uen vreemde reuzenkweek
ran de schrijversfantasie
Een drietal nieuwe gedichtenbundels
'Modern Koken' geen boek
om te pronk te zetten
[atha-yoga is goed
oor gezondheid en
merlijk evenwicht
l/VOUL
Iynckes
EKSTEN
Pellenaars doet een
aardig boekje open
iTERDAG 22 DECEMBER 1973
EXTRA
PAGINA 19
Schrijver dezes. Het Evangelie van O. Dapper Dapper. Met een voorwoord van Willem
Frederik Hermans. De Bezige Bij, Amsterdam.
Foei Aos. (Habakuk II de Balker). Zwijg. De Bezige Bij. A,msterdam.
Leo Vroman. Het Carnarium. Querido, Amsterdam.
Een opvallend verschijnsel doet zich de laatste tijd voor bij de Nederlandse romanschrij
vers. Uit de nieuwe uitgaven van dit najaar kies ik hier drie werken, twee van schrijvers
van grone naam en faam en één vain een kort geleden debuterende dichter, waarbij ik
duidelijk de indruk krijg dat deze auteurs het niet meer zien zitten waar het de roman vol
gens de traditionele vorm en inhoud betreft.
t W. F. Hermans
ïijk zijn, sinds een aantal Ja
de uitgaven op het gebied van
in het algemeen en hatha-yo-
het bijzonder. Hatha-yoga is
mderdeel van het uit India af-
tige yoga-systeem, dat spe-
aandacht besteedt aan de be-
ring van een gezond lichaam
reekt het vanzelf dat er wissel-
is ussen gezondheid en
lijk evenwicht.
denken, dat de belangstel-
r yoga iets is van na de
de Wereldoorlog. Maar lang
1940 bestond er hier te lande,
oor (hatha-)yoga, voor
lijk door de uitgave van een
i Yogi Ramacharaka (de
op de derde lettergreep,
uitspreken als "tsj") 'n pseu-
voor de Amerikaan William
Atkinson. Ook waren er uit-
ran de (Theosopische) uitge-
'Gnosis" alsmede Engelse en
boeken over dit en aanver-
onderwerpen. Ramacharaka,
«erde zijn oorspronkelijke uit-
het begin van deze eeuw om-
1903; de vertaling verscheen
de Eerste Wereldoorlog bij
Veen in Amersfoort en te-
ordig bij N. Kluwer in Deven-
bestond dus reeds tussen de
il Hynckes, De vrienden van
macht; vertaling: Frédérique
fr Velde; B.V. Uitgeverij De
irspers; f 18,50.
19 januari van dit jaar stierf
Hynckes, met o.a. Pyke Koch,
Willink en Wim Schumacher,
inwoordiger van de „magische
M-realistische schilderkunst,
ja hand bestaan enkele tek-
iie als bijdragen in kranten
ien, en zij zijn nu in een
gebundeld, dat geïllustreerd
^netten van zijn hand, onder
I „De vrienden van Midder-
is gepubliceerd. De teksten
de oorspronkelijke vorm uit-
in de door Hynckes zelf be-
Eerste en Tweede Wereldoorlog in
Nederland een zekere belangstelling
voor yoga, maar het is een feit. dat
die sinds een kwart eeuw aanzien
lijk is toegenomen en. mede door 't
oprichten van een vereniging, in
georganiseerde banen is geleid.
Hoewel het zeker nuttig mag heten
zich de grondbeginselen van hatha-
yoga door een ervaren leermeester
te laten onderwijzen, is er, mits de
nodige voorzichtigheid wordt be
tracht, geen bezwaar tegen "zelf
studie". Een boekje dat daarbij kan
helpen is dat van de Amerikaanse
Tillie Mia: "Yoga, een moderne
methode voor totale geestelijke en
tamelijke gezondheid", uitgave
Teleboek, Bussum, prijs f 14.90.
Talrijke instructieve foto's van
"asana's" (houdingen, want Hatha-
yoga is beslist géén bewegings-
gymnastiiek) vormen de suggestieve
begeleiding van de duidelijke tekst.
Naar mijn persoonlijke, op langdu
rige ervaring berustende mening be
hoort de nadruk te liggen op "goed
ademhalen" als basis voor 'n doel
matige beoefening van hatha-yoga.
Liever had ik dan ook gezien, dat
het hoofdstuk „Goed adem ha
len door yoga" voorin geplaatst was
inplaats van achteraan. Het lijkt
mij dan ook verstandig met het slot
te beginnen. Wie dat doet en dan
tot de asana's overgaat zal zeker zijn
voordeel met deze uitgave kunnen
doen.
Wie de weldadige beoefening van
"volledige ademhaling" en houdin
gen aan den lijve heeft ondervon
den. doet er verstandig aan ook de
kinderen daarvan deelgenoot te ma
ken. Een geschikte uitgave voor dit
doel is de geïllustreerde Prisma
pocket "Yoga voor kinderen", van
Esther M. Luchs. uitgave Het Spec
trum. Utrecht/Antwerpen, met
oefeningen voor thuis en op school.
Dat de kinderen „rustiger, har
monischer en meer geconcentreerd"
worden, zoals het omslag vermeldt,
is zeker Juist, mits zowel de adem
halingsoefeningen als de asana's
ontspannen worden verricht. Wes
terlingen hebben namelijk de kwalij
ke neiging voor beide teveel kracht
te gebruiken. Hatha-yoga, mits Juist
beoefend, kan de weg wijzen naar
"zuinigheid met energie" een (Oos
ters) advies, dat niet slechts dient te
gelden tijdens de tegenwoordige olie
crisis, maar zeker ook bij het be
oefenen van yoga om langs die weg
tot een deel van de levenshouding te
worden. C. J. ROTTEVEEL
volgorde.
Tienden van middernacht, zijn
üandse schilder Ernst Leyden,
sterdamse kunsthandelaar Van
schilders Pyke Koch en Ca-
nk, en zij duiken voor de le-
korte schetsen. Met feilloos
ievermogen heeft de schil-
met enkele rake schetsen
«t. Men ziet hen als het wa-
3 in Amsterdam, in de Vlaam
sen, waar Hynckes een groot
zijn Jeugd heeft doorge-
in het Gooi.
erg aardig boek, dat vooraj
door de toegeeflijke eerlijk-
vaarmee de schrijver zichzell
collega-schilders beschrijft:
«n van een paar uitzonde
zijn de schilders gebleven wat
ld zijn geweest, in fluweel ge-
udesperado's", die hun pijp
terwijl ze wachten op de guns-
het kapitaal".
ANNEMIEK RUIJGROK
Als ik me bepaal tot de inhoud
dan blijkt dat het gedaan is met de
emoties die tot voor kort toch de
basis van het menselijk bestaan
vormden. Weg is de liefde met of
zonder hoofdletter en zijn com
ponent trouw en ontrouw, weg is de
maatschappijzin anti-, a-, of sociaal,
weg is de verhouding tussen de gene
raties, genegen of ongenegen. Op het
stramien van deze zaken werd tot
voor kort menige roman opgebouwd
met meer of minder succes, met meer
of minder variatie van milieu of In
tellectueel niveau. Met de hierboven
genoemde drie boeken blijkt dat de
schrijver van nu deze wetmatigheid
van het leven van de mens die,
als je naar buiten kijkt toch maar
koppig schijnt voort te rollen, meer
dan beu is en is overgestapt op een
vorm van baldadige spotternij.
Opvallend is ook hoe goed dat deze
schrijvers afgaat. Waar de Ne
derlandse romancier vroeger nogal
eens moeite had, niet zozeer met de
uitdieping dan wel met spreiding in
de breedte van zijn onderwerp en ge
neigd was tot wat je „de smalle
roman" kan noemen, daar verschijnt
nu bij sommigen een welhaast barok
ke overmaat van beeld- en taalge
bruik met als gevolg dat de romans
in omvang geweldig zijn toegeno
men. Daarnaast krijg ik de indruk
dat deze schrijvers zijn overgegaan
tot een soort cryptogrammenstijl,
waarmee ik bedoel dat zij met ge
mak een lange zin creëren voor iets
in wezen simpels. Zo in de trant
van: „De toegang van een landbouw
werktuig in Noordholland," waarmee
dan bedoeld wordt, de gemeente Eg-
mond. Of „De kip vindt die plant
maar bedrog". Antwoord: hennep.
Ook de fantasie heeft zich
machtig ontwikkeld. Bizarre toe
standen en gebeurtenissen treden
aan de lopende band op zonder dat
je altijd van sprankelend kan spre
ken. Deze vorm van fantasie heeft
eerder iets bedachte, iets cerebraals
terwijl je de overvloedigheid ervan
niet ontkennen kan. Ik gebruikte
het woord baldadig al. Volgens de al-
phabetische volgorde zal ik beginnen
met het boek „Zwijg" van Habakuk
II de Balker. Het heeft een omvang
van 360 blz. zodat er van zwijgen
eigenlijk moeilijk gesproken kan
worden, „Vlieg 's mee op de bezem
steel. Hee! Hop! Vemeukers, Rozewa-
ters en ook jullie die niet troebel
oogje koekeloeren," zo worden we
bij de aanvang toegesproken en voor
onthutst en onschuldig oog
schuiven onvoorstelbare woordlawi
nes omlaag. Daar tollen en tuimelen
de steden en dorpen, de bossen en
de akkers van Twente in as en vuur,
ijs of in water (Alles stroomt is
i van de beide motto's aan het
boek meegegeven) aan ons voorbij.
Daar gaat Klotenstad of wel Ensche
de waar" de toren in slaap zijn ge
wiegd door het zachte zoemen brm
brm van de ijskast brm brm van de
elektrische centrales, de nieuwe
zielen". En hier tuimelt Zoutlo ook
wel Vikingveld genaamd met „aard
gasconcessies cirkelen (d) als aasgie-
om het stadje.te midden van
archaïsche landschappen, primitieve
gestalten, wilde scènes. De terugkeer
een oergrond en plattelands
leven, een lofzang op bos, veld, aarde,
seizoenen, harmonicamuziek wijst op
de voorkeur van de auteur voor ak
kers en landweggetjes „als varkens
staartjes".
Er treden grote, bizarre wezens
op de voorgrond zoals Augustinus
Anijs, een schilder, een zanger, een
meisje dat Vania heet en de pop
groep Bulkend Groen die "geen kans
in spijt van zijn frivole en ori
ginele naam, een sfeer te scheppen,
die de menigte op de halve dorsvloer
massaal deed meedeinen". Zo is
dit verhaal van een niet te beschrij-
overvloed en zomin als iemand
onder een waterval gehurkt, in staat
is om de druppels te beschrijven, zo
min is het mij mogelijk het boek:
"Zwijg" in factoren te ontleden.
Ik zal de titel dus maar als een ca
tegorische imperatief beschouwen,
voor iedereen behalve voor Habakuk
II. Maar begin er maar wel aan,
zou ik zeggen. Er gaat een wonder
lijke fascinering van het boek uit en
geduld is zulk een schone zaak.
Het tweede boek is van Willem Fre
derik Hermans, in dit verband ge
naamd "Schrijver dezes". Persoon
lijk vind ik het spijtig dat het geen
verband houdt met "De Engelbe
waarder" maar wel een vervolg is
op "De God Denkbaar, Denkbaar de
God", die weer herhaaldelijk op
treedt. O Dapper Dapper is geloof ik
de tweelingziel van de eenmaal be
roemde Lou de Palingboer
(eigenaardig hoe schrijvers zo ge
boeid zijn geweest door deze nep-
messias) en hij wandelt op een dag
in een gehuurd Volendams gewaad
op het Damrak. De gevolgen zijn on
overzienbaar en onbeschrijfelijk (in
een boekbespreking, bedoel ik). We
zijn vijf miljard jaar later en de we
reld is herschapen. O.D.D. is ook 'n
eindeloos herschapen evangelist met
in zijn KLM-tasje een bloemlezing,
uit Nietzsche met daarin aange
streept de woorden "Ewige Wieder-
kunft des Gleichen". Dit is dus dui
delijk. Maar verder is er niet veel
veranderd in de wereld, zou ik zo
denken. Er zijn wat meer technische
mogelijkheden maar voorts worden
in deze olijke chaos duidelijk herken
bare figuren overstroomd met de
(voor zijn doen) milde spot van W.
F. Hermans, zoals de stad Amster
dam compleet, enige hooggeleerden,
de politie, bijgelovige sukkelaars 't
geloof in velerlei vorm. Tot die tech
niek behoort het bouwen van een
immense schrijfmachine in de Vij
zelstraat (Amsterdam) teneinde
O.D.D. in staat te stellen het evan
gelie hem gedicteerd door Denkbaar,
op papier te zetten. O.D.D. kan nl.
niet meer spreken aangezien iemand
een biljartbal in zijn mond gestompt
heeft en op een gewone machine
kan hij niet schrijven omdat zijn
duim zo groot is als een dij. Dan is
er nog het drama met Lila de vlieg-
tuigkaapster en de onvoorstelba
re gevolgen van dien en het einde-
ach het einde is ook niet alles. Op
een ver eiland wordt onder het toe
zicht van een aanbiddende menigte
De Afschuwelijke Baby geboren
maar tegelijk laat Hermans in zijn
scepsis een ongehuwde moeder zich
voortreppen naar de zolderkamer die
zij in de Staalstraat bewoont. Het is
het liefje van O.D.D., genaamd Elf-
Je met haar kinderen Doetje en
Daatje, die een hapje zijn wezen
eten bij het Leger des Heils. Doetje
zuigt erfelijk belast op naar duimpje
en Daatje, het jongetje, herinnert
zich vaag de regels van de koorzang
bij de schrijfmachine van zijn va
der. "Though this be madness, yet
there is method in 't", afgezaagd ze
ker, maar wel toepasselijk.
Bij de derde Leo Vroman ligt de
zaak even anders. "Het Carnarium"
is zijn eerste verhaal van lange (al
weer) adem. Het heeft eveneens een
parodistische inslag hoewel dat
moeilijk met zekerheid is te zeggen
voor iemand die van de bio-chemie
niets afweet. Want als ik b.v. lees:
"Nou, ik kan het gebruik van interfe-
rentiekleuren op geanodizeerd tenta-
lium verder ontwikkelen om er een
itnmuuo-proef van te maken", in
een boek dat volgehs de verklaring
van schrijver en uitgever tot de let
terkunde behoort, dan kan ik niet
weten of ik beet genomen wordt of
niet. Vroman is zachtmoediger en
menselijker, eigenschappen die hij
toont door zijn fantastische verhaal
verankerd te houden aan zijn vrouw
Tineke en zijn beide dochters Peg
gy en Geri. Een herkenbare basis
van levende mensen, wel niet hele
maal zoals u en ik maar toch ten
naaste bij. Dochter Geri is het ook
Zij is het die eens aan tafel geze
ten haar afkeer uitspreekt in de
volgende zin: "Nee, echt, verdomme,
waarom kweken we die grote koeien
met hun grote zachte gezichten en
ogen alleen maar om ze dan op hun
kop op te hangen en uit te glijden
in hun bange mest als we hun kt.l
afsnijden?" Dat brengt daddy Leo op
ae gedachte „Vlees te kweken uit een
paar vleescellen". Volgens de bereke
ning van zijn collega Charlie Darwin
zullen de eerste hamburgers hen dan
wel te staan komen op tien
duizend dollar per stuk maar dat mag
niet hinderen. Het Carnarium komt
op gang met medewerking van de
hele familie en „de A-cellen in fles
3" worden al spoedig een dikke soep.
Toch is er iets mis gegaan, iets dat
verband houdt met het feit dat de
slager zijn vrouw vermoord heeft en
ui het genakt meegemalen, geloof ik.
In plaats van koeien of tenminste
hamburgers groeien er in het labo
ratorium met bekwame snelheid drie
ventjes. En alsof we nog niet genoeg
eUende met de huidskleur hebben,
zijn die nog groen van huid ook.
Groen schijnt in al dit soort verha
len een magische kleur te zijn. Tot
volwassenheid gekomen bij ken de
drie groenen in behendigheid en in
telligentie wit, zwart en geel ver te
overtreffen. Het zijn volkomen nieu
we creaturen die b.v. in staat zijn tot
een verblijf onder water van drie
weken. Ook in het paren zijn zij zeer
bedreven en het ls duidelijk dat geen
enkel anders getint meisje bezwaar
heeft tegen een een groen mans
persoon, integendeel. Waar Leo Vro
man onder de bedrijven door zelf ls
gebleven heb ik met de beste wil niet
kunnen achterhalen. Maar dat geeft
niet, die duikt wel
r op.
Drie schrijvers die in hun werk
buiten het bekende leef schema ge
klauterd zijn Hermans langs de
weg van zijn skepsis, Habakuk door
middel van hartstocht voor een te
rugkeer naar de natuur, Vromans
door zijn aangeboren speelsheid.
Maar alle drie via een merkwaardige
reuzenkweek van hun fantasie.
CLARA EGGINK.
„Daar was 't", een blografie
van Kees Pellenaars, door Pierre
Huyskens, uitgegeven door J. F.
Duwaer en Zonen.
Nu Kees Pellenaars dan, naar
men mag aannemen, met pen
sioen ls gegaan als ploeglei
der, kon het niet uitblijven of er
moest een biografie van dit uiterst
schilderachtig stukje mens wor
den geschreven.
Pierre Huyskens heeft die taak
ter hand genomen en zoals
men kon verwachten van deze
voortreffelijke journalist een
bijzonder boeiend en smeuiig
verhaal afgeleverd. Huyskens
kent Pellenaars door en door. Hij
sluit zijn ogen niet voor de zwak
ten van de Pel, maar bedekt ze
toch wel graag met de mantel der
liefde. Juist omdat aan de ande
re kant van de balans zoveel goeds
staat.
De titel van het boekje („Daar
was 't") is een verwijzing naar
de naam van Pellenaars villa in
Breda: „Hier is 't". Dat liet de
eerste echtgenote van Pellenaars
in 1956 provocerend op het huis
zetten, toen supporters van Wim
van Est tot allerlei bedenkelijke
acties overgingen (anonieme tele
fonades, claxonkanonades, be
sprenkelen van het gazon voor het
huis met zoutzuur e.d.) uit woe
de over het feit dat de Pel dat Jaar
de grote held van het Heike niet
mee naar de Tour wilde nemen.
Sjaan Pellenaars sliep in die tijd
met het geweer naast het bed
En daarmee zijn we meteen in
Pellenaars meest turbulente Jaren
belandzijn ploegleiderschap
van de Nederlandse equipe in de
Tour de France in met name de
jaren 1953-1958. De grote, onge
kende successen die toen onder
en mede dankzij Pellenaars wer
den behaald en parallel daarmee
lopend zijn taaie gevecht met
de heren van de KNWU. Er zitten
heel mooie achtergrondverhalen
bij, waaruit de grote kracht en
dito zwakte van de Pel wel goed
tot uiting komt. De opvallende
prestaties van de Nederlandse
renners in die jaren dient men,
zoals bijna alles in de wielersport,
met een apart oog te bezien.
Huyskens beschrijft dat aldus:
Pellenaars was een ploegleider die
„met nooit verslappende waak
zaamheid de markt wist te peilen
en vedetten of ploegen-in-nood
precies op tijd de Juiste „deal"
aanbood. Hij wenste etappe-over
winningen of een tijdje de gele
trui in ruil voor hand- en span
diensten Part of de „deal" was
dus altijd dat er voor Nederland
sportroem in zou zitten, die aan
het thuisfront als zoete koek was
te verkopen Inmiddels mochten
de wielersportliefhebbers echt
geloven dat de Nederlandse cou
reurs tot alles in staat waren
Pellenaars, die zulke gedach
ten als geen ander inspireerde,
wist wel beter. Ook in 1954 was
het incidentele bezit van de gele
trui meer georganiseerd dan
werkelijk verdiend; een paar Jaar
lang heeft de Nederlandse equipe
boven zijn stand geleefd".
En wij, 20 jaar geleden, maar in
opperste spanning luisteren naar
Jan Cottaar RUUD PAAUW.
Uitvoerige vraagbaakvoor in de keuken
Titel: Modern Koken. Auteurs Ar-
ne Krüger en Anette Wolter. Uitge
verij Helmond. Prijs f 39,50.
We willen tegenwoordig anders
eten, gezonder, meer verfijnd minder
gebonden aan de verouderde „gul
den regels van het 'koken". Voor deze
manier van koken hebben Arne Krü
ger en Anette Wolter een basiskook
boek samengesteld „Kochen Heute"
Omdat dit boek eigenlijk precies is
wat de moderne kookster (en koken
wil, hebben mevrouw D. Defesche-
Pinckers en mevrouw N. Duinker-
Joustra (diëtiste) dit boek vertaald
Het boek is ingedeeld in verschil
lende rubriekenSnel koken, de alle
daagse keuken, koken voor feestda
gen, koken over de grenzen, gezond
koken. De titels van deze hoofdstuk
ken spreken voor zich zelf. Het is
echter helemaal niet nodig het hele
feestdiner uit dat ene hoofdstuk Ko
ken voor feestjes, om nu maar eens
een voorbeeld te noemen, te ha
len. Misschien is het weieens aar
dig om ook eens iets te laten proe
ven als dessert b.v. uit Gezond
koken. Alle recepten in het boek zijn
volgens het „dadelijk-kunnen-koken"
systeem uitgevoerd.
Als je een etentje wilt geven of eens
iets aparts klaar wil maken is na
tuurlijk de prijs enorm belangrijk.
Ook daaraan hebben de samenstel
lers gedacht. Bij ieder recept staan
een, twee of meer beursjes. Het zal
iedereen duidelijk zijn dat de een-
beurs-recepten het voordeligst zijn
Op dezelfde manier, maar dan met
kookpotJes, geeft men aan of een
recept moeilijk of gemakkelijk te
maken is. Zelfs met het verschijnsel
vrieskist heeft men in Modem Koken
rekening gehouden. Door middel
van sterretjes wordt aangegeven hoe
lang een bepaald recept in de vrie
zer houdbaar blijft. Naast serveer
tips, een verhandelingetje over calo
rieën, vet, kruiden en keukenge
reedschap vinden we in het boek een
tweede deel ,De kunst van het ko
ken". In dit deel zult u op bijna alle
vragen die rijzen bij het maken van
een van de recepten een antwoord
kunnen vinden. Aan de hand van
foto's en een uitvoerige beschrijving
kunt u straks zelf bij de slager, de
vishandelaar of de poelier zien wat
voor „vlees" u in de kuip heeft. Ook
de granen, groenten en fruitvariëtei-
ten en de taal van de koks hebben
dan geen geheimen meer voor u en
de meest vernuftige keukentechniek-
jes kunt u toepassen. Dit overzichte
lijke met 100 kleurenfoto's geïllus
treerde kookboek waarin werkelijx
niets ontbreekt is beslist geen mooi
werkje om in de boekenkast te pronk
te zetten, daarmee zou u de samen
stellers te kort doen. Het hoort in
de keuken, zodat de kok er op ieder
moment naar kan terug grijpen.
HENRIETTE V. D. HOEVEN
Een drietal gedichtenbundels dit
keer waarvan er twee door Nijgh en
Van Ditmar op de markt zijn ge
bracht: "Springtij in de flanken",
van Wim Hazeu en "Bewoordingen"
van Max Croiset. De derde bundel,
bevat een keuze uit de gedichten
van Frans Babyion (Uitgave van het
Comité Vrienden van Frans Baby-
Ion 1973).
Om met de laatste te beginnen:
het moet gezegd dat deze "posthu-
me waardering voor de dichter",
niet uitgebreid genoeg had kunnen
zijn. De bundel bevat een aantal uit
stekende gedichten die hun kracht
ontlenen aan de kernachtige be
schrijving en diepgang.
De in 1968 (op 44-Jarige leeftijd)
overleden dichter Frans (Obers) Ba
byion was een schilderachtige fi
guur die na de bevrijding als zwer
ver-landarbeider lange perioden in
Frankrijk verbleef. Hij werd chris
ten-socialist en wierp zich op als 'n
literair onafhankelijk dichter, die
in zijn laatste levensjaren op revo
lutionaire wijze naar nieuwe levens
vormen zocht. Hij publiceerde in
verschillende Nederlandse tijd
schriften. werkte als kunstrecencent
aan diverse kranten mee en schreef
een twintigtal gedichtenbundels.
In zijn voorwoord over de dichter,
stelt dr. Harrie Kapteijne dat Frans
Babylon in zijn gedichten veel zwak
ke plaatsen had die zich manifes
teerden in slordigheden in verwoor
ding of verbeelding. "Iemand die tot
tekstkritiek in staat is, hoeft niet
slordig te zijn", zo schrijft Kapteij
ne, die verder over Babyion zegt:
"Hij schreeuwde soms de dier
baarste stilten weg, deed pijn wie
hem lief was, er moesten andere
werkelijkheden gedecodeerd worden
maar hij miste daartoe dan het
zielsvermogen".
De gedichten van Frans Babyion
ademen grote humaniteit met een
welhaast aan onwaarschijnlijkheid
grenzend vermogen tot zelfkritiek.
In veel van de gedichten sluimert
een soort onrust die de versregels in
één brok dynamiek doet verstren
gelen. Al met al is deze bundel erg
aanbevelenswaard.
Van een aanmerkelijk minder ge-
nalte is de bundel "Bewoordingen"
van toneelspeler, regisseur voor
drachtkunstenaar, romancier, en
dichter Max Croiset. De bewoordin
gen in deze bundel doen sterk den
ken aan de Haiku-poëzie met dit
verschil dat ze niets te zeggen heb
ben. Croiset heeft zich uitgeput in 'n
schromelijk overdreven logica wat
kennelijk tot bedoeling heeft leuk en
lief te zijn. Bijvoorbeeld: "Ik kijk
naar de bergen en denk aan de zee:
zij zijn lichter dan water; zij zin
ken niet".
Beter, ofschoon ook niet zo erg
geweldig, is "Springtij in de flanken"
van Wim Hazeu, hoofd van de afde
ling Drama van de NCRV-televisie.
Zijn gedichten bevatten in enkele
gevallen een rake typering van si
tuaties en/of mensen
mooie symboliek daarvan.
Dit gedicht wil ik u in elk geval niet
onthouden (Hof van de graaf)
In de kiosken
haag se weduwen
opgescheept met bloot
en de groene amsterdammer
op het plein
een vredesmars
met leuzen en
toch veel stilte
langs de pier
een verwaaide amerikaan
een dame groet een dame
Indisch heimwee in hun ogen
WIM WIRTZ