Adviesraad gaat
anders" verder
Successen mogen er niet
sijn in mijn carriere
£i>5
59
Stichting
Jongeren
Huisvesting Werkende
moeilijke situatie
in
IDEN Het is nu bijna twee jaar geleden dat er in Leiden op aandringen van de ge-
eenteraad een Adviesraad voor de Binnenstad werd opgericht. De bedoeling van dit
1 euwe lichaam was geïnteresseerde burgers de kans te geven om mee te denken over wat
met het Leiden tussen de singels lees: de oude binnenstad zou moeten gebeu-
Nu de eerste kinderziekten, waarmee 'n dergelijk nieuw instituut te kampen krijgt,
langzamerhand overwonnen zouden kunnen zijn rijst de vraag in hoeverre de Advies-
ïd erin geslaagd is zijn reden van bestaan te bewijzen.
;rt van Dommelen
lat de manier waarop de raad nu
ctioneert niet ideaal is, blijkt wel
de pogingen die in het werk wor-
gesteld om wat losser te komen
in de gemeente. De Advies-
d heeft wat dat betreft al iets be-
;t: met ingang van morgen zal er
l part-time kracht aan het werk
i, J. A. Heij. Van dinsdag tot en
i vrijdag zal deze van 9 tot 12 uur
de vergaderruimte van de raad
de Morsweg 10 te vinden zijn. D
n de Adviesraad, maar ook
leen. actiegroepen of individuele
gers zullen bij hem terecht kun-
r informatie. Bovendien zal
verslagen en adviezen gaan tik-
Een stukje loskoppeling van 't
ihuis, dat nu nog een belangrijk
het "centrale zenuw-stelsel'
de raad uitmaakt.
euwe structuur
innenkort zal de gemeenteraad de
loskoppeling waarschijnlijk nog 'n
verder op weg helpen door zijn
nejdkeuring te geven aan een nieu
we structuur van de Adviesraad. Dat
zal betekenen, dat er in de raad geen
vertegenwoordigers van de gemeente
meer zullen zitten. (Nu is wethou
der Kret van stadsontwikkeling en
verkeer nog altijd voorzitter, en
maakt ook chef-stadsontwikkeling
Logtenberg deel uit van de raad).
Er zal wel een man op het stadhuis
blijven die als contactpersoon tus
sen adviesraad en gemeente moet
dienen. Deze zal de vergaderruimte
moeten beheren, het financiële doen
en laten van de raad in de gaten
moeten houden, en vooral zal hij
moeten waken over de verstandhou
ding tussen gemeente en Adviesraad.
Dit werk is de afgelopen twee jaar
gedaan door de stadsontwikkelings
ambtenaren Fehmers en Van der
Voort, op een manier die bij de Ad
viesraad zeer in de smaak is geval
len
Ontevredenheid
Het streven naar een minder vaste
band met de gemeente moet voor
een deel gezien worden als een uit
vloeisel van ontevredenheid van de
Adviesraad over wat hij tot nu toe
heeft kunnen bereiken.
hetzij op eigen initiatief, het zij op
verzoek wordt niet, nauwelijks of
zeer traag gereageerd.
Ter verduidelijking: de Adviesraad
bestaat uit ongeveer 80 mensen, ver
deeld over de volgende werkgroepen:
werkgroep structuurplan voor
de binnenstad, die zich bezighoudt
met de vraag welke bestemmingen de
diverse wijken in de binnenstad
moeten krijgen. Wat moet er waar
komen?
werkgroep verkeer
die zich buigt over problemen als:
welke verkeerssoorten moeten in de
binnenstad prioriteit krijgen en wel
ke moeten worden teruggedrongen,
maken we wandelgebieden, en zo ja
waar en hoe, zijn zebra's of blok-
banden beter. Deze werkgroep streeft
ernaar om af en toe deskundigen van
buiten Leiden uit te nodigen om eens
van gedachten te wisselen.
werkgroep monumenten, die be
zig is in kaart te brengen wat er in
Leiden aan monumenten staat. Op
het ogenblik is men bezig de Pieters-
wijk onder de loep te nemen.
stad, die een onderzoek doet naar de
mogelijkheden van herbevolking van
de binnenstad, en die probeert die
herbevolking te stimuleren.
werkgroep leefbaarheid en
stadsverfraaiing, die de andere werk
groepen min of meer overkoepelt, en
die naar de mening van de scheiden
de secretaresse van de raad Marie-
Anne Snoek zeer goed functioneert.
Al deze groepen bestaan in hoofd
zaak uit belangstellende burgers en
uit vertegenwoordigers van vereni
gingen en organisaties die in de bin-
nenstadsproblematiek geïnteresseerd
zijn.
werkgroep
Inventaris
in de binnen- Deze groep heeft in de nog niet s
lange tijd van haar bestaan een in
drukwekkende lijst adviezen uitge
bracht. Er is eens een lijst gemaakt
van alle adviezen en van wat er met
die adviezen gebeurd is. Een voor de
Adviesraad weinig bemoedigende in
ventaris van pogingen die niet het
gewenste resultaat belangrijke in
vloed op de uiteindelijke voorstellen
van B en W aan de raad hebben
opgeleverd. De scheidende secretares
se, Marie-Anne Snoek, noemt vooral
de gang van zaken met het bestem
mingsplan Herengracht-Zijlsingel, en
de kwestie Leidse Schouwburg als
voorbeelden van hoe het volgens
haar niet moet".
Ons betoog over het gebied Heren
gracht-Zijlsingel zijn door de archi
tect Klarenbeek volkomen verknipt,
en zo heeft hij het in zijn plan ver
werkt. Om de plannen voor de
Schouwburg heb ik een jaar op het
stadhuis lopen zeuren zonder dat ik
ze te zien kreeg. Zo kun je toch niet
werken? B. en W. nemen ons vol
gens mij gewoon niet serieus. Hoe
kan wethouder mevrouw Den Haan
(CRM) anders praten over de "ad
viescommissie voor de binnenstad?"
Dat betekent dan toch dat er in
het college niet over ons werk ge
praat wordt?
Nog een voorbeeld. Toen men in de
commissie begeleiding organisatie
onderzoek over decentralisatie be
gon te denken, werden wij aanvan
kelijk gewoon vxergeten. Als de za
ken zo liggen, als je geen aanslui-
De Leidse schouwburgdie ver
bouwd gaat worden. „Ik kon de
plannen niet te pakken krijgen",
zegt Marie-Anne Snoek, schei
dend secretaresse van de Advies
raad voor de binnenstad.
ting krijgt bij B. en W., wat moe
ten de burgers dan van je denken?
Ik geloof dat we nu moeten door
gaan met de Adviesraad, proberen
de huidige situatie te doorbreken.
Lukt dat echter niet, dan vinden
nogal wat mensen in de Adviesraad
dat men er maar beter mee kan
stoppen. De gemeenteraad heeft ons
gewild, laten ze ons dan nu niet dood
maken door ons te weinig bij de
voorbereiding van het beleid te be
trekken".
a
of. rar. Gerard Eduard Langemeijer is eén wijsgeer, zei men alom, een heel beminne-
ce man, geduldig en belangstellend. Een uitzonderlijk magistraat, die aldus dege-
n, die hem lang hebben meegemaakt de geest van de wet liever heeft dan de letter,
len eigentijdse Salomo", noemde iemand hem. Met 't verschil dan dat mr. Langemeijer
"ijlen recht spréékt, maar ei'st. Of, verfijner: „Ertoe concludeert".
igemeijer is procureur-generaal
de Hoge Raad der Nederlanden,
laatste rechtscollege in dit land.
d deze maand legt hij die func-
Hij is 70 jaar geworden
hoogtepunten in mijn
it met pensioen. Mr. Langemeijer Raad van Cassatie optrad. Dit li-
16 jaar procureur-generaal ge- chaam moet beslissen over het be- loopbaan, successen... Die mogen
7 ist bij de Hoge Raad. Het was al roep, dat aangetekend werd tegen niet zijn. Een minister, ja die mag
tijd, zegt hij, een functie, die de vonnissen, die gedurende een
een maximum aan voldoening vijftal jaren na de oorlog in de bij-
schafte. zocidere rechtspleging werden geveld
Ir. Langemeijer heeft een hoog over diegenen, die zich in de bezet-
smal gezicht met ogen, die je tings jaren misdragen hadden.
„Interessant
Langemeijer die periode in zijn belang van zijn cliënt heeft gediend
loopbaan. „Anders dan de Hoge als die vrijgesproken wordt. Maar
Rjeds vriendelijk onderzoekend
eri!kijken. „Ik heb precies een uur
n' ir u", zegt hij zacht,
rste notitie: „Dat is natuurlijk te Raad, die slechts beslist of
nis goed of fout is, kon de Bijzon- een succes
Langemeijer zegt: „Ik heb het dere Raad verandering aanbrengen hij iemand veroordeeld krijgt,
druk, dat ik soms het gevoel heb in een straf. Het was een tijd. moet uitsluitend het algemeen be-
i den. Maar het bevalt me. Ik heb letten. Een sterk gevoel van veront- uit den boze",
nooit een dag spijt gehad dat waardiging viel natuurlijk niet te
loopbaan in het recht heb verdringen".
ik al dat ik dit wilde worden'caat_flsoaal geconcludeerd
Procureur-generaal, de hoogste doodstraf voor Mussert.
ande magistraat? „Dat is een heel moeilijke zaak ge
weest. Mussert... we kregen natuur-
Kortaf: „Nee",
Even later: „Zoals je natuurlijk in
Bijzondere rechtspleging
Het plezier was afwezig in de jaren eetl carrière als de mijne eigenlijk Hoge Raad haar zaak opzette.
dat
Langemeijer als oudste ad- qqJj nooit voldoening
be-
vocaat-fiscaal bij de Bijzondere paalde zaak kunt voelen. U vraagt Daarom vroeg ik om het beroep
tot verwerpen van dat beroep ge- deelde kan bezig houden met een
concludeerd. Eigenlijk met tegenzin overplaatsing, een voorwaardelijke
hoor. want ik vond het toen niet invrijheidstelling, adviezen kan ge-
juist dat de rechter het beter wist ven bij een gratieverzoek. De ver-
dan de regering. Het argument van oordeelden moeten het gevoel heb-
de Ambonese kant was dat verblijf ben dat ze, behalve bij een re
in Indonesië lijfsgevaar kon opleve- classeringsambtenaar, ook terecht
ren. De regering was daar niet van kunnen bij een rechter. Iemand, die
overtuigd, naar ze luistert en die belissingsbe-
maar de manier waarop zij bij de voegdheid heeft. Maar ik praat over
een flink stuk vrome wens. Dat
geldt ook voor de beperking van de
vijrheddsstraf, waar ook iedereen
mij niet overtuigend genoeg
hoogtepunt
ambtsperiode beschouwen al
een bepaald wetsontwerp er n
strijd heeft doorgekregen. En
advocaat mag het als een succes
de regering te verwerpen. En de Hoge
Raad volgde me. Wat het daarna ge
volgde zogenaamde „Ambonezenpro-
bleem" betreft: ik dacht dat het aan
"hij het luwe,n was".
veel Mr. Langemeijer kijkt op zijn hor
een lose we hebben nog maar enkele
minuten. We moeten snel door een
Mr. Langemeijer kijkt opnieuw op
zijn horloge. „Ik heb écht een ver
schrikkelijk druk leven", veront
schuldigt hij zich. „Ik houd dan
wel op bij de Hoge Raad, maar er
is nog zoveel meer te doen hierna".
beroerd", noemt mr. beschouwen als hij het individuele hjstje met onderwerpen heen.
Specialisatie
aanklager mag het nooit als
De specialisatie van de straf-
ziohzélf voelen als rechter, een stokpaardje van de
scheidende procureur-generaal...
,Ja, daar heb ik vaak voor gepleit.
betrekkingen tegelijk te be- waarin je goed op Je emoties moest lang dienen persoonlijke glorie is Er moeten mensen gevonden
„Ja, dat heb ik beloofd en Ik doe
het dus ook: er moet een nationale
ombudsman ingesteld worden. Ik
heb aan de heer Den Uyl beloofd
dat ik die instelling zal voorberei
den. Dat is wat anders als wat
Ambonezen
Op mijn vijftiende jaar ivtr. Langemeijer heeft als advo- Als er dan niet
rechterlijk ambtenaar. Ik heb
eeèit aan een eindbetrekking ge-
:ht. Dat ik deze functie heb mo-
nf bekleden, stemt me erg danK-
Maar ik zou ook graag presi-
van een grote rechtbank heb-
willen zijn. Of kantonrechter,
ar dan
lijk te maken met veel lelijker
ken. Mussert had eigenhandig niet
zoveel gedaan, gemoord of gemar
teld bedoel ik, zoals die vele ande
de hoogtepunten gesproken mag wor
den, dan toch wel over de interes
se-factor van de hele zaken waarin
mr. Langemeijer bij de Hoge Raad
optrad.
den, die bereid zijn hun hele loop
baan lang strafrechter te zijn. Maar sommige kranten geschreven heb-
het blijft bij de wens: die mensen ben: namelijk dat ik die nationale
zijn niet te vinden. Het civiele ombudsman zou worden. Dat kan
men van mij niet meer verwachten.
Maar ik wil wél graag meewerken
aan zijn installatie".
„Ja, allicht", zegt hij, „dan springt
de zaak van de Ambonezen er uit.
verschenen. Maar Ze eisten overbrenging va
lukken naar Nederland.
recht heeft voor de echte jurist zo
veel aantrekkelijkheid, dat hij het
zich niet laat ontnemen. En zo kom
je tot dat rouleringssysteem: een
poosje burgerlijk rechter en een
poosje strafrechter. Maar we moe
ten blijven zoeken naar mensen, die
van het strafrecht hun specialiteit
de Mo- maken.
De zaak Zo ben ik ook sterk voor de instel-
„Een erg aantrekkelijke functie", zo
omschrijft mr. Langemeijer de taak
van de ombudsman, „maar ook heel
moeilijk. De ombudsman, zoals hij vestigen. Maar, en dat is het moei
al bestaat in de Scandinavische lijke: méér dan het onder de aan
landen en in Engeland, zal zo goed dacht brengen van iets, kan hij ook
als geen, bevoegdheidsgrens hebben, niet. Beslissingsbevoegdheden heeft
Iedere keer als hij op het spoor hij niet de ombudsman, naar wie
komt van een onbevredigend func- we straks op zoek gaan, zal moeten
tioneren van het overheidsapparaat, functioneren door zijn morele ge-
zal hij daar de aandacht op moeten zag".
'55 en '56. De regering ling
„executierechte'r". le-
v.rw.1 i,„,, vwi iicu tiwiiaat, waaiiui uie giuwc- - - -
een neei Kiem Kan- len konden gebeuren. Hij had het weigerde en was van zijn verplich- mand, die beslist bij de ten uitvoer
Pat is de karakterstructuur van
rechterlijk ambtenaar, moet hij
bedillerigs hebben?
de goede zin, ja. Ik heb het al-
leuk gevonden om te beslissen.
aangezet. Ik herinner me nog pre
cies wat de doorslag gaf voor mij
om de doodstraf voor te stellen. Ik
vond in de stukken een brief van
Mussert aan Seyss-Inquart. Daarin
schreef hij „Uwe excellentie heeft
Overheerlijk INDISCH of CHINEES ETEN In gezellige sfeer en met prettige bediening
INDISCH RESTAURANT Doea Koentji Baroe (tegenover Stadsgehoorzaal)
moet natuurlijk niet te gauw een tiental Joodse communisten ter
rtij kiezen. Het goed functioneren dood laten brengen. Dat is een wijs
11 een rechterlijk ambtenaar heeft besluit". Op dat moment dacht ik:
er te maken met temperament die vent verdient niet te leven. Ik
r£ ii met karakter. Hij mag niet te concludeerde tot de doodstraf".
I lioneel zijn en primair reageren Executie
moet de neiging hebben om de van de doodstraf-vonnissen, die de
igen tegenover elkaar te stellen. Bijzondere Raad passeerden, zijn er
geeft mij altijd voldoening om 41 voltrokken. Bij één excecutie
ontdekken dat in een zaak de moest mr. Langemeijer aanwezig
rtijen allebei gedeeltelijk gelijk Zijn.
bben. Natuurlijk begint met die „Dat kwam door die mogelijkheid,
dekking ook het moeilijke zoeken waarover de Bijzondere Raad be
ar het vergelijk. Ik heb dat altijd schikte om wijzigingen in het von-
t veel plezier gedaan". nis aan te brengen. De man, waar
om het ging, was hoofd van een
SS-commando geweest. Hij was tot
levenslang veroordeeld en was daar
van bij de Bijzondere Raad in be
roep gekomen. Ik vond de misdaden
van die man echter zo ernstig, dat
ik de doodstraf voorstelde. De Raad
ging met me mee, net als ik eigen
lijk in de verwachting, dat een gra
tieverzoek zou worden ingewilligd.
Maar de gratie bleef uit. Ja, ik ben
daar toch wel van geschrokken-
Het was daarna mijn plicht om de
terechtstelling bij te wonen. Of ik
dat erg vond? Ach, het ging snel.
Veel erger vond ik het gesprek, dat
ik op de dag voor de executie nog
moest voeren met die man in zijn
cel. Hij had daar om gevraagd".
GOUDPRIJZEN
onze schoonheid van een
collectie in gouden sieraden
voor iedereen nog betaalbaar.
Sedert meer als 35 Jaar het
betrouwbare juweliersadres
met de voordeligste prijzen.
En de beste-vak-service door
onze eigen ateliers.
UW JUWELIER
v. d. WATER
Haarlemmerstraat 18
LEIDEN „De stichting kan al
leen voortbestaan als de huren de
renten aflossing en de kosten dek
ken, want er is geen cent subsidie".
Deze zinsnede staat in een rapport
van de Stichting Huisvesting Wer
kende Jongeren, die halverwege dit
jaar een enquête heeft laten instel
len naar de samenstelling en woon
wensen van haar bewoners.
Uit het rapport blijkt dat de ma
nier waarop de stichting Huisvesting
Werkende Jongeren moet functio
neren zonder subsidie alom als
onbevredigend wordt ervarenhet
huurdersbestand van de stichting
bestaat voornamelijk uit „werkende
jongeren" met een inkomen tussen
f840— en f1670.—. Jongeren (dus)
met een hoger opleidingsniveau, een
iets hogere leeftijd (23—30 jaar),
i-erkzaam in de „witte boordensec-
Heeft mr. Langemeijer nooit tor" (78%).
wroeging gehad? In de meeste gemeenten wordt als
norm voor een redelijke huur aange
houden 17% van het bruto-inkomen
of 20% van het netto-inkomen. Het
gemiddelde voor de stichting ligt op
niet minder dan 26% van het netto
inkomen. In het rapport wordt dit
een onjuiste situatie genoemd die
nog duidelijker wordt aan de hand
van de volgende gegevens:
6 door de lage inkomens blijft
bij een huur van 26%
besteedbaar inkomen
6 De 26% van het netto-inkomen
is nog maar een gemiddelde: drie
kwart van de huurders zit boven de
gemeentenorm en twee-derde zelfs
boven het gemiddelde van 26%, ex
cessen van 30 en 40% komen voor.
De oorzaak is volgens het rapport
in een eenvoudig rekensommetje
terug te vinden: de huren moeten
worden berekend op basis van de
renten plus aflossing en de kosten.
„Het is zelfs zo krap dat de stich
ting zich geen lege kamers kan ver
oorloven en dus ook geen kans krijgt
goedkope kamers vast te houden
voor jongeren met lagere inkomens
(of duurdere kamers voor hogere in
komens). Elke leegstand is een recht
streekse bedreiging voor het func-
ven te worden. Ten slotte zou er een
onderzoek op poten moeten worden
gezet om een betrouwbaar beeld te
krijgen van de meest gewenste ap
partementen voor werkende jonge
ren. In het rapport wordt ervoor ge
pleit een dergelijk onderzoek
tioneren van de stichting en zonder samenwerking met andere organi-
subsidie zal dat ook zo blijven, zeker
gedurende een aantal jaren", aldus
het rapport waarin verder wordt
veel te weinig aangetekend dat op langere termijn
over; de inflatie en het feit dat een ge
deelte aan rente en aflossingen is
voldaan de huren beter betaalbaar
zullen maken voor de lage inkomens
groepen.
In het rapport van de stichting
wordt gesteld dat er een nieuw huur -
systeem zou moeten komen om een
rechtvaardiger verdeling van de
huurlasten te bereiken. Voor een
redelijke huur zou de stichting sub
sidie moeten krijgen, zodat niet meer
alle lasten door de huur gedekt hoe-
saties op het gebied van bijzondere
huisvesting en opvang/begeleiding
van werkende jongeren in te (laten)
stellen.
Kritiek
Uit het jaarverslag van de stich
ting over 1972 blijkt overigens dat de
stichting vorig jaar 19 panden in
eigendom had en kon beschikken
over 4 gemeentelijke saneringspan
den en één pand aan de Maredijk
(173) op basis van een meerjarig
huurcontract. Het totaal aantal ka
mers bedroeg -237 waarin 223 wer
kende jongeren gehuisvest waren.
In het-jaarverslag wordt aangete
kend dat de vraag naar flats in
tegenstelling tot de animo van kamer
bewoners om naar flats te verhuizen
groot is. Dat die vraag blijft aan
houden is voor de stichting een aan
sporing om het niet bij één complex
flats te laten, aldus het jaarverslag.
Kritiek wordt in het jaarverslag
geleverd op het bedrijfsleven: „Dat
een derde oproep tot het bedrijfs
leven om het werk van de stichting
met een bijdrage ineens financieel te
steunen op een hoogst enkele uit
zondering na zonder resultaat bleef
is niet eens teleurstellend meer. Het
is bedroevend en verbazingwekkend
tegelijk te moeten constateren hoe
weinig belang de meeste bedrijven
schijnen te hechten aan de leefom
standigheden van hun werknemers
en dat, terwijl juist deze omstandig
heden belangrijk van invloed kunnen
zijn op de gang van zaken bij het
produktieproces".