Excursi bij Eddi Aardige indruk van uitvoerings praktijk ten tijde van Mozart ACCENT OP SAMENZANG GERARD COX BESTE nu ook in 't frans Vicky Leandros zingt haar betere hitwerk Vuurwerk van Ross en Black Fairport Convention is op dreef Baden Powell brengt gitaarspel waar je stil van wordt Oscar Peterson en Stephane GrapeUi ZATERDAG 8 DECEMBER Mozart: Klaversonaten I: Gus- tav Leonhardt SEON 6775002 2 LP f 39. Gustav Leonhardt speelt op deze dubbel-elpee de sonates K282 K330 K333 en K570, de kleine treur mars K453a en het adiago K540. Hoewel de vroege sonates van Mozart zijn uitgegeven "pour le clavecin ou piano-forte", mag wel als $eker worden aangeno men. dat laatstgenoemd instru ment de voorkeur van de compo nist had. Zijn brief aan Leopold Mozart van 17/18 oktober 1777 behelst een gedetailleerde be schrijving van een van de Ham- merklaviere van Johann Andreas Stein uit Augsburg. Deze instru menten hadden een aanzienlijk andere klank dan de huidige pia no's of concertvleugels: de dun ne snaren (dikkere konden niet worden toegepast, daar het volle dig houten frame de grote span ning niet kon verdragen) gaven vooral in het hoge register een lichte, "zilveren" toon, het volu me was tamelijk klein. Wat Mozart zo enthousiast maakte, was het feit dat men op de pianoforte zowel zacht als hard kon spelen (vandaar ook de naamgeving), terwijl de tonen konden worden afgedempt door met de knieën een demper in werking te stellen. Deze mogelijk heid tot differentiatie van de ge luidssterkte was weliswaar reeds bekend van het clavichord maar dit instrument was ondanks de propaganda van Carl Philipp Emanuel Bach nauwelijks bruik baar in concertruimtenzelfs in een flat-kamertje is het ge luid ervan niet te horen als de buren de radio aanhebben. Gustav Leonhardt bespeelt op deze plaat een vleugel van Anton Walter uit Wenen (de naam "Mozart-vleugel" is onzin nig). De instrumenten van Wal ter benaderen qua klank meer, dan die van Stein het klavecim bel. Dat Mozart zich een Walter- piano aanschafte, zal voor een groot deel terug te brengen zijn, op vervoersproblemen. Toch heeft Leonhardt mijns inziens op dit klavecimbel-aspect een beetje te veel de nadruk gelegd. Mo- zarts muziek doet daarom soms, en Juist bij het fragment van de promotieplaat, wat houterig aan. Aan de andere kant lijkt Leon hardt zich af en toe plotseling de betekenis van het woord "piano forte" te herinneren, en brengt hij veel te schrille contrasten aan. Ook kan hij soms zijn nei ging tot overdreven rubati in lin ker- en rechterhand niet bedwin gen. Mozart schrijft verwijtend in een van zijn concertverslagen: "Das Tempo rubato in einem Adagio, dass die linke Hand nichts darum weiss, können sie gar nicht begreifen. Bei ihnen gibt die linke Hand nach. Voor wie echter een aardige in druk wil krijgen van de uitvoe- rings-praktijk ten tijde van Mo zart, is deze plaat een goede in formatiebron. Helaas is de woor delijke informatie wat karig, er is geen foto van het gebruikte in strument afgedrukt en op dit punt krijgt deze „wetenschappelijke" editie dan ook een onvoldoende. Opname en persing zijn van 'n uitstekende kwaliteit. R.H. The Jackson 5ive: Vicky Leandros „Ceux que j'aime" Philips 6830 156. Vicky Leandros viert op het ogenblik triomfen met het num mer „Meine Freutide sind die Traume". De single staat hoog ge noteerd in de Nederlandse hitpa- irades en ook de langspeler met die naam wordt uitstekend verkocht. Dezer dagen verscheen een elpee met de Franse versie van deze hit: „Ceux que j'aime". Als ik de beide opnamen met elkaar verge lijk geef ik persoonlij'k de voor keur aan de Franse. Die voorkeur ligt verankerd dn het feit, dat het melodieuze frans meer zangtaai is dan het hakkerige duits. Vandaar ook dat ik 'n Mireille Mtthieu tienmaal liever in haar moeder taal hoor zingen met de rollende r.. dan in de taal van onze ooster buren. Ceux que J'aime staat op de langspeler met een tiental an dere franse chansons waaronder enkele zeer bekende. Zoals Le lac majeur dat naar de top van de hitladder werd gezongen door Mort Shuman en Chante Bouzou- ki, de Franse versie van het re cente Vicky-succes „Die Bouzou- ki klang durch die Nacht". Verder Demain matin, de ver taling van het Elton John-num mer Tiny Dancer. Duitse schla gers als Dein Brief, Wie ein Marchen en Anders als die an- dern werden omgedoopt in Ce qui me reste de toi, Reviens vite (erg sterk nummer) en Des amoureux co mme toi. Vicky verloochent haar afkomst op deze plaat ove rigens niet. De elpee bevat ook nog een Grieks nummer van Hadjidakis „Kyr Antonis" terwijl de elpee wordt besloten met „Adieu", het oude Auf Weder- seh'n dat Mieke Telkamp enige tijd geleden weer uit de stoffige kast opviste. Mieke deed het aar dig, maar Vicky doet het stukken beter. Vader Leo Leandros produ ceerde ook ditmaal weer de plaat van zijn dochter, die sinds de eerste plaats in het Eurovisie Songfestival 1972 met Après toi een vaste plaats heeft verwor ven tussen het puikje van de in ternationale artiesten. De plaat „Cieux que J'aime" draagt daar weer een steentje toe bij. B.v.L. Eddie Harris Excursions Atlantic 60047 (SD 2—311). Wat bij "Excursions" direc het oog springt is het feit dat mij onbekende) jazzmusicus die Harris zijn muzikale t openbaart middels instrume die in al hun conventionele vang zijn veranderd in vree soortige bouwsels. De man k z'n saxofoon op het lichtnet wel.aangesloten en heeft i normale trompet een i mondstuk geplaatst. Nou hoeft dat natuurlijk 1 maal geen bezwaar te zija zijn meer verschijnselen in j land die Je met enige verb aanschouwt. Ik denk bij voort aan een man als Roland Kirl het geregeld presteert om instrumenten tegelijk tusset tanden te vatten en er dan geluid uit krijgt ook. Een andere zaak is natuurll Je met een progressief (zal maar noemen) instrumental een brokje goede jazz kunt vi brengen. Uit het album van die Harris blijkt dit inder mogelijk, maar aan de 1 van hetzelfde album wordt ook duidelijk dat een ongei instrument een voorwaarde zijn voor de zg. avant.-gar( sche jazz Eddie Harris, ondersteund o.m. een electrische piano en "guitorgan" (een "soort" g waaruit kennelijk ook orgela ge klanken kunnen rollen) le zo blijkt uit de omslagtekst, o album een weergave van een cursie in zijn gedachten) Soms liggen daar herkenni („Renovated Rhythm" en „0 soms ook ligt er een kloof aa rand waarvan Je tevergeefs aansluiting zit te wachten. De indruk die ik van dit a kreeg bestond primair hieruii er driftig werd geëxperimen met disharmonieën wanklai en zelfbouwinstrumenten om predikaat „jazz" geloofwaï te maken. Achteraf heb ik sl een deel van die indruk o« houden. Want in dit album ook een stuk muziek dat zee ceptabel is. Zelfs als Jazz. TO delijk is de beoordeling daa gewoon afhankelijk van Je ressesfeer nietwaar? Bert van Dommelen Ron Harms Ruud Paauw Jan Preenen Paul de Tombe Wim Wiirtz Eindredactie en layou 5 Bram van Leeuwen elpee "Vrijblijvend" uitge bracht. Een dijk van een plaat, die terecht werd bekroond met een Edison tijdens het Grand ga la. De plaat bevat een twaalftal nummers, waaruit bleek dat Cox niet alleen over een zeer apart stemgeluid beschikt, maar bo vendien in staat is teksten op boeiende wijze te vertalen. De plaat bevatte onder meer num mers van "groten" als Charles Aznavour (A ma fille werd Voor mijn dochtertje), Carole King (You've got a friend werd Tot ik bij je ben), Roger Whittaker, (New world in the morning werd Morgen wordt het beter), Elton John (Sixty Years on werd Als ik 65 ben) en Gilbert O'Sullivan (Alone again werd 1948). Vooral het laatste nummer in de verta ling van de ex-Klischee-manne- tjes Wim de Bie en Kees van Kooten werd een enorme hit. De plaat werd gecompleteerd met 'n eigen Cox-compositie "Zullen we ritselen?" en het liedje Romeo en Get it together - Jackson 5ive - Tamla Motown 5C 056-94764. Bo- vema/EMI. The Jackson 5ive, vijf Jonge ne gerzangers, hebben een nieuw muzikaal pad ingeslagen. De in het verleden dominerende stem van Michael Jackson is wat meer in het geheel ingepast, waardoor veel meer het accent is gelegd op de samenzang. Daarbij doen de broers met hun geestdrift, ritmiek en speelse interpretatie van de soul en de pop zo nu en dan den ken aan de Supremes. Niet alleen omdat zij het eens zo hooggeno- teerde Reflections als een ode aan Diana Ross en haar begeleidsters opnieuw lieten opnemen. De "su prème" groep wordt ook inde her innering geroepen als The Jack son 5ive op de hoogste sporten van de toonlader vertoeven in ballads als Don't say goodbye (het fijnste nummer) en It's too late to change the time. Vooral in het eerste nummer wordt een beroep gedaan op het onderscheidings vermogen en lijkt het er op alsof de Supremes luistert. Het zou ech ter te ver voeren te beweren dat de vijf Amerikaanse Jacksons geen eigen sound vertolken, ook al hebben ze ook nog eens terugge grepen op een nummer uit 1970 van Gladys Knight and The Pips, You need love like I do. Daarvoor ligt deze elpee met de titelsong Get it together, waarin afwisselend Michael en de groep op de voorgrond treedt, te lekker in het gehoor. J.P "Muzikaal vuurwerk met de or kesten van Edmundo Ross en Stanley Black" dubbel elpee Decca 6835917 Op deze kingsize langspeler heb ben de befaamde orkestleiders Ed mundo Ross en Stanley Black (de een als het ware geboren met de Latijns-amerikaanse klanken, de ander er op latere leeftijd verliefd op geworden) de handen ineenge slagen voor een inderdaad fraai brok vuurwerk. Het zijn bepaald geen nieuwe nummers die hier ten tonele worden gebracht. Black brengt niet kapot te spelen num mers als La Cumparsita, La Rosi- ta, Adios Pampa mia, Mama yo quiero un novio, Olé Guapa e.a. Hij doet dat via subtiele arrange menten met grote zorgvuldigheid en muzikaliteit. Edmundo Ross grossiert op deze elpee eveneens in de succesvolle oldtimers: Londen is the place for me. The woman always pays, The Queen of Tonga. Virgin Islands, Brown skin gal en nog meer van die heerlijkheden. Geweend heb ik wel dat zijn grote succes Mary- Ann er niet bij was, maar Ja, Je kunt niet alles hebben. Deze grootmeesters van de Zuidameri- kaanse muziek behoeven nauwe lijks nog verder aangeprezen te worden. Een (dubbel) elpee om door een ringetje te halen. RP "Nine"Fairport Convention Island ILPS 9246 Fairport Convention gaat rustig door te bewijzen dat er ook zon der sterren in de ploeg fijne mu ziek gemaakt kaïn worden. De laatst verschenen LP van de groep, „Nine", vertoont weer de bekende, maar bfj Fairport zel den vervelende mixture van pop en Engelse volksmuziek technisch meestal razendknap uitgevoerd (één grote man van de oude gar de is er nog, violist Dave Swar- brick. en dat feit alleen al verheft het niveau een aardig stukje bo ven Nieuw Internationaal Pop- peil) en bijna altijd uiterst sfeer vol. Nog altijd is Fairport Conven tion naar mijn smaak het best op dreef als er fol'k-achtige wijsjes worden uitgevoerd die verlucht zijn met enig vocaal werk. Goede voorbeelden op "Nine": "Polly on the shore", "To Althéa from pri son". Daarnaast natuurlijk het in strumentale werk waarin Swar- brick zich mag uitleven. Waardering dus voor deze plaat. Waardering vooral ook voor de groep, die zich manmoedig heeft heengezet over het verlies van Dave Matthews, en vooral van Sandy Denny, de zangeres die met |de oorspronkelijke Convention de weergaloze LP "Liege and Lief" maakte. Dat is al weer een heel tijdje geleden, en het zou on rechtvaardig zijn om de huidige Fairport onder de neus te wrijven dat "Nine" niet het peil van "Liege and Lief" haalt. Zo'n plaat wordt tenslotte maar eens dn vele Jaren op de markt gebracht. BVD Julio van Jules de Corte. een brok luistergenot, dat mocht, niet in de laatste dankzij de voortreffelijke gementen van Rogier loo een naam die nog enige toelichting behoeft. De plaat is nu opnieuw bracht onder de titel De van Gerard Cox. Er is schil: aan het repertoire voegd het nummer 't voorbij, die mooie zomer nieuwe voltreffer, die de pen weken de hitparades stoomde als het schip van klaas. Zowel wat tekst als betreft een liedje waarvan Sonneveld zou die de mensen r goed: het is een plaat gew« p die liefhebbers va se repertoire in staat stelt, te maken wat vorig jaar verzuimd, namelijk direct te kopen. 8K Solitude on guitar Baden Powell CBS S 65494. De zoveelste langspeelplaat van de onvolprezen gitarist Baden Po well „Solitude on guitar" bevat weinig nieuws. De man die zoveel instrumenten tegelijk in zijn spel doet, is er nog, dat is wel duidelijk. Met zijn ferme or- chestraties, zijn stiltes oproepen de preludes en adagio's, zijn krachtig ontwikkelde ritmespel en zijn grote liefde voor de gitaar. Je vraagt je wel eens af hoe veel gitaristen er zijn die him In strument aanbidden zowel Ba- andante gespeeld stuk of een pure samba ligt een intensiteit waar je stil van wordt. Een toch sim pel werkje als „Kommt ein Vogel geflogen" wordt onder de vin gers van Baden Powell een naar Bach lonkende suite en „The shadow of your smile" los geweekt van zijn ritme een nieuw muziekstuk. De mogelijkheden van de gi taar vinden hun begrenzing in het spel van Baden Powell. De man wordt een legende. W.W. Gila: exponent van Duitse pop Bury my heart at Wounded Knee Gila, WB 46234. De viermans (drie mannen en één vrouw) groep Gila is één van de exponenten van 't Duitse pop geluid dat bezig is zich steeds ster ker te manifesteren. Eerder al fi gureerde de groep op deze pagina in een bespreking van een verza- mel-LP, toen al sprong Gila er positief uit. Na het beluisteren, van „Bury my heart at Wounded Knee" blijkt die eerste indruk juist te zijn geweest. Gila is een positieve uitspringer, althans, met de muziek die op deze lang- duurder wordt geëtaleerd. De groep is een tijdje uit de running geweest, maar is met een nieuwe bezetting (door leider Conny Veit aangetrokken) volkomen terug. "Bury my heart at Wounded Knee" is het hoopgevend resul taat van een lange periode van voorbereiding. De LP, genoemd, naar het gelijknamige boek, be vat drie originele Indianensongs (In a sacred Manner, Sundance Chant en The Buffalo are co ming) en tekst- en muziekschrij- ver Veit, blijkt ook bij de andere nummers geïnspireerd door dat boek. Beloftevolle stukjes werk, hoewel sommige nummers wel wat te lang zijn uitgesponnen. P.d.T. den Powell dat doet (hij schfjnt z'n gitaar zelfs mee te sjouwen naar de kroeg). Hoeveel musici er zijn die hun instrument bij zich dragen zoals een ander een zakdoek bij zich draagt. Wei nigen vermoedelijk. De verafgoding van Baden Po well voor zijn gitaar werkt door in zijn muziek. In zijn spel of het nu een adagio betreft, een Macl man blues doorsnee van Hookers werk „Mad man blues" John Lee Hooker Checker 64 67 305 John Lee Hooker, zonder twij fel één van de grootste naoorlog se bluesvertolkers, maakt zelden echt nieuwe platen. Zijn langspe- lers plegeei voor een groot deel gevuld te zijn met werk dat al betrekkelijk oud is. Dat is ook 't geval op "Mad man blues". Op deze plaat staan zeer oude (1951) nummers als "Leave my wife alone", het titel nummer en "Hey boogie", naast ook al niet zo jon ge werkstukken als "Sugar mam ma" en High priced women. De fanatieke Hook erf ans zullen aan „Mad man blues" dan ook weinig boodschap hebben. Dege nen die nog weinig van Hooker gehoord hebben en dat zijn er, getuige de beslist niet overweldi gende belangstelling voor deze, zanger-gitarist, veel te veel kunnen dankzij deze LP ken nismaken met een man die als weinigen in staat is om "elektri sche blues" volstrekt sober te hou den. en aan zijn muziek dezelfde kracht mee te geven als vooroor logse bluesmuzikanten. Voor hun is de verdienste van "Mad man blues" dat de plaat een goede doorsnee geeft van Hookers werk, en dus van het monument Hooker zelf. BVD Pedersen en drummer Kenny Clarke maakten het kwartet rond en zo ontstonden er twee albums (dit is 't tweede) van een forma tie die nauwelijks enige toelich ting behoeft. Oscar Peterson en Stephane Gra- pelli staan bekend als onnavolg baar technische idioten die in hun samenhang een drummer en/of bassist nauwelijks zouden ontbe ren. Bassist Pedersen heeft een individuele stijl, die bewonde ring afdwingt, en Kenny Clarke doet hoorbaar z'n best, maar ont lokt aan zijn percussion al te zeer een potten-pannen-deksel ge luid. Ook bij dit tweede album (met o.a. "My heart, stood still", "Autumn leaves" en "I won't dance") is het wat moeilijk de combinatie van een sterk vibre rende "swingin' violin' en 'n wat onderkoelde piano te accepteren. Maar de pure verzamelaar zal dit niet als een onoverkomelijk bezwaar ervaren. W.W. Oscar Peterson- Stephane Gra- pelli Quartet America AM 6131. Feestalbums als dit zijn voor de noeste verzamelaar immer waar devolle objecten. Ze markeren veelal de afsluiting van een stuk- Je geschiedenis of bevatten een unieke formatie van musici. Bij deze plaat is sprake van beide. De plaat werd uitgebracht ter gelegenheid van de inmiddels 50 jaar oude muzikale loopbaan, van de Franse violist Stephane Grapelli, die Jarenlang het onont beerlijke antwoordapparaat is geweest van de nimmer overtrof fen gitarist Django Reinhard ten tijde van de Hot Club de France. Oscar Peterson, zijn favoriete bassist Niels Henning Oersted

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1973 | | pagina 8