uen vreemde reuzenkweek ran de schrijversfantasie Een drietal nieuwe gedichtenbundels 'Modern Koken' geen boek om te pronk te zetten [atha-yoga is goed oor gezondheid en merlijk evenwicht l/VOUL Iynckes EKSTEN Pellenaars doet een aardig boekje open iTERDAG 22 DECEMBER 1973 EXTRA PAGINA 19 Schrijver dezes. Het Evangelie van O. Dapper Dapper. Met een voorwoord van Willem Frederik Hermans. De Bezige Bij, Amsterdam. Foei Aos. (Habakuk II de Balker). Zwijg. De Bezige Bij. A,msterdam. Leo Vroman. Het Carnarium. Querido, Amsterdam. Een opvallend verschijnsel doet zich de laatste tijd voor bij de Nederlandse romanschrij vers. Uit de nieuwe uitgaven van dit najaar kies ik hier drie werken, twee van schrijvers van grone naam en faam en één vain een kort geleden debuterende dichter, waarbij ik duidelijk de indruk krijg dat deze auteurs het niet meer zien zitten waar het de roman vol gens de traditionele vorm en inhoud betreft. t W. F. Hermans ïijk zijn, sinds een aantal Ja de uitgaven op het gebied van in het algemeen en hatha-yo- het bijzonder. Hatha-yoga is mderdeel van het uit India af- tige yoga-systeem, dat spe- aandacht besteedt aan de be- ring van een gezond lichaam reekt het vanzelf dat er wissel- is ussen gezondheid en lijk evenwicht. denken, dat de belangstel- r yoga iets is van na de de Wereldoorlog. Maar lang 1940 bestond er hier te lande, oor (hatha-)yoga, voor lijk door de uitgave van een i Yogi Ramacharaka (de op de derde lettergreep, uitspreken als "tsj") 'n pseu- voor de Amerikaan William Atkinson. Ook waren er uit- ran de (Theosopische) uitge- 'Gnosis" alsmede Engelse en boeken over dit en aanver- onderwerpen. Ramacharaka, «erde zijn oorspronkelijke uit- het begin van deze eeuw om- 1903; de vertaling verscheen de Eerste Wereldoorlog bij Veen in Amersfoort en te- ordig bij N. Kluwer in Deven- bestond dus reeds tussen de il Hynckes, De vrienden van macht; vertaling: Frédérique fr Velde; B.V. Uitgeverij De irspers; f 18,50. 19 januari van dit jaar stierf Hynckes, met o.a. Pyke Koch, Willink en Wim Schumacher, inwoordiger van de „magische M-realistische schilderkunst, ja hand bestaan enkele tek- iie als bijdragen in kranten ien, en zij zijn nu in een gebundeld, dat geïllustreerd ^netten van zijn hand, onder I „De vrienden van Midder- is gepubliceerd. De teksten de oorspronkelijke vorm uit- in de door Hynckes zelf be- Eerste en Tweede Wereldoorlog in Nederland een zekere belangstelling voor yoga, maar het is een feit. dat die sinds een kwart eeuw aanzien lijk is toegenomen en. mede door 't oprichten van een vereniging, in georganiseerde banen is geleid. Hoewel het zeker nuttig mag heten zich de grondbeginselen van hatha- yoga door een ervaren leermeester te laten onderwijzen, is er, mits de nodige voorzichtigheid wordt be tracht, geen bezwaar tegen "zelf studie". Een boekje dat daarbij kan helpen is dat van de Amerikaanse Tillie Mia: "Yoga, een moderne methode voor totale geestelijke en tamelijke gezondheid", uitgave Teleboek, Bussum, prijs f 14.90. Talrijke instructieve foto's van "asana's" (houdingen, want Hatha- yoga is beslist géén bewegings- gymnastiiek) vormen de suggestieve begeleiding van de duidelijke tekst. Naar mijn persoonlijke, op langdu rige ervaring berustende mening be hoort de nadruk te liggen op "goed ademhalen" als basis voor 'n doel matige beoefening van hatha-yoga. Liever had ik dan ook gezien, dat het hoofdstuk „Goed adem ha len door yoga" voorin geplaatst was inplaats van achteraan. Het lijkt mij dan ook verstandig met het slot te beginnen. Wie dat doet en dan tot de asana's overgaat zal zeker zijn voordeel met deze uitgave kunnen doen. Wie de weldadige beoefening van "volledige ademhaling" en houdin gen aan den lijve heeft ondervon den. doet er verstandig aan ook de kinderen daarvan deelgenoot te ma ken. Een geschikte uitgave voor dit doel is de geïllustreerde Prisma pocket "Yoga voor kinderen", van Esther M. Luchs. uitgave Het Spec trum. Utrecht/Antwerpen, met oefeningen voor thuis en op school. Dat de kinderen „rustiger, har monischer en meer geconcentreerd" worden, zoals het omslag vermeldt, is zeker Juist, mits zowel de adem halingsoefeningen als de asana's ontspannen worden verricht. Wes terlingen hebben namelijk de kwalij ke neiging voor beide teveel kracht te gebruiken. Hatha-yoga, mits Juist beoefend, kan de weg wijzen naar "zuinigheid met energie" een (Oos ters) advies, dat niet slechts dient te gelden tijdens de tegenwoordige olie crisis, maar zeker ook bij het be oefenen van yoga om langs die weg tot een deel van de levenshouding te worden. C. J. ROTTEVEEL volgorde. Tienden van middernacht, zijn üandse schilder Ernst Leyden, sterdamse kunsthandelaar Van schilders Pyke Koch en Ca- nk, en zij duiken voor de le- korte schetsen. Met feilloos ievermogen heeft de schil- met enkele rake schetsen «t. Men ziet hen als het wa- 3 in Amsterdam, in de Vlaam sen, waar Hynckes een groot zijn Jeugd heeft doorge- in het Gooi. erg aardig boek, dat vooraj door de toegeeflijke eerlijk- vaarmee de schrijver zichzell collega-schilders beschrijft: «n van een paar uitzonde zijn de schilders gebleven wat ld zijn geweest, in fluweel ge- udesperado's", die hun pijp terwijl ze wachten op de guns- het kapitaal". ANNEMIEK RUIJGROK Als ik me bepaal tot de inhoud dan blijkt dat het gedaan is met de emoties die tot voor kort toch de basis van het menselijk bestaan vormden. Weg is de liefde met of zonder hoofdletter en zijn com ponent trouw en ontrouw, weg is de maatschappijzin anti-, a-, of sociaal, weg is de verhouding tussen de gene raties, genegen of ongenegen. Op het stramien van deze zaken werd tot voor kort menige roman opgebouwd met meer of minder succes, met meer of minder variatie van milieu of In tellectueel niveau. Met de hierboven genoemde drie boeken blijkt dat de schrijver van nu deze wetmatigheid van het leven van de mens die, als je naar buiten kijkt toch maar koppig schijnt voort te rollen, meer dan beu is en is overgestapt op een vorm van baldadige spotternij. Opvallend is ook hoe goed dat deze schrijvers afgaat. Waar de Ne derlandse romancier vroeger nogal eens moeite had, niet zozeer met de uitdieping dan wel met spreiding in de breedte van zijn onderwerp en ge neigd was tot wat je „de smalle roman" kan noemen, daar verschijnt nu bij sommigen een welhaast barok ke overmaat van beeld- en taalge bruik met als gevolg dat de romans in omvang geweldig zijn toegeno men. Daarnaast krijg ik de indruk dat deze schrijvers zijn overgegaan tot een soort cryptogrammenstijl, waarmee ik bedoel dat zij met ge mak een lange zin creëren voor iets in wezen simpels. Zo in de trant van: „De toegang van een landbouw werktuig in Noordholland," waarmee dan bedoeld wordt, de gemeente Eg- mond. Of „De kip vindt die plant maar bedrog". Antwoord: hennep. Ook de fantasie heeft zich machtig ontwikkeld. Bizarre toe standen en gebeurtenissen treden aan de lopende band op zonder dat je altijd van sprankelend kan spre ken. Deze vorm van fantasie heeft eerder iets bedachte, iets cerebraals terwijl je de overvloedigheid ervan niet ontkennen kan. Ik gebruikte het woord baldadig al. Volgens de al- phabetische volgorde zal ik beginnen met het boek „Zwijg" van Habakuk II de Balker. Het heeft een omvang van 360 blz. zodat er van zwijgen eigenlijk moeilijk gesproken kan worden, „Vlieg 's mee op de bezem steel. Hee! Hop! Vemeukers, Rozewa- ters en ook jullie die niet troebel oogje koekeloeren," zo worden we bij de aanvang toegesproken en voor onthutst en onschuldig oog schuiven onvoorstelbare woordlawi nes omlaag. Daar tollen en tuimelen de steden en dorpen, de bossen en de akkers van Twente in as en vuur, ijs of in water (Alles stroomt is i van de beide motto's aan het boek meegegeven) aan ons voorbij. Daar gaat Klotenstad of wel Ensche de waar" de toren in slaap zijn ge wiegd door het zachte zoemen brm brm van de ijskast brm brm van de elektrische centrales, de nieuwe zielen". En hier tuimelt Zoutlo ook wel Vikingveld genaamd met „aard gasconcessies cirkelen (d) als aasgie- om het stadje.te midden van archaïsche landschappen, primitieve gestalten, wilde scènes. De terugkeer een oergrond en plattelands leven, een lofzang op bos, veld, aarde, seizoenen, harmonicamuziek wijst op de voorkeur van de auteur voor ak kers en landweggetjes „als varkens staartjes". Er treden grote, bizarre wezens op de voorgrond zoals Augustinus Anijs, een schilder, een zanger, een meisje dat Vania heet en de pop groep Bulkend Groen die "geen kans in spijt van zijn frivole en ori ginele naam, een sfeer te scheppen, die de menigte op de halve dorsvloer massaal deed meedeinen". Zo is dit verhaal van een niet te beschrij- overvloed en zomin als iemand onder een waterval gehurkt, in staat is om de druppels te beschrijven, zo min is het mij mogelijk het boek: "Zwijg" in factoren te ontleden. Ik zal de titel dus maar als een ca tegorische imperatief beschouwen, voor iedereen behalve voor Habakuk II. Maar begin er maar wel aan, zou ik zeggen. Er gaat een wonder lijke fascinering van het boek uit en geduld is zulk een schone zaak. Het tweede boek is van Willem Fre derik Hermans, in dit verband ge naamd "Schrijver dezes". Persoon lijk vind ik het spijtig dat het geen verband houdt met "De Engelbe waarder" maar wel een vervolg is op "De God Denkbaar, Denkbaar de God", die weer herhaaldelijk op treedt. O Dapper Dapper is geloof ik de tweelingziel van de eenmaal be roemde Lou de Palingboer (eigenaardig hoe schrijvers zo ge boeid zijn geweest door deze nep- messias) en hij wandelt op een dag in een gehuurd Volendams gewaad op het Damrak. De gevolgen zijn on overzienbaar en onbeschrijfelijk (in een boekbespreking, bedoel ik). We zijn vijf miljard jaar later en de we reld is herschapen. O.D.D. is ook 'n eindeloos herschapen evangelist met in zijn KLM-tasje een bloemlezing, uit Nietzsche met daarin aange streept de woorden "Ewige Wieder- kunft des Gleichen". Dit is dus dui delijk. Maar verder is er niet veel veranderd in de wereld, zou ik zo denken. Er zijn wat meer technische mogelijkheden maar voorts worden in deze olijke chaos duidelijk herken bare figuren overstroomd met de (voor zijn doen) milde spot van W. F. Hermans, zoals de stad Amster dam compleet, enige hooggeleerden, de politie, bijgelovige sukkelaars 't geloof in velerlei vorm. Tot die tech niek behoort het bouwen van een immense schrijfmachine in de Vij zelstraat (Amsterdam) teneinde O.D.D. in staat te stellen het evan gelie hem gedicteerd door Denkbaar, op papier te zetten. O.D.D. kan nl. niet meer spreken aangezien iemand een biljartbal in zijn mond gestompt heeft en op een gewone machine kan hij niet schrijven omdat zijn duim zo groot is als een dij. Dan is er nog het drama met Lila de vlieg- tuigkaapster en de onvoorstelba re gevolgen van dien en het einde- ach het einde is ook niet alles. Op een ver eiland wordt onder het toe zicht van een aanbiddende menigte De Afschuwelijke Baby geboren maar tegelijk laat Hermans in zijn scepsis een ongehuwde moeder zich voortreppen naar de zolderkamer die zij in de Staalstraat bewoont. Het is het liefje van O.D.D., genaamd Elf- Je met haar kinderen Doetje en Daatje, die een hapje zijn wezen eten bij het Leger des Heils. Doetje zuigt erfelijk belast op naar duimpje en Daatje, het jongetje, herinnert zich vaag de regels van de koorzang bij de schrijfmachine van zijn va der. "Though this be madness, yet there is method in 't", afgezaagd ze ker, maar wel toepasselijk. Bij de derde Leo Vroman ligt de zaak even anders. "Het Carnarium" is zijn eerste verhaal van lange (al weer) adem. Het heeft eveneens een parodistische inslag hoewel dat moeilijk met zekerheid is te zeggen voor iemand die van de bio-chemie niets afweet. Want als ik b.v. lees: "Nou, ik kan het gebruik van interfe- rentiekleuren op geanodizeerd tenta- lium verder ontwikkelen om er een itnmuuo-proef van te maken", in een boek dat volgehs de verklaring van schrijver en uitgever tot de let terkunde behoort, dan kan ik niet weten of ik beet genomen wordt of niet. Vroman is zachtmoediger en menselijker, eigenschappen die hij toont door zijn fantastische verhaal verankerd te houden aan zijn vrouw Tineke en zijn beide dochters Peg gy en Geri. Een herkenbare basis van levende mensen, wel niet hele maal zoals u en ik maar toch ten naaste bij. Dochter Geri is het ook Zij is het die eens aan tafel geze ten haar afkeer uitspreekt in de volgende zin: "Nee, echt, verdomme, waarom kweken we die grote koeien met hun grote zachte gezichten en ogen alleen maar om ze dan op hun kop op te hangen en uit te glijden in hun bange mest als we hun kt.l afsnijden?" Dat brengt daddy Leo op ae gedachte „Vlees te kweken uit een paar vleescellen". Volgens de bereke ning van zijn collega Charlie Darwin zullen de eerste hamburgers hen dan wel te staan komen op tien duizend dollar per stuk maar dat mag niet hinderen. Het Carnarium komt op gang met medewerking van de hele familie en „de A-cellen in fles 3" worden al spoedig een dikke soep. Toch is er iets mis gegaan, iets dat verband houdt met het feit dat de slager zijn vrouw vermoord heeft en ui het genakt meegemalen, geloof ik. In plaats van koeien of tenminste hamburgers groeien er in het labo ratorium met bekwame snelheid drie ventjes. En alsof we nog niet genoeg eUende met de huidskleur hebben, zijn die nog groen van huid ook. Groen schijnt in al dit soort verha len een magische kleur te zijn. Tot volwassenheid gekomen bij ken de drie groenen in behendigheid en in telligentie wit, zwart en geel ver te overtreffen. Het zijn volkomen nieu we creaturen die b.v. in staat zijn tot een verblijf onder water van drie weken. Ook in het paren zijn zij zeer bedreven en het ls duidelijk dat geen enkel anders getint meisje bezwaar heeft tegen een een groen mans persoon, integendeel. Waar Leo Vro man onder de bedrijven door zelf ls gebleven heb ik met de beste wil niet kunnen achterhalen. Maar dat geeft niet, die duikt wel r op. Drie schrijvers die in hun werk buiten het bekende leef schema ge klauterd zijn Hermans langs de weg van zijn skepsis, Habakuk door middel van hartstocht voor een te rugkeer naar de natuur, Vromans door zijn aangeboren speelsheid. Maar alle drie via een merkwaardige reuzenkweek van hun fantasie. CLARA EGGINK. „Daar was 't", een blografie van Kees Pellenaars, door Pierre Huyskens, uitgegeven door J. F. Duwaer en Zonen. Nu Kees Pellenaars dan, naar men mag aannemen, met pen sioen ls gegaan als ploeglei der, kon het niet uitblijven of er moest een biografie van dit uiterst schilderachtig stukje mens wor den geschreven. Pierre Huyskens heeft die taak ter hand genomen en zoals men kon verwachten van deze voortreffelijke journalist een bijzonder boeiend en smeuiig verhaal afgeleverd. Huyskens kent Pellenaars door en door. Hij sluit zijn ogen niet voor de zwak ten van de Pel, maar bedekt ze toch wel graag met de mantel der liefde. Juist omdat aan de ande re kant van de balans zoveel goeds staat. De titel van het boekje („Daar was 't") is een verwijzing naar de naam van Pellenaars villa in Breda: „Hier is 't". Dat liet de eerste echtgenote van Pellenaars in 1956 provocerend op het huis zetten, toen supporters van Wim van Est tot allerlei bedenkelijke acties overgingen (anonieme tele fonades, claxonkanonades, be sprenkelen van het gazon voor het huis met zoutzuur e.d.) uit woe de over het feit dat de Pel dat Jaar de grote held van het Heike niet mee naar de Tour wilde nemen. Sjaan Pellenaars sliep in die tijd met het geweer naast het bed En daarmee zijn we meteen in Pellenaars meest turbulente Jaren belandzijn ploegleiderschap van de Nederlandse equipe in de Tour de France in met name de jaren 1953-1958. De grote, onge kende successen die toen onder en mede dankzij Pellenaars wer den behaald en parallel daarmee lopend zijn taaie gevecht met de heren van de KNWU. Er zitten heel mooie achtergrondverhalen bij, waaruit de grote kracht en dito zwakte van de Pel wel goed tot uiting komt. De opvallende prestaties van de Nederlandse renners in die jaren dient men, zoals bijna alles in de wielersport, met een apart oog te bezien. Huyskens beschrijft dat aldus: Pellenaars was een ploegleider die „met nooit verslappende waak zaamheid de markt wist te peilen en vedetten of ploegen-in-nood precies op tijd de Juiste „deal" aanbood. Hij wenste etappe-over winningen of een tijdje de gele trui in ruil voor hand- en span diensten Part of de „deal" was dus altijd dat er voor Nederland sportroem in zou zitten, die aan het thuisfront als zoete koek was te verkopen Inmiddels mochten de wielersportliefhebbers echt geloven dat de Nederlandse cou reurs tot alles in staat waren Pellenaars, die zulke gedach ten als geen ander inspireerde, wist wel beter. Ook in 1954 was het incidentele bezit van de gele trui meer georganiseerd dan werkelijk verdiend; een paar Jaar lang heeft de Nederlandse equipe boven zijn stand geleefd". En wij, 20 jaar geleden, maar in opperste spanning luisteren naar Jan Cottaar RUUD PAAUW. Uitvoerige vraagbaakvoor in de keuken Titel: Modern Koken. Auteurs Ar- ne Krüger en Anette Wolter. Uitge verij Helmond. Prijs f 39,50. We willen tegenwoordig anders eten, gezonder, meer verfijnd minder gebonden aan de verouderde „gul den regels van het 'koken". Voor deze manier van koken hebben Arne Krü ger en Anette Wolter een basiskook boek samengesteld „Kochen Heute" Omdat dit boek eigenlijk precies is wat de moderne kookster (en koken wil, hebben mevrouw D. Defesche- Pinckers en mevrouw N. Duinker- Joustra (diëtiste) dit boek vertaald Het boek is ingedeeld in verschil lende rubriekenSnel koken, de alle daagse keuken, koken voor feestda gen, koken over de grenzen, gezond koken. De titels van deze hoofdstuk ken spreken voor zich zelf. Het is echter helemaal niet nodig het hele feestdiner uit dat ene hoofdstuk Ko ken voor feestjes, om nu maar eens een voorbeeld te noemen, te ha len. Misschien is het weieens aar dig om ook eens iets te laten proe ven als dessert b.v. uit Gezond koken. Alle recepten in het boek zijn volgens het „dadelijk-kunnen-koken" systeem uitgevoerd. Als je een etentje wilt geven of eens iets aparts klaar wil maken is na tuurlijk de prijs enorm belangrijk. Ook daaraan hebben de samenstel lers gedacht. Bij ieder recept staan een, twee of meer beursjes. Het zal iedereen duidelijk zijn dat de een- beurs-recepten het voordeligst zijn Op dezelfde manier, maar dan met kookpotJes, geeft men aan of een recept moeilijk of gemakkelijk te maken is. Zelfs met het verschijnsel vrieskist heeft men in Modem Koken rekening gehouden. Door middel van sterretjes wordt aangegeven hoe lang een bepaald recept in de vrie zer houdbaar blijft. Naast serveer tips, een verhandelingetje over calo rieën, vet, kruiden en keukenge reedschap vinden we in het boek een tweede deel ,De kunst van het ko ken". In dit deel zult u op bijna alle vragen die rijzen bij het maken van een van de recepten een antwoord kunnen vinden. Aan de hand van foto's en een uitvoerige beschrijving kunt u straks zelf bij de slager, de vishandelaar of de poelier zien wat voor „vlees" u in de kuip heeft. Ook de granen, groenten en fruitvariëtei- ten en de taal van de koks hebben dan geen geheimen meer voor u en de meest vernuftige keukentechniek- jes kunt u toepassen. Dit overzichte lijke met 100 kleurenfoto's geïllus treerde kookboek waarin werkelijx niets ontbreekt is beslist geen mooi werkje om in de boekenkast te pronk te zetten, daarmee zou u de samen stellers te kort doen. Het hoort in de keuken, zodat de kok er op ieder moment naar kan terug grijpen. HENRIETTE V. D. HOEVEN Een drietal gedichtenbundels dit keer waarvan er twee door Nijgh en Van Ditmar op de markt zijn ge bracht: "Springtij in de flanken", van Wim Hazeu en "Bewoordingen" van Max Croiset. De derde bundel, bevat een keuze uit de gedichten van Frans Babyion (Uitgave van het Comité Vrienden van Frans Baby- Ion 1973). Om met de laatste te beginnen: het moet gezegd dat deze "posthu- me waardering voor de dichter", niet uitgebreid genoeg had kunnen zijn. De bundel bevat een aantal uit stekende gedichten die hun kracht ontlenen aan de kernachtige be schrijving en diepgang. De in 1968 (op 44-Jarige leeftijd) overleden dichter Frans (Obers) Ba byion was een schilderachtige fi guur die na de bevrijding als zwer ver-landarbeider lange perioden in Frankrijk verbleef. Hij werd chris ten-socialist en wierp zich op als 'n literair onafhankelijk dichter, die in zijn laatste levensjaren op revo lutionaire wijze naar nieuwe levens vormen zocht. Hij publiceerde in verschillende Nederlandse tijd schriften. werkte als kunstrecencent aan diverse kranten mee en schreef een twintigtal gedichtenbundels. In zijn voorwoord over de dichter, stelt dr. Harrie Kapteijne dat Frans Babylon in zijn gedichten veel zwak ke plaatsen had die zich manifes teerden in slordigheden in verwoor ding of verbeelding. "Iemand die tot tekstkritiek in staat is, hoeft niet slordig te zijn", zo schrijft Kapteij ne, die verder over Babyion zegt: "Hij schreeuwde soms de dier baarste stilten weg, deed pijn wie hem lief was, er moesten andere werkelijkheden gedecodeerd worden maar hij miste daartoe dan het zielsvermogen". De gedichten van Frans Babyion ademen grote humaniteit met een welhaast aan onwaarschijnlijkheid grenzend vermogen tot zelfkritiek. In veel van de gedichten sluimert een soort onrust die de versregels in één brok dynamiek doet verstren gelen. Al met al is deze bundel erg aanbevelenswaard. Van een aanmerkelijk minder ge- nalte is de bundel "Bewoordingen" van toneelspeler, regisseur voor drachtkunstenaar, romancier, en dichter Max Croiset. De bewoordin gen in deze bundel doen sterk den ken aan de Haiku-poëzie met dit verschil dat ze niets te zeggen heb ben. Croiset heeft zich uitgeput in 'n schromelijk overdreven logica wat kennelijk tot bedoeling heeft leuk en lief te zijn. Bijvoorbeeld: "Ik kijk naar de bergen en denk aan de zee: zij zijn lichter dan water; zij zin ken niet". Beter, ofschoon ook niet zo erg geweldig, is "Springtij in de flanken" van Wim Hazeu, hoofd van de afde ling Drama van de NCRV-televisie. Zijn gedichten bevatten in enkele gevallen een rake typering van si tuaties en/of mensen mooie symboliek daarvan. Dit gedicht wil ik u in elk geval niet onthouden (Hof van de graaf) In de kiosken haag se weduwen opgescheept met bloot en de groene amsterdammer op het plein een vredesmars met leuzen en toch veel stilte langs de pier een verwaaide amerikaan een dame groet een dame Indisch heimwee in hun ogen WIM WIRTZ

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1973 | | pagina 19