet gering. Hoewel je er van uit
kunt gaan dat 70 a 80 procent van
de ondergronds en bovengrondse
mijnwerkers voor staking zijn, zit Je
altijd nog met zo'n 20.000 zieken,
gewonden of vakantiegangers, die
niet kunnen stemmen en daardoor
automatisch tegen zijn.
Dan zijn er de vijfentwintigduizend
leden, die als kantoorbedienden bij
de Nationale Kolencommissie wer
ken, waarvan wordt aangenomen
dat ze tegen staking zijn. Er zijn er
velen onder die nog nooit een mijn
van binnen hebben gezien. De
niet-stemmers en de tegenstemmen
de kantoorbedienden vormen tesa-
men bijna 20 procent van de 260.000
stemgerechtigden. En daar kan de
weegschaal toch mooi op stuk gaan.
En wat heb Je dan? Geen staking,
terwijl de wettelijk bepaalde meer
derheid (55 procent) van de mijn
werkers staat te springen om de
boel plat te gooien. En die gedachte
maakt me wel eens bang.
Van huis-uit ben ik niet zo'n sta
ker, maar je wordt gedwongen. Al
tijd maar beloften en er komt nooit
niks van terecht. (Heath weer imi
terend:) Als jullie nou eerst zoet
weer aan het werk gaan, zullen we
wel eens kijken. Wordt dat niet al
tijd gezegd? En ook door Wilson,
laten we de zaak stellen zoals die
is. Ik heb hem nog liever dan
Heath, maar dat is iets anders.
Drie jaar geleden was er nog een
rij voor de slagerswinkel op zater
dag. Nu loop je er zo in. Weet Je
dat het voor het eerst dit jaar is
geweest d at de mijnwerkers geen
kalkoen (Engelse kerstraditie) op
tafel hadden? De roast (doorgaans
een lamsbout) is allang van de zon
dagstafel verdwenen. Het echte
vlees van een paar Jaar geleden,
komt nu uit een blik. Het plaatje
er op is altijd erg mooi, maar het
smaakt minder. Het is te ver ge
gaan, allemaal. Ik geloof, ook al
geeft de regering toe aan onze ei
sen, dat we er dan nog niet zijn.
De prijzen zijn omhoog gevlogen.
Het is niet meer te doen.
(Even later) In ons huwelijk heb
ben we het nooit breed gehad.
Tweehonderdzestig gulden in de
week met drie kinderen is niet veel.
En vergeet niet dat het gevaarlijk
werk is wat wij doen. Daar wordt
zo gemakkelijk overheen gelopen,
maar weet je dat er nog steeds elk
Jaar honderd mijnwerkers bij onge
vallen in de mijn om het leven ko
men. Dat er gemiddeld 700 pér Jaar
aan de „dust" sterven. Een ver
schrikkelijk lijden is dat. Ik heb er
zoveel zien gaan.
En dat voor 260 gulden in de week.
We hebben altijd redelijk kunnen
eten, maar een gezinsvakantie is el
bijvoorbeeld nooit bij geweest. Ik
heb twee jongens en een meid, die
nog thuis is. Gelukkig konden de
kinderen wel eens naar Schotland
naar familie om toch nog een beet
je vakantie te hebben. Mijn vrouw
heb ik in de achtentwintig jaar dat
we getrouwd zijn twee keer alleen
met vakantie kunnen sturen, in to
taal twee weken. Dat is toch niet
veel, he?
Een buitenlandse vakantie? „Je
maakt zeker een grapje)
(Er is een collega bij komen zitten.
Hij heeft een brief van de Nationa
le Kolencommissie bij zich, die alle
leden van de bond van mijnwerkers
aan de vooravond van de stemming
over de post hebben gekregen).
Brian: „Hier ben je weer zo'n stuk
propaganda. Als Je het leest, denk
Je misschien die mijnwerkers zijn
hartstikke gek dat ze het niet ac
cepteren". Hij noemt een paar cij
fers op, die volgens hem niet klop
pen. Dan zegt hij: „Hier staat dat
in het loonvoorstel van de regering
aan de mijnwerkers tevens een ex
tra vakantiedag zal worden gegeven.
Maar er staat niet bij dat met deze
dag Nieuwjaar wordt bedoeld, die
per 1 april van het vorig jaar voor
alle Britten als betaalde vrije dag
is gaan gelden...".
Burke roert een beetje moedeloos in
zijn koud geworden thee. „Heus, ge
loof Brian nou maar, het is een
grote propagandabende. Toen wij op
12 november onze overwerkweige-
ring begonnen sloegen ze in Londen
gelijk op hol. Twee dagen later
werd de noodtoestand afgekondigd.
Een voorzorgsmaatregel? Ik zal je
wat anders zeggen: op dit moment
zijn er bij de energiecentrales 2,5
miljoen ton meer kolen dan vorig
Jaar om deze tijd en toen sprak
niemand over een energiecrisis."
Engeland krijgt waarschijnlijk een
werkweek als jullie in
gaan. Het gevolg: er zullen
vele miljoenen werklozen zijn in tal
van takken van industrie.
Burke, fel: „Dat is niet onze schuld.
Als ze daar in Downing Street eens
wat beter him hersens gebruiken,
komen ze er wel achter dat dit niet
nodig is. Onze organisatie heeft uit
gerekend dat het veel duurder is
om olie van de sjeiks te blijven ko
pen dan de mijnwerkers goed te
betalen en er voor te zorgen dat de
mijnbouw stevig wordt aangepakt.
Maar ik geloof veel eerder dat ze in
Londen slim willen zijn. Ons een
beetje aan laten sjouwen, toch
steenkool krijgen, totdat de Noord
zee olie gaat spuiten en wij de
moord kunnen stikken. Ik zeg het
misschien wat cru, maar zo denken
wij er over".
Er is een telefoontje op het vak
bondskantoor binnengekomen dat
de London School of Economics een
van de drie mijnen in Kent wil
„adopteren" in geval van staking.
De mijnwerkers hoeven maar te
zeggen hoeveel studenten ze nodig
hebben om bijvoorbeeld de sta-
kingsposten te assisteren.
Brian: „Je ziet, he, we staan niet
alleen. Toen we de vorige keer het
werk plat gooiden kregen we ook
hulp van het publiek, maar nu be
ginnen ze al voordat de staking een
feit is. Dat sterkt ons in het gevoel
dat we in ons recht staan".
Het loopt tegen vijven. De produk-
tie van de Betteshanger komt lang
zamerhand tot stilstand. De ploegen
komen omhoog. Moe en zwart. Er
worden grapjes over Holland ge
maakt. Wij hadden vroeger ook
mijnen, of ik dat wist? Ze gingen
dicht omdat er goedkope olie was,
of ik dat wist? En ze zijn nu weer
aan het studeren om ze open te
krijgen, of ik dat ook wist?
Brian laat nog een keer thee halen.
Hij moet opschieten, want de canti-
ne gaat dicht. Ook daar wordt niet
overgewerkt. Er zal 's avonds een
vergadering van de plaatselijke
bondsbestuurders worden gehouden.
Bij het licht van een kaars en met
meegebrachte koffie. Voornaam
punt op de agenda: wie zijn de
zwakke broeders, die wellicht tegen
staking zouden kunnen stemmen.
Wat gebeurt er met hen?
Brian: „Er wordt met hen gepraat.
Ze worden niet bedreigd of iets
dergelijks. Wat dat betreft doen er
over Kent de meest krankzinnige
verhalen de ronde. Mensen zouden
geslagen worden en ga zo maar
door. Daar heb je niet zoveel aan.
De stemming is geheim en je weet
nooit of iemand die gezegd heeft
voor te zullen stemmen, op zijn
stemformulier „nee" invult. Hoewel
we het meestal vrij zeker weten. De
meeste collega's gaan niet het
stemhokje in. Ze vullen het papier
op tafel open en bloot in. Zij die
wel het hokje ingaan, zijn de twij
felgevallen. We hebben ze bij de
vorige stemming in 1971 geteld.
Toen we later de uitslag wisten,
bleek dat aardig overeen te komen.
We lopen over het grote terrein, de
zogenaamde pit-head (letterlijk:
mijnhoofd). De laatste ploegen ko
men omhoog. Er wordt vrijwel niet
over de stemming gepraat. Ze heb
ben stuk voor stuk haast om naar
huis te komen. Hoe is de stemming
onder de mijnwerkersvrouwen?
Brian: „Ik geloof dat je kunt zeg
gen dat ze achter hun mannen
staan. Dat hebben ze altijd gedaan.
Bij een staking krijgen ze natuur
lijk nog minder dan nu (de kom
pels krijgen al twee maanden geen
overwerkgeld meer) en de uitkering
van de regering is voldoende om al
thans te eten".
De regering zou overwegen die uit
kering stop te zetten? „Laten ze
dat niet proberen. Nee, jongen, ais
ze aan onze vrouwen en kinderen
komen zit Heath niet lang meer op
zijn troon. Als Heath de uitkerin
gen stopzet, of wie dan ook, dan
gaat het hele bedrijfsleven plat. Ik
geloof niet dat er één bond is die
dat zou tolereren..."
Bij het hek herinnert Brian zich
een uitspraak van de legendarische
Will Paynter, de mijnwerkersleider
uit de jaren zestig en voorganger
van Joey Gormely, de huidige
bondspresident. Paynter zei in juli
1960: „Als jullie de regering (van
Conservatief Harold McMillan) nu
aan laat rommelen met de kolen-
industrie, zijn het jullie kinderen
die ervoor zullen moeten boeten en
ze zullen jullie niet dankbaar zijn
Brian: „Dat was een vent, dia
Paynter. En hij heeft gelijk. Veel
mijnwerkers zijn gevoelig op het
punt van hun kinderen.
Daar willen ze voor vechten. Aan
de andere kant heb ik ook twee
jongens. De oudste wilde per se
mijnwerker worden. Maar na de
middelbare school veranderde hij
van gedachten. De jongste heeft het
nooit gewild. Die is een houthandel
begonnen. Als het straks tot staken
komt heb je alle kans dat er klap
pen vallen bij de poort. Er zijn al
tijd werkwilligen en heethoofden.
En posten zoals we dat vroeger ge
wend waren met af en toe een duwtje
voor een werkwillige mag tegen
woordig niet meer. Je mag ze niet
eens aanhouden. Maar dat gebeurt
natuurlijk toch. Gevolg is uiteraard
dat de politie komt. En mijn oudste
zoon is bij de politie. We hadden
het er laatst thuis nog over. Ik
keek naar zijn handen en zei: „Die
hadden we beter zelf kunnen ge
bruiken..."
ter van Doorn (CRM) zal het
tde week dinsdag in de Twee-
tmer niet gemakkelijk krijgen
iet persdebat. Zelden zijn de
[gen tussen de fracties zo ver-
geweest als over de subsidië-
van de pers in het algemeen
in het bijzonder van de
Ijdende bladen.
iy Dijkman
jewindsman vat hiermee de
weer op van een al zes Jaar
,k. Steunmaatregelen
ie pers kwamen namelijk voor
:rst ter sprake na de invoering
Ster-reclame op de televisie
lgang van 1 Januari 1967.
maanden later zette de Ne-
5e Dagbladpers het sein al
tod. De advertentie-opbrengst
ie landelijke bladen liep in de
'67—'69 met gemiddeld dertien
terug; voor de regionale
lag dit percentage iets Laser,
bleek de STER-reclame een
Invloed te hebben op de aan-
grootste kranten. Deze cer-
erd al een paar maanden na
voering van de etherreclame
Voor de kranten, waar
van vele het toch al financieel
moeilijk hadden, een zeer nadeLge
ontwikkeling.
Marga Klompé destijds CRM-minis
ter, deed begin '68 de eerste toezeg
ging aan de dagbladen. Voor de
kranten kwam er een uitkering van
13 miljoen, die verdeeld werd op
basis van advertentiepagina's. Het
was de eerste druppel op een
gloeiende plaat. Kranten die het "fi
nancieel zwaar hadden door een ge
ringer advertentie-aanbod en terug
lopend abonnétal, kregen verhou
dingsgewijs minder steun dan de
"rijke" bladen.
In de Jaren '67 tot '70 werd uitein
delijk veertig procent van de
STER-pot onder de dagbladen ver
deeld. Geen steun werd er gegeven
aan de opinie-, nieuws- en geïllu
streerde bladen.
De gedachte van de regering dat de
dagbladpers in 1970 na drie Jaar
STER-compensatie weer selfsuppor
ting zou zijn, bleek een schone illu
sie. In dat Jaar had het adverten
tie-aanbod zich nog geenszins her
steld of was het weer vergelijkbaar
met de situatie van vóór '67 toen
het advertentiebudget een stijging
vertoonde van zes procent per Jaar.
Wel was 't aanbod van personeels
advertenties sterk toegenomen.
Intussen deden zich in de dagblad
wereld tm aantal opzienbarende
verschijnselen voor. Het grote lan
delijke blad Het Vrije Volk had
ooit een top gekend van ruim
300.000 abonnees, maar kreeg de
nekslag doordat het verscheen in
maar liefst 42 verschillende editxes.
Veel meer dan de regio Rotterdam
hield het socialistische blad als ver
spreidingsgebied niet over. Het trot
se bolwerk Amsterdam werd prijs
gegeven.
In 1970 kwam er een samensmelting
van de elitaire bladen NRC en
Handelsblad. Het Vaderland werd
ingelijfd bij het Algemeen Dagblad
en verschijnt sedertdien als och
tendblad. Ook ontstond er een in
tensieve technische en commerciële
samenwerking tussen Het Parool en
de Volkskrant.
Al deze verschijnselen zijn onmoge
lijk alleen terug te voeren op het
ontstaan van de STER.
In 1970 was de officiële termijn
verstreken waarover steun was toe
gezegd. Regering en parlement bo
gen zich wederom over de verkom
merende media. Het idee van
Klompé dat de ondersteuning geer
zaak van eeuwigdurende bijstand
mocht worden, was voorlopig van
de baan terwille van de diversiteit
in de dagbladwereld. De Persraad.
de interdepartementale commissie
concentratietendensen en een deel
van de Kamer adviseerden de rege
ring een andere verdeling te vol
gen: méér geld voor de noodlijden
de bladen en een geringere compen
satie vodr de andere kranten.
Over 1970 en '71 werd per Jaar 10
miljoen uitgetrokken, waarvan de
helft ten goede kwam aan de nood
lijdende bladen. Het overige deel
werd onder alle kranten verdeeld op
basis van het aantal redactionele
pagina's. Dit bedrag werd over '72
en '73 uitgebreid tot 15 miljoen per
Jaar en via dezelfde verdeelsleute'
toegewezen.
Dit heeft de woede gewekt van de
bladen die zichzelf wel konden oe-
druipen. Er groeide een controverse
tussen de dagbladen die zich staan
de konden houden of nog winst
wisten te maken en anderzijds de
bedrijven die worstelden om het
hoofd boren water te houden.
"Voor het eerst valt het woord "con
currentievervalsing", namelijk van
uit de hoek van de draag krachtiger
bladen en ook vanuit de Kamer.
Op het ogenblik is voor Van Doon
het uitgangspunt de bestaande 'an-
delijke dagbladen te handhaven.
Vooruitlopend op de nota mediabe
leid, die rond het zomerreces za!
verschijnen, zegde de minister het
dagblad De Tijd een subsidie toe
van 2 miljoen. Een bedrag dat dit
dagblad drie Jaar achterelkaar zal
fxitv&ngen* wanneer het aan enk&e
minimumeisen weet te voldoen. Zo
mag het abonneebestand niet onder
de 55.000 zakken.
In de dagbladwereld wekte dit be
roering. Niet dat men het De Tijd
niet gunt, maar bij kranten die op
eigen kracht reorganiseren en moeten
investeren, zou een dergelijk bedrag
ook welkom zijn.
De vaste commissie voor CRM, die
vorige week met de bewindsman
hierover een gesprek had, hield rest
aan een openbaar debat "omdat een
dergelijke toezegging niet in een
onderonsje kan worden afgedaan.
De aanvraag van een renteloze le
ning door Trouw/Kwartet voor in
tegratie met de Perscombinatie
(Volkskrant-Parool) zal nu eerst in
de Kamer worden behandeld.
Een vergelijking tussen de situati.
waarin De Tijd en Trouw nu verke
ren, is amper mogelijk. De Tijd
verloor door de invoering van een
nieuwe redactionele formule ruim 25
procent van zijn abonnees en
schommelt thans rond de 65.000
Trouw, daarentegen, hield zijn
100.000 abonnees maar ondervinai
financieel nadeel door de sterke te
rugloop van het abonneebestand
van het Kwartet.
Daling van het aantaJl abonnees
van een krant gaat gepaard met
daling van de advertentieprijzen en
vaak met een terugloop van het ad
vertentieaanbod. Zolang de abon
nees slechts 40 procent van de Kos
ten dekken en de adverteerders 60,
zal er nog geen sprake kunnen zijn
van "de abonnee is koning". Veel
vaste lezers betekent een groot be
reik voor de adverteerder - de ad
verteerder geeft zijn opdrachten
liefst aan kranten met een groot
bereik.
Het Kamerdebat dat aanstaande
dinsdag wordt gehouden zal primair
over De Tijd en Trouw gaan. Voor
een eventuele ondersteuning van de
andere bladen moet worden gewacht
op de nota van de minister. Toch
zullen enkele fracties op die dag
het totale mediabeleid ter sprake
brengen.
Het PvdA-Kamerldd Roethof wenst
steunmaatregelen via een reclame-
belasting; een heffing op het ad
vertentiebudget dat thans ongeveer
1,6 miljard bedraagt. Hij wenst ren
duidelijk onderscheid tussen de op
commercie gerichte bladen en krak
ten die dat niet zijn.
De consequentie van de reclamebe
lasting zou zijn, dat bladen die -
misschien met moeite - het hoofd
boven water weten te houden, moe
ten gaan betalen voor andere aag-
bladen die het misschien niet mee'
kunnen.
Daarbij is het criterium "commer
cieel" heel moeilijk te hanteren
doordat alle dagbladen met ad?er-
teerders te maken hebben.
De WD is van mening dat dagbxa-
den zichzelf moeten bedruipen. Het
Kamerlid Van Dijk: „Ik wens geen
enkele krant subsidie toe, vanwege
de afhankelijkheid die daardoor
ontstaat. Ook vind ik het fout uat
de STEK, voor steun aan de dagbla
den wordt gebruikt. Dat is een pot
voor de omroep. Ik vraag me af of
het oirbaar is omwille van de pers
de omroeptarieven te verhogen"
Een krant, zegt Van Dijk, "is er
primair om nieuws te brengen en
niet om op te voeden. Merkwaardi
gerwijs gaat het juist die bladen en
emroepvereigingen goed die z.ch
aan die nieuwsformule houden".
De KVP-er Van der Sanden '«1
volgende week vast houden aan zijn
motie van 1972. Hij wenst wel 3en
afspraak op de STER-pot voor de
dagbladen en wil een bedrijfsfonds
gevoed door de opcenten van dc
3TER voor de noodlijdende bladen.
Een dergelijk fonds bestaat op net
ogenblik wel, maar de KVP-er
wenst dit uit regeringshanden te
halen en aan een onafhankehjke
commissie over te dragen.
KVP en WD zijn dan ook duide
lijk niet van plan om op de media
nota van Van Doorn te wachten om
het persbeleid in het algemeen ter
sprake te brengen.
Het kan een boeiend debat worden.